Derde aanvullende ondersteuningsmaatregel meerjarig gesubsidieerde instellingen Nederlands Letterenfonds Covid-19

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op de artikelen 2, lid 1, onderdeel b, onder 1°, en 21 van de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19,

gelet op het Algemeen reglement Nederlands Letterenfonds,

Besluit:

Artikel 1. Definities

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    bestuur:

    bestuur van het Letterenfonds;

    Letterenfonds:

    Stichting Nederlands Letterenfonds;

    reserves:

    vrij besteedbaar vermogen, behorend tot:

    • a. de algemene reserve; en

    • b. het stichtingskapitaal.

    lopende subsidie:

    subsidie verleend op grond van de Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024 of de Regeling tweejarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024.

  • 2. Onder eigen inkomsten worden in deze regeling de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening, verstaan:

    • a. publieksinkomsten; en

    • b. overige inkomsten, zijnde:

      • 1°. directe opbrengsten in de vorm van sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • 2°. indirecte opbrengsten; en

      • 3°. overige bijdragen.

  • 3. Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:

    • a. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;

    • b. overige bijdragen uit publieke middelen;

    • c. rentebaten;

    • d. bijdragen in natura;

    • e. kapitalisatie van vrijwilligers;

    • f. waardering vrijkaarten; en

    • g. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.

Artikel 2. Toepasselijkheid en doelstelling

  • 1. Deze regeling is van toepassing op aanvullende subsidies die door het bestuur worden verstrekt aan instellingen waaraan door het Nederlands Letterenfonds een vier- of tweejarige subsidie is verleend op grond van:

    • a. Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024 of

    • b. Regeling tweejarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024.

  • 2. De aanvullende subsidie is een gedeeltelijke tegemoetkoming in de gederfde inkomsten van de instelling vanwege belemmering van publieksactiviteiten als gevolg van de uitbraak van het virus SARS-CoV-2 en de maatregelen ter bestrijding daarvan.

Artikel 3. Vereisten ontvanger

  • 1. De ontvanger is een instelling die door het bestuur een subsidie werd verleend op grond van de Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024 of de Regeling tweejarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024.

  • 2. De ontvanger verkeert niet in surseance van betaling of aangevraagd faillissement.

Artikel 4. Ambtshalve verstrekking

Het bestuur verleent de subsidie zonder voorafgaande aanvraag.

Artikel 5. Hoogte subsidiebedrag

  • 1. De subsidie bedraagt 8,2 procent van de gemiddeld over de jaren 2018 en 2019 verworven eigen inkomsten van de instelling, blijkend uit de jaarrekeningen die betrekking hebben op die jaren.

  • 2. De uitkomst van de berekeningen, bedoeld in het eerste lid, wordt:

    • a. gemaximeerd op een bedrag dat gelijk is 200 procent van het totaal aan structurele subsidies van bestuursorganen die aan de instelling zijn verstrekt ten behoeve van haar exploitatie in 2019; en

    • b. naar boven afgerond op honderd euro’s.

Artikel 6. Subsidievoorwaarde: percentage eigen inkomsten

  • 1. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt uitsluitend subsidie verstrekt, voor zover de eigen inkomsten van de instelling over het jaar 2019, blijkend uit de jaarrekening die betrekking heeft op dat jaar, ten minste 15 procent bedragen van de totale baten van die instelling.

  • 2. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, niet een geheel getal is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5 of hoger is.

  • 3. Het bestuur kan bij het vaststellen van het percentage eigen inkomsten bepaalde eigen inkomsten buiten beschouwing laten, indien deze door de instelling in de jaarrekening zijn verantwoord op een wijze die tot oneigenlijk gebruik van deze regeling zou leiden.

Artikel 7. Subsidieplafond en verdeling

  • 1. Het subsidieplafond is € 220.700. Eventuele wijzigingen van dit plafond worden bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

  • 2. Indien het subsidieplafond door toepassing van het bepaalde in artikel 5 zou worden overschreden, worden de te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.

Artikel 8. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidie wordt door de subsidieontvanger besteed aan het opvangen van derving van eigen inkomsten uit publieksactiviteiten van de instelling in 2021 of aan te maken kosten in 2021 voor een heropstart van publiekactiviteiten binnen de te volgen richtlijnen van de overheid.

  • 2. De subsidieontvanger komt de financiële verplichtingen na die ontvanger ten behoeve van de geplande publieksactiviteiten in 2021 is aangegaan, in het bijzonder ook voor zover die verplichtingen voortvloeien uit afspraken tussen ontvanger en zzp’ers.

  • 3. De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het bestuur van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking. Bij de melding worden de stukken overgelegd die betrekking hebben op de gemelde feiten en omstandigheden en wordt de oorzaak van de gemelde feiten en omstandigheden toegelicht.

  • 4. Het onverwijld melding doen is niet vereist, voor zover het omstandigheden betreft die verband houden met een nieuwe uitbraak van het virus SARS-CoV-2 of een variant. Alsdan gaat de subsidieontvanger zo snel mogelijk over tot het doen van een melding, zij het uiterlijk in de verantwoording van de subsidie.

  • 5. De subsidieontvanger verantwoordt de subsidie tegelijk met de verantwoording van de lopende subsidie, en zoveel mogelijk op de wijze die in de beschikking tot verlening van de lopende subsidie is bepaald. Echter, indien er eind 2021 subsidie niet werd besteed, vormt ontvanger hiervan een apart bestemmingsfonds met de naam Covid-19.

Artikel 9. Voorschotten

  • 1. Het bestuur betaalt het verleende subsidiebedrag als voorschot.

  • 2. Het bestuur betaalt het voorschot zo spoedig mogelijk na de verlening van de subsidie.

Artikel 10. Vaststelling

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie geschiedt tegelijk met het indienen van de jaarverantwoording over 2021. Dit geldt eveneens voor de aanvraag tot vaststelling van de aanvullende subsidie die eerder werd verleend op grond van het tweede steunpakket in 2021 in verband met de coronapandemie.

  • 2. Artikel 18, derde lid, van het Algemeen reglement Nederlands Letterenfonds is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van de subsidie.

Artikel 11. Intrekkings- en wijzigingsgronden subsidievaststelling

  • 1. Het bestuur kan de subsidievaststelling intrekken of wijzigen als de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3. Het bedrag waarmee de subsidie eventueel wordt verlaagd, wordt verrekend met eventueel nog te betalen gedeelten van de subsidie of teruggevorderd.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen of onderdelen daarvan buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

  • 2. Naast deze regeling zijn de bepalingen uit het Algemeen reglement Nederlands Letterenfonds van toepassing.

  • 3. Deze regeling is vastgesteld op 12 juli 2021 door het op die datum vigerende bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als Derde aanvullende ondersteuningsmaatregel meerjarig gesubsidieerde instellingen Nederlands Letterenfonds Covid-19.

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds, T.R.F.M. Perez, directeur-bestuurder

Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Letterenfonds (www.letterenfonds.nl).

TOELICHTING

Deze regeling is een deelreglement van het Nederlands Letterenfonds en is gebaseerd op de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de minister), zoals deze geldt vanaf 3 juli 2021 in verband met een vierde aanvullend steunpakket van de minister in verband met de gevolgen van de coronapandemie. Het betreft subsidieverstrekking ter uitvoering van de Kamerbrief van 7 juni 2021.

Het Nederlands Letterenfonds heeft in het kader van het vierde steunpakket van de minister een budget van € 237.300 toegekend gekregen om subsidies te kunnen verhogen van een deel van de literaire festivals en literair-educatieve instellingen die het Nederlands Letterenfonds in de periode 2021–2024 ondersteunt met een vier- of tweejarige subsidie op grond van één van de twee door het bestuur van het Letterenfonds vastgestelde reglementen, te weten:

  • de Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024

  • de Regeling tweejarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024.

Deze literaire festivals en literatuur educatieve instellingen zijn essentieel voor literaire infrastructuur in Nederland, en de minister en het bestuur van het Letterenfonds zijn van oordeel dat deze organisaties tegemoet moet worden gekomen voor zover ze substantiële inkomsten mislopen uit publieksactiviteiten die geen doorgang konden vinden of zullen vinden in 2021 vanwege de overheidsmaatregelen die moe(s)ten worden genomen om het virus SARS-CoV-2 in te dammen. De subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien in 2019 sprake was van een percentage eigen inkomsten van 15 of hoger.

De minister heeft in de ministeriële regeling de belangrijkste bepalingen waaraan de regeling van het bestuur van het Letterenfonds moest voldoen voorgeschreven.

Voor de verantwoording van de aanvullende subsidie door de instellingen van deze steunmaatregel is zo veel als mogelijk aangesloten bij verantwoordingverplichtingen en systematiek ten aanzien van de eerder door het Letterenfonds verleende meerjarige subsidies. Er is echter een afwijking: de aanvullende subsidie wordt vastgesteld na afloop van boekjaar 2021. Dit geldt ook voor de aanvullende subsidie die eerder dit jaar ambtshalve werd verstrekt voor het jaar 2021 op grond van het tweede aanvullend steunpakket in verband met de coronapandemie. De ontvanger dient daartoe een verzoek in te dienen bij het toesturen van de jaarverantwoording over 2021 aan het bestuur van het Letterenfonds.

Naar boven