De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op artikel 58q, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid;
Besluiten:
ARTIKEL I
Artikel 6.10 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
TOELICHTING
Deze regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19.
Examens, tentamens en toetsen zijn essentieel voor de voortgang van studie, opleiding
en educatie. Daarom zijn die sinds de eerste helft van 2020 steeds uitgezonderd geweest
van lockdownmaatregelen en konden deze met inachtneming van de veiligeafstandsnorm
zonder maximale groepsgrootte plaatsvinden. Hierbij is toentertijd een afweging gemaakt
tussen het epidemiologisch risico en het maatschappelijk belang van studievoortgang
en studentenwelzijn. Ook nu is deze afweging gemaakt waarbij van belang is dat de
instroom en bezetting op verpleegafdelingen over de piek heen is en de meerderheid
van de bevolking nu gevaccineerd is, waaronder ook steeds meer studenten. In deze
afweging heeft het kabinet ruimte gezien voor deze uitzondering ten behoeve van studievoortgang
en studentenwelzijn.
In het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo) en hoger onderwijs (hierna: ho) worden
examens, tentamens en toetsen veelal afgenomen bij groepen die groter zijn dan vijfenzeventig.
De maximering van groepsgrootte vormt daardoor een belemmering.
Om te zorgen dat examens, tentamens en toetsen doorgang kunnen vinden en te voorkomen
dat studenten door onnodige logistieke belemmeringen onnodige studievertraging oplopen,
verdwijnt het maximum voor de betreffende ruimte. Hiermee wordt tevens uitvoering
gegeven aan de motie-Kuiken c.s.1 met dien verstande dat de uitzondering op de veiligeafstandsnorm die bij de opening
van het studiejaar is geïntroduceerd voor onderwijsactiviteiten gehandhaafd blijft.
Het OMT heeft in het 123e en 124e advies geadviseerd dat de veiligeafstandsnorm in het mbo en ho per 20 september 2021
losgelaten zou kunnen worden en dat er bij een keuze om dat eerder te doen mitigerende
maatregelen genomen zouden moeten worden. Op basis daarvan is ervoor gekozen om de
veiligeafstandsnorm met ingang van 30 augustus 2021 los te laten in mbo en ho met
als één van de mitigerende maatregelen (naast bijvoorbeeld mondkapjes en voortzetten
preventief zelftesten) een maximale groepsgrootte van vijfenzeventig.
Het is aan het instellingsbestuur om te bepalen of van deze mogelijkheid gebruik wordt
gemaakt en welke ruimte voor het houden van examens, tentamens en toetsen gebruikt
wordt. Het gaat hier zowel om ruimten van de onderwijsinstellingen zelf als externe
locaties die de instellingen voor onderwijsactiviteiten gebruiken.
Regeldruk
Het gewijzigde artikel 6.10 brengt geen extra regeldruk met zich voor mbo- en ho-instellingen.
Deze instellingen informeren studenten altijd over waar een examen, tentamen of toets
plaatsvindt. Daar zal deze wijziging geen verandering in brengen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Dit onderdeel regelt een uitzondering op het maximumaantal deelnemers aan onderwijsactiviteiten
van instellingen voor mbo en ho. Het maximumaantal van vijfenzeventig deelnemers per
zelfstandige ruimte geldt niet in de ruimten waar de instelling op dat moment een
examen, tentamens of toetsen afneemt.
Artikel II
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wet publieke
gezondheid (hierna: Wpg) binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers
der Staten-Generaal worden overgelegd. De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede
lid, Wpg niet eerder in werking dan een week na deze overlegging en vervalt als de
Tweede Kamer binnen die termijn besluit niet in te stemmen met de regeling. Gelet
op het belang van de volksgezondheid is het de bedoeling dat de regeling op 20 september
2021 in werking treedt. Hierbij wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten
en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.2
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge