Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 20 januari 2021, nr. IENW/BSK-2021/14744, houdende vaststelling van de Regeling tot beperking van de uitoefening van burgerluchtverkeer in het luchtruim boven Nederland en in het luchtruim boven Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt in verband met maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt (Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

BESLUIT:

Artikel 1 (begripsomschrijving)

In deze regeling wordt verstaan onder Covid-19: ziekte veroorzaakt door het SARS-CoV-2 virus.

Artikel 2 (Verbod uitoefening burgerluchtverkeer)

  • 1. Om redenen van openbare orde en veiligheid is ter bescherming van de volksgezondheid de uitoefening van burgerluchtverkeer in het luchtruim boven Nederland en in het luchtruim boven Bonaire, Sint Eustatius en Saba verboden voor luchtverkeer dat het vervoer van passagiers tot doel heeft, met luchthavens gelegen op respectievelijk Nederlands grondgebied en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als plaats van bestemming.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het luchtverkeer afkomstig uit de volgende landen die een hoog-risico vormen bij de verspreiding van het virus dat COVID-19 veroorzaakt:

    • a. het Verenigd Koninkrijk;

    • b. Zuid-Afrika;

    • c. Dominicaanse Republiek;

    • d. Brazilië;

    • e. Argentinië;

    • f. Bolivia;

    • g. Kaapverdië;

    • h. Chili;

    • i. Colombia;

    • j. Ecuador;

    • k. Frans-Guyana;

    • l. Guyana;

    • m. Panama;

    • n. Paraguay;

    • o. Peru;

    • p. Suriname;

    • q. Uruguay;

    • r. Venezuela.

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor:

    • a. repatriëring van EU- of Schengeningezetenen, waarbij voor:

      • i. het Europese deel van Nederland niet-Nederlands ingezetenen een aantoonbare doorreis hebben,

      • ii. Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet-BES ingezetenen een aantoonbare doorreis hebben,

    • c. het vervoer van medisch personeel of patiënten wanneer dit in het belang is van de volksgezondheid in Nederland respectievelijk op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

    • d. het vervoer van zeevarenden in het bezit van een zeemansboekje, als zij in uitoefening van hun functie reizen of als zij van of naar hun werkzaamheden reizen met uitzondering van zeevarenden op commerciële jachten en pleziervaart.

    • e. het vervoer van personeel werkzaam in de luchtvaartsector en daarvoor reist in uitoefening van hun beroep.

Artikel 3 (Inwerkingtreding)

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 23 januari 2021, 00:01 uur plaatselijke tijd.

  • 2. Deze regeling geldt tot 22 februari 2021, 23:59 uur plaatselijke tijd, tenzij de Minister voor dat tijdstip tot verlenging of intrekking van deze regeling heeft besloten.

Artikel 4 (Citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en van de inhoud van deze regeling zal mededeling worden gedaan in de luchtvaartpublicaties.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Deze regeling is vastgesteld om de instroom in Europees Nederland, Bonaire, Sint Eustatius en Saba van mensen die mogelijk het virus bij zich dragen dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt zoveel mogelijk te beperken. In 2020 zijn ter bestrijding van verspreidingen van het virus tijdelijke vliegverboden ingesteld. De situatie is thans als gevolg van mutaties van het virus dermate verslechterd dat dit weer aanleiding geeft tot het instellen van een vliegverbod voor passagiersvluchten uit landen waar mogelijk gevaarlijke varianten van het virus het meest voorkomen. Het betreft de volgende: het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Dominicaanse Republiek, Brazilië, Argentinië, Bolivia, Kaapverdië, Chili, Colombia, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana, Panama, Paraguay, Peru, Suriname, Uruguay en Venezuela.

Het vliegverbod geldt enkel voor passagiersvluchten, omdat voor deze vluchten het risico van verspreiding van het virus dat COVID-19 veroorzaakt aanwezig is. Het verbod ziet daarom niet op vrachtvluchten. Met het oog op repatriëring zijn EU- of Schengeningezetenen van het vliegverbod uitgezonderd. Niet-Nederlands ingezetenen en niet-BES ingezetenen zullen aan moeten tonen dat zij doorreizen en niet in Nederland respectievelijk op de BES zullen verblijven. De doorreis kan ook met een andere vervoersmodaliteit zoals de trein worden afgelegd. Verder is het vervoer van medisch personeel en patiënten wanneer dat in het kader van de volksgezondheid in Nederland en de BES noodzakelijk uitgezonderd. Ook het vervoer van zeevarenden in het bezit van een zeemansboekje, als zij in uitoefening van hun functie reizen of als zij van of naar hun werkzaamheden reizen met uitzondering van zeevarenden op commerciële jachten en pleziervaart. Verder is uitgesloten van het verbod het vervoer van personeel werkzaam in de luchtvaartsector en daarvoor reist in uitoefening van hun beroep.

Onderhavig vliegverbod voor Europees Nederland geldt naast de huidige Schengen-inreisbeperkingen die niet op de uitvoering van vluchten maar op personenverkeer zien. Deze Schengen-inreisbeperkingen richten zich tot passagiers afkomstig uit derde landen.

Het vliegverbod geldt voor maximaal een maand, tot 22 februari 2021, 23:59 uur plaatselijke tijd. Hiermee wordt rekening gehouden met de voorziene inwerkingtreding van de verplichte quarantaine voor reizigers. Wanneer de noodzaak van het vliegverbod wijzigt, kan tot verlenging of intrekking van het vliegverbod worden besloten.

Onderhavig verbod wordt tevens bekendgemaakt via een Notice to Airmen (NOTAM). De Inspectie Leefomgeving en Transport houdt toezicht op de naleving van deze regeling en draagt zorg voor de handhaving daarvan.

De impact voor Nederlandse reizigers in die landen wordt gemonitord. In dringende situaties wordt, zoals gebruikelijk, in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken consulaire bijstand geboden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven