Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 juli 2021, nummer 3389360, tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor vreemdelingen die voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië hun normale woon- of verblijfsplaats in Tigray hadden en vreemdelingen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs afkomstig uit overige gebieden in Ethiopië

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

Gelet op artikel 43, eerste lid, en artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • Overwegende dat naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie ten aanzien van vreemdelingen die voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië hun normale woon- of verblijfsplaats in Tigray hadden en vreemdelingen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs afkomstig uit overige gebieden in Ethiopië, en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of de aanvraag, zoals bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000, op een van de gronden genoemd in artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden ingewilligd;

  • Dat als gevolg hiervan een besluitmoratorium wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van onderhavig besluit en voor de duur van zes maanden, voor asielaanvragen van vreemdelingen die voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië hun normale woon- of verblijfsplaats in Tigray hadden, en vreemdelingen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs afkomstig uit overige gebieden in Ethiopië;

  • Dat in deze situatie voor vreemdelingen die voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië hun normale woon- of verblijfsplaats in Tigray hadden, en vreemdelingen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs afkomstig uit overige gebieden in Ethiopië tevens een vertrekmoratorium wordt ingesteld, eveneens voor de duur van zes maanden.

Besluit:

Artikel 1

Het besluitmoratorium alsmede het vertrekmoratorium worden ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van onderhavig besluit en voor de duur van zes maanden.

Artikel 2

De beslistermijn, bedoeld in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000, wordt op grond van artikel 43, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, verlengd met een jaar voor vreemdelingen die voorafgaande aan het vertrek uit Ethiopië hun normale woon- of verblijfsplaats in Tigray hadden, en vreemdelingen die behoren tot de groep etnisch Tigreeërs afkomstig uit overige gebieden in Ethiopië, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel.

Artikel 3

De verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, worden voor deze vreemdelingen voor de duur van het vertrekmoratorium niet beëindigd of worden opnieuw verleend op grond van artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 3, derde lid, aanhef en onder i, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers 2005.

Artikel 4

Artikel 2 en 3 van dit besluit zijn niet van toepassing indien artikel 1F van het VN-vluchtelingenverdrag van toepassing is, of indien artikel 30, eerste lid, artikel 30a, eerste lid, onder a, b, c of e of artikel 30c van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing zijn, of indien de aanvraag op grond van artikel 3.105c of 3.105e van het Vreemdelingenbesluit 2000 kan worden afgewezen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking een dag na publicatie in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven