Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende ontheffing voor KMN Koopmann helicopter GmbH van het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven het water, Inspectie Leefomgeving en Transport

Nummer: 26 augustus 2021

Betreft: ILT-2021/35655

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek om ontheffing van 13 augustus 2021 van KMN Koopmann helicopter GmbH, adres: Kamerland 14, 25358 Sommerland, Duitsland; telefoonnummer: +49 (0)4126-38903; e-mail: mail@kmn-helicopter.de;

Overwegende dat:

  • KMN Koopmann helicopter GmbH vluchten uitvoert als gedeclareerd overeenkomstig ORO.DEC.100 van verordening (EU) nr. 965/2012;

  • het doel van de vlucht is het fotograferen/filmen van de windmolenparken Norther, Northwester 2 en Borssele gelegen in de Amsterdam FIR;

  • paragraaf SERA.3105 van verordening (EU) nr. 923/2012 de mogelijkheid biedt aan (nationale) bevoegde autoriteiten om toestemming te verlenen lager te vliegen dan de minimum vlieghoogten, zoals die voor VFR- vluchten zijn opgenomen in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012;

  • aan de vrijstelling of ontheffing voorschriften kunnen worden verbonden;

  • de vrijstelling of ontheffing onder beperkingen kan worden verleend;

  • het maatschappelijk belang bij de uit te voeren vluchten zodanig is, dat de mogelijkheid wordt geboden deze uit te voeren onder de voorschriften en beperkingen gerelateerd aan SERA;

Gelet op paragraaf SERA.3105 van verordening (EU) nr. 923/2012 en artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op een tweemotorige helikopter, vermeld op de eigen verklaring ‘Specialised Operations’ door KMN Koopmann helicopter GmbH ingediend bij het Luftfahrt-Bundesamt overeenkomstig ORO.DEC.100 van verordening (EU) nr. 965/2012 en waarvan de ontvangst van de verklaring is bevestigd door het Luftfahrt-Bundesamt overeenkomstig ARO.GEN.345. Beide documenten zijn gedurende de vlucht aan boord van de helikopter.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van de in artikel 1 genoemde helikopter wordt van 1 september 2021 tot en met 30 november 2021 ontheffing verleend van het verbod, genoemd in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, om VFR-vluchten uit te voeren boven water, beneden de minimum VFR-vlieghoogte, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 26, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van het Besluit luchtverkeer 2014, bedoelde luchtvaartgids met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

  • b. er wordt uitsluitend gevlogen beneden de minimum-VFR-vlieghoogte gedurende de periode dat dit noodzakelijk is voor het doel van de vlucht; de minimum toegestane vlieghoogte bedraagt 100 ft AMSL;

  • c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat ingeval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • d. voor en na de vlucht is de opdracht van de opdrachtgever ter inzage aanwezig zodat deze kan worden gecontroleerd door de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart, of de Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • e. er wordt niet bij voortduring laaggevlogen, doch slechts gedurende de periode dat dit voor het daadwerkelijk uitvoeren van de foto/filmvlucht noodzakelijk is;

  • f. er worden geen passagiers vervoerd tijdens de vlucht, anders dan benodigd voor het uitvoeren van de vlucht;

  • g. voor de inzittenden zijn voldoende zwemvesten en reddingsmiddelen aanwezig;

  • h. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • i. vóór de aanvang van de vlucht worden ingelicht:

    de meldkamer van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart; tel. +31 (0)88- 6623616; e-mail luchtvaarttoezicht.landelijke-eenheid@politie.nlen Inspectie Leefomgeving en Transport; e-mail aviation-approvals@ilent.nl;waarbij de volgende gegevens worden verstrekt:

    • 1°. naam gezagvoerder(s), registratie en model/type;

    • 2°. route en periode van de voorgenomen vlucht;

  • j. voor de vluchten wordt tijdig een vliegplan ingediend; hiervoor dient men een uur voor aanvang van de vlucht te coördineren met de Operationele Helpdesk; tel. +31 (0)20-4062201; e-mail:ops_helpdesk@lvnl.nl; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden.

Artikel 3

  • 1. De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en taakspecialist als bedoeld in deel SPO van verordening (EU) nr. 965/2012 bekend zijn met de inhoud van de beschikking.

  • 2. Overtreding van de voorschriften van deze beschikking levert een strafbaar feit op.

  • 3. Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in deze beschikking, kan deze ontheffing worden ingetrokken.

Artikel 4

De aanvrager voert bij de voorbereiding van elk project een veiligheidsanalyse uit. Daarbij wordt in kaart gebracht welke risico’s er zijn als gevolg van het uitvoeren van VFR-vluchten beneden de minimum VFR-vlieghoogte. Vervolgens worden risicobeperkende maatregelen in kaart gebracht en toegepast, zodanig dat de vlucht op een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 september 2021 en vervalt met ingang van 1 december 2021, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, Inspecteur Luchtruim, infra en drone operaties, Afdeling Vergunningverlening rail en luchtvaart.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden, schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Tevens ontvangen wij graag uw telefoonnummer dan wel e-mailadres. Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Afdeling Juridische zaken Postbus 16191

2500 BD DEN HAAG

Naar boven