Besluit van de Inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid namens de Minister voor Medische Zorg en de Minister van Justitie en Veiligheid, van 14 oktober 2021 tot vaststelling van een beleidsregel inzake het opleggen van bestuurlijke boeten door de Inspectie Justitie en Veiligheid voor het overtreden van het bepaalde bij of krachtens het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen waarop de Inspectie Justitie en Veiligheid kan handhaven (Beleidsregel bestuurlijke boeten IJenV – experiment gesloten coffeeshopketen)

De Minister van Medische Zorg en de Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 9a van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, artikel 45, eerste lid, van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen, artikel 6, eerste lid, onder b van het Besluit houdende aanwijzing van toezichthouders op de naleving Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het verlenen mandaat en machtiging voor de uitvoering en handhaving van die wet;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

Artikel 1

Deze beleidsregels zijn van toepassing indien de Inspectie Justitie en Veiligheid een bestuurlijk beboetbaar feit constateert, als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen. In de bijlage bij het Interventiebeleid Experiment Gesloten Coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid worden de bepalingen ter zake waarvan ingeval van een overtreding een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, ingedeeld in de daarbij aangewezen zwaartecategorie Deze beleidsregels vormen een nadere uitwerking van het Handhavingsbeleid Experiment Gesloten Coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid.

Artikel 2

  • 1. In de Tabel met specifieke interventies experiment gesloten coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid, die als bijlage bij het Handhavingsbeleid Experiment Gesloten Coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid is opgenomen, zijn overtredingen ingedeeld in categorieën naar zwaarte van de overtreding. Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 9a van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen worden voor alle overtredingen als uitgangspunt de volgende normbedragen gehanteerd:

    • Zwaartecategorie I: € 25.000

    • Zwaartecategorie II: € 75.000

    • Zwaartecategorie III: € 150.000

  • 2. Het normbedrag als bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd met

    • 100% indien de aangewezen teler waaraan de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en er nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;

    • 200% indien binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde maal wordt begaan.

    • 300% indien binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde of opvolgende maal wordt begaan. Dit geldt voor iedere overtreding binnen de recidivetermijn van vijf jaar tot het maximale in artikel 9a, tweede lid, van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen vastgestelde boetebedrag.

  • 3. De Inspectie Justitie en Veiligheid matigt de normbedragen, als bedoeld in het eerste en tweede lid, aan de hand van de omstandigheden van het geval. Hierbij wordt in elk geval rekening gehouden met de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten.

Artikel 3

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bestuurlijke boeten IJenV – experiment gesloten coffeeshopketen.

Artikel 4

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 november 2021.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg en de Minister van Justitie en Veiligheid, De Inspectie Justitie en Veiligheid, Namens deze: H.C.D. Korvinus Inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid

TOELICHTING

De Wet experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: de Wet EGC) en het daarop gebaseerde Besluit experiment gesloten coffeeshopketen (Besluit EGC) en de Regeling experiment gesloten coffeeshopketen (Regeling EGC) vormen tezamen het juridisch kader voor het experiment met de productie en verkoop van hennep of hasjiesj in een gesloten coffeeshopketen. De hennep of hasjiesj mag worden geproduceerd en verder verwerkt door aangewezen telers. Zij mogen de hennep of hasjiesj alleen leveren aan de coffeeshops die in de tien deelnemende gemeenten zijn toegestaan. Alleen deze coffeeshophouders mogen de hennep of hasjiesj van de aangewezen telers verkopen aan de klant.

De Inspectie Justitie en Veiligheid is aangewezen om toezicht te houden op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 6, eerste en tweede lid, 7, eerste lid, onder a, onderdeel 1°, onder c, tweede en derde lid, van de Wet EGC alsmede van de aan een aanwijzing verbonden voorschriften, en gemandateerd om onder meer een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 9a van de Wet EGC op te leggen (artikel 2 en artikel 6, eerste lid, onder a van het Besluit van de Minister voor Medische Zorg en de Minister van Justitie van 14 mei 2020, 1654245-202486-VGP, houdende aanwijzing van toezichthouders op de naleving van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het verlenen van mandaat en machtiging voor de uitvoering en handhaving van die wet). De Inspectie Justitie en Veiligheid houdt met name toezicht op de naleving van de eisen die gericht zijn op het gesloten houden van de keten, vanaf de teelt bij de aangewezen teler tot en met de verkoop in de deelnemende coffeeshop aan de recreatieve gebruiker.

Ingevolge artikel 9a van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen kan een bestuurlijke boete worden opgelegd voor zover dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald. In artikel 45 van het Besluit EGC is bepaald dat bij overtreding van onder meer de artikelen 22, onderdeel b, 24, 25, eerste lid, 35 of 41, tweede lid van de wet aan de aangewezen teler een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.

De bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen als bedoeld in artikel 45 van het Besluit EGC is een discretionaire bevoegdheid. Bovendien zijn in het Besluit EGC en in de Regeling EGC geen boetebedragen opgenomen. In artikel 9a, tweede lid van de Wet EGC is het boetebedrag gemaximeerd: de op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid van het Wetboek van Strafrecht.

In de Nota van Toelichting bij het Besluit ECG is uiteengezet dat ter zake van de invulling van de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen boetebeleid wordt vastgesteld. Onderhavige beleidsregel geeft daar, voor het werkterrein van de IJenV, nader invulling aan voor wat betreft de hoogte van de op te leggen bestuurlijke boete. Daarnaast wordt in het Handhavingsbeleid van de IJenV aangegeven in welke gevallen zal worden gekozen voor de bestuurlijke boete als interventie. In de Nota van Toelichting bij het Besluit EGC is opgenomen dat een bestuurlijke boete met name geïndiceerd is bij overtreding van eisen die er bij uitstek op gericht zijn om de coffeeshopketen gesloten te houden.

De wetgever heeft het wettelijk boetemaximum bepaald op het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, gelet op het mogelijk weglekken van hennep en hasjiesj naar het crimineel circuit bij overtreding van deze eisen en het financiële profijt dat de teler daarbij kan hebben (Kamerstukken 2018/2019, 34 997, nr. 7). De boetenormbedragen moeten hoog genoeg zijn, met het oog op voormelde overwegingen, om voldoende afschrikwekkende en corrigerende werking te hebben. Tegelijkertijd dienen de op te leggen boetes in redelijke verhouding te staan tot de ernst van de overtreding.

De beboetbare feiten zijn opgenomen in de Tabel met specifieke interventies experiment gesloten coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid, die als bijlage bij het Handhavingsbeleid Experiment Gesloten Coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid is opgenomen. De overtredingen zijn ingedeeld in categorieën naar zwaarte van de overtreding. De boetenormbedragen zijn voor de verschillende zwaartecategorieën vastgesteld op respectievelijk € 25.000, € 75.000 en € 150.000. De Inspectie Justitie en Veiligheid matigt, conform artikel 5:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de boete indien de omstandigheden van het geval, waaronder de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, hiertoe aanleiding geven.

De boetenormbedragen worden verhoogd wanneer de overtreder binnen de in artikel 2, tweede lid, vermelde termijnen nogmaals een soortgelijke overtreding begaat. Het in de wet gestelde boeteplafond wordt derhalve pas bereikt wanneer een teler, afhankelijk van de zwaarte van de overtreding, meermaals binnen de recidivetermijn overtredingen van de in het kader van het experiment geldende regelgeving begaat. Bij het vaststellen van de termijn van vijf jaar voor een vierde of opvolgende soortgelijke overtreding is aangesloten bij het interventiebeleid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Naar boven