Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 15 september 2021, nr. IENW/BSK-2021/108251, houdende regels voor een goede uitvoering van de Wet implementatie EETS-richtlijn (Regeling implementatie EETS-richtlijn)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op Richtlijn (EU) 2019/520 van het Europees parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (PbEU 2019, L 91) en de artikelen 5, eerste lid, 7, vijfde lid, 35 en 40, zevende lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn;

besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 (begripsbepalingen)

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

Wet implementatie EETS-richtlijn.

HOOFDSTUK 2. REGISTRATIE EETS-AANBIEDERS

Artikel 2 (gegevens en bescheiden aanvraag registratie)

• 1. Bij een aanvraag om een registratie als EETS-aanbieder, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet, worden de volgende gegevens en bescheiden aan de Dienst Wegverkeer verstrekt:

  • a. een aan de aanvrager toegekend EN ISO 9001-certificaat dat betrekking heeft op het domein van de elektronische tolheffing of een kopie van een gelijkwaardige erkenning met een bewijs van inschrijving van de certificerende instantie en een vergelijking tussen de eisen zoals gesteld in de EN ISO 9001 en de gelijkwaardige erkenning;

  • b. de EG-verklaring of het EG-certificaat van conformiteit van de interoperabiliteitsonderdelen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet;

  • c. een gedetailleerde beschrijving van de kennis en vaardigheden, voorzien van een door een registeraccountant opgesteld rapport van feitelijke bevindingen, van de aanvrager omtrent elektronische toldiensten of van de bekwaamheid op andere voor tolheffing relevante gebieden over de laatste drie boekjaren, waarin ieder geval vermeld staat:

    • 1º. het type van de aangeboden dienst;

    • 2º. de uitgevoerde activiteiten;

    • 3º. omvang van de activiteit in aantallen en geld;

    • 4º. het aantal klanten;

    • 5º. een beschrijving van de ingezette systemen en apparatuur;

    • 6º. voor zover het geen elektronische toldienst betreft, hoe de activiteit relevant is voor elektronische tolheffing;

  • d. het laatste jaarverslag en de laatste jaarrekening, die niet ouder dan twee jaar zijn, van de aanvrager of indien van toepassing van de entiteit die financieel garant staat welke voorzien is van een goedkeurende accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393, zesde lid, onder a, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • e. een risicobeheersplan, dat niet ouder dan drie maanden is, waarin in ieder geval de risico’s en de risico beperkende maatregelen staan die betrekking hebben op elektronische toldiensten;

  • f. een liquiditeitsprognose voor de komende twaalf maanden, die niet ouder dan een maand is, waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen inkomsten en uitgaven van de aanvrager en die voorzien is van een rapport van een registeraccountant;

  • g. een organogram van de juridische structuur van de aanvrager, dat niet ouder dan een maand is;

  • h. een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van de rechtspersoon die de aanvraag indient en die niet ouder is dan twee maanden.

• 2. Voor zover een andere entiteit dan de aanvrager financieel garant staat voor de aanvrager, dan dient de aanvrager bij de aanvraag ook te overleggen:

  • a. een organogram, niet ouder dan één maand, van de juridische structuur van de andere entiteit waaruit de relatie met de aanvrager blijkt;

  • b. een aansprakelijkheidsverklaring zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel conform artikel 403 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waaruit blijkt dat de andere entiteit financieel garant staat voor de aanvrager;

  • c. een uittreksel van inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

  • d. indien de andere entiteit niet in Nederland is gevestigd, een aan het uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel gelijkwaardig document van een andere lidstaat.

• 3. Voor het indienen van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een formulier dat door de Dienst Wegverkeer is vastgesteld.

Artikel 3 (gegevens en bescheiden onderzoek EETS-aanbieder)

• 1. Voor het onderzoek, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet, verstrekt een in Nederland geregistreerde EETS-aanbieder, op een de door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze, de volgende gegevens en bescheiden aan deze dienst:

  • a. een aan de aanvrager toegekend EN ISO 9001-certificaat dat betrekking heeft op het domein van de elektronische tolheffing of een kopie van een gelijkwaardige erkenning met een bewijs van inschrijving van de certificerende instantie en een vergelijking tussen de eisen zoals gesteld in de EN ISO 9001 en de gelijkwaardige erkenning;

  • b. het laatste jaarverslag en de laatste jaarrekening, die niet ouder dan twee jaar zijn, of indien van toepassing van de entiteit die financieel garant staat welke voorzien is van een goedkeurende accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393, zesde lid, onder a, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • c. een liquiditeitsprognose voor de komende twaalf maanden, die niet ouder dan één maand is, waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen inkomsten en uitgaven en die voorzien is van een rapport van een registeraccountant;

  • d. een organogram van de juridische structuur van de EETS-aanbieder, dat niet ouder dan één maand is;

  • e. een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van de rechtspersoon die de aanvraag indient en die niet ouder is dan twee maanden;

  • b. om de twee jaar, een rapport van de EETS-aanbieder, dat niet ouder is dan drie maanden, van de controle van het risicobeheersplan;

  • c. een verklaring van de EETS-aanbieder, die niet ouder is dan één maand, dat de aangehouden liquiditeiten zoals vermeld in de jaarrekening vrij ter beschikking staan;

  • d. een verklaring van de EETS-aanbieder, die niet ouder is dan één maand, waaruit blijkt welke gemiddelde betalingstermijn gehanteerd wordt voor de inning van de tolgelden;

• 2. Voor het onderzoek, bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de wet, naar de naleving van de artikelen 8 en 25 van de wet, verstrekt een in Nederland geregistreerde EETS-aanbieder op verzoek van en op de door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze de volgende gegevens en bescheiden aan deze dienst:

  • a. een overzicht van de tolheffers waarmee een overeenkomst is gesloten, inclusief de lidstaat waarin de tolheffers actief zijn en de datum waarop die overeenkomsten zijn gesloten;

  • b. een overzicht van de EETS-gebieden die bestreken worden;

  • c. een verklaring van de EETS-aanbieder, die niet ouder is dan één maand, dat te allen tijde alle EETS-gebieden bestrijkt waarmee een overeenkomst is afgesloten; en

  • d. voor zover van toepassing, een verklaring van de EETS-aanbieder, die niet ouder is dan één maand, over hoe snel zijn dienstverlening is hervat na het herstel van een gebrek door de tolheffer, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet.

HOOFDSTUK 3. VERKEERSBELEID EN -MANAGEMENTGEGEVENS

Artikel 4 (aanwijzing van instantie verkeergegevens)

Het Samenwerkingsverband Nationaal Dataportaal Wegverkeer is de instantie, bedoeld in artikel 35 van de wet, waaraan de tolheffer de geanonimiseerde verkeersgegevens van de klanten van de dienstaanbieders verstrekt.

HOOFDSTUK 4. AANWIJZING CONTACTBUREAU EN CONTACTPUNT

Artikel 5 (aanwijzing contactbureau)

Als contactbureau, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet, wordt aangewezen de Dienst Wegverkeer.

Artikel 6 (aanwijzing nationaal contactpunt)

Als nationaal contactpunt, bedoeld in artikel 40, zevende lid, van de wet, wordt aangewezen de Dienst Wegverkeer.

HOOFSTUK 5. OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 7 (WIJZIGING REGELING TAKEN DIENST WEGVERKEER)

De Regeling taken Dienst Wegverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt het begrip ‘richtlijn 2004/52/EG’ met de bijbehorende begripsomschrijving.

B

Artikel 2, onderdeel x, vervalt.

Artikel 8 (intrekken Regeling elektronische tolheffingssystemen)

De Regeling elektronische tolheffingssystemen wordt ingetrokken.

Artikel 9 (inwerkingtreding)

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.

Artikel 10 (citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling implementatie EETS-richtlijn.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser

TOELICHTING

Algemeen deel

Met de Wet implementatie EETS-richtlijn wordt voorzien in de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/520 van het Europees parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (PbEU 2019, L 91) (hierna: Richtlijn (EU) 2019/520).

De wet biedt grondslagen voor een aantal onderwerpen die in een ministeriële regeling worden uitgewerkt. In de onderhavige regeling zijn onder meer regels opgenomen ten behoeve van de registratie van EETS-aanbieders door de Dienst Wegverkeer (RDW) en de aanwijzing van de instantie, het Samenwerkingsverband Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW), waaraan de tolheffer de geanonimiseerde verkeersgegevens afkomstig van de dienstaanbieders verstrekt.

Internetconsultatie

Bij de totstandkoming van deze regeling is afgezien van een internetconsultatie omdat deze regeling geen noemenswaardige gevolgen heeft voor burgers, bedrijven en instellingen (geen verandering in verplichtingen en rechten administratieve lasten of uitvoeringslasten).

Financiële gevolgen en regeldruk

De financiële gevolgen van deze regeling liggen in het verlengde van hetgeen hierover in de Wet implementatie EETS-richtlijn en de daarbij behorende memorie van toelichting is bepaald. De regeling leidt niet tot een (substantiële) toename van regeldruk voor bedrijven. Om deze reden is de regeling niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk ter toetsing voorgelegd. Omdat er geen sprake is van bijzondere effecten voor MKB-bedrijven, is ook afgezien van een MKB-toets.

Uitvoeringstoetsen

Deze regeling is afgestemd met de RDW, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het NDW.

Artikelsgewijs

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 (begripsbepalingen)

De onderhavige regeling vindt zijn grondslag in de Wet implementatie EETS-richtlijn.

HOOFDSTUK 2. REGISTRATIE EETS-AANBIEDERS

Artikel 2 (gegevens en bescheiden aanvraag registratie)

Organisaties die zich in Nederland willen registreren als EETS-aanbieder, wenden zich tot de RDW. In dit artikel is bepaald welke gegevens en bescheiden moeten worden verstrekt bij een aanvraag voor de registratie als EETS-aanbieder, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn. Zonder registratie voldoet een organisatie niet aan de voorwaarden die in het begrip ‘EETS-aanbieder’ besloten liggen. De RDW is belast met deze registratie. De RDW was in het kader van de ‘oude’ EETS-richtlijn 2004/52/EG al belast met deze taak en is in de Wet implementatie EETS-richtlijn opnieuw aangewezen om deze taak uit te voeren.

De registratie als EETS-aanbieder wordt verleend als de dienstaanbieder in het bezit is van een EN ISO 9001-certificaat of gelijkwaardige erkenning, over de nodige technische apparatuur beschikt en in het bezit is van de EG-verklaringen of certificaat van conformiteit van de interoperabiliteitsonderdelen, bekwaam is om elektronische toldiensten te verstrekken of bekwaam is op andere relevante gebieden, over de nodige financiële draagkracht beschikt, een alomvattend risicobeheersplan handhaaft dat minstens om de twee jaar aan een controle moet worden onderworpen en betrouwbaar is (art. 7, tweede lid, Wet implementatie EETS-richtlijn). Met de in dit artikel gevraagde gegevens en bescheiden kan worden nagegaan of door de dienstaanbieder wordt voldaan aan deze voorwaarden voor registratie.

Op het indienen en afhandelen van de aanvraag zijn de regels van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid voor de RDW op grond van artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht aanvullende gegevens te vragen aan de EETS-aanbieder.

Artikel 3 (gegevens en bescheiden onderzoek EETS-aanbieder)

Eerste lid

In artikel 3, eerste lid, is bepaald welke gegevens en bescheiden door de EETS-aanbieder aan de RDW moeten worden verstrekt voor het onderzoek, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn. Met dit onderzoek zal de RDW ten minste eenmaal per jaar nagaan of de in Nederland geregistreerde EETS-aanbieder nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor registratie. Dit betreft het bezitten van een EN ISO 9001-certificaat of gelijkwaardige erkenning, het beschikken over de nodige financiële draagkracht, het beschikken over een minstens elke twee jaar geaudit risicobeheersplan en het betrouwbaar zijn. Aan de hand van de in dit artikellid gevraagde gegevens en bescheiden kan door de RDW worden nagegaan of door de EETS-aanbieder nog steeds wordt voldaan aan deze voorwaarden voor registratie. De RDW werkt het EETS-register bij op grond van het onderzoek en in voorkomend geval zal de EETS-aanbieder actie moeten ondernemen om alsnog aan de voorwaarden voor registratie te voldoen. Als ultimum remedium is in de Wet implementatie EETS-richtlijn de bevoegdheid voor de RDW opgenomen om de registratie in te trekken (art. 7, vierde lid).

Tweede lid

Op grond van artikel 7, vijfde lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn kan de RDW ook onderzoeken of de in Nederland geregistreerde EETS-aanbieders nog voldoen aan de artikelen 8 en 25 van de Wet implementatie EETS-richtlijn. Dit betreft onder meer eisen over het sluiten van overeenkomsten met de tolheffers voor alle EETS-gebieden op het grondgebied van ten minste vier lidstaten en de verplichting tot het bieden van een blijvende dekking in die EETS-gebieden. In dit tweede lid zijn ten behoeve van het onderzoek en de naleving van de verplichtingen uit de artikelen 8 en 25 van de Wet implementatie EETS-richtlijn de gegevens en bescheiden opgenomen die de EETS-aanbieder moet overleggen aan de RDW. De registratie kan door de RDW worden ingetrokken als uit het onderzoek blijkt dat niet wordt voldaan aan de vereisten van artikel 8, eerste en tweede lid, of artikel 25 van de Wet implementatie EETS-richtlijn (art. 7, zevende lid).

HOOFDSTUK 3. VERKEERSBELEID EN -MANAGEMENTGEGEVENS

Artikel 4 (aanwijzing van instantie verkeergegevens)

Artikel 4 houdt verband met de implementatie van artikel 14, tweede lid, van Richtlijn (EU) 2019/520. Op grond van de Richtlijn kunnen de autoriteiten de beschikking krijgen over de verkeersgegevens van de klanten van de EETS-aanbieders. Het NDW is een initiatief van en voor wegbeheerders (de autoriteiten). Bij het NDW zijn de volgende wegbeheerders aangesloten: Rijkswaterstaat, de provincies, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Vervoerregio Amsterdam en de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. In het NDW werken de aangesloten partners aan het inwinnen, opslaan en distribueren van wegverkeersgegevens. In artikel 4 van de onderhavige regeling wordt het NDW aangewezen als de instantie, bedoeld in artikel 35 van de wet, waaraan de tolheffer de geanonimiseerde verkeersgegevens van de klanten van de toldienstaanbieders verstrekt. Artikel 35 van de wet bepaalt dat de gegevens echter alleen kunnen worden gebruikt voor verkeersbeleid en ter verbetering van verkeersmanagement.

HOOFDSTUK 4. AANWIJZING CONTACTBUREAU EN CONTACTPUNT

Artikel 5 (aanwijzing contactbureau)

Op grond van artikel 5, eerste lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn is in dit artikel de RDW als contactbureau aangewezen. Op verzoek van de EETS-aanbieder faciliteert en coördineert dit contactbureau vroegtijdige administratieve contacten tussen de EETS-aanbieder en de tolheffers die verantwoordelijk zijn voor de EETS-gebieden. In ieder geval zullen het e-mailadres en het telefoonnummer van het contactbureau zijn terug te vinden in het EETS-register (art. 6, eerste lid, onder c, Wet implementatie EETS-richtlijn)

Artikel 6 (aanwijzing nationaal contactpunt)

Op grond van artikel 40, zevende lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn is in dit artikel de RDW aangewezen als het nationaal contactpunt voor de grensoverschrijdende gegevensuitwisseling in het kader van het niet betalen van wegentol. De gegevens worden op verzoek uitgewisseld met de nationale contactpunten van de andere lidstaten. Op het moment dat de tolheffer binnen Nederland een geval van niet betaling van wegentol constateert, kan aan de RDW worden verzocht de voertuiggegevens op te vragen bij het nationaal contactpunt van één van de andere lidstaten. De grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens vindt dus alleen plaats tussen de nationale contactpunten. Bij de inrichting van dit contactpunt zal worden aangesloten bij het bestaande nationale contactpunt van de RDW voor de uitwisseling van voertuigregistratiegegevens in het kader van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1129.¹ De uitwisseling van deze informatie verloopt via de softwaretoepassing EUCARIS met andere EU-lidstaten.

HOOFSTUK 5. OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 (wijziging Regeling taken Dienst Wegverkeer)

De registratie van EETS-aanbieders die in Nederland zijn gevestigd door de RDW was voorheen geregeld in de Regeling taken Dienst Wegverkeer. Deze wijziging vloeit rechtstreeks voort uit het vervallen van Richtlijn 2004/54/EG en de aanwijzing van de RDW als registrerende instantie in artikel 7, eerste lid, van de wet ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/520.

Artikel 8 (intrekken Regeling elektronische tolheffingsystemen)

De registratie van EETS-aanbieders vond voorheen plaats op grond van artikel 1a van de Regeling elektronische tolheffingssystemen in samenhang met Beschikking 2009/750/EG van de Commissie van 6 oktober 2009 tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst en de bijbehorende technische onderdelen (PbEU 2009, L 268). Deze regeling is vervallen omdat de regels voor de registratie van EETS-aanbieders zijn opgenomen in de Wet implementatie EETS-richtlijn. Artikel 44 van de Wet implementatie EETS-richtlijn voorziet in overgangsrecht voor registraties van EETS-aanbieders die door de RDW al zijn geregistreerd op grond van artikel 1a van de Regeling elektronische tolheffingssystemen. Deze registraties gelden van rechtswege als registraties op grond van artikel 7 van de Wet implementatie EETS-richtlijn.

Artikel 9 (inwerkingtreding)

De inwerkingtreding van deze regeling vindt tegelijkertijd plaats met de inwerkingtreding van de Wet implementatie EETS-richtlijn. Vanwege artikel 32 van Richtlijn (EU) 2019/520 is de beoogde inwerkingtredingsdatum van de wet 19 oktober 2021. Tegelijk met de wet zal de onderhavige regeling ook in werking moeten treden en wordt met toepassing van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving afgeweken van de vaste inwerkingtredingsdata voor ministeriële regelingen van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober (de vaste verandermomenten).

Transponeringstabel Richtlijn (EU) 2019/520 van het Europees parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (PbEU 2019, L 91)

Bepaling EU-regeling	Bepaling in implementatie-regeling of bestaande regeling	Omschrijving beleidsruimte	Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte
Artikel 4 (registratie EETS-aanbieders)	Artikel 2 Regeling implementatie EETS-richtlijn	De grondslag is opgenomen in artikel 7, vijfde lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn; het is een ‘kan’-bepaling	Artikel 2 van de Regeling geeft duidelijkheid over de aan te leveren gegevens voor de registratie als EETS-aanbieder
Artikel 4 (registratie EETS-aanbieders)	Artikel 3 Regeling implementatie EETS-richtlijn	De grondslag is opgenomen in artikel 7, vijfde lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn; het is een ‘kan’-bepaling	Artikel 3 van de Regeling geeft duidelijkheid over de door de EETS-aanbieder aan te leveren gegevens om te kunnen bepalen of de EETS-aanbieder nog steeds aan de eisen voldoet
Artikel 14, tweede lid (verkeersgegevens voor beleidsdoeleinden en verkeersmanagement)	Artikel 4 Regeling implementatie EETS-richtlijn	De grondslag is opgenomen in artikel 35 van de Wet implementatie EETS-richtlijn	De geanonimiseerde verkeersgegevens worden aan de NDW verstrekt
Artikel 18 (aanwijzing contactbureau)	Artikel 5 Regeling implementatie EETS-richtlijn	De grondslag is opgenomen in artikel 5, eerste lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn	De richtlijn schrijft voor dat een lidstaat met tenminste twee EETS-gebieden een contactbureau moet aanwijzen
Artikel 23, tweede lid (grensoverschrijdende uitwisseling voertuigregistratiegegevens)	Artikel 6 Regeling implementatie EETS-richtlijn	De grondslag is opgenomen in artikel 40, zevende lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn	Voor grensoverschrij-dende gegevens-uitwisseling bij niet-betaling van wegentol schrijft de richtlijn voor dat er een nationaal contactpunt moet worden aangewezen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser

---

1 Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1129 van de commissie van 2 juli 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2019, L 179).

Zie ook het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 9 juli 2020 betreffende Belastingen. Internationale administratieve samenwerking en fraudebestrijding BTW; aanwijzing Dienst Wegverkeer (RDW) als nationaal contactpunt uitwisseling voertuigregistratiegegevens; Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1129 (Stcrt. 2020, 38257).