TOELICHTING
1. Algemeen
Op grond van de Subsidieregeling opschaling
curatieve zorg COVID-19 (hierna: de Subsidieregeling) kan
subsidie worden verstrekt aan ziekenhuizen voor de
opschaling van de Intensive Care-capaciteit en klinische
capaciteit in de ziekenhuizen ten behoeve van de
behandeling van COVID-19 patiënten.
In navolging van het ‘Opschalingsplan COVID-19’
van het LNAZ is in 2020 de Subsidieregeling opgesteld,
waarbinnen de opschaling van de IC-capaciteit, conform de
Opschalingslijst (Bijlage I) gerealiseerd wordt. In de
Opschalingslijst is opgenomen over hoeveel IC-bedden elk
ziekenhuis per opschalingsfase, zowel individueel als
gezamenlijk in haar ROAZ-regio, moet beschikken. In
gesprekken met meerdere ziekenhuizen kwam naar voren dat
het aantal beschikbare IC-bedden in de uitgangssituatie
zoals opgenomen in de Opschalingslijst, niet altijd
overeenkomt met het werkelijke aantal beschikbare IC-bedden
in die ziekenhuizen. Waar de overige ziekenhuizen in hun
ROAZ-regio gemiddeld 10% ten opzichte van hun
uitgangssituatie moeten opschalen om tot een aantal van
1.150 reguliere IC-bedden te komen, moeten deze
ziekenhuizen hierdoor gemiddeld meer dan 10%
opschalen.
Daarnaast is in de Subsidieregeling opgenomen
dat de eenmalige kosten voor de bouwkundige aanpassingen,
aanschaf van medische inventaris en de aanleg van de
crisisvoorraad geneesmiddelen tot 1 maart 2021 vergoed
zullen worden. Ziekenhuizen hebben echter aangegeven
vanwege de Covid-19 crisisomstandigheden geen mogelijkheid
te zien om de bouwkundige aanpassingen, de medische
inventaris en de aanleg van de crisisvoorraad
geneesmiddelen voor 1 maart 2021 te realiseren.
Met de onderhavige wijzigingen en toevoegingen
wordt de Subsidieregeling op enkele punten aangepast naar
aanleiding van voortschrijdend inzicht en toepasbaarheid
van de Subsidieregeling in de praktijk:
-
• Voor de ziekenhuizen die in opschalingsfase
1 meer dan 10% ten opzichte van hun uitgangssituatie moeten
opschalen in hun ROAZ-regio, wordt de nieuwe
opschalingsfase 1+ toegevoegd aan de Subsidieregeling.
Hierdoor is de oorspronkelijke Opschalingslijst niet meer
accuraat en wordt de Opschalingslijst aangepast aan de
herziene uitgangssituaties. Daarnaast is de nieuwe
opschalingsfase 1+ met bijbehorende op te schalen IC-bedden
aan de Opschalingslijst toegevoegd. Per IC-bed in
opschalingsfase 1+ wordt er een bedrag verstrekt voor
opleidingskosten en geldt er een beschikbaarheidsvergoeding
voor klinische capaciteit. In totaal gaat het om een bedrag
van € 20,9 miljoen euro. Ook kunnen ziekenhuizen per IC-bed
in opschalingsfase 1+ een beroep doen op een éénmalige
vergoeding van de kosten voor medische inventaris van
maximaal € 60.000. Voor bouwkundige aanpassingen is geen
extra vergoeding opgenomen, aangezien ziekenhuizen al een
vergoeding voor bouwkundige aanpassingen voor deze
IC-bedden hebben ontvangen.
-
• Daarnaast wordt de termijn van 1 maart 2021
voor de realisatie van de bouwkundige aanpassingen en het
aanleggen van de medische inventaris aangepast naar
1 oktober 2021. Hiermee is het mogelijk om ook de
bouwkundige aanpassingen en medische inventaris te
vergoeden voor ziekenhuizen waarvoor de termijn van 1 maart
2021 niet haalbaar bleek te zijn. De termijn van 1 maart
2021 voor de aanleg van de crisisvoorraad geneesmiddelen is
aangepast naar 29 juli 2021.
De werkelijkheid laat zien dat voor elk
benodigde IC-bed, ook twee klinische bedden nodig zijn.
Vanuit de Subsidieregeling worden ziekenhuizen per
gerealiseerd IC-bed daarom ook gecompenseerd voor de
opschaling van twee klinische bedden. De vergoeding voor
deze klinische bedden is opgenomen in het normbedrag per
IC-bed in opschalingsfase 2 en 3. In de praktijk is het
echter erg lastig om na te gaan hoeveel klinische bedden
per ziekenhuis zijn gerealiseerd. De term klinische bedden
is daarom niet meer opgenomen in de huidige
Subsidieregeling.
2. Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Onderdeel A voorziet in een wijziging van
enkele begrippen in de Subsidieregeling en de toevoeging
van verschillende nieuwe begrippen.
De gecorrigeerde
uitgangssituatie is het aantal pre-corona
IC-bedden per instelling. In de Subsidieregeling is voor
het bepalen van de uitgangssituatie per ziekenhuis
uitgegaan van het opschalingsplan COVID-19 van het
Landelijk Netwerk Acute Zorg (hierna: LNAZ) van 30 juni
2020. Met het opschalingsplan COVID-19 wordt tevens bedoeld
alle addenda die bij het opschalingsplan COVID-19 horen.
Voor enkele ziekenhuizen was deze uitgangssituatie echter
niet correct. Deze ziekenhuizen hebben hier onderbouwing
voor aangeleverd. In deze wijziging van de opschalingslijst
wordt ook voorzien door onderdeel J.
Uitgaande van de uitgangssituatie per
instelling moesten alle Regionaal Overleggen Acute
Zorgketen (hierna: ROAZ-regio’s) in opschalingsfase 1
evenveel IC-bedden opschalen om met elkaar tot een totaal
van 1.150 IC-bedden te komen. Het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) heeft – in
verband met de signalen uit het veld dat de
uitgangssituatie niet correct was – uitvraag gedaan naar de
uitgangssituatie per ziekenhuis.
Op basis van de uitgangssituatie zoals deze
was geschetst in het opschalingsplan zouden alle
ROAZ-regio’s ongeveer evenveel opschalen, namelijk 10%. Nu
is gebleken dat de uitgangssituatie voor drie ROAZ-regio’s
niet correct was en naar beneden moet worden bijgesteld,
moeten deze ROAZ-regio’s in verhouding meer IC-bedden
opschalen dan de andere regio’s (15% of meer). Dit leidde
tot een scheve verdeling over de ROAZ-regio’s van de
opschaling in fase 1. Deze bovengemiddelde opschaling wordt
opschalingsfase 1+ genoemd.
Tezamen met de opschaling van de IC-capaciteit in
opschalingsfase 1 komt het totaal aantal IC-bedden in deze
beide fasen op 1.150.
Opschalingsfase 1+ betreft daarom de
opschaling van 33 IC-bedden door drie ROAZ-regio’s die naar
aanleiding van de gewijzigde uitgangssituatie 15% of meer
IC-bedden moeten opschalen in de eerste fase. Deze 33
IC-bedden worden in opschalingsfase 1+ geplaatst en de
uitgangssituatie van deze ROAZ-regio’s wordt in lijn
gebracht met de situatie zoals die in de praktijk is.
Onderdeel B
Onderdeel B voegt een lid toe aan artikel
3. De subsidie voor ziekenhuizen binnen de ROAZ-regio’s die
in opschalingsfase 1+ IC-bedden opschalen, bestaat uit
verschillende onderdelen:
-
– noodzakelijke medische inventaris voor
de behandeling van COVID-19 patiënten ten behoeve van
opschalingsfase 1+;
-
– opleidingsactiviteiten in
opschalingsfase 1+; en
-
– een beschikbaarheidsvergoeding per
IC-bed voor klinische capaciteit in opschalingsfase
1+.
Onderdeel C
Dit betreft een wijziging van
ondergeschikte aard.
Onderdeel D
Voor ziekenhuizen die IC-capaciteit en
klinische capaciteit opschalen in opschalingsfase 1+ gelden
enkele voorwaarden om in aanmerking te komen voor
subsidie.
Ten eerste moeten de ziekenhuizen tijdig
bezwaar hebben gemaakt tegen de verleningsbeschikking die
zij hebben ontvangen op grond van de Subsidieregeling.
Daarnaast moeten de ziekenhuizen hebben aangetoond dat het
aantal IC-bedden in de uitgangssituatie van het
LNAZ-opschalingsplan niet correct was. Tevens moet er
binnen de betreffende ROAZ-regio (waar het ziekenhuis deel
van uitmaakt) sprake zijn van een bovengemiddelde
opschaling van IC-bedden in opschalingsfase 1 (15% of meer)
als gevolg van de gecorrigeerde uitgangssituatie. Tot slot
moet de gecorrigeerde uitgangssituatie worden opgenomen in
een addendum bij het LNAZ-opschalingsplan. Dit addendum
wordt door de betreffende ROAZ-regio’s en individuele
ziekenhuizen geaccordeerd.
ROAZ-regio’s mogen binnen de eigen regio
schuiven met de bedden in opschalingsfase 1+, zolang het
totaal aantal bedden voor opschalingsfase 1+ maar gelijk
blijft. Bij een schuif moeten de betrokken ziekenhuizen en
de ROAZ-voorzitter een schriftelijk akkoord geven.
Onderdeel E
Met dit onderdeel wordt onder meer een
derde lid toegevoegd aan artikel 7, waarmee wordt bepaald
hoe de hoogte van de subsidie voor opschalingsfase 1+ wordt
berekend. De hoogte van de te verlenen subsidie wordt
berekend door middel van de som van een aantal
verschillende componenten. Deze subsidie komt bovenop de
som van de subsidie op grond van artikel 7, eerste lid die
de instelling mogelijk heeft ontvangen.
a. Noodzakelijke medische inventaris
ten behoeve van opschalingsfase 1+
Voor de vergoeding van de noodzakelijke
medische inventaris zijn vaste maximumbedragen bepaald. In
de berekening van die maximumbedragen is meegenomen dat de
beademingsapparatuur (inclusief monitor en capno-module)
eerder door VWS aan de ziekenhuizen is geschonken.
Het maximumbedrag per IC-bed in
opschalingsfase 1+ bedraagt € 60.000. In de onderstaande
tabel wordt de opbouw van deze maximumbedragen
toegelicht.
Medische inventaris –
onderdelen
|
Maximum
Fase 1+
|
IC-bed (incl. matras en
toebehoren)
|
€ 25.000
|
Apparatuur per IC-bed (denk
aan: PC, beademingsballon, 2 volumetrische pompen, 6
spuitenpompen, infuuspaal, voedingspomp, hoogvacuumklok,
laagvacuumklok)
|
€ 15.000
|
Overige kosten IC-bed (o.a.
centrale post)
|
€ 5.000
|
Overkoepelende apparatuur
IC-bed (transportkar & toebehoren,
dialyse-apparaat/CVVH, Ech-apparaat -> 1 per 10
bedden)
|
€ 10.000
|
Kosten medische inventaris
klinische capaciteit
|
€ 5.000
|
Maximumbedrag
|
€ 60.000
|
In opschalingsfase 1 is de medische
inventaris vergoed op basis van een onderbouwd verzoek bij
de aanvraag. In opschalingsfase 1+ wordt de subsidie voor
de medische inventaris ambtshalve – dat wil zeggen zonder
voorafgaande aanvraag – verstrekt. De kosten voor de
medische inventaris worden vergoed, mits deze kosten ten
behoeve van de IC-bedden in opschalingsfase 1+ zijn gemaakt
vóór 1 oktober 2021 en niet anderszins zijn vergoed.
Daarbij wordt tevens gekeken naar de subsidieaanvraag voor
opschalingsfase 1:
-
– Als bij de aanvraag tot
subsidieverlening minder dan € 60.000 per IC-bed in
opschalingsfase 1 is ingediend, dan komen de kosten voor de
medische inventaris in opschalingsfase 1+ niet voor
subsidie in aanmerking;
-
– Als bij de aanvraag tot
subsidieverlening meer dan € 60.000 per IC-bed in
opschalingsfase 1 is ingediend, dan komt er maximaal
€ 60.000 van de kosten voor de medische inventaris in
opschalingsfase 1+ voor subsidie in aanmerking.
b. Normbedrag omscholing en opleiding
opschalingsfase 1+
In opschalingsfase 1+ wordt subsidie
verstrekt voor het omscholen en opleiden van personeel dat
noodzakelijk is voor de opschaling van de IC-capaciteit en
klinische capaciteit ten behoeve van de behandeling van
COVID-19 patiënten. Voor de berekening van de hiermee
samenhangende kosten is gekeken naar de door de
ziekenhuizen ingediende opleidingsplannen. De
opleidingsplannen die door de ziekenhuizen zijn ingediend
zijn echter zeer divers (zowel qua bedrag als
doorlooptijd). Voor de berekening van de hoogte van dit
onderdeel van de subsidie wordt daarom uitgegaan van
normatieve vergoedingen op basis van gemiddelden. Met deze
normatieve vergoeding worden de beschikbare middelen zo
eerlijk mogelijk verdeeld.
Op basis van de ingediende
opleidingsplannen zijn de gemiddelde kosten berekend voor
het opleiden van extra personeel per opgeschaald IC-bed. De
opleidingskosten zijn berekend per periode van twee jaar.
Deze opleidingskosten zijn afgerond € 70.000. In
verschillende opleidingsplannen is bij de berekening van de
kosten echter nog geen rekening gehouden met de
Basisopleiding Acute Zorg (hierna: BAZ). Om die reden is
het normbedrag verhoogd met een bedrag van € 50.000 voor
twee BAZ per opgeschaald IC-bed.
Het totaalbedrag van € 120.000 voor een
periode van twee jaar is omgerekend naar normbedragen per
kalenderjaar. Voor het normbedrag voor opschalingsfase 1+
is 1 juli 2020 als startdatum genomen en is gerekend met
een doorlooptijd van twee jaar.
|
2020
|
2021
|
2022
|
Totaal
|
Fase 1+ – opleidingen (vanaf
1 juli 2020 – 1 juli 2022)
|
€ 30.000
|
€ 60.000
|
€ 30.000
|
€ 120.000
|
c. Beschikbaarheidsvergoeding
opschalingsfase 1+; per IC-bed per jaar
Per IC-bed in opschalingsfase 1+ wordt
een beschikbaarheidsvergoeding verstrekt voor twee
klinische bedden van € 205.738 per jaar voor de periode
1 juli 2020 tot 1 januari 2023.
Kostensoort
|
Totaal
|
Personeelskosten klinisch
bed
|
€ 98.137
|
Gebouwkosten klinisch bed
|
€ 4.732
|
Totaal
klinisch bed per jaar
|
€ 102.869
|
|
2020
|
2021
|
2022
|
Totaal
|
Beschikbaarheid klinische
capaciteit per IC-bed in fase 1+ (vanaf 1 juli 2020 –
1 januari 2023)
|
€ 120.870
|
€ 205.738
|
€ 205.738
|
€ 514.346
|
Onderdeel F
De informatie die dagelijks moet worden
doorgegeven aan het LCPS over het aantal reguliere
patiënten en COVID-19 patiënten dat is opgenomen in de
instelling, kan in plaats van aan het LCPS ook aan het ROAZ
worden doorgegeven.
Onderdeel G
In het nieuwe derde lid is gekozen voor een
jaarlijkse bevoorschotting die in een keer wordt betaald,
overeenkomstig de subsidie voor de andere opschalingsfases.
Voor het jaar 2022 wordt het voorschot in januari betaald,
voor het jaar 2021 wordt het voorschot direct na de
verlening betaald. Een eenmalig voorschot dat direct na de
verlening wordt uitbetaald, is gerechtvaardigd, anders dan
voorschotten per maand of kwartaal, omdat vooraf – gelet op
de onzekerheid van het verloop van de COVID-19 crisis –
geen helderheid kan worden gegeven over de
liquiditeitsprognose die bovendien per instelling nog
verschillend kan zijn. Dit zou onevenredige administratieve
en uitvoeringslasten met zich mee brengen.
Onderdeel H
Artikel 14 wordt op verschillende punten
gewijzigd. Ten eerste is gebleken dat bij de verantwoording
over de ontvangen subsidie voor de opbouw van de COVID-19
Crisisvoorraad geneesmiddelen (hierna: CCV) het niet
noodzakelijk is voor een instelling om na afloop van de
subsidieperiode (nogmaals) inzage te geven in de
volumeontwikkeling van de CCV tijdens de subsidieperiode.
Het Landelijk Coördinatiecentrum Geneesmiddelen (hierna:
LCG) monitort het volume van de CCV tijdens de
subsidieperiode en heeft hierover contact met VWS. Eens per
kwartaal (vanaf 1 mei 2021) ontvangt VWS van het LCG een
overzicht van de CCV per instelling. Eventuele
(tussentijdse) bijzonderheden worden tussen het LCG en VWS
besproken. Er kan daarom bij de verantwoording worden
volstaan met een overzicht van de opbouw van de CCV.
Ten tweede wordt de verantwoording ten
aanzien van de warme IC-bedden gewijzigd. In het
activiteitenverslag moet een instelling inzicht geven in
het aantal warme IC-bedden in opschalingsfase 3. Dit
betekent tevens dat er verantwoording moet worden afgelegd
over het aantal warme IC-bedden in opschalingsfase 3 door
het overleggen van een assurancerapport.
Het derde lid van onderdeel H geeft aan dat
in het activiteitverslag moet worden verklaard hoe de
instelling invulling heeft gegeven aan de realisatie van de
klinische bedden die behoren bij een IC-bed. De
Subsidieregeling veronderstelt namelijk een vaste
verhouding van 1:2 bij de bezetting van IC-bedden en
klinische bedden voor de zorg van een COVID-19-patiënt (1
IC-bed staat tot 2 klinische bedden). Bij de behandeling
van (COVID-19) patiënten is deze relatie in de praktijk
echter niet altijd van belang. Zo mogen koude IC-bedden
(niet-bezette IC-bedden) voor de opschaling van de
IC-capaciteit ten behoeve van COVID-19 ook als klinische
bedden worden ingezet. Omdat in de Subsidieregeling het
IC-bed als teleenheid wordt gebruikt, is de realisatie van
de klinische bedden niet duidelijk te herleiden. Om deze
reden hoeft voor de klinische bedden geen verantwoording
worden afgelegd door het overleggen van een
assurancerapport. Aangezien met de Subsidieregeling de
volledige COVID-19 zorg wordt gefinancierd, wordt wel
verlangd dat het bestuur inzicht geeft in de manier waarop
invulling is gegeven aan de realisatie van de klinische
bedden behorende bij een IC-bed in het kader van de
opschaling.
Onderdeel I
In artikel 15 worden enkele technische
wijzigingen doorgevoerd, vanwege de vernummering in eerdere
artikelen.
De subsidie voor de medische inventaris in
opschalingsfase 1+ wordt vastgesteld op basis van het
bedrag dat bestaat uit de gerealiseerde kosten, tot ten
hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde
bedrag.
Voor de subsidie voor de
opleidingsactiviteiten en de beschikbaarheidsvergoeding in
opschalingsfase 1+ geldt dat deze wordt vastgesteld op een
bedrag per gerealiseerd IC-bed.
In het vierde lid wordt een peildatum
toegevoegd zodat duidelijk is welke peildatum kan worden
gebruikt om aan te tonen dat er 5 fte personeel per vast
IC-bed is gerealiseerd per 1 januari 2021 of 1 januari
2022.
Onderdeel J
Uitgaande van de uitgangssituatie per
ziekenhuis, zoals gehanteerd in het LNAZ-opschalingsplan,
moeten alle ziekenhuizen in opschalingsfase 1 ongeveer
evenveel IC-bedden opschalen (gemiddeld 10%).
Regio totaal
|
A. Uitgangssituatie
|
B. Uitbreiding IC-bedden van
uitgangssituatie naar 1.150 (fase 1)
|
B/(A+B)
|
AZEUR
|
44
|
0
|
0,0%
|
TZMN
|
74
|
9
|
10,8%
|
NAZNW + SZN
|
157
|
17
|
9,8%
|
NAZZ
|
72
|
8
|
10,0%
|
AZO
|
92
|
10
|
9,7%
|
NAZL
|
93
|
10
|
9,7%
|
AZNN
|
108
|
12
|
10,0%
|
NAZW
|
99
|
10
|
9,2%
|
TCZW
|
144
|
16
|
10,0%
|
NAZB
|
149
|
17
|
10,2%
|
Nu blijkt dat de aantallen in de
uitgangssituatie niet kloppen, worden er meer bedden
opgeschaald in opschalingsfase 1. Dit leidt tot een scheve
verdeling over de ROAZ-regio’s in opschalingsfase 1. Zie
onderstaande tabel voor deze scheve verdeling.
Regio totaal
|
A. Uitgangssituatie
|
B. Uitbreiding IC-bedden van
uitgangssituatie naar 1.150 (fase 1)
|
B/(A+B)
|
AZEUR
|
44
|
0
|
0,0%
|
TZMN
|
74
|
9
|
10,8%
|
NAZNW + SZN
|
157
|
17
|
9,8%
|
NAZZ
|
68
|
12
|
15,0%
|
AZO
|
77
|
25
|
24,5%
|
NAZL
|
79
|
24
|
23,3%
|
AZNN
|
108
|
12
|
10,0%
|
NAZW
|
99
|
10
|
9,2%
|
TCZW
|
144
|
16
|
10,0%
|
NAZB
|
149
|
17
|
10,2%
|
Op basis van deze bevindingen wordt de
opschalingslijst in bijlage I gewijzigd en opschalingsfase
1+ toegevoegd.
Onderdeel K
Om voor de volledige subsidie voor de CCV
in aanmerking te komen, moest een instelling de volledige
CCV voor 1 maart 2021 opgebouwd hebben. Tijdens de
opbouwperiode van de CCV voor IC-geneesmiddelen is echter
gebleken dat – vanwege de grote vraag naar deze middelen
wereldwijd – deze geneesmiddelen moeilijk leverbaar waren.
Dit heeft ertoe geleid dat besloten is de einddatum voor
voltooiing van de CCV voor deze vier geneesmiddelen
(atracurium, cisatracurium, rocuronium en propofol) te
verlengen toy 29 juli 2021.
Onderdeel L
Dit onderdeel voorziet in een
taakuitbreiding voor het comité bouwkundige
aanpassingen.
Artikel II
In afwijking van de systematiek van vaste
verandermomenten bij regelgeving (zoals opgenomen in
aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving),
treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt
geplaatst. Hiervoor is gekozen omdat de wijziging zo
spoedig mogelijk in werking moet treden.
Op 30 juni 2020 is het opschalingsplan door
de ROAZ-regio’s vastgesteld. De uitgangssituatie van de
IC-capaciteit per ziekenhuis in alle regio’s is in dit plan
vastgesteld. Ten aanzien van de lijst met aantallen
IC-bedden is VWS steeds uitgegaan van de informatie die het
LNAZ had opgeleverd via het landelijke opschalingsplan. In
de opschalingslijst die VWS vervolgens van het LNAZ op
5 oktober 2020 ontving, bleken de totale aantallen
IC-bedden in de uitgangssituatie voor een aantal regio’s
niet te kloppen. Aan het LNAZ is toen gevraagd om bij die
regio’s aan te geven wat de juiste uitgangsaantallen waren.
Om de lijst ook op instellingsniveau kloppend te maken zijn
deze regionale aantallen naar rato gecorrigeerd naar het
juiste uitgangssituatie. De aantallen IC-bedden in de
opschalingslijst die met deze wijzigingsregeling worden
vastgesteld, zijn de aantallen zoals ze dus altijd zijn
geweest. Daarom is er terugwerkende kracht aan deze
wijzigingsregeling toegekend.
De Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
H.M. de Jonge