Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 september 2021, kenmerk 3228633-1012641-WJZ, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met het openstellen van terrassen zonder coronatoegangsbewijs, een nadere regeling voor afhaal en een herstelpunt

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op de artikelen 58e, eerste lid, 58h, eerste lid, 58j, eerste lid, aanhef en onder a, en 58ra, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 komt de begripsbepaling van luchthaven als volgt te luiden:

luchthaven:

een luchthaven als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, onder a, en derde lid, van de Wet luchtvaart en de militaire luchthaven, bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, onder c, van de Wet luchtvaart, in Eindhoven;

B

Artikel 4.2, vierde lid, onder f, komt te luiden:

  • f. waar uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan in de eet- en drinkgelegenheid, mits de duur van het verblijf van publiek in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt;

C

Aan artikel 4.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het eerste lid geldt niet voor de bij een eet- en drinkgelegenheid behorende terrassen in de buitenlucht die aan de bovenzijde of aan drie zijden open zijn.

D

Artikel 6.6, eerste lid, onder b, komt te luiden:

  • b. gebouwen op luchthavens vanaf de securitycheck, met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

1. Algemeen

Strekking

Deze regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en maakt mogelijk dat in de buitenlucht gelegen terrassen van eet- en drinkgelegenheden kunnen worden opengesteld voor publiek zonder dat daarvoor een coronatoegangsbewijs nodig is. Afhaal ziet voorts op gebruik buiten de eet- en drinkgelegenheid (en niet de locatie als geheel). Verder wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt de regeling zo te wijzigen dat duidelijk is dat mondkapjes in gebouwen op luchthavens al vanaf de securitycheck verplicht zijn (en niet pas daarna) en dat deze verplichting ook geldt voor burgerluchthavens van nationale betekenis.

Deze regeling is gebaseerd op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 geldende bepalingen van de Wet publieke gezondheid (Wpg).

Pijlers van de bestrijding van de epidemie

Nederland bevindt zich nog middenin de pandemie van het virus SARS-CoV-2 (hierna: het virus), die nog steeds tot besmettingen leidt. Vanwege het virus, golden over de periode van ruim een jaar reeds ingrijpende maatregelen, die zijn gebaseerd op drie pijlers:

  • een acceptabele belastbaarheid van de zorg -ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere zorg;

  • het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;

  • het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus.

Deze pijlers zijn ook voor de maatregelen van deze regeling uitgangspunt, gelet op de in de paragraaf 2 beschreven epidemiologische situatie. Daarnaast geldt als uitgangspunt het sociaal-maatschappelijk perspectief gericht op beperken van economische en maatschappelijke schade op korte termijn, aandacht voor structurele maatschappelijke en economische schade en voorkomen dat de lasten onevenredig neerslaan bij bepaalde groepen, zoals ook beschreven bij de invoering van de maatregelen op 9 juli 2021, de verlenging op 13 augustus 2021 en de verlenging op 14 september 2021.

2. Epidemiologische situatie

Het Outbreak Management Team (OMT) heeft in zijn advies van 13 september 2021 naar aanleiding van de 126e bijeenkomst van het OMT geadviseerd over het algemene epidemiologische beeld, de ontwikkeling van het reproductiegetal en de verwachting voor de komende weken. Ook gegeven de ontwikkeling van de vaccinatiegraad en de verwachtingen ten aanzien van de verschillende virusvarianten en de ziekenhuis- en intensivecare- (IC-)bezetting. Het OMT merkt samenvattend op dat in de afgelopen week weinig is veranderd aan het epidemiologisch beeld. Het aantal positief geteste personen, zowel in de open populatie als in instellingen was stabiel, evenals het aantal in het ziekenhuis en op de IC opgenomen personen met het virus. Het overgrote merendeel van de positief geteste en opgenomen covid-19-patiënten was ongevaccineerd. Op basis van de huidige meldingen verwacht het OMT dat het aantal ziekenhuis- en IC-opnames in ieder geval de komende week stabiel blijft. De prognoses op een wat langere termijn laten zien dat, zelfs bij het handhaven van het huidige maatregelenpakket, het reproductiegetal in de winter door een seizoenseffect, boven de waarde van 1 uitkomt, zodat er een aanzienlijke epidemische golf mogelijk is die ook tot een toename van de ziekenhuis- en IC-opnames zal leiden. De voorgenomen versoepeling op 25 september 2021 kan leiden tot een snellere toename van het aantal IC- en ziekenhuisopnames per dag in vergelijking met niet-versoepelen. Voor een aan dat OMT-advies door het kabinet ontleend overzicht van de epidemiologische situatie en het verloop daarvan wordt verder verwezen naar de toelichting op de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 14 september 2021, kenmerk 3237956-1013622-WJZ, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met wijzigingen ten behoeve van het vaststellen van de veilige afstand op nul meter en van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire in verband met sportevenementen en de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius en de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba in verband met technische wijzigingen ten aanzien van coronatoegangsbewijzen.

3. Hoofdlijnen van deze regeling

Met deze wijziging wordt het mogelijk om terrassen bij eet- en drinkgelegenheden die in de buitenlucht zijn gelegen (buitenterrassen) open te stellen voor publiek zonder dat daarvoor een coronatoegangsbewijs nodig is. In het Tweede Kamerdebat van 16 september 2021 is de motie-Kuiken c.s.1 met algemene stemmen aangenomen, waarin is verzocht om een uitzondering te maken op de verplichting van het gebruik van coronatoegangsbewijzen voor buitenterrassen in de horeca. Mede in het licht van de epidemiologische situatie en het verloop daarvan heeft het kabinet naar aanleiding hiervan de verplichting heroverwogen om coronatoegangsbewijzen toe te passen voor de buitenterrassen van eet- en drinkgelegenheden.

Het OMT adviseert de anderhalve meter in eet- en drinkgelegenheden alleen los te laten met inzet van coronatoegangsbewijzen. Dit omdat in eet- en drinkgelegenheden sprake is van een risicovolle setting waar personen dicht op elkaar (in elkaars ademcirkel) verblijven, waardoor de kans op de overdacht van het virus groter is. Het besmettingsrisico is in de buitenlucht echter lager dan binnen.2 De kans is weliswaar niet nul en hoe groot de kans precies is, is afhankelijk van alle specifieke omstandigheden, maar in de buitenlucht is doorgaans betere ventilatie en zijn er vaak betere mogelijkheden om afstand te houden tot andere personen.

Daar komt bij dat het publiek op buitenterrassen, anders dan bij bijvoorbeeld evenementen, veelal is geplaceerd en het om beperkte aantallen mensen gaat in vergelijking met grootscheeps georganiseerde evenementen. Het openstellen van buitenterrassen zonder dat een coronatoegangsbewijs vereist is, biedt bovendien heel breed in de samenleving laagdrempelig ruimte voor ontspanning en ontmoeting. Deze overwegingen maken dat het kabinet van oordeel is dat het mogelijk is om buitenterrassen open te stellen voor publiek zonder dat daarvoor een coronatoegangsbewijs nodig is. Voor een toelichting op wanneer er sprake is van een buitenterras wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

Verder is de regeling zo aangepast dat afhaal ziet op gebruik buiten de eet- en drinkgelegenheid. In het Tweede Kamerdebat van 16 september 2021 is met algemene stemmen de motie-Kuiken/Paternotte3 aangenomen. Met die motie is verzocht mogelijk te maken dat een coronatoegangsbewijs niet noodzakelijk is bij alleen afhalen van eten en drinken. Meer specifiek is kenbaar gemaakt dat de eet- en drinkgelegenheden van verenigingslocaties van sport- en cultuurlocaties meer het karakter kennen van een afhaalfunctie en daarom een coronatoegangsbewijs voor alleen het afhalen van eten en drinken niet proportioneel en uitvoerbaar is. Voor afhaal is op grond van de Regeling van 14 september 2021, kenmerk 3237956-1013622-WJZ, al geen coronatoegangsbewijs vereist. Naar aanleiding van de motie is wel gewijzigd dat het moet gaan om afhaal voor gebruik anders dan in de eet- en drinkgelegenheid. De uitzondering is dan beperkt tot de horecafunctie en ziet dan niet meer op de locatie als geheel. Hierdoor is het dus mogelijk om bijvoorbeeld voor of na het sporten iets te drinken of eten te halen en in de volleybalzaal te nuttigen. Daarbij is van belang dat het daadwerkelijk dient te gaan om afhaal en niet het faciliteren van een feest of evenement. Verder moet de duur van het verblijf van publiek in de inrichting op grond van de regeling zoveel mogelijk worden beperkt en rust er op grond van artikel 58k, eerste lid, Wpg een zorgplicht op beheerders van publieke plaatsen om de afhaal van de rest van de eet- en drinkgelegenheid af te scheiden en te voorkomen dat er vermenging is van publiek dat met en publiek dat zonder coronatoegangsbewijs van de eet- en drinkgelegenheid gebruikmaakt.

Van de gelegenheid is tot slot gebruikgemaakt om de mondkapjesplicht in gebouwen op luchthavens te verduidelijken. Wat betreft de mondkapjesplicht in vliegtuigen en op vliegvelden heeft het OMT eerder geadviseerd om aan te sluiten bij internationale adviezen (ECDC). Abusievelijk is in de regeling van 14 september 2021 bepaald dat mondkapjes verplicht zijn ‘na’ de securitycheck in plaats van ‘vanaf’, terwijl de rijen veelal bij de securitycheck ontstaan. Deze wijziging corrigeert dit punt. Luchthavens kunnen aanvullend via de eigen protocollen de mondkapjes op andere plekken regelen. Daarnaast wordt de begripsbepaling voor luchthavens aangepast door de militaire luchthaven Eindhoven en de verwijzing naar burgerluchthavens van nationale betekenis toe te voegen, opdat de nog bestaande maatregelen gelden voor alle luchthavens in Nederland waar internationaal passagiersvervoer plaatsvindt.

4. Noodzakelijkheid en evenredigheid

Het OMT heeft naar aanleiding van zijn 126e bijeenkomst geadviseerd om stapsgewijs te versoepelen en de veilige afstandsnorm alleen los te laten als breed coronatoegangsbewijzen worden ingezet. Het kabinet doet met deze regeling recht aan dat advies, maar zondert buitenterrassen uit van de inzet van coronatoegangsbewijzen. Dit is in lijn met de wens van de Tweede Kamer. Rekening houdend met de epidemiologische omstandigheden die het OMT heeft benoemd, acht het kabinet deze uitzondering evenredig. Op buitenterrassen bestaat immers, gelet op de goede ventilatie, minder besmettingsgevaar dan in eet- en drinkgelegenheden binnen. Dit maakt de buitenterrassen naar oordeel van het kabinet een setting met een beperkter risico waardoor het achterwege blijven van de toepassing van een coronatoegangsbewijs proportioneel wordt geacht voor de bescherming van de volksgezondheid.

5. Regeldruk

Deze regeling heeft enige gevolgen voor de regeldruk voor ondernemers met een buitenterras. Zij moeten bij de inzet van coronatoegangsbewijs in hun eet- en drinkgelegenheid een onderscheid maken tussen die delen die vallen onder de regels voor het in de buitenterras en de delen die daar niet onder vallen en het publiek daar ook over informeren. Dit levert enige regeldruk op.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en D

Deze onderdelen betreffen tekstuele aanpassingen met betrekking tot de mondkapjesplicht op luchthavens. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar de laatste alinea van paragraaf 3 van het algemeen deel.

Onderdeel B

Dit onderdeel ziet op het wijzigen van afhaal anders dan voor gebruik ter plaatse in afhaal anders dan voor gebruik in de eet- en drinkgelegenheid. Overeind blijft dat de duur van het verblijf van publiek in de inrichting zoveel mogelijk moet worden beperkt en dat afhaal van de rest van de eet- en drinkgelegenheid moet worden afgescheiden. Dit betekent ook dat het niet moet gaan om afhaal ten behoeve van een feest of een ander evenement, maar bijvoorbeeld om een kop koffie bij de muziekles of chocomel, AA-drink of een tosti met curry voor langs de lijn van een sportveld.4

Onderdeel C

Dit onderdeel regelt dat buitenterrassen kunnen worden opgesteld voor publiek zonder dat daarvoor een coronatoegangsbewijs vereist is. Onder een buitenterras wordt daarbij een terras verstaan dat aan de bovenzijde of aan drie zijden open is en in de buitenlucht is gesitueerd. Binnenterrassen – in bijvoorbeeld een winkelcentrum, een gebouw of een stationshal – vallen hier niet onder. Dit geldt ook voor volledig overkapte en afgedichte buitenterrassen.

De uitzondering geldt alleen voor gebruik van het buitenterras. Het publiek dat gebruikmaakt van het buitenterras mag de eet- en drinkgelegenheid niet zonder coronatoegangsbewijs en – vanaf veertien jaar – geldig identiteitsbewijs betreden. Ook bijvoorbeeld niet voor gebruik van het toilet, het betreden van het achterterras of om af te rekenen.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd. De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit niet in te stemmen met de regeling.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Het is de bedoeling dat deze regeling op 25 september 2021 in werking treedt.

Op 25 september 2021 treden eveneens achtereenvolgens de volgende reeds eerder vastgestelde regelingen in werking:

  • artikel I, onderdeel B van de Regeling van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2021 tot wijziging van de Trm, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba en de Tijdelijke spoedregeling DCC in verband met de afstemming van enkele algemene regels voor coronatoegangsbewijzen op het EU Digitaal Corona Certificaat, het inlezen van een certificaat op papier en het onder voorwaarden mogelijk maken van meerdaagse evenementen (Stcrt. 2021, 36160);

  • de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 14 september 2021, kenmerk 3237956-1013622-WJZ, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met wijzigingen ten behoeve van het vaststellen van de veilige afstand op nul meter en van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire in verband met sportevenementen en de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius en de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba in verband met technische wijzigingen ten aanzien van coronatoegangsbewijzen;

  • de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 6 juli 2021, kenmerk 2349603-1007453, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius en de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba in verband met het vaststellen van de veilige afstand op nul meter.

Deze regeling zal in werking treden nadat voornoemde regelingen in werking zijn getreden. Hierbij wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 25 295, nr. 1427.

X Noot
2

T. Bulfone e.a., ‘Outdoor transmission of SARS-CoV-2 and other respiratory viruses: a systematic review’, Journal of infectious Diseases 2021, afl. 223, p. 550-561.

X Noot
3

Kamerstukken II 2020/21, 25 295, nr. 1428.

X Noot
4

Vgl. het debat tussen het lid Kuiken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Plenair verslag van de vergadering van de Tweede Kamer van 16 september 2021 bij de indiening van de motie en in de tweede termijn van de zijde van het kabinet.

Naar boven