Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Hoorn, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 8 juli 2021

DGKE-WO / 21178790

Procesverloop:

  • N.V. HVC (hierna: HVC) heeft per bericht ontvangen op 18 december 2017 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied is genaamd Hoorn en is gelegen in de provincie Noord-Holland, in de gemeenten Drechterland, Hoorn, Koggenland, Medemblik en Opmeer. De oppervlakte van het gebied is 74,51 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar;

  • de aanvraag is concurrerend ingediend op de op 21 september 2017 ingediende aanvraag opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied genaamd Midwoud;

  • in de Staatscourant van 28 februari 2018 (Staatscourant 2018, nr. 10906) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen op het open deel van het gebied Hoorn. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag zijn geen concurrerende aanvragen ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) per bericht van 3 september 2018 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 18-10.077);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK per bericht van 19 oktober 2018 advies uitgebracht (kenmerk: 18259136);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland (hierna: GS) heeft op verzoek van de Minister van EZK per bericht van 16 mei 2018 advies uitgebracht (kenmerk: 993369/1080046);

  • de Mijnraad heeft op verzoek van de Minister van EZK per bericht van 26 september 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19231146);

  • per bericht van 17 juni 2021 is de aanvraag opsporingsvergunning aardwarmte Midwoud dusdanig gewijzigd dat niet langer sprake is van concurrentie met de aanvraag Hoorn.

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan N.V. HVC (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Hoorn.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Noord-Holland, in de gemeenten Drechterland, Hoorn, Koggenland, Medemblik en Opmeer en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

127060,000

523320,000

2

129736,000

515820,000

3

140950,000

515820,000

4

138180,000

521680,000

5

133775,000

521680,000

6

132860,000

523320,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 74,51 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkplan dat onderdeel uitmaakt van de op 18 december 2017 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkplan de volgende voorwaarde in acht: zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de inspecteur-generaal der mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vijf jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven