Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 september 2021, nr. vo/1179023, houdende wijziging van de Regeling register onderwijsdeelnemers in verband met het toevoegen van opleidingskenmerken

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

Gelet op de artikelen 8, vierde lid, en 12, zesde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers,

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 2 bij de Regeling register onderwijsdeelnemers komt te luiden:

BIJLAGE 2, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5 VAN DE REGELING REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS

1. Te leveren basisgegevens met betrekking tot de inschrijving

Het bestuur van een bekostigde onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO of van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 WEB, voor zover het betreft vbo, en het bestuur van een niet-bekostigde school als bedoeld in artikel 56 van de WVO, levert aan de Minister op grond van artikel 5 van elke onderwijsdeelnemer die is of was ingeschreven aan die onderwijsinstelling de volgende basisgegevens:

  • het geslacht (artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);

  • de postcode (artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van het besluit);

  • de geboortedatum (artikel 4, eerste lid, onderdeel f, van het besluit);

  • de nationaliteit, indien deze niet is opgenomen in de basisregistratie personen (artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het besluit);

  • het registratienummer van de onderwijsinstelling of, indien van toepassing, van het onderdeel daarvan waar de onderwijsdeelnemer onderwijs volgt (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het besluit);

  • de datum van inschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het besluit);

  • de datum van uitschrijving (artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het besluit);

en, voor zover van toepassing:

  • het leerjaar (artikel 6, derde lid, onderdeel a, van het besluit);

  • de schoolsoort (artikel 6, derde lid, onderdeel b, van het besluit);

  • de leerweg (artikel 6, derde lid, onderdeel c, van het besluit);

  • het profiel (artikel 6, derde lid, onderdeel d, van het besluit);

  • de aanduiding dat de onderwijsdeelnemer aan een doorlopende leerroute vmbo-mbo als bedoeld in artikel 10b10 WVO of artikel 27a WVO BES, of de geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding, bedoeld in artikel 10b21 WVO of artikel 27l WVO BES deelneemt (artikel 6, derde lid, onderdeel e, van het besluit);

  • plaatsing in een internationale schakelklas (artikel 6, derde lid, onderdeel f, van het besluit);

  • deelname aan tweetalig onderwijs (artikel 6, derde lid, onderdeel g, van het besluit);

  • de aanduiding dat de onderwijsdeelnemer een talent op het gebied van topsport, dans of muziek is, aan een daartoe door de Minister aangewezen onderwijsinstelling (artikel 6, derde lid, onderdeel h, van het besluit);

  • de aanduiding dat de onderwijsdeelnemer deelneemt aan een bij ministeriële regeling aangewezen pilot die betrekking heeft op de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school, bedoeld in artikel 25, 29, zesde lid, of 58, derde lid, WVO of artikel 61 of 72, zevende lid, WVO BES (artikel 6, derde lid, onderdeel j, van het besluit);

  • deelname aan een technasium (artikel 6, derde lid, onderdeel k, van het besluit);

  • het pedagogisch-didactisch onderwijsconcept (artikel 6, derde lid, onderdeel l, van het besluit).

Daarnaast levert het bestuur van een bekostigde onderwijsinstelling als bedoeld in de WVO of van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 WEB, voor zover het betreft vbo, tevens de volgende gegevens:

  • de aanduiding van de minderheidsgroep en de verblijfsduur in Nederland, voor zover de desbetreffende minderheidsgroep of verblijfsduur als categorie is opgenomen in een ministeriële regeling waarin voorschriften zijn vastgesteld omtrent toekenning van een aanvullende vergoeding voor personeelskosten als bedoeld in artikel 85a, eerste lid, WVO of artikel 155, eerste lid, WVO BES (artikel 8, vijfde lid, onderdeel a van het besluit);

  • begin- en einddatum ontwikkelingsperspectief (artikel 8, vijfde lid, onderdeel b, van het besluit);

  • begin- en einddatum plaatsing opdc en registratienummer opdc (artikel 8, vijfde lid, onderdeel c, van het besluit).

2. Specificatie van de basisgegevens met betrekking tot inschrijving

Gegeven:

Definitie

Soort onderwijs

Het in artikel 5 van de WVO onderscheiden soort van voortgezet onderwijs dat de onderwijsdeelnemer volgt.

Leerweg

theoretische leerweg als bedoeld in artikel 10 van de WVO, beroepsgerichte leerwegen als bedoeld in artikel 10b van de WVO, dan wel gemengde leerweg als bedoeld in artikel 10d van de WVO, waaronder tevens begrepen het leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 10e van de WVO.

Sector

sector als bedoeld in de artikelen 10, derde lid, 10b, derde lid, en 10d, derde lid, van de WVO, zoals die artikelen luidden op 31 juli 2016.

Afdeling

afdeling als bedoeld in artikel 10c van de WVO, zoals dat artikel luidde op 31 juli 2016.

Profiel

profiel als bedoeld in artikel 10, derde lid, 10b, derde lid, 10d, derde lid, of artikel 12 van de wet.

Leerjaar

leerjaar waarin de leerling op de teldatum onderwijs volgt, dan wel wat betreft het praktijkonderwijs het aantal jaren dat de leerling is ingeschreven in het praktijkonderwijs.

Gegeven

Definitie.

Formaat

Lengte

1. Persoonsgebonden nummer

Het persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de WVO.

Numeriek

9

2. Datum inschrijving

De datum van de daadwerkelijke aanvang waarop de leerling het onderwijs op de school volgt.

Datum

8

3. Datum uitschrijving

De datum waarop de leerling is uitgeschreven.

Datum

8

4. Soort onderwijs/ Profiel/ Sector/ Leerweg/ Afdeling

elementcode, zoals opgenomen in de meest recent gepubliceerde regeling.

Numeriek

4

5. Leerjaar

Het leerjaar waarin de leerling onderwijs volgt.

Numeriek

1

6. Registratienummer

Het nummer van de school volgens de Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO).

Alfanumeriek

4

7. Vestiging

Het vestigingsnummer van de vestiging behorend bij de school conform RIO.

Numeriek

2

8. Onderwijslocatie

De plek of de plekken waar onderwijsinstellingen het onderwijs aanbieden c.q. verzorgen.

Alfanumeriek

7

9. Onderwijsaanbieder

Een organisatie die door een bestuur c.q. bevoegd gezag is ingesteld voor het verzorgen van onderwijs.

Alfanumeriek

7

10. Indicatie bekostigbaar

De indicatie die aangeeft of een inschrijving volgens de school in aanmerking komt voor bekostiging.

Alfanumeriek

1

11. Datum begin verblijf andere instelling

De datum die het begin van de uitbestedingsperiode aangeeft (inclusief).

Datum

8

12. Datum eind verblijf andere instelling

De laatste dag waarop de uitbestedingsperiode geldig is (inclusief).

Datum

8

13. RIO verblijf andere instelling

Een unieke code voor een onderwijsinstelling waar de leerling verblijft.

Alfanumeriek

4

14. Vestiging verblijf andere instelling

Een unieke code waarmee een erkende vestiging van een onderwijsinstelling kan worden geïdentificeerd.

Alfanumeriek

6

15. Verblijfsoort

Indicatie die het soort verblijf van een leerling, die op een andere instelling zit, aangeeft.

Alfanumeriek

70

16. Doorlopende leerroute

Kenmerk dat aangeeft welk type doorlopende leerroute (doorlopende leerroute vmbo-mbo of geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding) de leerling volgt.

Mogelijke waarden:

DLR_VMBO_MBO

GLR_VMBO_MBO

Alfanumeriek

70

17. Fase doorlopende leerroute

Geeft aan in welke fase van de doorlopende leerroute de leerling zich bevindt.

Mogelijke waarden:

– VO;

– MBO

Alfanumeriek

70

18. Pilot/experiment

Kenmerk dat aangeeft of de leerling deelneemt aan een pilot.

Mogelijke waarden:

– pilot pro/vbo;

– versneld vwo;

– verrijkt vwo;

– pilot praktijkgericht programma voor gl en tl.

Alfanumeriek

70

19. Bijzondere onderwijsinrichting

Kenmerk dat aangeeft of de leerling deelneemt aan een bijzondere onderwijsinrichting.

Mogelijke waarden:

– technasium;

– talentenonderwijs op gebied van dans en muziek;

– talentonderwijs op het gebied van sport;

– tweetalig onderwijs;

– internationale schakelklas

Alfanumeriek

70

20. Pedagogisch-didactisch onderwijsconcept

Kenmerk dat aangeeft of de leerling onderwijs krijgt volgens een specifiek pedagogisch-didactisch onderwijsconcept.

Mogelijke waarden:

– Agora;

– Dalton;

– Freinet;

– Jenaplan;

– Montessori.

Alfanumeriek

70

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

Een van de doelen van de Wet register onderwijsdeelnemers is om de Minister te voorzien van gegevens ten behoeve van de beleidsvoorbereiding door het ministerie (zie artikel 5 van de wet). Om deze beleidsvoorbereiding zinvol te kunnen uitvoeren is monitoring en evaluatie van het gevoerde beleid essentieel. Monitoring en evaluatie vindt op dit moment vaak plaats via de inzet van onderzoeksbureaus en ad hoc dataverzamelingen bij onderwijsinstellingen. Dit leidt tot verhoogde regeldruk en administratieve lasten bij onderwijsinstellingen. Niet alleen in het kader van de beleidsvorming en -evaluatie is deze informatie relevant, inzicht in deze gegevens is ook nodig voor de Inspectie van het Onderwijs bij het uitvoeren van haar taken. Bepaalde onderwijskenmerken (zoals deelname aan een experiment, internationale schakelklas, talentonderwijs, etc.) vragen om maatwerk in het toezicht. Daartoe verzamelt de Inspectie van het Onderwijs (hierna: Inspectie) zélf bij de betreffende scholen aanvullende gegevens op leerling niveau. Door de registratie van deze gegevens te centraliseren bij DUO, is een aparte bevraging door de Inspectie niet meer nodig, vermindert de administratieve last van de scholen en is er sprake van een structureel geregelde security en privacybescherming.

Op grond van artikel 8, vierde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers worden de basisgegevens die deel uitmaken van het register onderwijsdeelnemers vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur (in het Besluit register onderwijsdeelnemers). Vervolgens kunnen deze gegevens nader gespecificeerd worden bij ministeriële regeling (in de Regeling register onderwijsdeelnemers). De onderhavige regeling geeft een nadere specificatie van de opleidingsgegevens die zijn toegevoegd aan het register onderwijsdeelnemers met het Besluit van 1 september 2021 tot wijziging van het Besluit register onderwijsdeelnemers in verband met de uitbreiding van de gegevensverstrekking uit het register onderwijsdeelnemers ten behoeve van de uitvoering van wettelijke taken door bestuursorganen (Stb. 2021, 423).

Om de monitoring, onderzoek en evaluatie op een aantal thema’s te optimaliseren onder vermindering van de administratieve lasten bij scholen is met het hiervoor genoemde Besluit aan artikel 6 van het Besluit register onderwijsdeelnemers een aantal opleidingsgegevens toegevoegd aan het register onderwijsdeelnemers. Het gaat wat betreft het voortgezet onderwijs om informatie per onderwijsdeelnemer over:

  • deelname aan experimenten in het kader van de Experimentenwet onderwijs,

  • deelname aan pilots op basis van art. 25 van de WVO,

  • deelname aan een internationale schakelklas, tweetalig onderwijs, ‘talentonderwijs’ en /of een technasium,

  • het pedagogisch-didactisch onderwijsconcept.

Deze regeling regelt alleen de onderwerpen voor de sector vo, de regeling voor de sector po volgt op een later moment.

2. Caribisch Nederland

Op dit moment is het register onderwijsdeelnemer nog niet van toepassing in Caribisch Nederland. Deze regeling wordt ook van toepassing op scholen in Caribisch Nederland, op het moment dat de scholen daadwerkelijk zijn aangesloten op het register onderwijsdeelnemers. Die aansluiting vindt plaats middels het programma Doorontwikkelen BRON. Dat is een ketensamenwerking tussen scholen, de leveranciers van administratiesystemen van scholen en DUO. Naar verwachting start de gegevensuitwisseling via het register onderwijsdeelnemers tussen (een deel van) de scholen in Caribisch Nederland en DUO vanaf medio 2022.

3. Gevolgen voor de regeldruk

Deze wijzigingsregeling is onderdeel van de juridische borging van het meerjarig programma Doorontwikkelen BRON. In dit programma werken scholen, de leveranciers van administratiesystemen van scholen en DUO al een aantal jaar nauw samen aan de modernisering en verbetering van de registratie en uitwisseling van gegevens. Resultaat van het programma is een real-time veilige uitwisseling, een aanzienlijke vermindering van administratieve lasten van scholen en een registratie die beter aansluit bij de wijze waarop scholen hun onderwijs hebben ingericht. De registratie vindt plaats op nadrukkelijk verzoek van de scholen zelf en heeft positieve gevolgen voor de regeldruk. Scholen leveren gegevens aan het register en hoeven deze niet meer te leveren aan andere partijen zoals de Inspectie of onderzoeksbureaus (principe eenmalige registratie, meervoudig gebruik).

4. Uitvoering en handhaving

Het genoemde programma Doorontwikkelen BRON is een groot vernieuwingsprogramma binnen DUO en is juist bedoeld om door modernisering de uitvoeringslasten ten gevolge van verouderde systemen (BRON en BRIN) te beperken. Het programma realiseert de implementatie van het Registratie Onderwijsdeelnemers (ROD) en de registratie van instellingen, opleidingen en vormen van opleidingen in de Registratie Opleidingen en Instellingen (RIO). De wijzigingsregeling specificeert in welke gevallen de vorm van onderwijs (in RIO) ook per leerling geregistreerd mag worden in ROD.

Daarnaast heeft deze wijzigingsregeling als doel om het houden van toezicht door de Inspectie eenvoudiger te maken. Dankzij deze regeling hoeft de Inspectie niet apart bij scholen op te vragen welke leerlingen een uitzondering zijn op het standaard curriculum en kan de Inspectie de kwaliteit en effectiviteit van bepaalde onderwijsvormen beter monitoren.

DUO en de Inspectie van het Onderwijs achten de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

5. Financiële gevolgen

Deze regeling heeft geen financiële gevolgen. De kosten van het programma Doorontwikkelen BRON zijn al opgenomen in de rijksbegroting. Deze wijzigingsregeling heeft geen aanvullende financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

Artikelsgewijze toelichting

Bijlage 2 geeft een nadere specificatie van de gegevens die het bestuur van een school als bedoeld in de WVO moet aanleveren. De bijlage wordt geheel opnieuw vastgesteld. Er zijn echter maar enkele wijzigingen doorgevoerd, namelijk:

  • deelname aan experimenten in het kader van de Experimentenwet onderwijs,

  • deelname aan pilots op basis van artikel 25 van de WVO. Dat artikel regelt de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school, op grond waarvan de Minister kan toestaan dat van enkele bepalingen in de WVO wordt afgeweken. Het onderwijs valt dan wel binnen de kaders van de WVO, maar de school kan vanwege de bijzondere inrichting niet aan alle inrichtingsvoorschriften voldoen. Daarbij gaat het vaak om een pilot die niet op alle leerlingen aan de gehele school van toepassing is. Met artikel 6, derde lid, onderdeel j, BRO wordt geregeld dat ook gegevens over deelname aan een dergelijke pilot in het register onderwijsdeelnemers kan worden opgenomen. Op dit moment gaat het om drie pilots: a) de pilot pro/vbo, b) de pilot versneld en verrijkt vwo en c) de pilot praktijkgericht programma voor gl en tl. Deze pilots worden hieronder toegelicht.

    • a) De pilot pro/vbo. De Beleidsregel pilot pro/vbo maakt het mogelijk dat het praktijkonderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs samen een gemengde onderbouwklas kunnen aanbieden, waarin een combinatie van pro en vbo wordt aangeboden.

    • b) De pilot versneld vwo en/of verrijkt vwo voor talentvolle leerlingen in het voortgezet onderwijs. De Beleidsregel versneld en/of verrijkt vwo heeft tot doel talentontwikkeling van zeer talentvolle vwo-leerlingen op scholen in het voortgezet onderwijs te stimuleren middels een versnelde en/of verrijkte vwo-opleiding. Bevoegde gezagsorganen kunnen een aanvraag indienen bij de Minister om toestemming te verkrijgen om versneld en/of verrijkt vwo aan een groep leerlingen aan te bieden. In de huidige situatie kunnen scholen alleen voor individuele leerlingen een dergelijke ingrijpende aanpassing van het onderwijsprogramma verzorgen. Van scholen vraagt zo’n individueel traject relatief veel inspanning. Voor toptalenten kan het echter stimulerend zijn onderwijs te krijgen in een groep van gelijkgestemden.

    • c) De pilot praktijkgericht programma voor gl en tl. Het doel van deze pilot is om leerlingen beter voor te bereiden op zowel de keuze als op de daadwerkelijke overstap naar het vervolgonderwijs en om alle leerlingen praktische ervaring op te laten doen in en buiten de school. Om dit te bereiken kunnen de scholen die zijn toegelaten tot de pilot een praktijkgericht programma aanbieden.

    Deze pilots zijn gebaseerd op artikel 25 van de WVO. Om te kunnen monitoren of de doelen van deze pilots gehaald worden, is het wenselijk om onderzoek uit te voeren, wat gedeeltelijk gedaan kan worden met kwantitatieve data. Om de administratieve lasten bij zowel de scholen als de Inspectie te verlichten, wordt het mogelijk om in het register onderwijsdeelnemers te registreren dat leerlingen deelnemen aan één van deze pilots. De opname van deze pilots in de regeling is getoetst middels een data protection impact analyse (DPIA).

  • deelname aan een internationale schakelklas, tweetalig onderwijs, ‘talentonderwijs’ of een technasium. Dát een school een internationale schakelklas, tweetalig onderwijs, ‘talentonderwijs’ en/of een technasium aanbiedt, registreert een school in RIO. De wijzigingsregeling borgt dat scholen daarnaast in ROD registreren welke leerlingen daadwerkelijk deelnemen aan deze vormen van onderwijs. Het talentonderwijs ziet op scholen die op basis van de Beleidsregel DAMU-licentie VO 2020 of op basis van de Beleidsregel verstrekking licentie Topsporttalentschool VO 2020 een licentie hebben ontvangen en dit talentonderwijs aanbieden.

  • het pedagogisch-didactisch onderwijsconcept. Welke pedagogisch-didactische onderwijsconcepten moeten worden geregistreerd is gespecificeerd in tabel 2.2. Er zijn scholen die meer dan één pedagogisch-didactisch onderwijsconcept hanteren. Als wordt uitgegaan van de gegevens op het niveau van de onderwijsinstelling is daardoor niet altijd duidelijk welk onderwijsconcept een leerling volgt. Voor het monitoren ten behoeve van het beleid is het wenselijk deze gegevens op individueel niveau beschikbaar te hebben. De pedagogisch-didactische onderwijsconcepten die nu zijn opgenomen in de regeling komen overeen met de onderwijsconcepten die op verzoek van scholen zijn opgenomen in RIO en zijn getoetst middels een DPIA. Registratie van deze onderwijsconcepten in het register onderwijsdeelnemers zorgt ervoor dat de Inspectie van het onderwijs deze gegevens niet langer bij de scholen hoeft op te vragen in het kader van het toezicht op de scholen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven