De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3
en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
B
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a. Aanvragen aanvullend bedrag
-
1. Aanvragen voor subsidie ten laste van het aanvullende bedrag, bedoeld in artikel
4, tweede lid, kunnen door de penvoerder worden ingediend van 1 september 2021 tot
en met 1 oktober 2021.
-
2. De aanvraag gaat vergezeld van een begroting met daarin een korte beschrijving van
de te subsidiëren activiteiten, die aansluiten op de activiteiten die zijn opgenomen
in het convenant, ten aanzien waarvan artikel 3.5 van de Kaderregeling van overeenkomstige
toepassing is.
-
3. Artikel 3, derde lid, is niet van toepassing op de aanvullende subsidie.
C
Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7a. Vaststelling, uitbetaling en verantwoording subsidie aanvullend bedrag
-
1. De subsidie wordt uiterlijk binnen dertien weken na 1 oktober 2021 direct vastgesteld.
-
2. De minister betaalt de subsidie in gelijke delen per jaar uit, en volgt daarbij de
volgende verdeling:
Gemeente
|
Maximaal uit te betalen bedrag per jaar in 2021, 2022 en 2023
|
Amsterdam
|
€ 235.354
|
Rotterdam
|
€ 188.658
|
Den Haag
|
€ 139.764
|
Utrecht
|
€ 78.807
|
Almere
|
€ 53.417
|
-
3. De betaling voor 2021 geschiedt direct na de vaststelling van de subsidie. In 2022
en 2023 wordt het desbetreffende bedrag in september betaald.
-
4. De penvoerder neemt vanaf 2022 de aanvullende subsidie mee in de, in artikel 7, vierde
lid, bedoelde monitor en zelfevaluatie.
-
5. Artikel 7, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aanvullende subsidie.
-
6. De verantwoording van de aanvullende subsidie geschiedt tezamen met de subsidie als
bedoeld in artikel 4, eerste lid, in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling
jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660
van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
-
7. Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het
niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend
bij het doel zoals beschreven in artikel 2 van het desbetreffende convenant.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 (hierna:
de subsidieregeling) is subsidie verstrekt aan vijf bevoegd gezagsorganen, gevestigd
in een G5-gemeente en optredend als penvoerder, voor de uitvoering van de maatregelen,
bedoeld in artikel 3 van het convenant dat voor die G5-gemeente gesloten is, en de
daarbij horende resultaten en de gemaakte afspraken, bedoeld in de artikelen 4 en
5 van het convenant dat voor die G5-gemeente gesloten is.
Met de 1e Suppletoire Wet 2021 is voor de subsidieregeling voor 2021 een loon- en
prijsbijstelling (LPO) toegekend. Met deze regeling wordt, om die LPO een plaats te
geven in de subsidieregeling, per gemeente een aanvullend subsidiebedrag beschikbaar
gesteld. Voor deze aanvullende subsidie kan door de betreffende penvoerders in 2021
een subsidieaanvraag worden ingediend bij DUS-I.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Aan artikel 4 van de subsidieregeling wordt een nieuw lid toegevoegd, dat per G5-gemeente
een aanvullend subsidiebedrag beschikbaar stelt. Met de beschikbaarstelling van dit
aanvullende subsidiebedrag wordt de LPO voor de subsidieregeling, alsmede voor de
Subsidieregeling zij-instroom PO G5, verwerkt voor de hele looptijd van de subsidie.
Om de administratieve lasten voor de G5-gemeenten zo laag mogelijk te houden, wordt
de LPO van beide regelingen (dus ook de LPO van de Subsidieregeling zij-instroom PO
G5) verwerkt in deze subsidieregeling. Dit betekent dat het aanvullende subsidiebedrag
hoger is dan het LPO-bedrag dat uitsluitend voor de subsidieregeling was bedoeld.
Het samenvoegen van de LPO in één regeling is mogelijk doordat in de convenanten zij-instroom
ook als activiteit is opgenomen.
Het bedrag is over de G5-gemeenten verdeeld op basis van het aantal leerlingen, het
geraamde tekort en benodigde middelen voor de uitvoering van het noodplan. Deze systematiek
is ook gebruikt in de subsidieregeling. Voor het aanvullende subsidiebedrag wordt
geen cofinanciering vanuit de besturen en gemeente gevraagd.
Artikel I, onderdeel B
De penvoerder van elke G5-gemeente kan vóór 1 oktober 2021 voor het aanvullende bedrag
een subsidieaanvraag indienen met een begroting met daarin een korte beschrijving
van de te subsidiëren activiteiten, die aansluiten op de activiteiten die zijn opgenomen
in het convenant. Deze planning past bij de systematiek van de subsidieregeling, omdat
voor 1 oktober de zelfevaluatie en eventuele aanpassingen in de maatregelen uit de
convenanten bij DUS-I ingediend moeten worden. De verantwoording van deze aanvullende
bedragen loopt mee in de verantwoording op basis van de subsidieregeling.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob