Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 juli 2021, nr. WJZ/21179144, tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen in verband met het vervallen van maatregelen ter preventie van hoogpathogene aviaire influenza

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 5.1, eerste lid, in samenhang met artikel 5.4 van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 3.4, 3.5, 3.8 en 3.9 vervallen.

B

Artikel 3.10, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het is bezoekers verboden een inrichting te betreden waar vogels commercieel worden gehouden.

C

De artikelen 3.12, 3.13 en 3.14 vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt 6 juli om 0:00 uur in werking.

Deze regeling wordt tevens met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juli 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Op 5 juli heeft de deskundigengroep dierziekten de situatie met betrekking tot het risico op hoogpathogene aviaire influenza (hierna: vogelgriep) geëvalueerd. De deskundigen hebben nu meer informatie over het verloop van de besmettingen met vogelgriep in Duitsland en België waar de ophokplicht is ingetrokken. Zij zien een dalende trend in besmettingen bij gehouden en wilde vogels in Nederland en ook in andere lidstaten van de Europese Unie en verwachten dat deze trend doorzet. De deskundigengroep verlaagt de inschatting van de kans van besmetting met vogelgriep van een pluimveebedrijf voor regio’s waar de ophokplicht al is ingetrokken van matig naar laag.

Daarom is de ophokplicht in de regio’s waar die tot dusverre nog gold, ingetrokken, zodat er nu nergens in Nederland meer een ophokplicht geldt. Ook het verbod op tentoonstellingen en wedstrijden, het bezoekverbod aan vogelverblijfplaatsen en de voorschriften over het vervoer van vogels vervallen. Dit betekent evenwel niet dat de kans op besmetting nu verwaarloosbaar is. Daarom blijft een aantal andere landelijke maatregelen vooralsnog in stand. Het gaat dan om de plicht voor de exploitant om bezoekers te registreren, de meldplicht bij verhoogde sterfte van bepaalde vogels, de voorschriften over het afdekken en aanbrengen van strooisel bij commercieel gehouden eenden en het naleven van het hygiëneprotocol op commerciële bedrijven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven