Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 30 augustus 2021, nr. VO/29098712, houdende regels voor de overgangsbekostiging in het kader van de vereenvoudiging van de bekostiging voortgezet onderwijs (Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 118ll, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

gemengde leerweg:

gemengde leerweg als bedoeld in artikel 10d van de wet;

havo:

hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de wet;

lwoo:

leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 10e van de wet;

mavo:

middelbaar algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 9 van de wet;

minister:

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

onderwijsinhoudcode:

code die de schoolsoort, leerjaren en het profiel aangeeft;

praktijkonderwijs:

praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de wet;

profiel:

profiel als bedoeld in artikel 10, tweede lid, 10b, tweede lid, 10d, tweede lid, of 12, tweede lid, van de wet;

school:

school voor vwo, havo, mavo, vbo of praktijkonderwijs;

schoolsoortgroep 1:

scholen voor mavo, scholen voor vbo, scholen voor praktijkonderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit ten minste twee van deze schoolsoorten, inclusief het lwoo;

schoolsoortgroep 2:

scholen voor vwo, scholen voor havo en scholengemeenschappen bestaande uit een combinatie van deze schoolsoorten;

schoolsoortgroep 3:

scholengemeenschappen bestaande uit een school voor havo en een school voor mavo, al dan niet in combinatie met een school voor vwo, inclusief het lwoo;

schoolsoortgroep 4:

scholengemeenschappen bestaande uit een school voor havo, een school voor mavo en een school voor vbo, al dan niet in combinatie met een school voor praktijkonderwijs of een school voor vwo, inclusief het lwoo;

vbo:

voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 10a van de wet;

vwo:

voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 van de wet;

wet:

Wet op het voortgezet onderwijs.

§ 2. Bekostiging personeelskosten vo per 1 januari 2022

Artikel 2. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2022

  • 1. Voor de directie bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats, bedoeld in artikel 84, eerste lid, onderdeel a, van de wet, zoals die luidde op 30 september 2021, per 1 januari 2022:

    • a. € 98.874,13 voor schoolsoortgroep 1;

    • b. € 118.007,07 voor schoolsoortgroep 2;

    • c. € 116.747,45 voor schoolsoortgroep 3; en

    • d. € 113.404,47 voor schoolsoortgroep 4.

  • 2. Voor de leraren bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats, bedoeld in artikel 84, eerste lid, onderdeel b, van de wet, zoals die luidde op 30 september 2021, per 1 januari 2022:

    • a. € 91.733,07 voor schoolsoortgroep 1;

    • b. € 104.037,77 voor schoolsoortgroep 2;

    • c. € 98.955,15 voor schoolsoortgroep 3; en

    • d. € 94.173,90 voor schoolsoortgroep 4.

  • 3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats, bedoeld in artikel 84, eerste lid, onderdeel c, van de wet, zoals die luidde op 30 september 2021, per 1 januari 2022 € 54.525,99, ongeacht de schoolsoortgroep.

§ 3. Bekostiging exploitatiekosten vo per 1 januari 2022

Artikel 3. Bedrag per school

Het bedrag per school, bedoeld in artikel 86, derde lid, onderdeel a, van de wet, zoals die luidde op 30 september 2021, wordt per 1 januari 2022 vastgesteld op € 20.012,11.

Artikel 4. Bedrag afhankelijk van de normatieve ruimtebehoefte

Het bedrag, bedoeld in artikel 86, derde lid, onderdeel b, van de wet, zoals die luidde op 30 september 2021, bestaat uit een vast bedrag per school en een bedrag per leerling. Het vaste bedrag per school wordt per 1 januari 2022 vastgesteld op € 18.269,48 en het bedrag per leerling is opgenomen in artikel 5, eerste lid.

Artikel 5. Bedragen per leerling

  • 1. Het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 4, is per 1 januari 2022 het bedrag van de desbetreffende schoolsoort, leerjaren of profiel zoals aangegeven in kolom II van tabel 1.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 86, derde lid, onderdeel c, van de wet, zoals die luidde op 30 september 2021, is de som van de bedragen per leerling van de desbetreffende schoolsoort, leerjaren of profiel zoals aangegeven in de kolommen I en III van tabel 1.

  • 3. De bedragen in de kolommen I, II en III van tabel 1 betreffen de bekostiging in verband met respectievelijk schoonmaken, onderhoud van het gebouw en terrein en overige exploitatiekosten.

  • 4. De onderwijsinhoudcodes, behorende bij de schoolsoorten, leerjaren en profielen, zoals opgenomen in tabel 1, staan vermeld in bijlage 1.

    Tabel 1. Bedragen voor de bekostiging van de exploitatiekosten per leerling van de desbetreffende schoolsoort, leerjaren en profielen in euro’s

    Groep

    Schoolsoort

    Leerjaren en profiel

    I

    II

    III

    I+II+III

    1

    vwo, havo, mavo of vbo

    1 en 2

    211,36

    159,74

    477,97

    849,07

    2

    vwo, havo of mavo1

    3 t/m 6

    174,69

    129,14

    398,76

    702,59

    3

    mavo/vbo:

    gemengde leerweg

    3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en de profielen Bouwen, wonen en interieur, Produceren, installeren en energie, Mobiliteit en transport, Economie en ondernemen, Horeca, bakkerij en recreatie, Zorg en welzijn, Dienstverlening en producten

    218,22

    159,74

    673,30

    1.051,26

    4

    vbo1

    3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en het profiel Groen

    181,54

    159,74

    918,00

    1.259,28

    5

    vbo1

    3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en profielen Bouwen, wonen en interieur, Produceren, installeren en energie, Mobiliteit en transport, Economie en ondernemen, Horeca, bakkerij en recreatie, Zorg en welzijn, Dienstverlening en producten

    313,95

    296,56

    1.347,43

    1.957,94

    6

    vbo1

    3 en 4 van de profielen Media, vormgeving en ict en Maritiem en techniek

    257,99

    337,35

    2.008,13

    2.603,47

    7

    praktijkonderwijs

    alle inschrijvingsjaren

    233,76

    159,74

    904,20

    1.297,70

    X Noot
    1

    De theoretische leerweg valt onder de schoolsoort mavo; de beroepsgerichte leerwegen vallen onder de schoolsoort vbo.

Artikel 6. Bekostiging categoriale vbo-school voor landbouw

In afwijking van artikel 5 zijn de bedragen per 1 januari 2022 voor de bekostiging van de exploitatiekosten per leerling van een categoriale vbo-school voor landbouw genoemd in tabel 2.

Tabel 2. Bekostigingsbedragen vbo-scholen voor landbouw in euro’s

Schoolsoort

Leerjaren en profiel

I

II

III

I+II+III

Vbo

alle leerjaren van het profiel Groen, en de leerjaren 3, 4, 5 en 6 van:

Experiment doorlopende leerlijnen

181,54

129,14

625,06

935,74

Artikel 7. Lesmateriaal

De bekostiging voor het beschikbaar stellen van lesmaterialen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling bekostiging exploitatiekosten VO, zoals die regeling luidde op 30 september 2021 wordt per 1 januari 2022 vastgesteld op € 326,06 per leerling.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 8. Beschikking en betaling

  • 1. De vermindering of vermeerdering van de bekostiging, bedoeld in artikel 118ll, derde en vierde lid, van de wet, wordt in december voorafgaand aan het betreffende bekostigingsjaar vastgesteld en volgt het betaalritme van de bekostiging.

  • 2. De vermindering of vermeerdering van de bekostiging wordt uiterlijk in de maand december gewijzigd vastgesteld op basis van de bijdrage voor loon- en prijsontwikkeling. Hierbij wordt dezelfde procentuele bijstelling gehanteerd als de procentuele bijstelling van de bedragen in de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

Artikel 9. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 november 2021 en vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 6, VIERDE LID. ONDERWIJSINHOUDCODES 2022

Onderwijsinhoudcodes

De onderwijsinhoudcodes van de schoolsoort vbo hebben betrekking op de beroepsgerichte leerwegen (de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg), inclusief de leer-werktrajecten en entreeopleidingen.

De onderwijsinhoudcodes van de schoolsoort mavo hebben betrekking op de theoretische leerweg.

Groep

Schoolsoort

Leerjaren en profiel

Onderwijsinhoudcode

Onderwijsinhoudcode leerwegondersteunend onderwijs

1

vwo, havo, mavo of vbo

1 en 2

0011, 0012, 0013, 0015, 0016, 0017, 0022, 0023, 0024, 0031, 0032, 0033, 0100, 0200, 0300, 0400, 0700, 0802, 1916, 4011, 4021, 4031, 4040

0041, 0042, 0043, 0044, 0045, 0046, 1394, 2210, 4050

2

vwo, havo of mavo

3 t/m 6

0015, 0017, 0100, 0170, 0171, 0172, 0173, 0200, 0270, 0271, 0272, 0273, 0300, 0370, 0371, 0372, 0373, 0470, 0471, 0472, 0473, 0474, 0700, 0800, 0801, 0802, 0803, 0804, 0805, 4011, 4016, 4017, 4021, 4026, 4027, 4031, 4036, 4037, 4040, 4045, 4046, 4712, 4732, 4752, 4772, 4792

2211, 2212, 2213, 2214, 2215, 4050, 4055, 4056, 4612, 4632, 4652, 4672, 4692

3

mavo/vbo:

gemengde leerweg

3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en de profielen Bouwen, wonen en interieur, Produceren, installeren en energie, Mobiliteit en transport, Economie en ondernemen, Horeca, bakkerij en recreatie, Zorg en welzijn, Dienstverlening en producten

4711, 4731, 4751, 4791, 6031, 6131, 6231, 6431, 6531, 6631, 6931

4611, 4631, 4651, 4691, 6075, 6175, 6275, 6475, 6575, 6675, 6975

4

vbo

3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en het profiel Groen

4771, 4773, 6711, 6721, 6731, 7711, 7721

4671, 4673, 6755, 6765, 6775, 7755, 7765

5

vbo

3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en profielen Bouwen, wonen en interieur, Produceren, installeren en energie, Mobiliteit en transport, Economie en ondernemen, Horeca, bakkerij en recreatie, Zorg en welzijn, Dienstverlening en producten

4511, 4512, 4513, 4531, 4532, 4533, 4551, 4552, 4553, 4571, 4572, 4573, 4591, 4592, 4593, 4713, 4733, 4753, 4793, 6011, 6021, 6111, 6121, 6211, 6221, 6411, 6421, 6511, 6521, 6611, 6621, 6911, 6921, 7011, 7021, 7111, 7121, 7211, 7221, 7411, 7421, 7511, 7521, 7611, 7621, 7911, 7921

4411, 4412, 4413, 4431, 4432, 4433, 4451, 4452, 4453, 4471, 4472, 4473, 4491, 4492, 4493, 4613, 4633, 4653, 4693, 6055, 6065, 6155, 6165, 6255, 6265, 6455, 6465, 6555, 6565, 6655, 6665, 6955, 6965, 7055, 7065, 7155, 7165, 7255, 7265, 7455, 7465, 7555, 7565, 7655, 7665, 7955, 7965

6.a

vbo

3 en 4 van het profiel Media, vormgeving en ict

6311, 6321, 6331, 7311, 7321

6355, 6365, 6375, 7355, 7365

6.b

vbo

3 en 4 van het profiel Maritiem en techniek

6811, 6821, 6831, 7811, 7821

6855, 6865, 6875, 7855, 7865

7

praktijkonderwijs

kent geen leerjaren

0090

TOELICHTING

Algemene toelichting

Achtergrond

Deze regeling geeft nadere regels met betrekking tot de overgangsbekostiging in het kader van de Wet vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen (Stb. 2020, 437, hierna: de wet). In artikel 118ll van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) zijn de juridische grondslagen voor de overgangsbekostiging opgenomen. De bekostiging, bedoeld in artikel 118ll, eerste lid, onderdeel a, van de WVO wordt bepaald op grond van de bedragen, vastgesteld in artikel 2 van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo. De bekostiging, bedoeld in artikel 118ll, eerste lid, onderdeel b, van de WVO, is de bekostiging zoals deze wordt berekend op grond van de artikelen 85, derde lid, 85a, eerste lid, 85b1, tweede, derde, vierde, zesde en zevende lid, 86, vijfde en zesde lid, 89, eerste lid, en 89a1, tweede, derde en vierde lid, van de WVO, zoals die luidden op 30 september 2021. Deze regeling legt de bedragen vast om de hoogte van deze bekostiging te berekenen. Aan de hand hiervan kan het herverdeeleffect per schoolbestuur worden bepaald en hiermee de hoogte van de overgangsbekostiging.

Uitwerking van de regeling

Met de wet wordt de bekostiging van het voortgezet onderwijs vereenvoudigd. De vereenvoudiging van de bekostiging leidt tot een andere verdeling van de beschikbare middelen in de bekostiging van het voortgezet onderwijs. Dit leidt tot herverdeeleffecten. Om de schoolbesturen in staat te stellen om de herverdeeleffecten op te kunnen vangen, gaat de invoering van het vereenvoudigde bekostigingsstelsel gepaard met twee overgangsregelingen: een algemene overgangsregeling en een specifieke overgangsregeling.

De algemene overgangsregeling zorgt ervoor dat schoolbesturen stapsgewijs naar het nieuwe niveau van de bekostiging toegroeien. Het herverdeeleffect wordt in gelijke stappen op- en afgebouwd. De algemene overgangsregeling betreft een periode van vier jaar na invoering en ziet dus op de kalenderjaren 2022 tot en met 2025. Als een schoolbestuur een positief herverdeeleffect heeft, zal de toename van de bekostiging in deze periode stapsgewijs worden opgebouwd met het ritme 20%–40%–60%–80%. Als een schoolbestuur een negatief herverdeeleffect heeft, zal de bekostiging met hetzelfde ritme worden afgebouwd. Op die manier wordt gezorgd voor een geleidelijke overgang naar de nieuwe bekostiging.

Voor de schoolbesturen met een negatief herverdeeleffect van meer dan 3 procent is er een specifieke overgangsregeling van vijf jaar om de teruggang in de bekostiging te temporiseren. De specifieke overgangsregeling corrigeert bovenop de algemene overgangsregeling het verschil tussen het werkelijke herverdeeleffect en een negatief herverdeeleffect van 3 procent. Hierdoor hebben deze schoolbesturen meer tijd en ruimte om hun bedrijfsvoering in te richten volgens de nieuwe financiële situatie. In combinatie met de algemene overgangsregeling zorgt de specifieke overgangsregeling ervoor dat deze groep schoolbesturen met een negatief herverdeeleffect van meer dan 3 procent een jaar langer de tijd krijgt om in te spelen op de nieuwe hoogte van de bekostiging.

De twee overgangsregelingen hebben alleen betrekking op de basisbekostiging van het voortgezet onderwijs. Aanvullende bekostigingsregelingen, zoals het ondersteuningsbedrag lwoo/pro en het Leerplusarrangement, worden bij het bepalen van het herverdeeleffect per schoolbestuur niet meegerekend.

Om het herverdeeleffect per schoolbestuur vast te stellen, wordt per schoolbestuur een vergelijking gemaakt tussen enerzijds de nieuwe, vereenvoudigde bekostiging voor dat schoolbestuur na inwerkingtreding van de wet en anderzijds de bekostiging die het schoolbestuur zou hebben gekregen als de wet niet in werking was getreden. De hoogte van de nieuwe bekostiging wordt bepaald op grond van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo, die per 1 januari 2022 is ingegaan. De hoogte van de oude bekostiging werd bepaald door de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo en de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo. Deze regelingen zijn per 1 januari 2022 komen te vervallen. Om voor het kalenderjaar 2022 een vergelijking te maken tussen de oude en de nieuwe bekostiging, bevat deze regeling de hoogte van de bekostigingsbedragen uit deze twee regelingen voor het kalenderjaar 2022, als ware de wet nog niet in werking getreden.

Het verschil tussen de nieuwe en de oude bekostiging is het herverdeeleffect en wordt afgerond op twee decimalen. Als er sprake is van een positief herverdeeleffect, wordt de bekostiging voor het schoolbestuur op grond van de algemene overgangsregeling stapsgewijs opgebouwd. Dat betekent dat in de eerste vier jaar na invoering van de wet de bekostiging voor dit schoolbestuur verminderd zal worden. Na vier jaar zit het schoolbestuur op het nieuwe niveau van de bekostiging. Als er sprake is van een negatief herverdeeleffect, wordt de bekostiging voor het schoolbestuur stapsgewijs afgebouwd. De bekostiging voor dit schoolbestuur zal in de eerste vier jaar na invoering van de wet zodoende worden vermeerderd. Na vier jaar is het nieuwe niveau van de bekostiging bereikt.

Specifieke overgangsregeling

Voor schoolbesturen die er meer dan 3 procent op achteruit gaan geldt zoals gezegd de specifieke overgangsregeling. In de eerste vier jaar na invoering corrigeert deze regeling bovenop de algemene overgangsregeling het verschil tussen het werkelijke herverdeeleffect en een negatief herverdeeleffect van 3 procent, maar zal in elk geval niet meer compenseren dan tot 100 procent van de bekostiging die besturen zouden krijgen volgens de oude bekostigingssystematiek. Het gaat hierbij dus om het verschil tussen de bekostiging die besturen volgens de oude bekostigingssystematiek zouden krijgen en de bekostiging op grond van de nieuwe systematiek. In het vijfde jaar na invoering wordt nog eenmalig de helft van het verschil tussen het werkelijke herverdeeleffect en een negatief herverdeeleffect van 3% gecompenseerd. In het zesde jaar na invoering van de wet krijgen besturen alleen nog de bekostiging berekend volgens de nieuwe bekostigingssystematiek.

Eenmalige vaststelling

Het herverdeeleffect per schoolbestuur wordt vastgesteld op basis van de door de accountant goedgekeurde leerlingentelling van 1 oktober 2021. Dit betekent dat de vermindering dan wel vermeerdering van de bekostiging in de eerste jaren na invoering van de vereenvoudigde bekostiging eenmalig als meerjarige reeks wordt vastgesteld. Als ’s Rijks kas het toelaat, zal wel ieder jaar bijstelling voor loon- en prijsontwikkeling plaatsvinden. Hierbij wordt dezelfde procentuele bijstelling gehanteerd als de procentuele bijstelling van de bedragen in de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

Het kan voorkomen dat schoolbesturen in de jaren na invoering van de vereenvoudiging van de bekostiging geconfronteerd worden met bestuurlijke fusies of splitsingen. In het geval van een bestuurlijke fusie gaat de vermindering dan wel vermeerdering van de bekostiging van de betrokken schoolbesturen over naar het fusiebestuur. In het geval van een bestuurlijke splitsing blijft de vermindering dan wel vermeerdering van de bekostiging van toepassing op het bestuur waar de overgangsregeling in eerste instantie op van toepassing was. De schoolbesturen dienen onderling afspraken te maken over de verdeling van de vermindering dan wel vermeerdering van de bekostiging over de betrokken schoolbesturen.

Uitvoering en handhaafbaarheid

De regeling is als uitvoerbaar en handhaafbaar beoordeeld.

Caribisch Nederland

De vo-scholen in Caribisch Nederland komen niet in aanmerking voor deze regeling.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen. De begripsbepalingen zijn afkomstig uit de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo en de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo.

Artikel 2

Dit artikel bepaalt de hoogte van de bekostiging voor personeelskosten als ware de wet nog niet in werking getreden. De opbouw van dit artikel is gelijk aan de opbouw van de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo. De ondersteuningsbekostiging voor lwoo/pro is hierin niet opgenomen, omdat deze niet wordt meegerekend bij het bepalen van de oude basisbekostiging.

Artikelen 3 tot en met 7

Deze artikelen bepalen de hoogte van de bekostiging voor exploitatiekosten als ware de wet nog niet in werking getreden. De opbouw van deze artikelen is zoveel mogelijk gelijk aan de opbouw van de Regeling bekostiging exploitatiekosten vo. De ondersteuningsbekostiging voor lwoo/pro (artikel 86, derde lid, onderdeel d, WVO) is hierin niet opgenomen, omdat deze op grond van artikel 118ll, eerste lid, onderdeel b van de WVO, niet wordt meegerekend bij het bepalen van de oude basisbekostiging.

Artikel 8

De beide overgangsregelingen zorgen voor een vermeerdering of vermindering van de bekostiging per schoolbestuur. Deze vermeerdering of vermindering volgt dan ook het betaalritme van de bekostiging, zoals vastgelegd in de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo. Als ’s Rijks kas het toelaat, zal wel ieder jaar bijstelling voor loon- en prijsontwikkeling plaatsvinden. Hierbij wordt dezelfde procentuele bijstelling gehanteerd als de procentuele bijstelling van de bedragen in de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden.

Artikel 9

Bij het moment van de inwerkingtreding wordt afgeweken van de vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving vanwege de uitvoerbaarheid door DUO. Door de regeling per 15 november in werking te laten treden heeft DUO de gelegenheid om de beschikkingen voor het kalenderjaar 2022 op tijd gereed te hebben. De regeling vervalt na het laatste jaar van de specifieke overgangsregeling.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven