De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 80, tweede en vierde lid, 85, vierde lid, en 90 vierde lid,
van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 153 van de Wet voortgezet onderwijs
BES, artikel 2.2.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, artikel
17, derde lid, van het Besluit bekostiging WVO 2021 en artikel 9 en artikel 11, derde
lid, van het Bekostigingsbesluit WVO BES;
Besluit:
TOELICHTING
Algemene toelichting
Doel
Deze regeling stelt de bedragen vast, behorend bij de bekostiging van de scholen en
samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs in Europees Nederland en de bekostiging
van vo-scholen in Caribisch Nederland.
Bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden Europees Nederland
De parameters van de bekostiging van het voortgezet onderwijs in Europees Nederland
zijn vastgelegd in artikel 2 van het Besluit bekostiging WVO 2021. Deze parameters
zijn:
-
• een bedrag voor de hoofdvestiging van de school;
-
• een bedrag voor de nevenvestiging(en) van de school;
-
• een (laag) bedrag per leerling in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van
leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte
leerweg van het vbo; en
-
• een (hoog) bedrag per leerling in het pro of in het derde en vierde leerjaar van de
basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo.
Een school heeft per definitie één hoofdvestiging en ontvangt hiervoor een vast bedrag
als deze hoofdvestiging voldoet aan de criteria, bedoeld in artikel 2 van het Besluit
bekostiging WVO 2021. Ook ontvangt een school een vast bedrag voor iedere nevenvestiging
van de school als deze nevenvestiging aan dezelfde eisen voldoet.
Bovenop deze bedragen per vestiging ontvangt een school voor iedere leerling een bedrag,
dat afhangt van het type onderwijs dat deze leerling volgt. Leerlingen in de eerste
twee leerjaren van het vbo en alle leerlingen in het mavo, havo en vwo ontvangen hetzelfde
bedrag. Dit is een bedrag voor het algemeen vormend onderwijs. Leerlingen in het derde
en vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van
het vbo en alle leerlingen in het pro ontvangen een bedrag voor het beroepsgericht
onderwijs. Dit bedrag is hoger dan het bedrag voor algemeen vormend onderwijs. Dit
houdt verband met de hogere kosten van het beroepsgericht onderwijs, onder meer vanwege
de kleinere klassen, duurdere inventaris en duurdere leermiddelen.
De bekostiging van een vo-school wordt bepaald door het aantal vestigingen van de
school en het aantal leerlingen op de school te vermenigvuldigen met de bedragen,
behorend bij deze parameters. Scholen die lwoo en/of pro aanbieden ontvangen naast
deze bekostiging aanvullende bekostiging. Deze aanvullende bekostiging bestaat uit
een ondersteuningsbedrag voor personeelskosten en een ondersteuningsbedrag voor exploitatiekosten.
Bekostiging vo-scholen in Caribisch Nederland
Deze regeling stelt ook de bedragen en procentuele opslagen vast, behorend bij de
bekostiging van de vo-scholen in Caribisch Nederland. Bij de bekostiging van de vo-scholen
in Caribisch Nederland is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bekostiging van
de vo-scholen in Europees Nederland. Wel gelden er voor Caribisch Nederland uitzonderingsbepalingen,
waardoor rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden waarin deze drie
vo-scholen verkeren. Ook wordt er rekening gehouden met de verschillen die er binnen
Caribisch Nederland zijn. De vo-school op Bonaire (die ook mbo aanbiedt) is vergelijkbaar
met Europees Nederland. De scholen op Sint Eustatius en Saba kennen een eigen onderwijssystematiek
met eigen schoolsoorten.
De bekostiging voor de vo-school op Bonaire bestaat uit de volgende parameters:
-
1) een bedrag per school, dat afhangt van het aantal leerlingen en studenten;
-
2) een (laag) bedrag voor leerlingen in het eerste en tweede leerjaar van het vbo en
voor alle leerlingen in de gemengde leerweg, het mavo, het havo en het vwo;
-
3) een (hoog) bedrag voor alle leerlingen in het praktijkonderwijs, voor leerlingen in
het derde en vierde leerjaar van het vbo, voor ISK-leerlingen en voor leerlingen met
een specifieke onderwijsbehoefte;
-
4) een bedrag voor alle mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg;
-
5) een bedrag voor alle mbo-studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (is gelijk aan
60 procent van het bedrag voor alle mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg);
-
6) een procentuele opslag over het totaalbedrag op basis van parameter 1 tot en met 5
in verband met de zorg aan leerlingen en studenten met een specifieke onderwijsbehoefte;
De bekostiging voor de vo-scholen op Sint Eustatius en Saba bestaat uit de volgende
parameters:
-
1) een bedrag per school, dat afhangt van het aantal leerlingen;
-
2) een (laag) bedrag voor alle leerlingen die lower forms, CSEC en CAPE volgen;
-
3) een (hoog) bedrag voor alle leerlingen in het pro en de leerlingen die CVQ volgen;
-
4) een procentuele opslag over het totaalbedrag op basis van parameter 1 tot en met 3
in verband met de zorg aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte;
-
5) een procentuele opslag over het totaalbedrag op basis van parameter 1 tot en met 4
in verband met het loon- en prijspeil en examenkosten op Sint Eustatius en Saba;
-
6) een aanvullend bedrag per school in verband met de geïsoleerde ligging en kleinschaligheid
op Sint Eustatius en Saba, dat afhangt van het aantal leerlingen;
De bekostiging van de vo-scholen in Caribisch Nederland bestaat dus uit een vast bedrag
per school en een leerlingafhankelijk deel. Bij het vaste bedrag per school worden
alle leerlingen en studenten volledig meegeteld. Het leerlingafhankelijk deel wordt
berekend door het aantal leerlingen en studenten te vermenigvuldigen met de bedragen,
behorend bij deze parameters. Vervolgens gelden hier bovenop nog enkele opslagen,
die onder meer verband houden met de zorg aan leerlingen en studenten met een specifieke
onderwijsbehoefte, een hoger loon- en prijspeil en examenkosten op Sint-Eustatius
en Saba en de geïsoleerde ligging en kleinschaligheid waar deze scholen mee te maken
hebben.
Uitvoering en handhaafbaarheid
De regeling is als uitvoerbaar en handhaafbaar beoordeeld.
Gevolgen voor de regeldruk
De aanvullende bekostiging, die op grond van deze regeling aan het bevoegd gezag wordt
verstrekt, kan worden gebruikt voor de reguliere exploitatie van scholen. Deze regeling
vergt geen aanvullende verantwoordingseisen en leidt niet tot een toename van de regeldruk
voor scholen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
Dit artikel regelt de begripsbepalingen voor de bekostiging van de vo-scholen in Europees
Nederland.
Artikelen 2 en 3
Deze twee artikelen regelen de bekostiging voor de vo-scholen en samenwerkingsverbanden
in Europees Nederland voor het kalenderjaar 2022. Artikel 2 stelt de hoogte van de
vier parameters van de bekostiging van het voortgezet onderwijs vast. Artikel 3 stelt
de ondersteuningsbedragen voor leerlingen in het lwoo en het pro vast.
Artikelen 4 en 5
Deze twee artikelen regelen de bekostiging voor de vo-scholen en samenwerkingsverbanden
in Europees Nederland voor het kalenderjaar 2023. Artikel 4 stelt de hoogte van de
vier parameters van de bekostiging van het voortgezet onderwijs vast. Artikel 5 stelt
de ondersteuningsbedragen voor leerlingen in het lwoo en het pro vast.
Artikel 6
Dit artikel stelt het betaalritme van de bekostiging voor de vo-scholen in Europees
Nederland vast. De bekostiging wordt uitbetaald in twaalf gelijke termijnen per jaar.
Een gelijk bedrag per maand vergroot de voorspelbaarheid van de bekostiging.
Artikel 7
Dit artikel regelt de begripsbepalingen voor de bekostiging van de vo-scholen in Caribisch
Nederland.
Artikel 8
Dit artikel regelt de bekostiging voor de vo-scholen in Caribisch Nederland voor het
kalenderjaar 2022. Voor de vo-school op Bonaire is het eerste tot en met het vierde
lid van toepassing. Voor de vo-scholen op Sint Eustatius en Saba zijn het eerste,
tweede, vierde, vijfde en zesde lid van toepassing.
Artikel 9
Dit artikel regelt de bekostiging voor de vo-scholen in Caribisch Nederland voor het
kalenderjaar 2023.
Artikel 10
Dit artikel stelt het betaalritme van de bekostiging voor de vo-scholen in Caribisch
Nederland vast. Voor de vo-scholen in Caribisch Nederland geldt, in afwijking van
de vo-scholen in Europees Nederland, een apart betaalritme. Daarmee wordt recht gedaan
aan de specifieke omstandigheden waar deze vo-scholen zich in bevinden.
Artikel 11
Bij de vaststelling en aanpassing van de bedragen in deze regeling wordt de kabinetsbijdrage
voor loon- en prijsontwikkelingen verwerkt, tenzij de toestand van 's Rijks financiën
zich daartegen verzet. In het vereenvoudigde bekostigingsmodel wordt geen onderscheid
gemaakt tussen bekostiging voor personeelskosten en bekostiging voor exploitatiekosten.
Daarom wordt bij de vaststelling en aanpassing van de bedragen uitgegaan van een genormeerde
verdeling tussen loongevoelige bekostiging voor personeelskosten en prijsgevoelige
bekostiging voor exploitatiekosten. Deze verhouding is 85 respectievelijk 15 procent.
In dit artikel is deze verhouding vastgelegd.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Bij het moment van de inwerkingtreding wordt afgeweken van de vaste verandermomenten
voor wet- en regelgeving vanwege de uitvoerbaarheid door DUO. Door de regeling per
15 november in werking te laten treden heeft DUO de gelegenheid om de beschikkingen
voor het kalenderjaar 2022 op tijd gereed te hebben.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob