TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
Door de corona-crisis bevindt het onderwijs zich momenteel in een situatie waarbij
sprake is van voortdurende wijzigingen in de omstandigheden. Dit heeft effect op alle
leerlingen, maar in het bijzonder op leerlingen en kandidaten die in 2021 zijn opgaan
voor (delen van) het eindexamen voortgezet onderwijs. Doordat de continuïteit van
het onderwijs anders is dan normaal heeft dit effect gehad op de voorbereidingen van
deze leerlingen en kandidaten op het eindexamen of een deeleindexamen. Dit leidt tot
grote zorgen over opgelopen deficiënties of achterstanden. Tegelijkertijd is het diploma
voor leerlingen en kandidaten het toegangsbewijs voor een succesvolle verdere loopbaan
in het onderwijs en de maatschappij. Het eindexamen vervult daarin een belangrijk
ijkpunt. Dit pleit ervoor dat maximale inspanningen worden geleverd om het eindexamen
in stand te houden en er voor te zorgen dat leerlingen en kandidaten zich zo goed
mogelijk kunnen voorbereiden op het eindexamen. Dit vraagt om aanvullende maatregelen.
Op diverse momenten, waaronder op 16 december 20201 en 12 februari 20212 is de Kamer geïnformeerd over het besluit over het maatregelenpakket voor de eindexamens
2021. De maatregelen hebben als doel de voorbereidingstijd en flexibiliteit voor leerlingen
ten aanzien van het examen te vergroten en vervolgens een goede en soepele doorstroom
naar het vervolgonderwijs te realiseren. De maatregelen gelden voor álle kandidaten;
zij die in het reguliere onderwijs examen doen, via het vavo én via het staatsexamen
(betreft kandidaten in het voortgezet speciaal onderwijs). De maatregelen die onder
andere zijn genomen;
-
• Er worden middelen beschikbaar gesteld aan scholen om in te zetten voor extra ondersteuning
van kandidaten;
-
• Mogelijkheid dat een kandidaat nadat het gehele eindexamen is afgelegd het eindcijfer
van één vak, niet zijnde een kernvak, buiten beschouwing kan laten bij de uitslagbepaling
mits de leerlingen daardoor alsnog kan slagen;
-
• Alle kandidaten (op het reguliere onderwijs, het vavo en de staatsexamenkandidaten)
kunnen het centrale examen spreiden over twee tijdvakken. Om dit mogelijk te maken
wordt het reguliere tweede tijdvak uitgebreid naar 10 dagen;
-
• Om er voor te zorgen dat kandidaten na het tweede tijdvak ook hun herkansingen kunnen
afronden wordt eveneens een derde tijdvak op de school georganiseerd;
-
• Er is een extra gelegenheid geboden tot herkansing van een centraal examen.
Voor tegemoetkoming van scholen en instellingen in de uitvoering van de maatregelen
en extra ondersteuning van kandidaten heeft het kabinet een bedrag beschikbaar gesteld
van € 72 miljoen. Het beschikbare bedrag voor het onderdeel compensatie voor extra
werklast door de extra herkansing is deels afhankelijk van het daadwerkelijke aantal
kandidaten dat een extra herkansing aflegt. Via deze regeling wordt aanvullende bekostiging
beschikbaar gesteld aan het bevoegde gezag.
Doel
De aanvullende bekostiging heeft als doel de scholen en instellingen tegemoet te komen
in de kosten die zij maken voor het uitvoeren van het maatregelenpakket voor de eindexamens
2021. De regeling bestaat uit drie onderdelen:
-
1. Extra ondersteuning aan kandidaten voorafgaand aan het examen.
Om er voor te zorgen dat kandidaten op reguliere scholen in het voortgezet onderwijs,
kandidaten in het voortgezet speciaal onderwijs en op vavo-instellingen ook in 2021
zo goed mogelijk voorbereid worden op het eindexamen en de overstap naar het vervolgonderwijs
of bij de volgende stap binnen het vo worden middelen beschikbaar gesteld om kandidaten
hierbij te ondersteunen. Om kansengelijkheid te bevorderen krijgen scholen met achterstandsleerlingen
hiervoor meer budget.
-
2. Een extra vergoeding voor docenten die lesgeven aan een examenklas in de regio Noord
Door het extra tijdvak dat op de school moet worden georganiseerd, hebben docenten
die lesgeven aan een examenklas in de regio Noord ook in de eerste week van de zomervakantie
nog werkzaamheden. Dat betekent dat docenten in de regio Noord minder vakantie hebben.
De regeling biedt budgettaire ruimte voor compensatie van docenten op scholen in het
regulier voortgezet onderwijs en op vavo-instellingen voor het verrichten van werkzaamheden
in de vakantie.
-
3. Een extra vergoeding voor scholen in heel Nederland ten behoeve van de afname van
de extra herkansing voor het centrale examen
Door de extra herkansing moeten scholen in heel het land extra personele inzet plegen.
De extra personele inzet is onder andere nodig voor het begeleiden van kandidaten
die een extra herkansing doen, de correctie van de (her)examens en het organiseren
van een extra tijdvak op school. Hiervoor wordt een bedrag per kandidaat aangeboden
op reguliere scholen in het voortgezet onderwijs en vavo-instellingen, aangevuld met
een bedrag per kandidaat die een extra herkansing afleggen. Voor scholen, bedoeld
in artikel 1 van de WEC, wordt een bedrag per kandidaat aangeboden waarmee tegemoet
wordt gekomen aan de extra personele inzet die nodig is voor het begeleiden van kandidaten
die een extra herkansing doen, de correctie van de (her)examens en/of het organiseren
van een extra tijdvak op een school.
Waar in de toelichting wordt gesproken over kandidaten op een school, bedoeld in artikel
1 van de WEC, wordt gedoeld op kandidaten die het volledige of een deel van het examen
afleggen op de eigen school die in het bezit is van een eindexamenlicentie, op een
andere reguliere school in het voortgezet onderwijs of vavo of kandidaten die via
het staatsexamen het examen afleggen, tenzij anders wordt aangegeven. Alle studenten
die in 2021 staan ingeschreven op een vavo-instelling en leerlingen die zijn uitbesteed
aan een vavo-instelling worden beschouwd als kandidaten.
Beschikbaar budget
1. Extra ondersteuning aan kandidaten voorafgaand aan het examen
Voor de extra ondersteuning van kandidaten is 37 miljoen euro beschikbaar. Het bevoegd
gezag van scholen die leerplusmiddelen ontvangen en scholen, bedoeld in artikel 1
van de WEC, met kandidaten met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs die opgaan voor
een diploma of certificaat krijgen voor 30 procent van de kandidaten die op 1 oktober
2020 zijn ingeschreven een bedrag van € 885 per kandidaat voor extra ondersteuning.
Dit resulteert in een bedrag van € 265 per kandidaat. Het bevoegd gezag van scholen
die geen leerplusmiddelen ontvangen en vavo-instellingen krijgen voor 20 procent van
de kandidaten op die 1 oktober 2020 zijn ingeschreven een bedrag van € 885 per kandidaat
voor extra ondersteuning. Dit resulteert in een bedrag van € 177 per kandidaat. Er
is gekozen voor dit gedifferentieerde percentage, omdat achterstandsleerlingen en
kwetsbare leerlingen op het vso meer ondersteuning nodig zullen hebben richting het
eindexamen. Gezien het gedifferentieerde beeld van opgelopen achterstanden of deficiënties
zal niet elke kandidaat extra ondersteuning nodig hebben aanvullend op de reguliere
begeleiding van de docent. In de regeling is aan deze bedragen het vaste component
van onderdeel 3 (vergoeding voor scholen in heel Nederland vanwege de extra herkansing
ten hoogte van € 74) toegevoegd.
2. Extra vergoeding voor docenten die lesgeven aan een examenklas in regio Noord
Voor de vergoeding van docenten die lesgeven aan een examenklas in de regio Noord
is € 11 miljoen beschikbaar. Voor elke docent (volledige fte lessen aan examenklassen)
die lesgeeft aan een examenklas en daarmee in de eerste week van de vakantie van regio
Noord werkzaamheden moet verrichten, wordt een week lesgeven vergoed. Omdat het aantal
docenten per school geen parameter is waarop kan worden bekostigd, is het beschikbare
bedrag omgerekend middels een bedrag per kandidaat. Het bevoegd gezag van de scholen
in het voortgezet onderwijs en van vavo-instellingen in regio Noord ontvangen een
bedrag van € 157 per kandidaat Omdat vavo-instellingen niet vallen onder de Regeling
vaststelling schoolvakanties 2019–2022, is voor het vaststellen welke hoofdvestigingen
recht hebben op deze vergoeding in de regeling een lijst opgenomen met BRIN-nummers
die hier recht op hebben. Docenten die lesgeven aan een examenklas op de vestigingen
van aoc’s en vo-scholen die onderdeel zijn van een verticale scholengemeenschap in
de regio Noord hebben ook recht op een extra vergoeding.
3. Vergoeding voor scholen in heel Nederland vanwege de extra herkansing
Voor de vergoeding voor de extra werklast vanwege een extra herkansingsmogelijkheid
voor kandidaten worden tien uren vergoed per afgelegde extra herkansing van het centrale
examen. Zes uur van de tegemoetkoming wordt gelijk verdeeld over kandidaten, wat neerkomt
op een vast bedrag van € 74 per kandidaat. Met dit bedrag worden scholen in het voortgezet
onderwijs en vavo-instellingen tegemoetgekomen in de extra werklast voor het organiseren
van het tweede en derde tijdvak op school en correcties van de (her)examens. In de
regeling is dit bedrag samengevoegd met het bedrag per kandidaat voor de extra ondersteuning
(onder 1). Het totale bedrag per kandidaat komt daarmee voor het bevoegd gezag van
scholen die leerplusmiddelen ontvangen en scholen, bedoeld in artikel 1 van de WEC,
met kandidaten in het uitstroomprofiel vervolgonderwijs die opgaan voor een diploma
of certificaat uit op € 339. Het totale bedrag per kandidaat voor het bevoegd gezag
van scholen die geen leerplusmiddelen ontvangen en vavo-instellingen komt uit op € 251.
Vier uren worden gekoppeld aan het aantal afgenomen extra herkansingen en zijn bedoeld
voor de extra werklast voor het begeleiden van de kandidaten. Scholen in het voortgezet
onderwijs en vavo-instellingen ontvangen per kandidaat dat een afgelegde extra herkansing
heeft afgelegd een bedrag van € 223.
Omdat het uitvoeringstechnisch lastig is om vast te stellen hoeveel vso-kandidaten
een extra herkansing hebben afgelegd is besloten om de tegemoetkoming voor kandidaten
die zijn ingeschreven op een school als bedoeld in de WEC te laten bestaan uit een
vast bedrag per kandidaat. Vso-scholen ontvangen een bedrag van € 124 per kandidaat.
Met dit bedrag worden vso-scholen tegemoetgekomen in de extra werklast voor het organiseren
van het tweede en derde tijdvak, het extra correctie werk en het begeleiden van kandidaten
voor de extra herkansing.
Scholen in het voortgezet speciaal onderwijs ontvangen één bedrag van € 389 per kandidaat
in het profiel vervolgonderwijs. In dit bedrag is zowel de bijdrage voor extra ondersteuning
aan examenleerlingen (onder 1), als de vergoeding vanwege de extra herkansing verwerkt.
Bij het vaststellen van de bedragen die het bevoegd gezag ontvangt wordt rekenkundig
afgerond op hele euro’s.
Activiteiten
Er wordt aanvullende bekostiging verstrekt aan het bevoegd gezag voor de uitvoering
van activiteiten die bijdragen aan het uitvoeren van het maatregelenpakket voor examens
2021. Het bevoegd gezag is vrij om te bepalen hoe de aanvullende bekostiging wordt
ingezet voor het beoogde doel. De aanvullende bekostiging kan worden besteed aan zowel
personele als materiële kosten.
1. Extra ondersteuning aan kandidaten voorafgaand aan het examen
Het bevoegd gezag is vrij om te bepalen aan welke activiteiten de aanvullende bekostiging
voor de extra ondersteuning van kandidaten voorafgaand aan het examen kunnen worden
besteed, passend bij de eigen onderwijssituatie en de behoeftes van de kandidaten.
Hierbij kan gedacht worden aan het vormgeven van (individuele) ondersteuning van kandidaten
via de scholen, zoals de inzet van studenten uit het hoger onderwijs.
2. Extra vergoeding voor docenten die lesgeven aan een examenklas in regio Noord
De aanvullende bekostiging die het bevoegd gezag in regio Noord ontvangt dient als
vergoeding voor het onderwijspersoneel dat door de eindexamenmaatregelen werkzaamheden
moeten verrichten in de eerste week van de vakantie. Het uitgangspunt is dat deze
middelen terecht komen bij het onderwijspersoneel. Het is een afspraak tussen de werkgever
en werknemer hoe deze middelen worden ingezet.
3. Vergoeding voor scholen en instellingen in heel Nederland vanwege een extra herkansing
voor het centrale examen
De aanvullende bekostiging die het bevoegd gezag ontvangt als vergoeding voor de extra
herkansingsmogelijkheid heeft als doel om scholen en instellingen tegemoet te komen
in de extra personele inzet die gepleegd moet worden voor het begeleiden van kandidaten
die een extra herkansing afleggen, de correctie van de (her)examens en het organiseren
van het tweede en derde tijdvak op de school. Scholen en instellingen ontvangen een
vast bedrag per kandidaat, dat bedoeld is voor het organiseren van de tijdvakken op
de school en de correcties van de (her)examens (waarbij is uitgegaan van de correctie
van een arbeidsintensief vak). Daarnaast ontvangen scholen en instellingen een variabel
bedrag per kandidaat dat een extra herkansing heeft afgelegd. Dit bedrag is bedoeld
als tegemoetkoming voor de extra personele inzet in de begeleiding van kandidaten
voor de extra herkansing. Het bevoegd gezag van scholen, bedoeld in artikel 1 van
de WEC ontvangt enkel een vast bedrag per kandidaat voor zowel de begeleiding van
kandidaten die een extra herkansing afleggen als de correctie van de (her)examens
en het organiseren van het tweede en derde tijdvak op de school.
Beschikking en betaling
DUO stelt de aanvullende bekostiging voor de regeling aanvullende en bijzondere bekostiging
eindexamens 2021 beschikbaar in het kalenderjaar 2021, met uitzondering van de bekostiging
bedoeld in artikel 4 lid 1 onder c voor scholen voor voortgezet onderwijs. Scholen
voor voortgezet onderwijs ontvangen de aanvullende bekostiging voor artikel 4, lid
1 onder c uiterlijk in de maand juni 2022. De aanvullende bekostiging hoeft niet te
worden aangevraagd door het bevoegd gezag. Op basis van een bedrag per kandidaat en
per kandidaat dat een extra herkansing heeft afgelegd wordt bepaald hoeveel het bevoegd
gezag aan aanvullende bekostiging ontvangt.
De aanvullende bekostiging bedoeld voor de vergoeding voor scholen in heel Nederland
vanwege de extra herkansing, de correctie van de (her)examens en de organisatie van
het tweede en derde tijdvak op de school wordt deels gebaseerd op het feitelijke aantal
afgenomen extra herkansingen op een school. Dit gegeven wordt gebaseerd op de gegevens
die scholen registreren in de leerling administratiesystemen, dat een verbinding heeft
met het Register Onderwijs Deelnemers. De bekostiging wordt gebaseerd op de gegevens
in het Register Onderwijs Deelnemers.
Voor de kandidaten op vavo-instellingen die zijn uitbesteed vanuit het reguliere voortgezet
onderwijs zal het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs waar de kandidaten
zijn ingeschreven de bekostiging ontvangen. Het is aan de betreffende scholen en instellingen
om afspraken te maken over de verdeling van deze middelen, net zoals dat geldt voor
de reguliere bekostiging voor deze leerlingen. Aangezien de doelen waarvoor de bekostiging
op grond van deze regeling wordt verstrekt niet door de school voor voortgezet onderwijs
zullen zijn verwezenlijkt, ligt het wel in de rede dat zij de bekostiging die ze op
grond van deze regeling ontvangen geheel overdragen aan het bevoegd gezag van het
vavo waar de kandidaat eindexamen heeft gedaan, en daarop is voorbereid.
Voor kandidaten in het voortgezet speciaal onderwijs die via symbiose of extraneus
het examen afleggen op een reguliere school in het voortgezet onderwijs ontvangt het
bestuur van de vso-instelling de aanvullende bekostiging. Het is aan de school, bedoeld
in 1 van de WEC,en de reguliere vo-school om afspraken te maken over de verdeling
van deze middelen evenals dit gebeurt met de reguliere bekostiging voor deze leerlingen.
Het streven is om in onderstaande maanden de aanvullende bekostiging voor het reguliere
vo, het vso en het vavo uit te betalen:
VO-onderdeel1
|
Streefmaand uitbetaling
|
1. Ondersteuning kandidaten voorafgaand aan het examen
|
Oktober 2021
|
2. Vergoeding voor docenten die lesgeven in de regio Noord
|
Oktober 2021
|
3a. Extra werklast vanwege de tweede herkansing – vast bedrag per kandidaat
|
Oktober 2021
|
3b. Extra werklast vanwege de tweede herkansing – variabele bedrag per kandidaat op
basis van afgelegde extra herkansing
|
Juni 2022
|
VSO-onderdeel
|
|
1 & 3 samen: ondersteuning kandidaten voorafgaand aan het examen en extra werklast
vanwege de tweede herkansing
|
December 2021
|
VAVO-onderdeel2
|
|
1. Ondersteuning kandidaten voorafgaand aan het examen
|
December 2021
|
2. Vergoeding voor docenten die lesgeven in de regio Noord
|
December 2021
|
3. Extra werklast vanwege de tweede herkansing – vast bedrag per kandidaat en variabele
bedrag per kandidaat op basis van afgelegde extra herkansing
|
December 2021
|
X Noot
1Dit betreft ook de bekostiging voor de kandidaten die vanuit het reguliere vo zijn
uitbesteed aan het vavo.
X Noot
2Dit betreft enkel de bekostiging voor de kandidaten die direct staan ingeschreven
op de vavo-instelling.
Regeldruk
Bij het opstellen van de regeling is in het oog gehouden dat de regeling geen onnodige
regeldruk veroorzaakt. Dit betekent dat is nagedacht over de werkbaarheid en het nut
van de regeling. Zo wordt de aanvullende bekostiging automatisch verstrekt aan schoolbesturen.
Alleen scholen waarvan de stukken voor de accountantscontrole over de telgegevens
van 1 oktober 2020 niet tijdig, volledig en correct is ingediend, kunnen bij de minister
in deze situatie een aanvraag indienen om aanvullende bekostiging op basis van artikel
85a, lid 2 van de Wet op het Voortgezet onderwijs te ontvangen. Conform artikel 14a,
tweede lid van het Bekostigingsbesluit moeten de stukken voor accountantscontrole
voor 1 juli 2021 door de minister te zijn ontvangen. Om de regeldruk verder te beperken,
worden correcties die op 15 juli 2021 in het Register Onderwijsdeelnemers verwerkt
zijn, meegenomen in de ambtshalve toekenning op grond van deze regeling. Bij twijfel
of u een aanvraag moet doen, kan het bevoegd gezag contact opnemen met DUO. Een aanvraag
voor de aanvullende bekostiging moet worden ingediend bij de minister.
Een voorwaarde voor het ontvangen van aanvullende bekostiging als tegemoetkoming voor
de extra herkansing is dat scholen in het reguliere onderwijs en vavo-instellingen
in de leerling administratiesystemen nauwkeurig en tijdig (uiterlijk 8 september)
administreren welke kandidaten een extra herkansing hebben afgelegd. Indien de gegevens
over de afgenomen extra herkansingen niet of later dan 8 september worden geregistreerd
in het Register Onderwijsdeelnemers, is het niet mogelijk om scholen hiervoor te bekostigen.
Caribisch Nederland
Juridisch gezien kan Caribisch Nederland niet worden meegenomen in deze regeling,
omdat Caribisch Nederland dit kalenderjaar nog volgens een andere systematiek wordt
bekostigd. Maar de eindexamenmaatregelen 2021 gelden ook voor de vo-scholen op Caribisch Nederland. De facto
komt dit neer op de SGB, omdat de vo-scholen op Saba en St. Eustatius gebruik maken
van het onderwijssysteem CXC en in de praktijk geen gebruik maken van het Eindexamen-
en Staatsexamenbesluit VO BES en daarmee niet binnen de reikwijdte van de compensatieregeling
vallen. Conform de geldende bekostigingssystematiek kunnen de scholen op Caribisch
Nederland een aanvraag indienen voor aanvullende bekostiging wegens bijzondere omstandigheden,
waarbij de criteria van deze compensatieregeling zullen worden gebruikt als voorwaarden.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Dit artikel geeft de definities van begrippen die in de regeling worden gebruikt.
In de begripsbepaling ‘kandidaat’ zijn verschillende groepen kandidaten benoemd. Het
internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs wordt verzorgd op reguliere scholen
voor voortgezet onderwijs. Het programma is echter anders opgezet, en de leerlingen
leggen een ander eindexamen af. De scholen hebben voor hen geen kosten hoeven maken
voor het uitvoeren van het maatregelenpakket voor de eindexamens 2021. Deze leerlingen
zijn daarom uitgezonderd van de regeling. Daarnaast is er een groep leerlingen die
vbo (-groen) volgt op een agrarisch opleidingscentrum. Omdat deze groep leerlingen
niet wordt bekostigd op grond van het Bekostigingsbesluit, maar op grond van het Uitvoeringsbesluit
WEB, zijn zij specifiek benoemd in de begripsbepaling ‘kandidaat’. Voor deze groep
kandidaten gelden verder dezelfde regels als voor de reguliere vo-kandidaten.
Artikel 3
Dit artikel bakent het doel van deze regeling af. Voor een toelichting op het doel
wordt verwezen naar de algemene toelichting.
Artikel 4
Dit artikel bepaalt hoe de aanvullende bekostiging vanuit deze regeling wordt verstrekt.
Voor de compensatie van docenten die lesgeven aan kandidaten in het regulier onderwijs
of op een vavo-instelling in de regio Noord wordt € 157 per kandidaat beschikbaar
gesteld (lid b).
Daarnaast wordt voor de extra ondersteuning van eindexamenkandidaten en staatsexamenkandidaten
€ 885 per kandidaat beschikbaar gesteld aan 20% van de kandidaten op reguliere scholen
in het voortgezet onderwijs die niet in aanmerking komen voor aanvullende bekostiging
vanuit de regeling leerplusarrangement vo en aan kandidaten op de vavo-instellingen.
Dit resulteert in een bedrag van € 177 per kandidaat. Voor de reguliere scholen in
het voortgezet onderwijs die wel in aanmerkingen komen voor de aanvullende bekostiging
vanuit de regeling leerplusarrangement vo en aan vso-scholen wordt per kandidaat € 885
beschikbaar gesteld aan 30% van de ingeschreven kandidaten. Dit resulteert in een
bedrag van € 265 per ingeschreven kandidaat (lid a).
Voor het organiseren, begeleiden en corrigeren van een extra herkansing voor kandidaten
wordt € 74 per kandidaat en € 223 per kandidaat die daadwerkelijk gebruik maakt van
een extra herkansing beschikbaar gesteld (lid c). In de bekostiging wordt het vaste
bedrag (€ 74) samengevoegd met de extra ondersteuning die scholen ontvangen voor kandidaten
voorafgaand aan het examen. Dit resulteert in een bedrag van € 339 per kandidaat (€ 265
+ € 74) voor scholen die leerplusmiddelen ontvangen. Voor scholen die geen leerplusmiddelen
ontvangen en vavo-instellingen resulteert dit in een bedrag van € 251 per kandidaat
(€ 177 + € 74).
Voor het organiseren, begeleiden en corrigeren van een extra herkansing wordt een
bedrag van € 124 per kandidaat beschikbaar gesteld aan scholen in het voortgezet speciaal
onderwijs. Hiermee ontvangen scholen in het voortgezet speciaal onderwijs één bedrag
van € 389,– per kandidaat met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Dit bedrag is
zowel de bijdrage voor extra ondersteuning aan kandidaten, als de vergoeding vanwege
de extra herkansing (lid d).
Deze aanvullende en bijzondere bekostiging wordt verstrekt aan het bevoegd gezag van
een school.
Artikel 5
Dit artikel bepaalt wanneer de aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag wordt
verstrekt. In principe ontvangen de scholen en instellingen de aanvullende bekostiging
uiterlijk in december 2021. Aan de scholen in het reguliere vo wordt het bedrag dat
is gebaseerd op het aantal kandidaten dat gebruik maakt van de extra gelegenheid tot
herkansing later betaald, namelijk uiterlijk in juni 2022. De bekostiging wordt in
principe ambtshalve verstrekt. De bekostiging kan echter niet ambtshalve worden verstrekt
aan scholen voor voortgezet onderwijs die niet tijdig de gegevens als bedoeld in artikel
14a, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit WVO hebben ingediend. Het betreft een
verklaring van het bevoegd gezag omtrent de juistheid van het aantal leerlingen dat
is doorgegeven aan DUO, een eventuele correctie daarvan en een accountantsverklaring
omtrent de juistheid van de telgegevens van 1 oktober 2020. Van tijdige indiening
is altijd sprake als de gegevens uiterlijk op 1 juli volledig en juist zijn aangeleverd.
In deze regeling wordt daarnaast expliciet de mogelijkheid opengelaten om ook ambtshalve
bekostiging toe te kennen als de gegevens na 1 juli zijn binnengekomen, doch uiterlijk
15 juli 2021 in het Register Onderwijsdeelnemers zijn geregistreerd. Mede gelet op
de grote uitdagingen waarvoor scholen zich het afgelopen jaar gesteld hebben gezien,
zou het echter onbillijk zijn als deze scholen na 15 juli in het geheel geen aanvullende
bekostiging zou kunnen ontvangen op grond van deze regeling. Om die reden wordt de
scholen waarvoor dit opgaat nog expliciet de gelegenheid geboden om de aanvullende
bekostiging te kunnen aanvragen, op grond van artikel 85a, lid 2 van de Wet op het
Voortgezet onderwijs.
Indien achteraf uit nader onderzoek blijkt dat het bekostigde aantal herkansingen
onjuist is doorgegeven, kan de bekostiging die is verstrekt op grond van artikel 4,
eerste lid, onder c worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd.
Artikel 6
Dit artikel bepaalt de wijze waarop het bevoegd gezag zich moet verantwoorden over
de inzet van de aanvullende bekostiging. De verantwoording geschiedt in de jaarverslaglegging.
Het eventueel niet-bestede deel van de middelen of overschotten wordt niet verrekend.
Artikel 7
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst Dit met het oog op het bieden van zo spoedig
mogelijke transparantie richting de sector over deze regeling.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob