De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 4, eerste lid, en 5, onderdeel a, van de Kaderwet subsidies
I en M en artikel 2, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;
BESLUIT:
ARTIKEL I
In artikel 14 van de Subsidieregeling versterking omgevingsveiligheid industriële
activiteiten wordt ‘die voor die datum zijn verleend’ vervangen door ‘waarvoor voor
die datum een aanvraag is ontvangen’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg
TOELICHTING
Inleiding
De Subsidieregeling versterking omgevingsveiligheid industriële activiteiten (hierna:
subsidieregeling) is op 1 oktober 2016 in werking getreden en vervalt met ingang van
1 oktober 2021. De subsidieregeling heeft als doel het ondersteunen van initiatieven
die voldoende bijdragen aan blijvende versterking van de omgevingsveiligheid in Nederland
ten aanzien van industriële activiteiten met gevaarlijke stoffen of risicovolle processen.
Aanleiding en wijziging
In artikel 14 van de subsidieregeling is bepaald dat de regeling vervalt per 1 oktober
2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum
zijn verleend. Wanneer vlak voor de datum van 1 oktober 2021 nog aanvragen worden
ontvangen, is de kans aanzienlijk dat het niet mogelijk is om hierop nog tijdig een
besluit te nemen. De verwachting is dat hooguit enkele aanvragen vlak voor de datum
van 1 oktober zullen worden ingediend en dat hiervoor wel voldoende budget beschikbaar
zal zijn. Om te voorkomen dat op deze aanvragen geen besluit kan worden genomen vanwege
het bepaalde in artikel 14, is besloten dit artikel zodanig te wijzigen dat de subsidieregeling
van toepassing blijft op subsidies die na 1 oktober 2021 zijn verleend, mits voor
die datum een aanvraag om subsidie is ontvangen. De vervaldatum van de subsidieregeling
blijft hierdoor ongewijzigd.
Gevolgen
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor bedrijven en
burgers en brengt ook geen hogere nalevingskosten met zich mee. Daarnaast zullen de
bestuurlijke lasten zeer gering zijn, omdat wordt verwacht dat door de wijziging van
de subsidieregeling ten opzichte van de situatie dat de subsidieregeling ongewijzigd
zou zijn gebleven, hooguit op enkele aanvragen extra een besluit moet worden genomen.
Onder deze omstandigheden is besloten de wijzigingsregeling niet voor te leggen aan
het Adviescollege toetsing regeldruk. Vanwege het feit dat deze wijzigingsregeling
geen ingrijpende verandering teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en
bedrijven en evenmin ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk, kon ook
worden afgezien van internetconsultatie.
Inwerkingtreding
Deze wijziging van de subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na
de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Bij de vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten (Aanwijzing
voor de regelgeving 4.17, tweede lid) en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden
(Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze afwijking is
dat hiermee, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen worden
voorkomen (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). Een snelle
inwerkingtreding zorgt ervoor dat alle reeds voor 1 oktober 2021 ingediende aanvragen
ook na deze datum nog in behandeling kunnen worden genomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg