Provincie Noord-Brabant - verkeersbesluit - provinciale weg N631 Rijen - Oosterhout

Logo Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Overwegingen ten aanzien van het besluit

De provincie is gestart met het uitvoeren van groot onderhoud aan de provinciale weg N631, tussen Rijen (km 0,985) en Oosterhout (km 6,899). De N631 staat op de 3e plaats van de gevaarlijkste wegen in Noord-Brabant. Sinds 2016 hebben op deze weg drie dodelijke ongevallen plaatsgevonden. Provincie Noord-Brabant wil daarom, in samenwerking met de betrokken gemeenten, de N631 zo snel als mogelijk veilig maken.

De kruising N631 met de Ketenbaan is inmiddels voorzien van een rotonde en op diverse locaties zijn middengeleiders aangelegd om de oversteekbaarheid voor (brom-) fietsers en voetgangers te verbeteren. Begin 2021 wordt de kruising met de Sportweg en de ingang van D’n Mastendol aangepast.

Met dit verkeersbesluit beogen wij de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming te waarborgen en de leefbaarheid te verhogen.

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

(BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Motivering van het besluit

Op grond van artikel 21 van het BABW bevat de motivering van een verkeersbesluit welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere dan voornoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

Aan dit verkeersbesluit liggen de volgende belangen ten grondslag:

  • -

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • -

    het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • -

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • -

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

Middengeleiders

Ter hoogte van km 1,300 (kruising Sportparkweg en D’n Mastendol) worden middengeleiders aangelegd om de oversteekbaarheid voor (brom-)fietsers en voetgangers en de verkeersveiligheid op het vrij onoverzichtelijke kruispunt te verbeteren. Vooral voor verkeer vanuit Rijen richting de Sportparkweg is het bij drukte moeilijk om linksaf te slaan. Door het toevoegen van een linksaf strook wordt er extra opstelruimte gecreëerd om af te slaan richting de Sportparkweg. Hierdoor zal er minder snel een opstopping ontstaan door stilstaand verkeer op de N631.

Ter hoogte van km 2,530 (bestaande fiets/bromfietsoversteek) zijn middengeleiders aangelegd om de verkeersveiligheid en de oversteekbaarheid voor (brom-)fietsers en voetgangers te verbeteren.

Ter hoogte van km 3,420 (bestaande fiets/bromfietsoversteek Suraeweg) zijn middengeleiders aangelegd om de verkeersveiligheid en de oversteekbaarheid voor (brom-)fietsers en voetgangers te verbeteren. Om te voorkomen dat verkeer vanaf de hoofdrijbaan afslaat naar de met palen afgesloten Suraeweg worden op de hoofdrijbaan borden model D4 van bijlage 1 van het RVV 1990 geplaatst.

Ter hoogte van km 6,540 (bestaande fiets/bromfietsoversteek Florijnstraat) zijn middengeleiders aangelegd om de verkeersveiligheid en de oversteekbaarheid voor (brom-)fietsers en voetgangers te verbeteren.

Het aanbrengen van middengeleiders verhoogt de attentiewaarde van het verkeer op de hoofdrijbaan voor een bijzondere situatie. De middengeleiders zijn voorzien van borden model D2 van bijlage 1 van het RVV 1990. Dit om de zichtbaarheid van de middengeleiders te verhogen en te bewerkstelligen dat het verkeer op de hoofdrijbaan een middengeleider aan de zijde die de pijl aangeeft passeert. Door de middengeleiders kunnen (brom-)fietsers en voetgangers in twee fases oversteken. Hierdoor hoeft bij het oversteken niet meer op beide rijrichtingen tegelijk gelet te worden. Wel moeten (brom-)fietsers die oversteken voorrang verlenen aan het verkeer op de hoofdrijbaan van de N631.

Aansluiting ’t Haasje op (brom-)fietspad

De aansluiting van ’t Haasje op de hoofdrijbaan van de N631 is gewijzigd in een aansluiting alleen op het oostelijk gelegen (brom-)fietspad. Het (brom-) fietspad is daarom nogmaals als zodanig aangeduid en de voorrang is geregeld door plaatsing van bord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990.

Rotonde Ketenbaan

Door de hoge snelheden en de beperkte overzichtelijkheid op de kruising N631 – Ketenbaan werd het als lastig ervaren om van de Ketenbaan de N631 op te rijden en andersom. Op deze kruising hebben in het verleden een aantal (dodelijke) ongevallen plaatsgevonden. Om de verkeersveiligheid te verbeteren is op de kruising een enkelstrooks rotonde aangelegd. Door de aanleg van de rotonde gaan de snelheden automatisch omlaag. Hierdoor kan er op een veilige manier worden afgeslagen richting de Ketenbaan. Vanuit de Ketenbaan kan de N631 veilig worden opgereden. De brede middengeleiders zorgen ervoor dat (brom-)fietsers en voetgangers op een overzichtelijke manier in twee fases kunnen oversteken.

Overleg politie

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de korpschef van de politie eenheid Zeeland - West - Brabant.

Ter verzekering van de aan het verkeersbesluit ten grondslag liggende belangen is het noodzakelijk de hierna, onder ‘besluiten’, genoemde verkeerstekens te plaatsen.

Besluiten

Op de provinciale weg N631, tussen Rijen (km 0,985) en Oosterhout (km 6,899), de volgende verkeerstekens te plaatsen:

Km 1,200 – km 1,400 (kruising Sportparkweg - D’n Mastendol):

  • borden B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg), voorzien van onderborden model OB503OB04;

  • bord C2 (Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee);

  • borden D2 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft), op de aan te leggen middengeleiders;

  • borden G12a (Fiets/bromfietspad), voorzien van onderborden OB502 en OB505;

  • haaientanden (artikel 80 RVV 1990), tussen de aan te leggen middengeleiders.  

Km 2,530 (fiets/bromfietsoversteek):

  • borden B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg);

  • borden D2 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft), op de aan te leggen middengeleiders;

  • borden G12a (Fiets/bromfietspad);

  • haaientanden (artikel 80 RVV 1990), tussen de aan te leggen middengeleiders.

Km 3,420 (fiets/bromfietsoversteek Suraeweg):

  • borden B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg);

  • borden D2 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft), op de aan te leggen middengeleiders;

  • borden D4 (Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven);

  • borden G12a (Fiets/bromfietspad);

  • haaientanden (artikel 80 RVV 1990), tussen de aan te leggen middengeleiders.

Km 4,550 (aansluiting ’t Haasje):

  • bord model B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg);

  • bord G12a (Fiets/bromfietspad);

Km 4,900 (rotonde Ketenbaan):

  • borden B6 (Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg);

  • borden D1 (Rotonde; verplichte rijrichting);

  • borden G7 (verplicht voetpad);

  • haaientanden (artikel 80 RVV 1990).

Km 6,540 (fiets/bromfietsoversteek Florijnstraat):

  • borden D2 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft), op de aan te leggen middengeleiders;

  • haaientanden (artikel 80 RVV 1990), tussen de aan te leggen middengeleiders.

’s-Hertogenbosch, 19 januari 2021.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

namens deze,

J.H.M. Goossens

Projectleider Beheer en Onderhoud

Bezwaar

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te ‘S‑HERTOGENBOSCH

Wij vragen u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit. Ook dient u een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar hierin op te nemen.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om een kopie van dit besluit bij te voegen. Kunt u ons ook uw telefoonnummer geven? De provincie kan dan, mocht dit nodig zijn, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften vindt u op www.brabant.nl/bezwaar.

U kunt het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie bereiken via telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 80 en

e-mailadres bezwaar@brabant.nl.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA 's‑Hertogenbosch.

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Naar boven