ARTIKEL I
Artikel 14, vierde lid, van de Eerste tijdelijke
noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid komt te
luiden:
-
4. Indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon of groep als
bedoeld in artikel 6, vijfde lid, verplicht is een verklaring van een
accountant op grond van artikel 13, tweede lid, of een verklaring van een
deskundige derde op grond van artikel 13, derde lid, te overleggen vult de
werkgever, die geen verklaring van een accountant, respectievelijk verklaring
van een deskundige derde heeft meegezonden, op verzoek van de minister de
aanvraag binnen 14 weken aan met de benodigde verklaring.
ARTIKEL II
Artikel 18 van de Tweede tijdelijke noodmaatregel
overbrugging voor behoud van werkgelegenheid wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘5 januari 2022’, vervangen door
’31 maart 2022’.
2. Het vierde lid komt te luiden:
-
4. Indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon of groep als
bedoeld in artikel 6, zevende lid, verplicht is een verklaring van een
accountant op grond van artikel 16, eerste lid, of een verklaring van een
deskundige derde op grond van artikel 16, derde lid, te overleggen vult de
werkgever, die geen verklaring van een accountant, respectievelijk verklaring
van een deskundige derde heeft meegezonden, op verzoek van de minister de
aanvraag binnen 14 weken aan met de benodigde verklaring.
ARTIKEL III
Artikel 24 van de Derde tijdelijke noodmaatregel
overbrugging voor behoud van werkgelegenheid wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden ‘26 juni 2022’ en ‘23 oktober 2022’
vervangen door ‘22 februari 2023’.
2. Het vierde lid komt te luiden:
-
4. Indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon of groep als
bedoeld in artikel 5, zevende lid, een verklaring van een accountant dient te
overleggen op grond van artikel 13, eerste lid, of een verklaring van een
deskundige derde op grond van artikel 13, derde lid, vult de werkgever, die
geen verklaring van een accountant, respectievelijk verklaring van een
deskundige derde heeft meegezonden, op verzoek van de minister de aanvraag
binnen 14 weken met de benodigde verklaring aan.
ARTIKEL IV
Artikel 17, vierde lid, van de Vierde tijdelijke
noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid komt te
luiden:
-
4. Indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon of groep als
bedoeld in artikel 6, zevende lid, verplicht is een verklaring van een
accountant op grond van artikel 15, eerste lid, of een verklaring van een
deskundige derde op grond van artikel 15, derde lid, te overleggen vult de
werkgever, die geen verklaring van een accountant, respectievelijk verklaring
van een deskundige derde heeft meegezonden, op verzoek van de minister de
aanvraag binnen 14 weken aan met de benodigde verklaring.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
I. Algemeen
Met deze wijzigingsregeling worden de Eerste, de Tweede, de Derde
en de Vierde Tijdelijke Noodmaatregel overbrugging voor behoud van
werkgelegenheid (hierna: NOW 1, NOW 2, NOW 3 en NOW 4) gewijzigd. In de
toelichting wordt als eerste ingegaan op de mogelijkheid om de
vaststellingsaanvraag aan te vullen, indien de derdenverklaring ontbreekt. Deze
wijziging betreft de NOW 1, NOW 2, NOW 3 en de NOW 4. Als tweede wordt er in de
toelichting ingegaan op het verschuiven van de sluitingsdata van de
vaststellingsloketten van de NOW 3.1 (derde tranche), 3.2 (vierde tranche) en
3.3 (vijfde tranche). Deze worden samengetrokken met de sluitingsdatum van het
vaststellingsloket van de NOW 4, zijnde 22 februari 2023. Deze wijziging
betreft de NOW 3. Tot slot wordt in de toelichting ingegaan op het langer
openstellen van het vaststellingsloket NOW 2.
Toevoeging van een aanvultermijn voor de
derdenverklaring
In de NOW 1, NOW 2, NOW 3 en NOW 4 is opgenomen dat indien een
natuurlijke persoon of rechtspersoon of groep een verklaring van een accountant
bij de vaststellingsaanvraag dient mee te zenden, maar dat niet heeft gedaan,
de aanvraag op verzoek van de minister binnen 14 weken kan worden aangevuld met
een verklaring van een accountant. Dit betekent in de praktijk dat wanneer de
werkgever die een accountantsverklaring moet overleggen maar nog niet in de
gelegenheid is om een verklaring aan te leveren bij de vaststellingsaanvraag,
14 weken de tijd heeft om alsnog een verklaring van een accountant te
overleggen wanneer hij tijdens de vaststellingsaanvraag aangeeft dat hij nog
niet over een accountantsverklaring beschikt. Met deze wijzigingsregeling wordt
deze 14 weken termijn ook ingevoerd voor werkgevers die een derdenverklaring
nodig hebben.
Aanleiding voor deze wijziging is dat de vaststellingsaanvragen
erg achterlopen, met de sluitingsdatum van het vaststellingsloket in zicht.
Minder dan de helft van de NOW 1 vaststellingsaanvragen zijn binnen. Voor
sommige werkgevers is de reden dat zij nog geen vaststellingsaanvraag hebben
ingediend dat zij nog wachten op een accountants- of derdenverklaring. Door
drukte bij accountantskantoren en andere organisaties die een derdenverklaring
mogen verstrekken is het lastig om deze verklaringen tijdig te verkrijgen. De
NBA (Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) heeft onlangs
aangegeven dat de verwachting is dat veel accountants de deadline van
31 oktober 2021 (sluitingsdatum vaststellingsloket NOW 1) niet gaan halen.
Omdat derdenverklaringen vaak ook door accountants worden verstrekt en omdat er
signalen zijn dat ook bij deskundige derden drukte heerst omtrent de
verklaringen, is besloten de 14 weken termijn ook mogelijk te maken voor
werkgevers die een derdenverklaring nodig hebben. De aanvullende 14 weken
zorgen voor extra tijd om de benodigde verklaring tijdig te kunnen
aanleveren.
Samentrekken sluitingsdata vaststellingsloketten NOW 3.1,
3.2 en 3.3 met sluitingsdatum vaststellingsloket NOW 4
In de Kamerbrief van 31 mei jl.1 is aangekondigd dat er enkele lastenverlichtingen rondom de
vaststellingen van de NOW worden doorgevoerd. Onderdeel daarvan is dat
accountantscontroles ten behoeve van de vaststellingsaanvragen van de NOW 3 en
NOW 4 kunnen worden gecombineerd. Dit bespaart kosten voor de werkgever voor
het overleggen van een derden- of accountantsverklaring. In plaats dat de
vaststellingsloketten van elke tranche in de NOW 3 en NOW 4 elk op een eigen
moment sluiten, sluiten de vaststellingsloketten van de NOW 3.1 (derde
tranche), de NOW 3.2 (vierde tranche), de NOW 3.3 (vijfde tranche) en de NOW 4
op 23 februari 2023. In de oude situatie had het loket van de NOW 3.1 slechts
één week overlap met het loket van de NOW 4. Dit bood accountants en deskundige
derden onvoldoende gelegenheid om de controles van de verschillende tranches
gezamenlijk op te pakken. Door het samentrekken van de sluitingsdata wordt dit
opgelost. Dit geeft werkgevers maximaal de ruimte om de vaststellingsaanvraag
van de NOW 3 (derde, vierde en vijfde tranche) samen te laten controleren met
de vaststellingsaanvraag van de NOW 4, waardoor zij daadwerkelijk kosten kunnen
besparen voor het verkrijgen van de accountantsverklaring.
Het opschuiven van de einddata van de loketten NOW 3 leidt tot
budgettaire verschuivingen naar latere jaren. De budgettaire gevolgen van het
verschuiven van deze einddata zijn reeds in de ontwerpbegroting 2022 van SZW
verwerkt.
Verlengde openstelling vaststellingsloket NOW 2
Het vaststellingsloket van de NOW 2 wordt langer opengesteld.
Waar het loket eerst zou sluiten op 5 januari 2022, zal de nieuwe
sluitingsdatum 31 maart 2022 zijn. Aanleiding voor de langere openstelling is
dat UWV tegen capaciteitsproblemen aan gaat lopen als de oude datum wordt
aangehouden. UWV verwacht rond 5 januari 2022, de oorspronkelijke
sluitingsdatum van het vaststellingsloket van de NOW 2, nog volop bezig te zijn
met de afhandeling van de vaststellingen van de NOW 1. UWV zal niet genoeg
capaciteit hebben om tevens een groot aantal vaststellingen van de NOW 2 af te
handelen. Door het tekort aan capaciteit bestaat tevens het risico dat er
fouten gemaakt kunnen worden. Daarnaast is het vaststellingsloket van de NOW 2,
wanneer wordt vastgehouden aan de oude datum, een stuk korter geopend dan de
andere vaststellingsloketten. Door ook dit loket langer open te stellen, komt
de openingsduur dichter bij de andere tranches.
Het opschuiven van de einddatum van het NOW 2 loket leidt ertoe
dat werkgevers langer de kans krijgen om een vaststellingsverzoek in te dienen,
wat leidt tot budgettaire verschuivingen naar latere jaren. Deze worden nog
verwerkt in de SZW-begroting.
Met deze wijzigingen luiden de start- en sluitingsdata van de
vaststellingsloketten als volgt:
Vaststellingsloket per tranche
|
Start
|
Tot en met
|
NOW 2
|
14 maart 2021
|
31 maart 2022
|
NOW 3.1 (derde tranche)
|
4 oktober 2021
|
22 februari 2023
|
NOW 3.2 (vierde tranche)
|
31 januari 2022
|
22 februari 2023
|
NOW 3.3 (vijfde tranche)
|
31 januari 2022
|
22 februari 2023
|
NOW 4
|
31 maart 2022
|
22 februari 2023
|
Regeldruk
De wijzigingen uit deze regeling leiden niet tot aanvullende
regeldruk voor werkgevers. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het
dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen nieuwe (niet
voorziene) gevolgen voor de regeldruk heeft.
II. Artikelsgewijs
Artikel I en het tweede onderdeel van de artikelen II, III
en IV
Met deze artikelen is geregeld dat werkgevers die een
derdenverklaring dienen over te leggen bij de vaststellingsaanvraag op grond
van de NOW 1, NOW 2, NOW 3 of NOW 4, maar dat niet hebben gedaan, op verzoek
van de minister 14 weken de gelegenheid krijgen om dat alsnog te doen.
Artikel II, onderdeel 1
Met deze wijziging is de sluitingsdatum van het
vaststellingsloket van de NOW 2 aangepast van 6 januari 2022 naar 1 april 2022.
Dit betekent dat het tot en met 31 maart 2022 mogelijk is een
vaststellingsaanvraag te doen.
Artikel III, onderdeel 1
Met deze wijziging is geregeld dat de vaststellingsloketten van
de derde, vierde en vijfde tranche van de NOW 3, sluiten op 23 februari 2023.
Dit betekent dat het tot en met 22 februari 2023 mogelijk is een
vaststellingsaanvraag te doen.
Artikel V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na
bekendmaking in de Staatscourant.
De Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.D. Wiersma