Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 januari 2021, kenmerk 1812438-217080-WJZ, tot wijziging van het Besluit aanwijzing hoogrisicogebieden, in verband met een verplichte antigeentest voor reizigers uit aangewezen gebieden

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 58p, derde lid, onder a en onder b, van de Wet publieke gezondheid jo. artikel 6.7c, eerste en tweede lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING BESLUIT AANWIJZING HOOGRISICOGEBIEDEN

Artikel 1a van het Besluit aanwijzing hoogrisicogebieden komt te luiden:

Artikel 1a

Als gebieden als bedoeld in artikel 58p, derde lid, onder a en b, van de Wet publieke gezondheid en artikel 6.7c, eerste en tweede lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, worden aangewezen de gebieden, bedoeld in artikel 1, eerste lid.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de plv. directeur-generaal Volksgezondheid, E.G.M. Veldhuis

Als u het niet eens bent met deze beslissing

Bent u het niet eens met deze beslissing? Belanghebbenden kunnen bezwaar maken binnen zes weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst. Het bezwaarschrift e-mailt u naar: WJZ.bezwaarenberoep@minvws.nl. Uw bezwaarschrift kunt u ook per post versturen naar de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag. Vermeld altijd de reden van uw bezwaar en het kenmerk van dit besluit.

Het indienen van bezwaar schort de werking van dit besluit niet op. Dit betekent dat de verplichting om een negatief testbewijs te tonen als u vanuit een hoogrisicogebied reist, ook tijdens de behandeling van uw bezwaarschrift van kracht blijft.

TOELICHTING

Inleiding

De epidemiologische situatie in Nederland is zeer ernstig. Het is van groot belang voor de volksgezondheid, en daarmee voor de maatschappij en economie, dat hernieuwde introducties van het virus SARS-CoV-2 (hierna: het virus) dan wel de introductie van nieuwe mutaties van het virus vanuit het buitenland in Nederland zoveel als mogelijk worden voorkomen.

In de Wet publieke gezondheid is bepaald dat het verplicht is voor alle reizigers die reizen vanuit door de Minister van VWS aangewezen gebieden (hierna: hoogrisicogebieden) om een negatieve testuitslag te tonen om aan boord te mogen van een vliegtuig, vaartuig, trein of bus.

Meer specifiek biedt artikel 58p, derde lid, onder a, van de Wet publieke gezondheid de mogelijkheid om bij ministeriele regeling de aanbieder van personenvervoer te verplichten om er zorg voor te dragen dat aan een reiziger die vertrekt vanuit een door Onze Minister aangewezen gebied in het buitenland of reist tussen het Europese deel van Nederland, Bonaire, Sint Eustatius of Saba, uitsluitend vervoer wordt aangeboden, toegang daartoe wordt verschaft en gebruik daarvan wordt toegestaan, dan wel indien de reiziger een testuitslag kan tonen aan de aanbieder van personenvervoer en een toezichthouder, waaruit blijkt dat hij op het moment van testen niet was geïnfecteerd met het virus SARS-CoV-2.

De verplichting is voor wat betreft het overleggen van een PCR-test vastgelegd in artikel 6.7a, eerste lid, en artikel 6.7b, eerste lid. De hierbij aangewezen hoogrisicogebieden zijn bepaald in het Besluit aanwijzing hoogrisicogebieden.

De verplichting is, voor wat betreft het overleggen van een antigeentest vastgelegd in artikel 6.7c, eerste lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. Onderhavig aanwijzingsbesluit wijst de betreffende gebieden aan als bedoeld in artikel 58p Wet publieke gezondheid, artikel 6.7c, eerste lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19.

Aanwijzing gebieden

De aanwijzing van de gebieden op grond van artikel 58p, derde lid, van de Wet publieke gezondheid en artikel 6.7c, eerste en tweede lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, wordt bepaald op basis van informatie over de aanwezigheid en verspreiding van (nieuwe varianten van) het virus in een bepaald land. Specifiek gaat het om landen waarin mogelijk nieuwe varianten van het virus zich in relatief hoog tempo verspreiden of dreigen te verspreiden.

Aangewezen gebieden

De aangewezen gebieden sluiten aan bij de aangewezen gebieden voor de verplichte PCR-test. In het 96e OMT advies schrijft het OMT: ‘Het OMT adviseert bovendien voor reizen vanuit alle landen naar Nederland dat de reiziger, los van nationaliteit, een negatieve PCR-test, afgenomen maximaal 72 uur voor vertrek, kan overleggen, en een negatieve antigeensneltest afgenomen liefst direct voor vertrek (of bij binnenkomst).’ Dit heeft als doel om import van (nieuwe varianten van) het coronavirus zoveel als mogelijk te beperken. Door zowel een PCR-test van maximaal 72 uur oud én een antigeentest van maximaal 4 uur oud voor vertrek uit een hoogrisicogebied te verplichten, wordt het risico op import van het coronavirus verder beperkt.

Herziening

Het Besluit aanwijzing hoogrisicogebieden wordt in principe wekelijks herzien, tenzij er aanleiding is om het besluit tussentijds te herzien.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de plv. directeur-generaal Volksgezondheid, E.G.M. Veldhuis

Naar boven