Besluit van de directeur-generaal Rijkswaterstaat van 8 juli 2021 met kenmerk RWS-2021/23941 tot vaststelling van eindtermen voor de verlangde kennis en vaardigheden ten behoeve van Pilotage Exemption Certificates (Besluit vaststelling eindtermen loodsplichtwetgeving 2021)

De directeur-generaal Rijkswaterstaat,

Gelet op:

  • artikel 5, tweede lid, aanhef en onder module 4, en vierde lid, van het Loodsplichtbesluit 2021;

  • de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onder a, 11, aanhef en onder c, 19, aanhef en onder c, en 38, aanhef en onder c, van de Loodsplichtregeling 2021,  

Overwegende dat:

  • aanvragers van een PEC of van een toevoeging aan een PEC dienen te beschikken over (een of meer van) de modules die zijn vermeld in artikel 5, tweede lid, van het Loodsplichtbesluit 2021;

  • de modules betrekking hebben op theoretische kennis van de in het zeehavengebied geldende wet- en regelgeving, taalkennis en praktische kennis van het varen in het zeehavengebied;

  • deze kennis wordt getoetst bij examens en beoordelingsreizen door de loodsen die in het zeehavengebied werkzaam zijn of op de trajecten daarbinnen waarvoor een PEC is aangevraagd;

  • de artikelen 11, 19 en 38 van de Loodsplichtregeling 2021 invulling geven aan de modules 1, 2, 3 en 5;

  • artikel 5, vierde lid, van het Loodsplichtbesluit 2021 bepaalt dat de bevoegde autoriteit eindtermen vaststelt voor de kennis die voor de verschillende modules in een bepaald zeehavengebied wordt verlangd,

Besluit:

  • I. Ten aanzien van de bij het Rijk in beheer zijnde loodsplichtige scheepvaartwegen in de zeehavengebieden Delfzijl – Eemshaven, Den Helder – Harlingen – Terschelling en Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland, waarvoor de directeur-generaal Rijkswaterstaat als bevoegde autoriteit is aangewezen, eindtermen voor de modules 1, 2, 3, 4 en 5 vast te stellen zoals opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage.

  • II. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

’s-Gravenhage, 8 juli 2021

de directeur-generaal Rijkswaterstaat, M.C.A. Blom

BIJLAGE

Eindtermen modules 1, 2, 3, 4 en 5

zeehavengebied Delfzijl – Eemshaven

zeehavengebied Den Helder – Harlingen – Terschelling

zeehavengebied Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland

Module 1

De door middel van een met goed gevolg afgeronde opleiding, verkregen kennis van de belangrijkste bepalingen van de voor het betreffende zeehavengebied op grond van de Scheepvaartverkeerswet geldende wetgeving.

Eindtermen:

  • Kennis van een in de Loodsplichtregeling 2021 vermeld reglement betekent beheersing van de relevante bepalingen en het kunnen toepassen van die bepalingen in praktijksituaties.

  • De ingaande reis vanaf het aanloopgebied vormt de leidraad voor de relevante wetskennis. Onder meer: regionale aspecten als hoofd- en nevenvaarwater, vaarregels, medewerking verlangen, voorrang verlenen en optische tekens.

Module 2

De door middel van een met goed gevolg afgeronde opleiding, verkregen actieve of passieve kennis van de voor het betreffende zeehavengebied relevante talen die nodig zijn ten behoeve van de noodzakelijke communicatie met andere schepen en nautische dienstverleners.

Eindtermen:

  • Actieve kennis van een verlangde taal betekent het op intermediate niveau A2 – B1 (van het Europees Referentiekader Talen) doeltreffend kunnen communiceren met de bevoegde autoriteit, VTS, alsmede andere vaarweggebruikers, en in staat zijn relevante informatie te delen en te verwerken ten behoeve van de veilige navigatie.

  • Passieve kennis van een verlangde taal betekent het op niveau A2 (van het Europees Referentiekader Talen) begrijpen van basale en standaard nautische termen, zinnen en uitdrukkingen, en deze kunnen verwerken ten behoeve van de veilige navigatie.

Module 3

Reguliere reizen waarbij de aanvrager voor een PEC, met het zeeschip en over het traject waarop de aanvraag betrekking heeft, ter verkrijging van kennis met betrekking tot de geografische en nautische omstandigheden op het betreffende traject in het betreffende zeehavengebied, door een registerloods wordt begeleid en geïnstrueerd over de lokale situatie en de in verband daarmee te voeren navigatie.

Eindterm:

  • Het gemaakt hebben van drie ingaande en drie uitgaande reizen.

Module 4

De door middel van een met goed gevolg afgeronde opleiding verkregen, door de bevoegde autoriteit te bepalen, praktische en theoretische kennis van de lokale en regionale regelgeving, -communicatieprocedures, -topografie, -scheepvaartbegeleiding, -sleepbootprocedures, en de daarbij behorende wijze van navigeren.

Eindtermen:

  • Beheersing van de relevante bepalingen uit de lokale en regionale regelgeving en het kunnen toepassen van deze bepalingen in praktijksituaties.

  • Bekendheid met de voor het zeehavengebied van belang zijnde:

    • marifoon- en verkeersbegeleidingsprocedures;

    • stromingen, getijden en banken;

    • richtingen en diepten van de scheepvaartwegen;

    • onder verschillende omstandigheden te sturen koersen;

    • ligging en plaatsing van de verkeerstekens, kustlichten, ankerplaatsen en landmerken;

    • te gebruiken navigatiemiddelen;

    • werken gelegen in of over de scheepvaartwegen;

    • beloodsingsgebieden, met inbegrip van de gebieden waar vanaf de wal wordt geloodst,

    en het kunnen toepassen van die kennis in praktijksituaties.

  • Beschikken over de praktische en theoretische kennis om in alle denkbare situaties veilig te kunnen manoeuvreren.

  • Aanvullend voor het zeehavengebied Delfzijl – Eemshaven: het bezocht hebben van het Havencoördinatiecentrum van Groningen Seaports te Delfzijl.

  • Aanvullend voor het zeehavengebied Den Helder – Harlingen – Terschelling: het bezocht hebben van de verkeerspost van de havendienst Harlingen.

  • Aanvullend voor het zeehavengebied Den Helder – Harlingen – Terschelling (VTS gebied Den Helder): het bezocht hebben van de verkeerscentrale Den Helder.

Module 5

Een met goed gevolg afgelegd aantal beoordelingsreizen met het zeeschip over het traject waarop de aanvraag voor een PEC betrekking heeft, waarbij de aanvrager van een PEC wordt beoordeeld met betrekking tot de uitvoering in de praktijk van de bij de modules 1 tot en met 4 opgedane kennis.

Eindtermen:

  • Beheersing ten behoeve van de veilige navigatie van de volgende onderdelen:

    • Situational Awareness met kennis van en inzicht in het vaargedrag van het overige verkeer, karakteristiek van het vaarwater en de beperkingen die daaruit volgen met betrekking tot de navigatie en het manoeuvreren;

    • Maritime Resource Management om een zo goed mogelijke situational awareness op te bouwen en te behouden door optimaal gebruik te maken van het aanwezige brugteam;

    • Gebruik van navigatiemiddelen;

    • Toepassing van communicatieprocedures ten behoeve van een goedwerkend verkeersbegeleidingssysteem;

    • Onder alle omstandigheden veilig en vlot kunnen manoeuvreren met speciale aandacht voor de veiligheid van roeiers en sleepboten.

TOELICHTING

Op 1 januari 2021 is de nieuwe loodsplichtwetgeving in werking getreden. Voor de bij het Rijk in beheer zijnde loodsplichtige scheepvaartwegen is veelal de directeur-generaal Rijkswaterstaat als bevoegde autoriteit aangewezen.

De bevoegde autoriteit dient vast te stellen welke kennis en vaardigheden verlangd worden om in aanmerking te komen voor (een toevoeging aan) een PEC. Dit besluit voorziet daarin.

’s-Gravenhage, 8 juli 2021

de directeur-generaal Rijkswaterstaat, M.C.A. Blom

Naar boven