Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 juli 2021, nr. MBO/28232269, houdende wijziging van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 in verband met een verhoging van de bekostigingsplafonds voor 2021 en 2022 en wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s in verband met een verhoging van het bekostigingsplafond voor 2021 en het verstrekken van aanvullende bekostiging in 2022

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.2.3, eerste, derde en vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING KWALITEITSAFSPRAKEN MBO 2019–2022

Artikel 4 van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt ‘€ 247.215.000,–’ vervangen door ‘€ 252.785.000,–’.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 206.011.000,–’ vervangen door ‘€ 210.652.000,–’.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 206.013.000,–’ vervangen door ‘€ 210.655.000,–’.

ARTIKEL II. WIJZIGING REGELING VERSTERKING VAN SALARISMIX LERAREN MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS IN DE RANDSTADREGIO’S

De Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4g wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 49.400.000,–’ vervangen door ‘€ 50.514.800,–’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 2.103.000,–’ vervangen door ‘€ 2.149.200,–’.

B

Na artikel 4g wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4h. Bedragen 2022

  • 1. Voor de instellingen die voldoen aan de vereisten in artikel 3 is in het kalenderjaar 2022 een totaalbedrag van € 50.514.800,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is voor het vbo-groen in het kalenderjaar 2022 een bedrag van € 2.149.200,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

  • 3. De verstrekking van de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, vindt plaats per kalenderjaar.

  • 4. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.

C

In artikel 6 wordt ‘In de daaropvolgende maand vindt de uitbetaling plaats’ vervangen door ‘Na de bekendmaking vindt de uitbetaling plaats’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarbij werkt artikel II, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Algemeen

I. Inleiding

Met deze regeling worden twee ministeriële regelingen gewijzigd: de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 en de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s.

De beschikbare budgetten in de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 worden verhoogd in verband met de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2021 in de voorjaarsnota 2021. Voor 2021 gaat het om het resultaatafhankelijk budget en voor 2022 om zowel het resultaatafhankelijk budget als het investeringsbudget.

Met de wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s worden de beschikbare bedragen voor de aanvullende bekostiging voor 2021 verhoogd en worden de beschikbare bedragen voor de aanvullende bekostiging voor 2022 vastgesteld.

II. Uitvoering en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en aan de Inspectie van het Onderwijs. Deze wijzigingsregeling is door hen uitvoerbaar en handhaafbaar verklaard.

III. Regeldruk

Aangezien er geen nieuwe (informatie)verplichtingen worden gecreëerd met deze wijziging, is naar verwachting geen sprake van regeldrukgevolgen.

IV. Vaste verandermomenten

Er wordt in deze regeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Dit heeft de volgende redenen.

De wijziging van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 dient zo snel mogelijk in werking te treden, zodat de beschikkingen tot het verstrekken van aanvullende bekostiging gebaseerd kunnen worden op de geactualiseerde bedragen. De beschikkingen tot het verlenen van het resultaatafhankelijke budget voor 2021 en het investeringsbudget voor 2022 worden namelijk in november 2021 genomen. Afwijking va de vaste verandermomenten en genoemde minimale invoeringstermijn is niet bezwaarlijk, omdat de wijzigingen louter begunstigend zijn voor de instellingen die de aanvullende bekostiging ontvangen.

De wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s dient eveneens zo snel mogelijk in werking te treden, waarvan artikel II, onderdeel A, bovendien met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. De beschikkingen tot het verstrekken van de aanvullende bekostiging voor 2021 zijn namelijk reeds in januari 2021 genomen en terugwerkende kracht maakt duidelijk dat de bedragen voor 2021 zijn geactualiseerd. Afwijking van de vaste verandermomenten en genoemde minimale invoeringstermijn is niet bezwaarlijk, omdat de instellingen op die manier zo snel mogelijk duidelijkheid hebben over wat zij voor 2021 en 2022 kunnen verwachten. Ook hier geldt bovendien dat de wijzigingen louter begunstigend voor de instellingen zijn.

Artikelsgewijs

Artikel I (wijziging Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 in verband met verhoging van de bekostigingsplafonds voor 2021 en 2022)

In artikel 4 zijn de bedragen voor 2021 en 2022 aangepast.

Voor 2021 gaat het om het resultaatafhankelijk budget. Dit wordt verhoogd van € 206.011.000,– naar € 210.652.000,–. De beschikkingen waarmee dit budget voor 2021 aan de instellingen wordt verstrekt, worden na de midterm-review genomen in november 2021 (zie artikel 10, vijfde en zesde lid, van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022).

Voor 2022 gaat het om een aanpassing van het investeringsbudget en het resultaatafhankelijke budget. Het investeringsbudget wordt verhoogd van € 247.215.000,– naar € 252.785.000,–. De beschikkingen waarmee dit budget voor 2022 aan de instellingen wordt verstrekt, worden eveneens genomen in november 2021 (zie artikel 8, negende lid, onder b). Het resultaatafhankelijk budget wordt verhoogd van € 206.013.000,– naar € 210.655.000,–. De beschikkingen waarmee dit budget voor 2022 aan de instellingen wordt verstrekt, worden binnen tien weken na de eindbeoordeling in november 2023 genomen (zie artikel 11, vijfde en zesde lid, en 12 tweede lid, van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022).

Artikel II, onderdeel A (wijziging Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s in verband met verhoging van het bekostigingsplafond voor 2021)

In artikel 4g zijn de bedragen voor 2021 aangepast. In januari 2021 zijn de beschikkingen tot het verstrekken van de aanvullende bekostiging voor 2021 reeds genomen. Daarom werkt dit onderdeel voor de duidelijkheid terug tot en met 1 januari 2021. Er zullen wijzigingsbeschikkingen worden genomen om de verhoging van de aanvullende bekostiging aan de instellingen te verstrekken.

Artikel II, onderdeel B (wijziging Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s in verband met het verstrekken van aanvullende bekostiging in 2022)

Er is een nieuw artikel 4h aan de regeling toegevoegd waarin de beschikbare bedragen voor het kalenderjaar 2022 zijn opgenomen. Er is in 2022 in totaal een bedrag van € 50.514.800,– beschikbaar voor de aanvullende bekostiging ter versterking van de salarismix op de mbo-instellingen. Daarnaast is in het kader van deze regeling voor agrarische opleidingscentra voor zover het betreft het in die instellingen verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs in 2022 in totaal een bedrag van € 2.149.200,– beschikbaar.

Artikel II, onderdeel C (wijziging Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s in verband met het betalingsritme)

In artikel 6 wordt de zinsnede ‘In de daaropvolgende maand vindt de uitbetaling plaats’ vervangen door ‘Na de bekendmaking vindt de uitbetaling plaats’. Op die manier kunnen de bekendmaking (vaststelling) van de hoogte van de aanvullende bekostiging en de eerste maandelijkse betaling allebei meteen in januari worden gedaan, overeenkomstig het betaalritme van de reguliere bekostiging. Dit stemt beter overeen met de uitvoeringspraktijk van DUO.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven