ARTIKEL I
De Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19
wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervallen de onderdelen a, c en d onder
verlettering van de onderdelen b en e tot a en b.
B
Na artikel 2, wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3 (Afschaling maatregelen)
Artikel 9, eerste lid, eerste en tweede volzin, tweede, derde
en vijfde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 blijft buiten
toepassing.
C
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen a en d vervallen onder verlettering van de
onderdelen b en c tot a en b.
2. In onderdeel a (nieuw) wordt na ‘de stemhokjes’ ingevoegd ‘,
de tafel van het stembureau, de leuningen van de stoelen, het kuchscherm en
andere handcontactpunten’ en wordt ‘elk half uur’ vervangen door ‘elke twee
uur’.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. Het tweede en derde lid vervallen onder vernummering van het
vierde lid tot het tweede lid.
E
De paragrafen 2a en 2b vervallen.
F
In artikel 10, eerste lid, wordt na ‘artikel 21, tweede lid,’
ingevoegd ‘dan wel artikel 22a, zesde lid, in samenhang met artikel 21, tweede
lid,’ en wordt na ‘artikel 22, eerste lid,’ ingevoegd ‘dan wel artikel 22e,
tweede lid,’.
G
In artikel 11 wordt na ‘artikel 21, derde of vierde lid,’
ingevoegd ‘dan wel artikel 22a, in samenhang met artikel 21, vierde
lid,’.
H
Artikel 11a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘overgedragen aan
het stembureau’ vervangen door ‘overgedragen aan het gemeentelijk stembureau
voor vervroegd stemmen’.
2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot door een komma, de volgende zinsnede toegevoegd: met dien verstande dat
de
verkiezingsbescheiden ten behoeve van de stemopneming worden overgedragen aan
het stembureau.
I
In artikel 11c wordt ‘stembureau’ telkens vervangen door
‘gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen’.
J
Paragraaf 4b komt te luiden:
Paragraaf 4b. De openbare zitting van een gemeentelijk stembureau voor
vervroegd stemmen
Artikel 11e (Hygiënemaatregelen en persoonlijke
beschermingsmiddelen bij zitting gemeentelijk stembureau voor vervroegd
stemmen)
Degene die schoonmaakwerkzaamheden uitvoert op de locatie
waar het gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen de stemopneming
verricht, draagt daarbij wegwerphandschoenen.
K
De artikelen 11f en 11h vervallen.
L
Artikel 11k komt te luiden:
Degene die schoonmaakwerkzaamheden uitvoert op de locatie
waar het gemeentelijk stembureau de stemopneming verricht en de zitting tot
vaststelling van de uitslag houdt, draagt daarbij wegwerphandschoenen.
M
De Bijlage behorende bij artikel 2 wordt als volgt
gewijzigd:
1. De tabel die onderdeel uitmaakt van de inhoudsopgave wordt
vervangen door de tabel die is opgenomen in onderdeel A van Bijlage I bij deze
regeling.
2. De modellen G-1 en G-2 worden vervangen door de gelijknamige
modellen die zijn opgenomen in onderdeel B van Bijlage I bij deze
regeling.
3. De modellen A, B-1, B-2, B-3, B-4, C-1, C-2, C-3, C-4, C-5,
E-1, E-2, F-1, F-2, F-3, F-4, F-5, F-6 en H vervallen.
4. Na Model G-2 worden drie modellen toegevoegd die zijn
opgenomen in onderdeel C van Bijlage I bij deze regeling.
ARTIKEL II
Bijlage 1 bij artikel 1 van de Kiesregeling wordt als volgt
gewijzigd:
1. In Model J 7 wordt het eerste onderdeel vervangen door het model
dat is opgenomen in onderdeel A van bijlage II bij deze regeling.
2. In Model L 11 wordt het eerste onderdeel vervangen door het
model dat is opgenomen in onderdeel B van bijlage II bij deze regeling.
3. De modellen N 10-1 en N 11 worden vervangen door de gelijknamige
modellen die zijn opgenomen in onderdeel C van bijlage II bij deze
regeling.
ARTIKEL III
In de bijlage van de Tijdelijke experimentenregeling centrale
stemopneming worden de modellen I en II vervangen door de gelijknamige modellen
die in Bijlage III van deze regeling zijn opgenomen.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 heeft tot doel het
mogelijk te maken dat er verkiezingen als bedoeld in de Kieswet worden
georganiseerd en gehouden met inachtneming van de maatregelen die noodzakelijk
zijn om verspreiding te voorkomen van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2), dat
de ziekte covid-19 kan veroorzaken. Gelet op de gewijzigde epidemiologische
situatie is de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 gewijzigd (zie de wet van
29 september 2021 Wijziging van de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 in verband met de afschaling van bijzondere maatregelen
vanwege covid-19 bij verkiezingen
1) in zoverre dat de mogelijkheid tot het stemmen per brief
voor kiezers van 70 jaar en ouder vervalt, dat de stemmen die op maandag en
dinsdag zijn uitgebracht worden geteld door het gemeentelijk stembureau voor
vervroegd stemmen en dat er ruimte is voor verdere afschaling in differentiatie
van de maatregelen betreffende hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen. De
Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 biedt de grondslag voor nadere regelgeving
bij ministeriële regeling op een aantal onderdelen. Daartoe strekt deze
regeling, die primair is gericht op de verkiezingen in verband met een
gemeentelijke herindeling die op 24 november 2021 in enkele gemeenten in
Nederland worden gehouden.
2. Inhoud van de regeling
2.1 Aanpassing bestaande modellen
Allereerst wordt door middel van deze regeling een aantal
modellen in deze regeling, de Kiesregeling en de Tijdelijke
experimentenregeling centrale stemopneming opnieuw vastgesteld. Het gaat
om:
-
– Model G-1 (Elektronisch verzoek om bij volmacht te
stemmen);
-
– Model G-2 (Verklaring gemachtigde volmachtstem);
-
– Model J 7 (Stempas);
-
– Model L 11 (Schriftelijk volmachtbewijs);
-
– Model N 10-1 (Proces-verbaal van een stembureau);
-
– Model N 11 (Vaststelling aantal stemmen in
gemeente/openbaar lichaam);
-
– Model I (Proces-verbaal van een stembureau bij het
experiment met een centrale stemopneming);
-
– Model II (Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau
bij het experiment met een centrale stemopneming).
Deze modellen worden opnieuw vastgesteld met het oog op de
herindelingsverkiezingen van 24 november 2021 en met inachtneming van hetgeen
wordt geregeld in het in paragraaf 1 van deze toelichting genoemde wet.
2.2 Vaststelling nieuwe modellen
Verder wordt een aantal nieuwe modellen in de Tijdelijke
regeling verkiezingen covid-19 vastgesteld. Het gaat om:
-
– Model J (proces-verbaal van een stembureau voor vervroegd
stemmen);
-
– Model K-1 (proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau
voor vervroegd stemmen);
-
– Model K-2 (proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau
voor vervroegd stemmen bij het experiment met een centrale stemopneming).
Deze nieuwe modellen zijn nodig omdat de eerdergenoemde wet
regelt dat de vervroegd uitgebrachte stemmen niet langer worden geteld door het
stembureau waar de stemmen zijn uitgebracht (zoals onder de ten tijde van de
Tweede Kamerverkiezing geldende Tijdelijke wet verkiezingen covid-19), maar door
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen gemeentelijk stembureau voor
vervroegd stemmen. Voor een toelichting zij verwezen naar de memorie van
toelichting bij de eerdergenoemde wet.2
2.3 Overige aanpassingen
Ook worden in deze regeling opnieuw vastgesteld de maatregelen
met betrekking tot de hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen die in het
stemlokaal op grond van artikel 9, vierde lid, van de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 in acht moeten worden genomen. Daarbij zij benadrukt dat
de voorgestelde maatregelen zijn gebaseerd op de huidige stand van zaken en de huidige adviezen van het RIVM (zie hieronder voor diverse
verwijzingen). Uiteraard zal de Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19
opnieuw aangepast worden zodra daar, gelet op gewijzigde epidemiologische
omstandigheden, aanleiding voor is.
Ten overvloede zij nog opgemerkt dat het vervroegd stemmen ook
na de wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 onderdeel is van
deze wet en bij de herindelingsverkiezingen gehandhaafd zal blijven. Zoals in
de memorie van toelichting bij die wet is opgemerkt3, is nog niet met zekerheid te zeggen wat de
epidemiologische omstandigheden op het moment van de herindelingsverkiezingen
zullen zijn, maar is het vanwege de noodzakelijke voorbereidingen van belang om
de organiserende gemeenten tijdig de nodige duidelijkheid te geven. Bij de
handhaving van de mogelijkheid om vervroegd te stemmen heeft de regering tevens
in aanmerking genomen dat dit instrument ook los van de onzekere
epidemiologische omstandigheden de toegankelijkheid van de verkiezing voor de
kiezer in brede zin vergroot, zonder grote nadelige gevolgen voor de andere
waarborgen van het verkiezingsproces, zoals de stemvrijheid en het stemgeheim.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging voor
Burgerzaken (NVVB) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) hebben
in hun advies over de in consultatie gebrachte versie van deze regeling
opgemerkt dat zij menen dat de omstandigheid dat het vervroegd stemmen de
toegankelijkheid van de verkiezing kan vergroten, geen argument mag zijn om
deze vorm van stemmen in verband met covid-19 (dat wil zeggen: in de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19) in stand te laten. Ik ben het daarmee eens. Dat het
vervroegd stemmen ook los van covid-19 de toegankelijkheid van de verkiezing
vergroot, is voor haar dan ook geen argument om deze vorm van stemmen in de
Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 in stand te laten, maar een positief
neveneffect. Voor de regering is doorslaggevend dat het vervroegd stemmen het
mogelijk maakt voor kiezers om gespreid naar het stemlokaal te komen.
Gelet op het voorgaande, blijven de regels in de ministeriële
regeling omtrent het vervroegd stemmen en het transport, de opslag en de
overdracht van verkiezingsbescheiden gehandhaafd. Wel worden in paragraaf 4
enkele bepalingen gewijzigd, zodat de bepalingen voor transport, toezicht en
opslag ook gaan gelden voor de verkiezingsbescheiden waarvan het gemeentelijk
stembureau voor vervroegd stemmen de stemopneming uitvoert.
Het is blijkens het advies van het RIVM niet langer nodig om in
openbare en overdekte ruimten een mondkapje te dragen.4 De verplichting om in het stemlokaal een mondkapje
(kiezers) of mondneusmasker (stembureauleden) te dragen, wordt daarom
geschrapt. Verder wordt voorgeschreven dat de stemhokjes, tafels, leuningen,
het kuchscherm en andere handcontactpunten elke twee uur worden schoongemaakt.
Dit naar aanleiding van het advies van het RIVM in het ‘Generiek kader
coronamaatregelen’ om stoelen, tafels etc. ‘meerdere keren per dag’ schoon te
maken.5 Omdat de eventueel aanwezige mal en audio-ondersteuning
onregelmatig zullen worden gebruikt, wordt voor deze voorwerpen een schoonmaak
na elk gebruik voorgeschreven. Het potlood waarmee de kiezer het stembiljet
moet invullen, moet schoon zijn. Dat betekent ofwel dat het stembureau het
potlood na elk gebruik reinigt, ofwel dat de kiezer een nieuw potlood krijgt
uitgereikt. Het dragen van wegwerphandschoenen bij de identiteitscontrole
wordt, conform het RIVM-advies in eerdergenoemd generiek kader, niet langer
voorgeschreven. Wel blijft, conform eerder RIVM-advies, het dragen van
wegwerphandschoenen verplicht bij het verrichten van
schoonmaakwerkzaamheden.6 Tot slot wordt het uitvoeren van een gezondheidscheck door
kiezers en door burgemeester en wethouders bij de leden van het stembureau,
gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau en centraal stembureau niet langer
nodig geacht. Dit is in lijn met de nationale coronaregelgeving, die voor
gelijksoortige situaties eveneens geen gezondheidscheck voorschrijft.
3. Administratieve lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort. Voor
zover de daarin voorgestelde maatregelen een verhoging van de administratieve
lasten met zich brengen, vloeien deze volledig voort uit de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19.
4. Inwerkingtreding
De voorgestelde maatregelen en modellen zullen worden gebruikt
bij de herindelingsverkiezingen van 24 november 2021. Opdat de modellen tijdig
daaraan voorafgaand beschikbaar zijn, treedt deze regeling in afwijking van het
systeem van de vaste verandermomenten in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
5. Consultatie en advies
Deze regeling is voorgelegd aan de Kiesraad, de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB)
en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). Hun respectieve adviezen
zijn zorgvuldig gewogen en hebben op verschillende onderdelen geleid tot
aanpassing van de regeling en deze toelichting. Op verreweg de meeste adviezen
is ingegaan in het voorgaande, of wordt ingegaan in het artikelsgewijze deel
van de toelichting. Hieronder wordt ingegaan op die adviezen waarop niet elders
in deze toelichting is gereageerd.
De Kiesraad adviseert te verduidelijken hoe de authenticiteit
van de stembiljetten gewaarborgd wordt als de zitting van een stembureau op
woensdag geschorst moet worden, omdat een behoorlijke afronding van de telling
onmogelijk is, of omdat de locatie onvoldoende ruimte biedt om de stemmen te
tellen. De Raad suggereert om de stembureauleden hun naam en paraaf te laten
zetten op de pagina van het proces-verbaal waarop de voorlopige telling op
lijstniveau wordt ingevuld. In reactie daarop merk ik op dat er op grond van de
huidige Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19 diverse regels gelden voor
vervoer en opslag van de stembescheiden, die moeten waarborgen dat de
integriteit daarvan gewaarborgd blijft. Te denken valt aan verplicht gescheiden
vervoer van enerzijds de stembus en anderzijds de envelop met daarin de sleutel
van de stembus en het proces-verbaal, gescheiden opslag van deze spullen, en
opslag onder bewaking. Ik meen dat het plaatsen van namen met een paraaf op het
proces-verbaal weinig meerwaarde heeft.
De Kiesraad adviseert om in de instructie van de stembureauleden
die op de dagen voor vervroegd stemmen (maandag en dinsdag) zitting houden, te
betrekken dat zij situaties die voor mogelijke telverschillen zorgen, vermelden
in het proces-verbaal onder rubriek 4 (onregelmatigheden en bijzonderheden).
Gebeurt dit niet, dan kan het gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen
eventuele telverschillen onmogelijk verklaren. Ik neem dit advies van de
Kiesraad over, en zal de stembureauleden instrueren op de wijze zoals door de
Kiesraad is geadviseerd.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse
Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en het Nederlands Genootschap van
Burgemeesters (NGB) merken op dat in de modellen voor het langs elektronische
weg aanvragen van een schriftelijke volmacht (G-1 en G-2) rekening is gehouden
met meerdere verkiezingen, terwijl de elektronisch aangevraagde volmacht op dit
moment niet structureel in de Kieswet vastgelegd wordt, maar in de Tijdelijke
wet
verkiezingen covid-19 (artikel 16), die vervalt op 1 januari 2022. De genoemde
organisaties vinden het onduidelijk op grond van welke wettelijke basis het
elektronische verzoek bij andere verkiezingen dan de aanstaande
herindelingsverkiezingen kan worden gedaan en vragen of daarop in het model wel
kan worden vooruitgelopen. In reactie daarop wijs ik erop dat de Kieswet er
niet aan in de weg staat dat een schriftelijke volmacht langs digitale weg
wordt aangevraagd. Dat de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 die mogelijkheid
expliciet benoemt, is omdat in die wet tevens is geregeld dat voor de
elektronische aanvraag twee modellen worden gebruikt: één voor de volmachtgever
en één voor de volmachtnemer. Zo kunnen zij voorkomen dat zij elkaar fysiek
moeten ontmoeten. Daarnaast wijs ik er op dat de grondslag in de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 niet enkel ziet op de herindelingsverkiezingen, maar op elke
verkiezing die op grond van de Kieswet tijdens de looptijd van de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19 zou worden gehouden.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A (artikel 1)
Gelet op het vervallen van enkele maatregelen met betrekking
tot persoonlijke beschermingsmiddelen, kunnen de definities van deze
beschermingsmiddelen eveneens komen te vervallen.
Onderdeel B (artikel 3)
Dit artikel geeft toepassing aan de mogelijkheid die artikel 9,
elfde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 biedt om maatregelen
buiten toepassing te verklaren gelet op de gewijzigde omstandigheden met
betrekking tot het coronavirus. De bepalingen die buiten toepassing worden
verklaard (artikel 9, eerste lid, eerste en tweede volzin, tweede, derde en
vijfde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19) zien op de informatie
over en het afnemen van de gezondheidscheck. Zie voor een nadere toelichting
paragraaf 2 van deze toelichting. Het vervallen van de gezondheidscheck geldt
eveneens voor het hoofdstembureau en centraal stembureau. Het buiten toepassing
verklaren van de betreffende bepalingen uit artikel 9 Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 brengt namelijk mee dat dit ook geldt voor het
hoofdstembureau en centraal stembureau, waarop die bepalingen van
overeenkomstige toepassing zijn verklaard (artikelen 2c, eerste lid, 23g,
eerste lid, en 23l, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19).
Onderdeel C (artikel 4)
Vanwege de gewijzigde epidemiologische situatie kunnen enkele
hygiënemaatregelen komen te vervallen. Zie voor een nadere toelichting met
betrekking tot de afschaling van maatregelen paragraaf 2 van deze
toelichting.
Onderdeel D (artikel 5)
Vanwege de gewijzigde epidemiologische situatie kan een deel
van de maatregelen met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen komen
te vervallen. Zie voor een nadere toelichting met betrekking tot de afschaling
van maatregelen paragraaf 2 van deze toelichting.
De VNG, de NVVB en het NGB vragen in hun advies waarom ervoor
gekozen is om de verplichting voor de kiezer om een mondkapje te dragen en voor
het stembureaulid dat bijstand verleent om een mondneusmasker te dragen, te
laten vervallen. Zij wijzen erop dat het dragen van een mondkapje in sommige
situaties nog steeds verplicht is (zoals in het openbaar vervoer), en vragen om
het afschaffen van deze verplichting te heroverwegen, en om te bezien of het
niet beter is om ter bescherming van kiezer en stembureaulid bij het bieden van
bijstand voor beide personen voor te blijven schrijven om een mondneusmasker te
dragen. Ik heb dat advies niet overgenomen. Nu (uitgezonderd in het openbaar
vervoer, het personenvervoer, in vliegtuigen en op bepaalde delen van
vliegvelden) de verplichting om mondkapjes te dragen is vervallen, óók op
plekken waar het druk kan zijn (zoals in winkels), zie ik geen aanleiding om
nog wel mondbedekking voor te schrijven in het stemlokaal. Dat neemt uiteraard
niet weg dat het de kiezer die bijstand wil en/of het stembureaulid dat de
bijstand verleent, wel is toegestaan om
(desgewenst) een mondkapje te dragen.
Onderdeel E (paragrafen 2a en 2b)
De paragrafen 2a en 2b komen te vervallen gelet op het
vervallen van de mogelijkheid om per brief te stemmen voor kiezers van 70 jaar
en ouder.
Onderdelen F, G en H (artikelen 10, 11 en 11a)
In de wet Wijziging van de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 in verband met de afschaling van bijzondere maatregelen
vanwege covid-19 bij verkiezingen wordt geregeld dat de stemmen die op
maandag en dinsdag zijn uitgebracht bij stembureaus voor vervroegd stemmen,
worden geteld door het gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen. De
artikelen 10, 11 en 11a bevatten regels voor het transport, de opslag en de
overdracht van verkiezingsbescheiden, zoals vervoer en toezicht door twee
personen en de eisen die worden gesteld aan een veilige opslag. De wijzigingen
in deze artikelen regelen dat deze regels ook gaan gelden voor de stroom van
verkiezingsbescheiden tussen de stembureaus voor vervroegd stemmen en het
gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen.
Onderdeel I (artikel 11c)
In de wet Wijziging van de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 in verband met de afschaling van bijzondere maatregelen
vanwege covid-19 bij verkiezingen is geregeld dat de stemmen die op
maandag en dinsdag zijn uitgebracht bij stembureaus voor vervroegd stemmen,
worden geteld door het gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen. Het in
dit artikel bepaalde – met betrekking tot de stemopneming – is dus niet langer
van toepassing op een ‘gewoon’ stembureau maar op het gemeentelijk stembureau
voor vervroegd stemmen.
Onderdeel J (paragraaf 4b)
De inhoud van paragraaf 4b komt te vervallen gelet op het
vervallen van de mogelijkheid om per brief te stemmen voor kiezers van 70 jaar
en ouder. De paragraaf wordt opnieuw vastgesteld ten behoeve van de bepaling
voor de hygiëne- en persoonlijke beschermingsmaatregelen die gelden voor de
locatie waar het gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen zitting
houdt.
Onderdelen K en L (artikelen 11f, 11h en 11k)
Vanwege de gewijzigde epidemiologische situatie kunnen voor het
hoofdstembureau en het centraal stembureau alle en voor het gemeentelijk
stembureau enkele maatregelen komen te vervallen. Zie voor een nadere
toelichting met betrekking tot de afschaling van maatregelen paragraaf 2 van
deze toelichting.
De VNG, de NVVB en het NGB vragen waarom bij zittingen van het
hoofdstembureau en het centraal stembureau voorgeschreven blijft dat er
voldoende afstand wordt aangebracht tussen de leden en de overige aanwezige
personen, terwijl dit niet geldt voor de zittingen van het gemeentelijk
stembureau. Inderdaad is het voorschrijven van afstand niet langer nodig; ik
heb daarom deze verplichting in de artikelen 11f en 11h geschrapt.
Onderdeel M (Bijlage behorende bij artikel 2)
In de Bijlage behorende bij artikel 2 worden enkele modellen
opnieuw vastgesteld met het oog op de herindelingsverkiezingen van 24 november
2021. Er worden nieuwe modellen toegevoegd voor het proces-verbaal van een
stembureau waar vervroegd kan worden gestemd en het proces-verbaal van het
gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen. De modellen met betrekking tot
de briefstembureaus komen te vervallen. Zie voor een nadere toelichting hierop
paragraaf 2 van deze toelichting.
Artikel II
In de Kiesregeling worden enkele modellen opnieuw vastgesteld met
het oog op de herindelingsverkiezingen van 24 november 2021.
Artikel III
In de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming
worden de modellen I en II opnieuw vastgesteld met het oog op de
herindelingsverkiezingen van 24 november 2021.
De Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren