Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 1 juli 2021, nr. WJZ/ 21170629, tot wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2019 en de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 in verband met de indexering van tarieven per 1 januari 2022

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel en artikel 2 van het Financieel besluit handelsregister 2014;

Besluit:

ARTIKEL I

De Financiële regeling handelsregister 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 2,35 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 2,40 per uittreksel’.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 2,70 per concernrelatie’ telkens vervangen door ‘€ 2,75 per concernrelatie’.

3. In onderdeel d wordt ‘€ 4,30 per inzage’ vervangen door ‘€ 4,35 per inzage’.

4. In onderdeel f wordt ‘€ 7,70 per document’ vervangen door ‘€ 7,80 per document’.

5. In onderdeel g wordt ‘minimaal € 2,70 en ten hoogste € 9,75 per inzage’ vervangen door ‘minimaal € 2,75 en ten hoogste € 9,85 per inzage’.

6. In onderdeel h wordt ‘€ 7,70 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 7,80 per uittreksel’.

7. In onderdeel i wordt ‘€ 2,50’ vervangen door ‘€ 2,55’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 15,40 per dossier’ vervangen door ‘€ 15,60 per dossier’.

b. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 51,30 per dossier’ vervangen door ‘€ 51,95 per dossier’.

c. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 15,40 euro per afschrift’ vervangen door ‘€ 15,60 per afschrift’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 15,40 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 15,60 per uittreksel’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 15,40 per dossier’ vervangen door ‘€ 15,60 per dossier’.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 7,70’ vervangen door ‘€ 7,80’.

b. In onderdeel b, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

c. In onderdeel c, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

d. In onderdeel d, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

e. In Onderdeel e, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

f. Onderdeel f wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 256,50 per opdracht’ vervangen door ‘€ 260 per opdracht’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

3°. In het zesde gedachtestreepje wordt ‘€ 153,90 per levering per rubriek’ vervangen door ‘€ 155,90 per levering per rubriek’.

g. Onderdeel g wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.026,– per aanvraag’ vervangen door ‘€ 1.040,– per aanvraag’.

2°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 1.026,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1.040,– per abonnement’.

3°. In het zevende gedachtestreepje wordt ‘€ 1.539,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1.560,– per abonnement’.

4°. In het achtste gedachtestreepje wordt ‘€ 256,60 per verzoek’ vervangen door ‘€ 260,– per verzoek’.

5°. In het negende gedachtestreepje wordt ‘€ 153,90 per levering per rubriek’ vervangen door ‘€ 155,90 per levering per rubriek’.

h. Onderdeel h wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 256,50’ vervangen door ‘€ 260,–’.

2°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 153,90 per levering per rubriek’ vervangen door ‘€ 155,90 per levering per rubriek’.

i. In onderdeel i, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1.026,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1.040,– per abonnement’.

j. In onderdeel j, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 256,50’ vervangen door ‘€ 260,–’.

k. Onderdeel k wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.026,– eenmalig’ vervangen door ‘€ 1.040,– eenmalig’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 2,35 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 2,40 per gegevenslevering’.

3°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 2,50 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 2,55 per gegevenslevering’.

l. In onderdeel l wordt ‘€ 5,15 per maand’ vervangen door ‘€ 5,20 per maand’.

m. Onderdeel m wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 82,10’ vervangen door ‘€ 83,15’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 256,50’ vervangen door ‘€ 260,–’.

3°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 1.026,–’ vervangen door ‘€ 1.040,–’.

2. In het derde lid wordt ‘€ 11,30 per download’ vervangen door ‘€ 11,45 per download’.

ARTIKEL II

Artikel 2, eerste lid, van de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 50,– per deelnemer’ vervangen door ‘€ 50,65 per deelnemer’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 50,– per deelnemer’ vervangen door ‘€ 50,65 per deelnemer’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 19,85’ vervangen door ‘€ 20,10’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 14,20’ vervangen door ‘€ 14,40’.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 220,– per carnet’ vervangen door ‘€ 222,85 per carnet’.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 11,65’ vervangen door ‘€ 11,80’.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 9,60’ vervangen door ‘€ 9,70’.

8. In onderdeel h wordt ‘‘€ 18,– per jaar’ vervangen door ‘€ 18,25 per jaar’.

9. In onderdeel j wordt ‘€ 28,– per vergunning’ vervangen door ‘€ 28,35 per vergunning’.

10. In onderdeel k wordt ‘€ 80,– per EU-Verklaring’ vervangen door ‘€ 81,05 per EU-Verklaring’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 juli 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 en de Financiële regeling handelsregister 2019. De wijzigingen houden verband met de voorgenomen indexering van de tarieven in beide regelingen per 1 januari 2022.

In de Financiële regeling handelsregister 2019 zijn de vergoedingen vastgesteld die verschuldigd zijn aan de Kamer van Koophandel voor het inzien of verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd. Met de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 worden vergoedingen vastgesteld die ondernemingen of rechtspersonen op uniforme wijze verschuldigd zijn voor het afnemen van niet-handelsregistergerelateerde producten die geleverd worden door de Kamer van Koophandel. Artikel 34, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel geeft hier een wettelijke basis voor.

2. Indexering

De Kamer van Koophandel hanteert een kostendekkend vergoedingenbeleid. De indexering is gebaseerd op de consumentenprijsindex van 2020 en bedraagt gemiddeld 1,3 procent. Dit percentage is lager dan de tariefsverhogingen van andere overheidsinstellingen. Zo heeft bijvoorbeeld de Dienst Wegverkeer (RDW) de tarieven verhoogd met 3,4 procent en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) met 1,7 procent in 2021.

Een aantal tarieven van de producten is niet aangepast:

  • tarieven van de Legal Entity Identifier (LEI); deze worden halfjaarlijks herijkt in lijn met de afspraken met de Global Legal Entity Identifier Foundation (GLEIF);

  • tarieven die dusdanig laag zijn dat de indexering zou leiden tot een tarief in tienden of honderdsten centen, bijvoorbeeld € 0,03118 per record.

Daarnaast is een aantal producten geïndexeerd met een tarief dat afwijkt van 1,3 procent. Dit is gebeurd om de afronding van tarieven te laten uitkomen op hele euro’s of 5 cent.

3. Regeldruk

De onderhavige actualisatie van beide regelingen brengt geen verandering in de administratieve lasten bij de gebruikers van dit product. Tarieven vallen bovendien niet onder de definitie van regeldruk. Derhalve is hier geen sprake van administratieve lasten voor bedrijven of burgers, en evenmin van inhoudelijke nalevingskosten.

4. Notificatie

De regeling wordt conform Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (de Dienstenrichtlijn, PbEU 2006, L 376/36) voorgelegd aan de Europese Commissie. Het gaat om de kennisgeving van het vaststellen van vaste minimum- en maximumtarieven in de zin van artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van de Dienstenrichtlijn. Voor die kennisgeving geldt dat de notificatie uiterlijk na de vaststelling van de regeling dient te geschieden. De notificatie betreft overigens alleen de wijzigingen doorgevoerd in de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015; de tarieven in de Financiële regeling handelsregister 2019 worden gekwalificeerd als retributies en de wijziging daarvan is daarom uitgezonderd van de notificatie.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, en inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de regeling gepubliceerd dienen te worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven