Artikel 1: Definities
-
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
- bestuur:
-
de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten;
- meerjarige instelling:
-
instelling die subsidie verkrijgt op grond van de Deelregeling meerjarige productiesubsidies
Fonds Podiumkunsten 2021–2024 of de Deelregeling meerjarige festivalsubsidies Fonds
Podiumkunsten 2021–2024.
-
2. Onder eigen inkomsten worden in deze regeling de volgende baten, welke terug te vinden
zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening, verstaan:
-
3. Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:
-
a. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;
-
b. overige bijdragen uit publieke middelen;
-
c. rentebaten;
-
d. bijdragen in natura;
-
e. kapitalisatie van vrijwilligers;
-
f. waardering vrijkaarten; en
-
g. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.
Artikel 2: Doel
Met het oog op de instandhouding van vitale onderdelen in de Nederlandse culturele
infrastructuur kent het bestuur in het kader van deze regeling subsidie toe aan meerjarige
instellingen die als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding
ervan worden geconfronteerd met inkomstenderving.
Artikel 3: Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan meerjarig gesubsidieerde instellingen, voor
zover die niet reeds in aanmerking komen voor subsidie uit het vierde steunpakket.
Artikel 4: Voorwaarden
-
1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt, voor zover:
-
a. de door de instelling verworven eigen inkomsten over het jaar 2019, blijkend uit de
jaarrekening die betrekking heeft op dat jaar, ten minste 15 procent bedragen van
de totale baten van die instelling; en
-
b. aan de instelling niet reeds voor hetzelfde doel subsidie is verstrekt door een ander
fonds als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het specifiek
cultuurbeleid.
-
2. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet
een geheel getal is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer
achter de komma een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5
of hoger is.
-
3. Het bestuur kan bij het vaststellen van het percentage eigen inkomsten bepaalde eigen
inkomsten buiten beschouwing laten, indien deze door de instelling in de jaarrekening
zijn verantwoord op een wijze die tot oneigenlijk gebruik van deze regeling zou leiden.
Artikel 5: Hoogte subsidiebedrag
-
1. De subsidie bedraagt 8,2 procent van de gemiddeld over de jaren 2018 en 2019 verworven
eigen inkomsten van de instelling, blijkend uit de jaarrekeningen die betrekking hebben
op die jaren.
-
2. De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, wordt
-
a. gemaximeerd op een bedrag dat gelijk is aan 200 procent van het totaal aan structurele
subsidies van bestuursorganen die aan de instelling zijn verstrekt ten behoeve van
haar exploitatie in 2019; en
-
b. naar boven afgerond op honderd euro’s.
-
3. Lid 2 sub a. is niet van toepassing in het geval een instelling geen structurele
subsidie heeft ontvangen van bestuursorganen ten behoeve van de exploitatie in 2019.
-
4. Indien het subsidieplafond door toepassing van het bepaalde in de leden 1 en 2 zou
worden overschreden, worden de te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot
het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.
Artikel 6: Ambtshalve verstrekking
Het bestuur verleent de subsidie zonder voorafgaande aanvraag.
Artikel 7: Subsidieplafond
-
1. Het subsidieplafond bedraagt € 5.441.700.
-
2. Het bestuur kan besluiten het subsidieplafond in lid 1 te verhogen.
-
3. Een besluit als bedoeld in het tweede lid wordt bekendgemaakt via de website van
het Fonds Podiumkunsten.
Artikel 8: Reservering
-
1. Voor zover het bedrag van een verleende subsidie na uitvoering van de gesubsidieerde
activiteiten overeenkomstig het bepaalde in deze regeling niet is besteed aan de doeleinden
waarvoor de subsidie is verstrekt, kan het worden gereserveerd. De aldus gereserveerde
middelen kunnen uitsluitend worden besteed aan de doeleinden waarvoor de subsidie
werd verstrekt.
-
2. Het bestuur kan voor een of meer subsidieontvangers of voor een categorie subsidieontvangers
een maximaal percentage van de verleende subsidie of een maximaal bedrag vaststellen
waarboven het totaal van de reservering, bedoeld in het eerste lid, niet uitkomt.
Artikel 9: Verantwoording
-
1. De verantwoording van de subsidie wordt meegenomen in de verantwoording van de meerjarige
subsidie 2021–2024.
-
2. Artikel 4.2 van de Deelregeling meerjarige productiesubsidies Fonds Podiumkunsten
2021–2024 en artikel 4.2 van de Deelregeling meerjarige festivalsubsidies Fonds Podiumkunsten
2021–2024 zijn van overeenkomstige toepassing op de verantwoording van de subsidie.
-
3. Subsidie die niet wordt besteed moet worden verantwoord als ‘reserve COVID-19’.
Artikel 10: Overig
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 11: Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 12: Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling van het Fonds Podiumkunsten voor meerjarig
gesubsidieerde instellingen in het kader van de Regeling van de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2021, nr. 28432356, tot wijziging van de Regeling
aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 in verband met een
vierde aanvullend steunpakket.
TOELICHTING
Inleiding
Het Fonds geeft met deze aanvullende regeling uitvoering aan de Regeling aanvullende
ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 van de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Het kabinet heeft in mei 2021 een vierde steunpakket aangekondigd.
Met de aanpassing van de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve
sector COVID-19 is bepaald hoe het vierde steunpakket moet worden verdeeld.
Een van de instrumenten in dit kader is het nogmaals verhogen van subsidie aan producerende
instellingen die in de periode 2021–2024 onderdeel uitmaken van de landelijke culturele
basisinfrastructuur (hierna: BIS) en de instellingen en festivals die in dezelfde
periode meerjarige subsidie ontvangen van de zes rijkscultuurfondsen. Deze regeling
ziet op de verhoging van de subsidie van de meerjarig gesubsidieerde instellingen
die een subsidie ontvangen op grond van de Deelregeling meerjarige productiesubsidies
Fonds Podiumkunsten 2021–2024 en de Deelregeling meerjarige festivalsubsidies Fonds
Podiumkunsten 2021–2024.
Bij het opstellen van de regeling en de toelichting is zoveel als mogelijk aangesloten
bij de tekst van de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector
COVID-19 en de toelichting daarop.
Voor wie
De subsidie is uitsluitend bedoeld voor instellingen die op dit moment een subsidie
ontvangen op grond van de Deelregeling meerjarige productiesubsidies Fonds Podiumkunsten
2021–2024 of de Deelregeling meerjarige festivalsubsidies Fonds Podiumkunsten 2021–2024.
Er zijn culturele instellingen die meerdere kernactiviteiten verrichten, elk gesubsidieerd
door verschillende bestuursorganen. Zo komt het voor, dat instellingen twee kernactiviteiten
hebben en daarvoor van twee verschillende fondsen meerjarige subsidies ontvangen.
In de regeling is uitgesloten dat dergelijke instellingen tweemaal aanvullende steun
ontvangen.
Voorwaarden
Naarmate een meerjarig gesubsidieerde instelling minder afhankelijk is van eigen inkomsten,
zal deze naar verwachting ook minder hard worden geraakt door de COVID-19-crisis.
Daarom is in het kader van deze regeling ervoor gekozen om te werken met een minimum
aan eigen inkomsten dat een instelling in de subsidieperiode 2017–2020 onder normale
omstandigheden zou hebben behaald: het aandeel in de totale baten van de instelling
moet in het jaar 2019 ten minste 15 procent zijn. De gedachte is dat een instelling
die onder dat percentage zit, de in dat geval relatief beperkte terugval in eigen
inkomsten zelf zal kunnen dekken, bijvoorbeeld uit de eigen reserves.
Procedure
De subsidie wordt ambtshalve toegekend. Er hoeft dus geen aanvraag te worden ingediend
door meerjarig gesubsidieerde instellingen. Het gaat om een eenmalige subsidie.
Subsidiehoogte
De subsidie wordt verdeeld volgens de rekenregel, zoals die is vastgelegd in de Regeling
aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19.
Er is voor gekozen om niet de gehele terugval van eigen inkomsten op grond van deze
regeling te compenseren. Om het ter beschikking staande budget effectief in te kunnen
zetten, ontvangt elke instelling een tegemoetkoming van 8,2 procent van het gemiddelde
bedrag aan eigen inkomsten in de jaren 2018 en 2019. Omdat de instellingen die binnen
de doelgroep vallen geen winstoogmerk hebben, zullen hun reserves doorgaans lager
zijn dan die van commerciële bedrijven in dezelfde sector. Niettemin is het redelijk
de culturele instellingen te vragen in elk geval een deel van hun algemene reserve
in te zetten voor kosten die verband houden met de COVID-19-crisis.
De regeling voorziet in een maximering van het te verlenen bedrag: de aanvullende
steun bedraagt nooit meer dan 200 procent van de som van structurele overheidssubsidies
die aan de instelling zijn verstrekt ten behoeve van haar exploitatie in 2019. Omdat
het daarbij nadrukkelijk gaat om structurele subsidies, tellen subsidies van incidentele
aard niet mee bij die berekening. Er is geen sprake van maximering in het geval een
instelling geen structurele overheidssubsidie ontvangt.
Als het subsidieplafond door het toepassen van de rekenregel wordt overschreden, worden
de te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal
beschikbare bedrag volledig kan worden benut.
Verantwoording
De verantwoording van de subsidie is onderdeel van de verantwoording van de meerjarige
productie- of festivalsubsidie 2021–2024. De regels voor de verantwoording van de
meerjarige subsidies zijn van overeenkomstige toepassing. De subsidie dient inhoudelijk
en financieel te worden verantwoord. De financiële verantwoording moet worden ingericht
volgens de regels van het Handboek financiële verantwoording. Het Handboek zal op
dit onderwerp worden aangevuld. Het Handboek is te vinden op de website van het Fonds
Podiumkunsten.