Besluit van de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, d.d. 14 juli 2021 kenmerk 2021 140356, houdende de instelling van de paritaire commissie advisering ontheffing geheimhoudingsplicht artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dan wel artikel 67 van de Invorderingswet 1990 in het kader van fiscale integriteit (Besluit paritaire commissie ontheffing geheimhoudingsplicht fiscale integriteit)

De Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 67, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 67, derde lid, van de Invorderingswet 1990, artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, en hoofdstuk 13 van het Personeelsreglement Financiën;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. ministerie:

Ministerie van Financiën

b. staatssecretaris:

Staatssecretaris van Financiën;

c. de werkgever:

de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën;

d. inspecteur:

inspecteur als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

e. ontvanger:

ontvanger als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990;

f. ontheffing:

ontheffing van de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 67, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dan wel artikel 67, derde lid, van de Invorderingswet 1990;

g. SG:

secretaris-generaal van het ministerie;

h. Commissie:

commissie, bedoeld in artikel 2;

i. medezeggenschap:

de departementale ondernemingsraad van het ministerie;

j. vakbonden:

de vakbonden vertegenwoordigd in het Departementaal georganiseerd overleg van het ministerie;

k. ambtenaar:

degene die op basis van een arbeidsovereenkomst met de Staat der Nederlanden, werkzaam is bij het ministerie.

Artikel 2. Instelling

Er is een paritaire Commissie advisering ontheffing geheimhoudingsplicht artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelasting dan wel artikel 67 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 3. Taak

  • 1. De Commissie heeft tot taak de Staatssecretaris te adviseren over het al dan niet verlenen van een gevraagde ontheffing ten aanzien van een ambtenaar.

  • 2. De Commissie adviseert de in het eerste lid bedoelde ontheffing te verlenen als sprake is van een vermoeden van een ernstige integriteitschending als bedoeld in het Personeelsreglement Financiën. In haar advies houdt de Commissie rekening met de belangen van de werkgever en het ministerie bij het nastreven van een integere overheidsorganisatie, de ernst van de gedraging, het belang van de betrokken ambtenaar bij geheimhouding en het algemene belang van de fiscale geheimhouding.

  • 3. De Commissie beslist over het advies in voltalligheid.

  • 4. De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen en adviseert binnen vier weken nadat de adviesaanvraag door de Commissie is ontvangen. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd.

  • 5. De Commissie draagt jaarlijks zorg voor geanonimiseerde publicatie van de adviezen. Publicatie geschiedt binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en vervanging

  • 1. De Commissie telt drie leden en is als volgt samengesteld:

    • a. Een lid voorgedragen door de SG met expertise op het gebied van het integriteitsbeleid van het ministerie;

    • b. Een lid voorgedragen door de SG met expertise op het gebied van de fiscale wet- en regelgeving;

    • c. Een lid voorgedragen door de medezeggenschap en de vakbonden gezamenlijk met expertise op het gebied van bescherming van persoonsgegevens.

  • 2. Als lid van de commissie worden benoemd:

    • a. als lid bedoeld in het eerste lid, onderdeel a: mr. A.C. Siemons;

    • b. als lid bedoeld in het eerste lid, onderdeel b: mr. F. Schippers;

    • c. als lid bedoeld in het eerste lid, onderdeel c: mr. J.P. Matze.

  • 3. Elk lid kan zich laten vervangen door een plaatsvervanger.

  • 4. De SG draagt de leden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, en hun plaatsvervangers ter benoeming dan wel ter vervanging voor aan de Staatssecretaris. De medezeggenschap en vakbonden gezamenlijk dragen het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, en zijn plaatsvervanger ter benoeming dan wel ter vervanging voor aan de Staatssecretaris.

  • 5. Indien in voorkomend geval uit feiten en of omstandigheden blijkt dat een lid van de Commissie zelf direct of indirect betrokkenheid heeft bij een adviesaanvraag, dan zal hij zich onverwijld laten vervangen door zijn plaatsvervanger en zich onthouden van enige bemoeienis ten aanzien van de adviesaanvraag.

  • 6. De benoeming geschiedt voor de eerste periode na instelling van de Commissie voor de duur van vier jaar, en daarna telkens voor de duur van vier jaar. De leden en plaatsvervangers kunnen slechts eenmaal herbenoemd worden.

  • 7. De leden en plaatsvervangers hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 8. De leden en plaatsvervangers kunnen op eigen verzoek, wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de Staatssecretaris.

Artikel 5. Advies

  • 1. Het advies is ondertekend door een van de leden en met redenen omkleed.

  • 2. Het advies wordt uitgebracht aan de Staatssecretaris en in kopie aan de inspecteur verstrekt.

  • 3. Het advies van de Commissie wordt bij de beslissing van de Staatssecretaris gevoegd.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1. De Commissie wordt ondersteund door een secretaris.

  • 2. De secretaris zorgt voor inhoudelijke advisering aan en ondersteuning van de commissie. De secretaris verzorgt tevens het secretariaat.

  • 3. De secretaris is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Commissie.

  • 4. Op verzoek van de Commissie wordt zorg gedragen voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Commissie.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1. De Commissie stelt de eigen werkwijze vast met inachtneming van de bepalingen van dit besluit. Bij het vaststellen van de werkwijze geeft de Commissie in ieder geval invulling aan de in acht te nemen adviestermijn in geval een adviesaanvraag aanleiding geeft tot onverwijlde advisering.

  • 2. De Commissie is bevoegd gedurende haar onderzoek aanvullende vragen te stellen aan de inspecteur en/of de ontvanger, indien zij dat dienstig acht aan haar opdracht. Zij stelt daarbij in redelijkheid de termijnen vast voor de beantwoording.

  • 3. De Commissie brengt per kalenderjaar een rapportage uit, waarin onder meer verantwoording wordt afgelegd over de werkwijze en inzicht wordt gegeven over de aantallen adviesaanvragen en uitgebrachte adviezen.

  • 4. De Commissie verstrekt de SG, de medezeggenschap en vakbonden een afschrift van de rapportage.

  • 5. De Commissie, de SG, de medezeggenschap en de vakbonden bespreken de rapportage in een periodiek gezamenlijk overleg.

Artikel 8. Vertrouwelijkheid

  • 1. De leden van de Commissie ontvangen uitsluitend niet tot personen herleidbare informatie.

  • 2. De leden van de Commissie behandelen de informatie waarover zij de beschikking krijgen in het kader van de uitvoering van de taak van de Commissie, strikt vertrouwelijk. Dit geldt in ieder geval voor de gevallen zoals beschreven in artikel 3, vijfde lid en artikel 7, derde, vierde en vijfde lid van dit Besluit.

Artikel 9. Dossier Commissie

De adviezen en de dossiers van de Commissie worden jaarlijks na afronding van de werkzaamheden zo spoedig mogelijk overgedragen aan het vertrouwelijke archief van het ministerie.

Artikel 10. Vergoeding

  • 1. Aan een lid van de Commissie wordt een vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op salarisschaal 18, trede 10 van paragraaf 6.3 van de cao Rijk 2020 respectievelijk de daaropvolgende cao’s, en de arbeidsduurfactor bepaald op 8/36.

  • 2. Aan een plaatsvervangend lid van de Commissie wordt toegekend een vergoeding per vergadering als bedoeld in het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. Deze vergoeding bedraagt 3% van salarisschaal 16, trede 0 van paragraaf 6.3 van de cao Rijk 2020 respectievelijk de daaropvolgende cao’s.

  • 3. Een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit wordt geëvalueerd of de in het eerste lid opgenomen arbeidsduurfactor passend is in relatie tot de werkzaamheden van de Commissie. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie kan aanpassing van de arbeidsduurfactor, genoemd in het eerste lid, plaatsvinden.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2021.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit paritaire commissie ontheffing geheimhoudingsplicht fiscale integriteit.

Artikel 13 Bekendmaking

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën- Fiscaliteit en Belastingdienst, J.A. Vijlbrief

TOELICHTING

Met dit instellingsbesluit wordt invulling gegeven aan het huidige hoofdstuk 13 van het Personeelsreglement Financiën, waarin is bepaald dat een paritaire adviescommissie wordt ingesteld die tot taak heeft de Staatssecretaris van Financiën schriftelijk advies uit te brengen over het al dan niet verlenen van de ontheffing van de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 67, derde lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen en/of artikel 67, derde lid, Invorderingswet 1990 (hierna: ontheffing) in het kader van de fiscale integriteit (hierna: Commissie).

Inrichting en taak

De Commissie is onafhankelijk en adviseert zonder last of ruggespraak. De Commissie bestaat uit drie leden. De leden worden benoemd door de Staatssecretaris op voordracht van de secretaris-generaal, en de medezeggenschap en vakbonden gezamenlijk. Een lid kan zich laten vervangen door een plaatsvervanger. De plaatsvervangende leden worden eveneens benoemd door de Staatssecretaris.

Om het evenwicht tussen integriteitsbeleid, fiscale geheimhouding en de bescherming van persoonsgegevens (hierna: privacy) van ambtenaren te waarborgen, hebben de leden van de Commissie expertise op het gebied van het integriteitsbeleid, fiscaliteit en privacy. Omdat privacy niet alleen het belang is van de werkgever, maar vooral ook van de werknemer, is ervoor gekozen de Commissie paritair samen te stellen.

De taak van de Commissie is gericht op (een onderdeel) van de uitvoering van het integriteitsbeleid van het Ministerie van Financiën. De Commissie beziet of bij een fiscale gedraging sprake is van een vermoeden van een ernstige integriteitsschending, waarbij ook het belang van de betrokken ambtenaar en het algemene belang dat gediend is met de fiscale geheimhouding wordt gewogen. In voorkomend geval adviseert de Commissie ontheffing van de geheimhoudingsplicht te verlenen. Het is dan ook van belang dat er in de Commissie zowel kennis van het integriteitsbeleid aanwezig is als van de fiscaliteit. De kennis van de fiscaliteit is van belang om de ernst van de eventuele schending te kunnen duiden. Omdat het gegevens betreft van personen die privé in de hoedanigheid van belastingplichtige zijn verstrekt en gebruikt kunnen worden door de werkgever in het kader van diens integriteitsbeleid, is privacy van belang. Expertise op het gebied van de privacy is derhalve noodzakelijk. De leden met kennis van integriteitsbeleid en fiscaliteit worden voorgedragen door de SG en een lid deskundig op het gebied van privacy wordt voorgedragen door medezeggenschap en vakbonden gezamenlijk.

Eén jaar na instelling van de commissie wordt de tijdsbesteding van de commissie geëvalueerd. Bij deze evaluatie wordt zo nodig ook de inrichting, ondersteuning en werkwijze van de commissie geëvalueerd en aangepast.

Werkwijze

De Commissie ontvangt de adviesaanvraag van de inspecteur of de ontvanger. De inspecteur of ontvanger draagt zorg voor anonimiseren van de casus, zodanig dat de gegevens niet tot personen herleidbaar zijn. De geanonimiseerde gegevens bevatten voldoende fiscale informatie om een advies op te baseren.

De Commissie toetst of er sprake is van een vermoedelijk ernstige integriteitschending, zoals bedoeld in het Personeelsreglement Financiën, als grond voor het advies aan de Staatssecretaris om een ontheffing te verlenen. Het oordeel of sprake is van een ernstige integriteitsschending en over eventuele daaraan te verbinden gevolgen is voorbehouden aan de werkgever en zo nodig uiteindelijk aan de rechter.

De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Elk lid heeft weliswaar een eigen expertisegebied, maar betrekt in zijn/haar oordeel zowel de fiscaliteit, de privacy als het integriteitsbeleid.

In het kader van goed werkgeverschap is het van belang dat een handelen van de werkgever plaatsvindt binnen een redelijke termijn nadat de gedraging heeft plaatsgevonden. De Commissie adviseert derhalve binnen vier weken na ontvangst van de informatie. In bijzondere situaties kan de Commissie deze termijn eenmaal met vier weken verlengen, bijvoorbeeld als zij nadere informatie heeft opgevraagd en deze haar niet tijdig bereikt. De Commissie brengt haar advies (zowel positief als negatief) met redenen omkleed uit aan de Staatssecretaris. De commissie stuurt een kopie van het advies aan de inspecteur. De inspecteur legt een verzoek tot ontheffing, onder verwijzing van het advies, voor aan de hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken (hierna: HDFJZ). De HDFJZ is gemandateerd om een beslissing over de ontheffing te nemen. De HDFJZ verleent geen ontheffing dan na kennis te hebben genomen van het advies van de Commissie. Slechts indien de omstandigheden van het geval aanleiding daartoe aanleiding geven kan de HDFJZ afwijken van het advies. De HDFJZ verleent de beslissing aan de inspecteur. De inspecteur draagt zorg voor bekendmaking van de beslissing en het advies aan de medewerker (tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet) en aan diens werkgever.

De Commissie draagt zorg voor publicatie van de geanonimiseerde adviezen. Deze publicaties dragen bij aan de transparantie van het integriteitsbeleid en zijn voor alle medewerkers en leidinggevenden zichtbaar. De adviezen dienen tevens om de kaders in het Personeelsreglement Financiën indien nodig te vervolmaken.

De Staatssecretaris van Financiën -Fiscaliteit en Belastingdienst, J.A. Vijlbrief

Naar boven