Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 8 juli 2021, nr. 3369841, tot wijziging van de Regeling modellen van akte gerechtelijke mededelingen

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 36h, vijfde lid, en 36i, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 3 van het Besluit kennisgeving gerechtelijke mededelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling modellen van akte gerechtelijke mededelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt na ‘artikel 36h, vijfde lid,’ ingevoegd ‘en artikel 36i, tweede lid,’.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust mede op artikel 36i, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

C

Aan de bijlage bij de Regeling modellen van akte gerechtelijke mededelingen worden de aan deze regeling toegevoegde bijlagen toegevoegd:

  • Akte van Uitreiking G

  • Akte van Uitreiking IP Na digitaal

  • Akte van Uitreiking NP Na digitaal

  • Vastlegging van elektronische overdracht EO

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 juli 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de bijlage bij de Regeling modellen van akte gerechtelijke mededelingen door middel van de toevoeging van vier modellen. De regeling voorzag niet in specifieke modellen voor de uitreiking van een gerechtelijke mededeling aan gedetineerden of voor elektronische overdracht van een gerechtelijke mededeling. Met deze wijziging worden modellen voor deze gevallen van uitreiking toegevoegd aan de regeling.

Het eerste model dat is toegevoegd is de ‘Akte van Uitreiking G’. Dit betreft de modelakte voor de uitreiking ex artikel 36e, eerste lid, onder a, Wetboek van Strafvordering van gerechtelijke mededelingen aan personen wiens vrijheid is ontnomen. Ten opzichte van de ‘Akte van Uitreiking IP’ verschilt dit model in zoverre dat deze enkel eenmalig wordt uitgereikt en indien de uitreiking niet slaagt wordt de ingevulde akte en de gerechtelijke mededeling teruggezonden naar het openbaar ministerie. Het openbaar ministerie zal vervolgens – na het eventueel corrigeren van foutieve dan wel achterhaalde gegevens – opnieuw trachten de gerechtelijke mededeling in persoon uit te reiken zolang de geadresseerde een persoon is wiens vrijheid is ontnomen.

Het model ‘Vastlegging van elektronische overdracht EO’ is opgesteld ex artikel 36i, tweede lid, Wetboek van Strafvordering. Van deze recente wettelijke mogelijkheid van betekening door elektronische overdracht is tot op heden nog geen gebruik gemaakt. Beoogd is hiermee in juli 2021 te starten via MijnOverheid. Indien de geadresseerde in MijnOverheid heeft aangegeven dat hij post van het openbaar ministerie digitaal wenst te ontvangen wordt dit model gehanteerd als er sprake is van elektronische overdracht van een gerechtelijke mededeling. Dit bericht wordt digitaal aangemaakt en bevat – anders dan de andere akten – geen mogelijkheid voor ondertekening door de geadresseerde. De mededeling is aan de geadresseerde betekend als de geadresseerde zich toegang heeft verschaft tot MijnOverheid.

In het geval de geadresseerde zich niet tijdig toegang verschaft tot MijnOverheid zal worden overgaan tot een niet-elektronische uitreiking door middel van het gebruik van de modellen ‘Akte van Uitreiking IP Na digitaal’ en ‘Akte van Uitreiking NP Na digitaal’. Het bericht blijft desondanks toegankelijk in MijnOverheid voor de geadresseerde. In tegenstelling tot de ‘Akte van Uitreiking IP’ en ‘Akte van Uitreiking NP’ wordt bij de ‘Akte van Uitreiking IP Na digitaal’ en ‘Akte van Uitreiking NP Na digitaal’ eenmalig gepoogd de gerechtelijke brief uit te reiken. In het geval deze uitreiking niet slaagt zal een niet-thuisbericht worden achtergelaten waarop de geadresseerde verwezen wordt naar het bericht met de gerechtelijke mededeling in MijnOverheid waarna de gerechtelijke mededeling uitgereikt wordt aan het openbaar ministerie krachtens artikel 36l, Wetboek van Strafvordering.

Om de geadresseerde voldoende tijd te bieden om van de gerechtelijke mededeling kennis te nemen wordt 28 dagen of – in het geval van een zitting van de politierechter – 21 dagen voor zitting overgegaan tot een niet-elektronische uitreiking. Deze termijnen zijn te kort om meermaals te trachten de mededeling uit te reiken en eventueel uit te reiken aan het openbaar ministerie. Derhalve wordt in dit geval de mededeling eenmalig aangeboden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven