ARTIKEL I
De Regeling nationale EZK- en
LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.7.1 wordt, onder vervanging van
de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door
een puntkomma, een begripsbepaling toegevoegd,
luidende:
- niet-economische activiteiten van
onderzoeksorganisaties:
-
industrieel onderzoek of
experimentele ontwikkeling of een combinatie van deze
vormen, onafhankelijk uitgevoerd door
onderzoeksorganisaties en in de boekhouding van deze
organisaties opgenomen als niet-economische
activiteiten.
B
Artikel 3.7.2 komt te luiden:
Artikel 3.7.2. Subsidieverstrekking
-
1. De minister verstrekt op aanvraag
subsidie aan:
-
a. een ondernemer die bijdraagt aan
een Eurostarsproject;
-
b. een onderzoeksorganisatie die
bijdraagt aan een Eurostarsproject in een
samenwerkingsverband; of
-
c. indien twee of meer binnen
Nederland gevestigde partijen bijdragen aan hetzelfde
Eurostarsproject, een deelnemer in het door deze partijen
gevormde samenwerkingsverband, die bijdraagt aan een
Eurostarsproject.
-
2. Een samenwerkingsverband bevat ten
minste een ondernemer die bijdraagt aan een
Eurostarsproject.
-
3. De penvoerder van een
samenwerkingsverband is een ondernemer die bijdraagt aan
het Eurostarproject.
C
Artikel 3.7.3 komt te luiden:
Artikel 3.7.3. Steunintensiteit
-
1. De subsidie bedraagt:
-
a. 25 procent van de subsidiabele
kosten, voor zover deze betrekking hebben op industrieel
onderzoek of experimentele ontwikkeling;
-
b. 50 procent van de subsidiabele
kosten, voor zover deze betrekking hebben op
niet-economische activiteiten van
onderzoeksorganisaties.
-
2. Het percentage, genoemd in het eerste
lid, onderdeel a, wordt verhoogd met tien procentpunten,
indien subsidie wordt verstrekt aan een
MKB-ondernemer.
-
3. Het percentage, genoemd in het eerste
lid, onderdeel a, wordt verhoogd met vijftien
procentpunten, indien het project daadwerkelijke
samenwerking behelst en voldaan is aan de voorwaarden,
bedoeld in artikel 25, zesde lid, onderdeel b, onder i, van
de algemene groepsvrijstellingsverordening.
D
In artikel 3.7.11 wordt na 'De subsidie,
bedoeld in artikel 3.7.2,' ingevoegd 'met uitzondering van
de subsidie voor zover deze betrekking heeft op
niet-economische activiteiten van
onderzoeksorganisaties,'.
E
In artikel 3.8.1 wordt, onder vervanging van
de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door
een puntkomma, een begripsbepaling toegevoegd,
luidende:
- waterstof-innovatieproject:
-
innovatieproject dat zich richt op
de infrastructuur voor het transport van waterstof dat
wordt uitgevoerd door een
EUREKA-innovatiesamenwerkingsverband en is voorzien van een
EUREKA-label.
F
In artikel 3.8.2, onderdeel a, wordt 'of een
AI-innovatieproject' vervangen door ', AI-innovatieproject
of een waterstof-innovatieproject'.
G
Aan artikel 3.8.4 wordt een lid toegevoegd,
luidende:
-
6. Indien het totale subsidiebedrag voor
de deelnemers van een internationaal
innovatiesamenwerkingsverband voor het uitvoeren van een
waterstof-innovatieproject meer bedraagt dan € 500.000,
wordt het meerdere naar rato in mindering gebracht op de
aan de betrokken aanvragers te verstrekken subsidie.
H
In artikel 3.8.5 wordt ‘of een
AI-innovatieproject’ vervangen door ‘, AI-innovatieproject
of een waterstof-innovatieproject’.
I
Aan artikel 3.8.9 wordt, onder vervanging
van de punt aan het slot van onderdeel c door een
puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
d. indien, in het geval van een
waterstof-innovatieproject, aannemelijk is dat het
waterstof-innovatieproject geen doorgang kan vinden om
redenen die samenhangen met andere omstandigheden in de
andere deelnemende landen van het
waterstof-innovatieproject of met financiële of technische
problemen van een van de deelnemende partijen in een ander
deelnemend land.
ARTIKEL II
In de tabel van artikel 1 van
de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 worden
onder de laatste rij van titel 3.8 twee rijen ingevoegd,
luidende:
|
3.8.2, onderdeel a
|
waterstof-innovatieprojecten
|
|
15-11-2021 t/m
18-01-2022
|
€ 2.000.000
|
|
3.8.2, onderdeel b
|
Global Stars-innovatieprojecten
als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall High Tech en
Circulaire Economie te raadplegen via
www.RVO.nl/GlobalStars/
|
|
24-09-2021 t/m
21-12-2021
|
€ 925.000
|
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Aanleiding
Met de onderhavige regeling worden twee
subsidiemodules gewijzigd en opengesteld. De subsidiemodule
Eurostarsprojecten, die is opgenomen in titel 3.7 van de
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES),
wordt gewijzigd. De subsidiemodule Internationaal
innoveren, die is opgenomen in titel 3.8 van de RNES, wordt
gewijzigd en opengesteld.
De subsidiemodules Eurostarsprojecten en
Internationaal innoveren zijn subsidie-instrumenten die
mogelijk worden gemaakt door het EUREKA-netwerk. EUREKA is
een intergouvernementeel programma van meer dan 40 landen
en de Europese Unie. Zij zijn de leden die het
EUREKA-netwerk vormen. De belangrijkste ambitie is het
bevorderen van productiviteit en concurrentiekracht van de
industrie door technologische R&D-samenwerking en
innovatie. De EUREKA-programma’s worden ondersteund door
nationale subsidie-instrumenten, onder andere door de
voormelde subsidiemodules uit Nederland.
2. Subsidiemodule Eurostarsprojecten
2.1 Algemeen
Voordat een project op grond van de
subsidiemodule Eurostarsprojecten voor subsidie in
aanmerking kan komen, zal het internationale
Eurostarsproject beoordeeld en gerangschikt moeten zijn
door een daarvoor aangewezen internationale jury. Alleen
Nederlandse deelnemers aan Eurostarsprojecten die door deze
jury positief zijn beoordeeld en waarvan de financiering
van de projectactiviteiten van de buitenlandse
projectpartners aannemelijk is, kunnen een aanvraag
indienen voor de subsidiemodule Eurostarsprojecten.
Voor de periode 2021–2027 loopt het nieuwe
Eurostars programma onder de naam European Partnership for
Innovative SMEs. Vanwege wijzigingen in het nieuwe
programma om het beoordelingsproces te versnellen en het
aanvraagproces te vereenvoudigen, is besloten om de
subsidiemodule Eurostarsprojecten aan te passen. Naast
aanpassingen die volgen uit de wijziging van de
internationale Eurostars regeling hebben de wijzigingen tot
doel om het Nederlandse aanvraagproces te vereenvoudigen en
om het programma nog aantrekkelijker te maken voor het
Nederlandse MKB.
2.2. Subsidieverstrekking en
penvoerderschap
De subsidiemodule Eurostarsprojecten is
gewijzigd om te borgen dat bij een Nederlandse
subsidieaanvraag altijd een ondernemer betrokken is. Door
aanpassing van artikel 3.7.2 dient een Nederlands
samenwerkingsverband van een Eurostarsproject ten minste
een ondernemer te bevatten en moet de penvoerder een
ondernemer zijn. Onderzoeksorganisaties kunnen als
projectpartner in een Nederlands samenwerkingsverband
deelnemen, maar kunnen niet als de penvoerder optreden of
als enige Nederlandse partij een subsidieaanvraag indienen.
Het inperken van het penvoerderschap tot ondernemers in de
subsidiemodule Eurostarsprojecten zal naar verwachting tot
een hoger aandeel MKB leiden. Alleen organisaties die
bijdragen aan een Eurostarsproject, kunnen deelnemen
(artikel 3.7.2, eerste lid, van de RNES). Het is dus niet
mogelijk dat een ondernemer alleen deelneemt aan een
Nederlands samenwerkingsverband voor de administratieve
penvoerdersactiviteiten, deze onderneming draagt immers
niet inhoudelijk bij aan het Eurostarsproject.
2.3. Aanpassing percentages voor de
steunintensiteit
De percentages voor de steunintensiteit in
artikel 3.7.3 worden aangepast. Er wordt gebruik gemaakt
van een vast subsidiepercentage voor industrieel onderzoek
en experimentele ontwikkeling, waarbij onderscheid wordt
aangehouden tussen ondernemers en onderzoeksorganisaties.
De Nederlandse aanvraag is hierdoor eenvoudiger in te
vullen en sluit beter aan bij de internationale
Eurostarsregeling. De beoordeling van de subsidiabele
kosten zal duidelijker zijn voor de aanvrager. Door
onderscheid te houden tussen ondernemers en
onderzoeksorganisaties blijft de regeling aantrekkelijk
voor beide waarbij de gehanteerde vaste subsidiepercentages
binnen de reikwijdte van de algemene
groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv) blijven.
Voor industrieel onderzoek en experimentele
ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van een vast
subsidiepercentage van 25 procent van de subsidiabele
kosten. Daarbij komt een MKB-ondernemer nog steeds in
aanmerking voor een verhoging van het subsidiepercentage
met 10 procentpunten (artikel 25, zesde lid, onderdeel a,
van de agvv). Tevens is in de mogelijkheid voorzien voor
verhoging van 15 procentpunten, indien het project
daadwerkelijke samenwerking behelst (artikel 25, zesde lid,
onderdeel b, onder i, van de agvv).
Voor onderzoeksorganisaties wordt voor
industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling gebruik
gemaakt van een vast subsidiepercentage van 50 procent van
de subsidiabele kosten. In artikel 3.7.3, eerste lid,
onderdeel b, van de RNES is opgenomen dat voor
onderzoeksorganisaties een subsidiepercentage van
50 procent van de subsidiabele kosten voor niet-economische
activiteiten geldt.
3. Subsidiemodule Internationaal
innoveren
3.1 Waterstof-innovatieproject
Nederland neemt ook deel aan de EUREKA-call
met de titel ‘Green Hydrogen – European Infrastructure for
transporting hydrogen’. Aan de subsidiemodule
Internationaal innoveren in titel 3.8 van de RNES wordt het
waterstof-innovatieproject toegevoegd om deelname hieraan
mogelijk te maken.
Aan de artikelen 3.8.1, 3.8.2 en 3.8.5 is het
waterstof-innovatieproject toegevoegd in de lijst met
andere mogelijke projecten. In artikel 3.8.4 is het
maximale subsidiebedrag voor een waterstof-innovatieproject
dat meedoet aan dit onderdeel van EUREKA, vastgesteld op
€ 500.000. Onder artikel 3.8.9 is opgenomen dat een
waterstof-innovatieproject kan worden afgewezen wanneer
aannemelijk is dat het internationale project geen doorgang
kan vinden zoals het is voorgesteld. Een EUREKA project
bevordert internationale samenwerking. Wanneer buitenlandse
partners afvallen omdat er in hun land geen budget
beschikbaar is, gaat het project in zijn geheel niet door.
De subsidiemodule voor de uitvoering van
waterstof-innovatieprojecten wordt opengesteld van
15 november 2021 tot en met 18 januari 2022 met een
subsidieplafond van € 2.000.000.
3.2 Openstelling Global Stars
Met de onderhavige regeling wordt de
subsidiemodule Internationaal innoveren voor het uitvoeren
van Global Stars-innovatieprojecten opengesteld
(artikel 3.8.2, onderdeel b, van de RNES). Hiermee worden
Nederlandse partijen ondersteund voor hun deelname aan
Global Stars-innovatieprojecten. Het Global Stars programma
faciliteert innovatieprojecten die uitgevoerd worden door
deelnemers die gevestigd zijn in Nederland (eventueel
aangevuld met andere deelnemers die gevestigd zijn in een
ander land dat is aangesloten bij het EUREKA netwerk) samen
met ten minste één deelnemer die gevestigd is in een land
dat geen lid is van het EUREKA netwerk. Voor iedere
deelnemer geldt dat deze subsidie moet aanvragen in het
land waar deze gevestigd is. Het land van herkomst
ondersteunt de desbetreffende deelnemer als deze zowel
voldoet aan de voorwaarden die opgenomen zijn in de
internationale Global Stars-innovatiecall als aan de
nationale voorwaarden.
De subsidiemodule Internationaal innoveren
wordt voor Global Stars-innovatieprojecten opengesteld van
24 september 2021 tot en met 21 december 2021. Het
subsidieplafond dat vanuit Nederland beschikbaar wordt
gesteld, is voor Global Stars-innovatieprojecten
vastgesteld op € 925.000. De thema’s voor de van de beoogde
innovatiesamenwerking zijn High Tech en Circular Economy.
De internationale beoordeling van het project en de
nationale beoordeling zullen gelijktijdig worden
uitgevoerd. Dit betekent dat de deelnemers aan een Global
Stars-innovatieproject alleen voor subsidie in aanmerking
kunnen komen, indien zij een subsidieaanvraag indienen op
het moment dat nog niet bekend is of de internationale
beoordeling positief zal uitvallen. De gelijktijdige
beoordeling (zowel internationaal als nationaal) zorgt
ervoor dat de doorlooptijd van de totale aanvraagprocedure
korter zal zijn. Hierdoor kunnen de Global
Stars-innovatieprojecten waaraan subsidie verstrekt wordt
(mogelijk) spoedig van start gaan.
4. Staatssteun
4.1 Eurostarsprojecten
De subsidie, bedoeld in artikel 3.7.2 van de
RNES, bevat staatssteun. De subsidie wordt gerechtvaardigd
door artikel 25, tweede lid, onderdeel b en c, van de agvv.
Conform dit artikel wordt de subsidie in het kader van het
Eurostarsproject verleend voor onderzoeks- en
ontwikkelingsprojecten. Ook blijft de subsidiemodule
Eurostars binnen de daarvoor geldende drempels voor
aanmelding van de steun en maximum steunintensiteiten. Een
transparantiemelding vindt plaats in overeenstemming met
artikel 9, eerste lid, van de agvv.
Het subsidiëren van niet-economische
activiteiten van onderzoeksorganisaties valt, conform de
bepalingen van de O&O&I-steunkader1, niet onder de kwalificatie
staatssteun. Het maximale subsidiepercentage van 50 procent
is dan ook niet ingegeven door de agvv. Artikel 3.7.1 is
aangevuld met een uitzondering voor niet-economische
activiteiten van onderzoeksorganisaties. Dit zijn
activiteiten die onafhankelijk worden uitgevoerd door de
onderzoeksorganisatie. Deze niet-economische activiteiten
dienen in de boekhouding van de organisatie als
niet-economische activiteiten te zijn opgenomen. Indien dit
niet uit de boekhouding blijkt, zal een
onderzoekorganisatie niet in aanmerking komen voor het
subsidiepercentage van 50 procent, maar zal de
steunintensiteit worden bepaald op basis van artikel 3.7.3,
eerste lid, onderdeel a, en derde lid, van de RNES.
4.2 Internationaal innoveren
De subsidie die op grond van de
subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global
Stars-innovatieprojecten en waterstof-innovatieprojecten
verstrekt wordt, wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van
de agvv. Global Stars-innovatieprojecten en
waterstof-innovatieproject betreffen immers onderzoeks- en
ontwikkelingsprojecten. Daarbij zorgen de gestelde eisen in
titel 3.8 van de RNES, alsook de algemene eisen uit het
Kaderbesluit nationale EZK- en LNV subsidies, ervoor dat de
subsidie op grond van deze subsidiemodule verleend wordt in
overeenstemming met de eisen met betrekking tot
transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijft
de subsidiemodule Internationaal innoveren binnen de
daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun en
maximum steunintensiteiten. Deze wijzigingsregeling brengt
geen verandering in de staatssteunaspecten van deze
subsidiemodule.
De openstelling van de subsidiemodule
Internationaal innoveren voor het uitvoeren van Global
Stars-innovatieprojecten en waterstof-innovatieprojecten
zal ter kennisneming aan de Europese Commissie worden
gemeld, conform artikel 11, onderdeel a, van de agvv.
Indien een subsidie die op grond van deze subsidiemodule
wordt verleend, staatssteun bevat die door de agvv wordt
gerechtvaardigd, maakt de Minister op grond van artikel 1.8
van de RNES binnen zes maanden na de datum van
subsidieverlening de volgende gegevens bekend:
-
a. de gegevens, bedoeld in artikel 9,
eerste lid, onderdelen a en b, van de agvv (beknopte
informatie over de subsidieregeling); en
-
b. de gegevens, bedoeld in artikel 9,
eerste lid, onderdeel c, van de agvv, voor zover de
individuele steun meer bedraagt dan € 500.000 (beknopte
informatie over het project).
5. Regeldruk
5.1 Wijziging subsidiemodule
Eurostarsprojecten
De vereenvoudiging van het aanvraagproces
en het aantrekkelijker maken van de regeling voor het MKB
kan leiden tot een toename van het aantal internationale
aanvragen. Alleen Nederlandse deelnemers aan
Eurostarsprojecten die door de internationale jury positief
zijn beoordeeld en waarvan de financiering van de
projectactiviteiten van de buitenlandse projectpartners
aannemelijk is, kunnen een aanvraag indienen voor de
subsidiemodule Eurostarsprojecten, waardoor dit niet leidt
tot een hogere regeldruk. Het toepassen van een vast
subsidiepercentage voor industrieel onderzoek en
experimentele ontwikkeling vereenvoudigt het
aanvraagproces, wat kan leiden tot afname van de
regeldruk.
De regeldruk die hieruit volgt wordt nog in
kaart gebracht bij de openstelling van de subsidiemodule
Eurostarsprojecten.
5.2 Openstelling en wijziging subsidiemodule
Internationaal innoveren
De openstelling en wijziging van de
subsidiemodule Internationaal innoveren heeft
regeldrukeffecten. De administratieve lasten voor de
openstelling voor Global Stars-innovatieprojecten bedragen
naar verwachting in totaal € 45.132. De regeldruk is dus
4,9 procent. De berekening is gebaseerd op de inschatting
dat 5 aanvragen worden ingediend, waarvan 3 gehonoreerd
worden.
De openstelling voor
waterstof-innovatieprojecten heeft eveneens
regeldrukeffecten. De administratieve lasten bedragen naar
verwachting in totaal € 83.450. De regeldruk is dus
4,2 procent. De berekening is gebaseerd op de inschatting
dat er 10 aanvragen worden ingediend, waarvan er 4
gehonoreerd worden.
De administratieve lasten voor een aanvrager
bestaan uit de kosten die worden gemaakt voor de
internationale aanvraag (‘het EUREKA project form’) en de
nationale aanvraag. Het internationale aanvraagformulier
wordt niet alleen gebruikt om te toetsen of het project aan
de EUREKA-voorwaarden voldoet, maar ook bij de nationale
beoordeling om het project op inhoudelijke gronden te
beoordelen.
Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft
het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies,
omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk
heeft.
6. Vaste verandermomenten
De onderhavige regeling treedt in werking met
ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van
inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de
vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële
regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in
werking treden en twee maanden voordien bekend worden
gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat
de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige
inwerkingtreding.
De
Staatssecretaris van
Economische Zaken en
Klimaat,
M.C.G. Keijzer