Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 13 oktober 2021, nr. IENW/BSK-2021/252197, houdende aanwijzing van Stichting Milieukeur als bevoegde instantie betreffende de EU-milieukeur

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 2.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Stichting Milieukeur wordt aangewezen als bevoegde instantie, bedoeld in artikel 2.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend.

Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

Op grond van artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de EU-milieukeur (PbEU L 2010, 27) (hierna: EG-verordening EU-milieukeur) wijst elke lidstaat een instantie aan die belast wordt met de uitvoering van het EU-Milieukeur.

In 1993 is Stichting Milieukeur (hierna: SMK) bij brief van de Minister van 25 mei 1993 belast met de taak van bevoegde instantie. Een (nationale) wettelijke grondslag voor de aanwijzing als bevoegde instantie ontbrak tot op heden. Deze wettelijke grondslag is in de Verzamelwet IenW 20201 gerealiseerd met de toevoeging van artikel 2.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Op basis van dit artikel wijst de Minister een bevoegde instantie aan op basis van artikel 4, eerste lid, van de EG-verordening EU-milieukeur. Dit besluit dient ter uitvoering van deze bepaling. Met deze aanwijzing wordt de bestaande situatie gecontinueerd en is SMK voortaan krachtens de Wet milieubeheer aangewezen als bevoegde instantie. In de memorie van toelichting van het wetsvoorstel is reeds aangekondigd dat SMK als bevoegde instantie zal worden aangewezen.

Gelet op de taken van een bevoegde instantie uit EG-verordening EU-milieukeur is de door de Minister aangewezen instantie met betrekking tot die taken een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Op zbo’s is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022. Op dat moment treedt namelijk ook artikel 2.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer in werking.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Stb. 2021, 286.

Naar boven