Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 augustus 2021, nr. 2021-0000123715, tot Wijziging van de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19 in verband met afspraken over de wijze van contracteren

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2.3, vijfde lid, van het Besluit SUWI;

Besluit:

I

De Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van onderdeel b tot onderdeel c, en onder vervanging van ‘; en’ aan het slot van onderdeel a door een puntkomma, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

• b. een andere wijze van contracteren, waarbij op basis van een vooraf bekendgemaakte toelatingsprocedure overeenkomsten worden gesloten en waarbij slechts geschiktheidseisen of minimumeisen worden gesteld en de betrokken persoon zelf kiest uit de toegelaten aanbieders; en

2. In onderdelen a en b (nieuw) wordt ‘waarop inzicht wordt geboden in’ vervangen door ‘van’.

B

In artikel 20, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 2’ vervangen door ‘de artikelen 2 of 3’.

C

In de aanhef van bijlage 1 wordt ‘artikel 2 en artikel 8’ vervangen door ‘de artikelen 2, 3 en 8’.

D

In de aanhef van bijlage 2 wordt ‘artikel 2’ vervangen door ‘de artikelen 2 en 3’.

II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 maart 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 augustus 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Inkoopsystematiek

De Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19 (hierna: Tijdelijke regeling) regelt in artikel 5, tweede lid, dat partijen afspraken maken over de inkoop en aanbesteding van dienstverlening conform artikel 2.38 en 2.39 van de Aanbestedingswet 2012 (onderdeel a). UWV hanteert echter in de reguliere uitvoering het Inkoopkader Re-integratiediensten en Inkoopkader Scholingsdiensten om dienstverlening voor werkzoekenden in te kopen bij (re-integratie)bedrijven en opleiders. Dit kader voldoet aan de voorwaarden van het Open house-systeem en zijn niet te beschouwen als een overheidsopdracht in de zin van de Aanbestedingswet. Om hiermee rekening te houden is het noodzakelijk de Tijdelijke regeling aan te passen op deze inkoopsystematiek. Voor de uitvoering van de Tijdelijke regeling is het vanuit de ontschotte inzet van dienstverlening gewenst dat UWV het Inkoopkader Re-integratiediensten en het Inkoopkader Scholingsdiensten breed kan zetten.

De Tijdelijke regeling wordt daarom met terugwerkende kracht aangepast, zodat onder deze regeling van het Open house-systeem gebruik kan worden gemaakt door partijen in een regionaal mobiliteitsteam. Deze toevoeging maakt dat regionale mobiliteitsteams gebruik kunnen maken van de door UWV gecontracteerde dienstverlening onder het Inkoopkader Re-integratiediensten en het Inkoopkader Scholingsdiensten dan wel een Open house constructie van een andere partij. Door opname van de kenmerken van de Open house-methode ontstaat er een rechtsgrond voor een vergoeding voor de kosten voor aanvullende crisisdienstverlening (artikel 19) en de kosten van scholing via praktijkleren in het mbo (artikel 20) welke middels deze methode tot stand komen.

Naast de optie in onderdeel a, komt er dus een mogelijkheid om middels een tweede inkoopsystematiek te werken. Met het aangepaste artikel 5, tweede lid dient er conform de geldende inkoop- en aanbestedingsregels te worden gehandeld. Dit kan via twee methoden, namelijk via het plaatsen van opdrachten en de methode van inkopen die bekend staat als ‘open house’.

Doelgroep banenafspraak

In artikel 20, eerste lid, onderdeel a, en de aanhef van bijlages 1 en 2 wordt een verwijzing naar artikel 3 toegevoegd. In de uitvoering bleek onduidelijkheid over de wijze van financiering van de inzet van aanvullende crisisdienstverlening en scholing via praktijkleren voor de doelgroep banenafspraak (artikel 3). Met de wijziging wordt expliciet gemaakt dat de doelgroep banenafspraak aanvullende crisisdienstverlening (gefinancierd via het budget in artikel 25, derde lid, onderdeel e) en scholing via praktijkleren in het mbo (gefinancierd via het budget in artikel 25, derde lid, onderdeel d) kan worden aangeboden. Deze wijzigingen brengen geen inhoudelijke wijziging met zich mee.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

In de praktijk blijkt er onduidelijkheid te bestaan over de inhoud van artikel 5, tweede lid, van de Regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19. Derhalve vervallen in de onderdelen a en c (nieuw) de woorden ‘wijze waarop inzicht wordt geboden in’ en wordt dit gewijzigd in ‘wijze van’. Hiermee wordt beoogd duidelijk te maken dat afspraken worden gemaakt over de wijze van uitvoering en toepassing van de verschillende onderwerpen genoemd in het tweede lid.

Daarnaast wordt een nieuw onderdeel ingevoegd (onderdeel b (nieuw)). Met dit nieuwe onderdeel wordt geregeld dat er afspraken worden gemaakt over twee methodes van inkopen. Onderdeel a ziet op de methode van het plaatsen van opdrachten. In onderdeel b wordt de methode van inkopen toegevoegd die bekend staat als ‘open house’. In onderdeel b zijn deze inkoopmethodiek en de voorwaarden die daarbij van toepassing zijn, bepaald. Deze voorwaarden zijn dat er sprake is van (1) een vooraf bekendgemaakte toelatingsprocedure voor het sluiten van overeenkomsten, (2) er slechts geschiktheidseisen of minimumeisen worden gesteld en (3) de betrokken persoon zelf een keuze maakt van welke toegelaten aanbieder gebruik gemaakt wordt. Bij geschiktheidseisen of minimumeisen kan gedacht worden aan eisen omtrent prijs, opleiding of certificering. Met de ‘betrokken persoon’ wordt gedoeld op de ontvanger van de uiteindelijke dienstverlening, dus een persoon die binnen de doelgroep, bedoeld in artikelen 2 of 3 valt. Daarnaast blijft van belang afspraken te maken over de waarborging van de marktconformiteit bij het uitvoeren van deze regeling door eigen personeel (onderdeel c).

Artikel I, Onderdelen B, C en D

In artikel 20, eerste lid, onderdeel a, wordt verduidelijkt dat de inzet van scholing via praktijkleren in het mbo ook beschikbaar is voor de doelgroep, bedoeld in artikel 3, waar bij het budget voor de inzet van scholing via praktijkleren in het mbo toereikend dient te zijn. Daarnaast wordt in de aanhef van bijlages 1 en 2 een verwijzing naar artikel 3 toegevoegd. Hiermee wordt expliciet gemaakt in de bijlages 1 en 2 dat deze bijlages ook gelden voor de doelgroep in artikel 3, zoals reeds in artikel 3 zelf is geregeld. Deze wijzigingen brengen geen inhoudelijke verandering met zich mee.

Artikel II

Ten slotte wordt aan deze aanpassing terugwerkende kracht verleend tot en met 26 maart 2021, de dag van inwerkingtreding van de Tijdelijk regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19. Met deze wijziging wordt een verduidelijking aangebracht en ook de door sommige partijen gehanteerde inkoopmethode van open house mogelijk gemaakt. Nu de regeling uitsluitend begunstigend werkt, kan daaraan terugwerkende kracht worden gegeven.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees