Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 1 juli 2021, nr. WJZ/ 21159517, tot wijziging en vijfde openstelling van de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de maanden januari, februari en maart van 2021’ vervangen door ‘de maanden april, mei en juni van 2021’.

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door ‘1 april 2019’ en wordt ‘de maanden januari, februari en maart van 2019’ vervangen door ‘de maanden april, mei en juni van 2019’.

b. In onderdeel b wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door ‘1 april 2019’.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘de periode van april, mei en juni van 2021’ vervangen door ‘de periode van juli, augustus en september van 2021’.

C

In artikel 5, tweede lid, onderdeel f, wordt ‘de maanden januari, februari en maart van 2021’ vervangen door ‘de maanden april, mei en juni van 2021’.

D

In artikel 6, eerste lid, wordt ‘de periode van 3 mei 2021 tot en met 31 juli 2021’ vervangen door ‘de periode van 3 augustus 2021 tot en met 31 oktober 2021’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 juli 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

De Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES (hierna: de regeling) biedt ondernemingen gevestigd op Caribisch Nederland een subsidie voor de vaste lasten. Doel is dat getroffen ondernemingen, die 30 procent of meer omzetverlies hebben, hiermee over voldoende liquide middelen beschikken om de vaste lasten te kunnen blijven betalen en hun onderneming draaiende te houden. De subsidie wordt berekend aan de hand van het omzetverlies van de onderneming. De subsidie die op grond van de regeling wordt verleend wordt bovendien vrijgesteld van belastingheffing. De regeling is reeds viermaal opengesteld, voor de maanden juni tot en met september 2020, de maanden oktober tot en met december 2020, de maanden januari tot en met maart 2021 en de maanden april tot en met juni 2021.

Onderhavige wijzigingsregeling voorziet in een vijfde openstelling van de regeling, zoals reeds aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 27 mei 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 314) over het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal 2021. Deze brief benoemt het uitgangspunt dat voor Caribisch Nederland een vergelijkbare benadering wordt gekozen als voor Europees Nederland, rekening houdend met de lokale situatie. Daarom is besloten om de regeling voor een nieuwe periode open te stellen onder dezelfde voorwaarden als de vorige periode, in lijn met Europees Nederland. De vijfde openstelling loopt van 3 augustus 2021 tot en met 31 oktober 2021 en ziet op de maanden juli, augustus en september van 2021. Deze wijzigingsregeling bevat geen subsidieplafond, waarmee de Minister van Financiën overeenkomstig artikel 3, derde lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies heeft ingestemd.

2. Vijfde openstelling van de regeling

Voor de vijfde openstelling is, zoals reeds toegelicht in de Kamerbrief van 27 mei 2021, besloten geen inhoudelijke aanpassingen in de subsidievoorwaarden door te voeren.

De vijfde openstelling van de regeling ziet op de maanden juli, augustus en september van 2021 (artikel 2, eerste lid, van de regeling, gewijzigd middels artikel I, onderdeel B, van deze wijzigingsregeling).

De periode aan de hand waarvan het omzetverlies wordt bepaald, is in lijn daarmee aangepast. De omzet in de periode april, mei en juni van 2021 vormt de basis voor de berekening van het percentage omzetverlies (artikel 1, tweede lid, van de regeling, gewijzigd middels artikel I, onderdeel A, onder 1, van deze wijzigingsregeling). Bij de aanvraag moet deze omzet worden opgegeven (artikel 5, tweede lid, onderdeel f, van de regeling, gewijzigd middels artikel I, onderdeel C, van deze wijzigingsregeling).

Ook de referentieperiode is anders, namelijk april, mei en juni van 2019 (artikel 1, derde lid, onderdeel a, van de regeling, gewijzigd middels artikel I, onderdeel A, onder 2, subonderdeel a, van deze wijzigingsregeling). Net als in de oorspronkelijke regeling bevat de gewijzigde regeling een voorziening voor ondernemingen die na aanvang van de referentieperiode zijn gestart, dus na 1 april 2019 (maar uiterlijk 13 maart 2020). Voor deze groep gelden alternatieve referentieperiodes (artikel 1, derde lid, onderdelen b en c, van de regeling, gewijzigd middels artikel I, onderdeel A, onder 2, subonderdeel b, van deze wijzigingsregeling).

De vijfde openstelling zal plaatsvinden van 3 augustus 2021 tot en met 31 oktober 2021 (artikel 6, eerste lid, van de regeling, gewijzigd middels artikel I, onderdeel D, van deze wijzigingsregeling).

3. Regeldruk

De regeldruk voor de aanvrager behelst het kennisnemen van de subsidieregeling en het invullen van de aanvraag. Doordat de aanvrager mogelijk eerder al een aanvraag heeft gedaan voor een of meerdere van de eerdere openstellingen, wordt ervan uitgegaan dat het kennisnemen van de regeling en het invullen van de aanvraag in totaal een half uur tijd per onderneming kost. Uitgaande van 650 ondernemingen die, tegen een gemiddeld uurtarief van USD 21,50, een aanvraag zullen doen, komen de regeldrukkosten voor de ondernemingen uit op circa USD 7.000.

Tevens dient voor aanvragen met een subsidiebedrag boven de USD 6.000 een verklaring overlegd te worden van een onafhankelijk en ter zake deskundig persoon over de getrouwheid van de opgaven. Ervan uitgaande dat 50 procent van de aanvragen een subsidie van boven de USD 6.000 betreft, betekent dat dat er voor 325 ondernemingen aanvullende regeldrukkosten zijn van 0,75 uur. De totale regeldrukkosten komen daarmee uit op USD 12.240.

4. Staatssteun

Caribisch Nederland wordt, evenals de Caribische landen binnen het Koninkrijk, vanuit Europeesrechtelijk perspectief, gekwalificeerd als landen en gebieden overzee (LGO). Voor de LGO geldt op grond van het LGO-besluit (Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (PbEU 2013, L 344)) een bijzonder regime. De LGO maken geen deel uit van de interne markt van de Europese Unie. Dit brengt onder meer met zich dat voor de LGO de staatssteunregels niet gelden. Dat betekent dat de staatssteunregels dus ook niet voor Caribisch Nederland gelden. Dit is alleen anders wanneer er subsidie vanuit Nederland wordt verstrekt voor ondernemingen in Caribisch Nederland, voor zover dit gevolgen kan hebben op de interne markt.

Enkel ondernemingen die gevestigd zijn op Bonaire, Saba en Sint Eustatius komen in aanmerking voor de subsidie. Of een onderneming gevestigd is op Bonaire, Saba of Sint Eustatius of buiten de BES-eilanden, wordt beoordeeld naar de omstandigheden van het geval (zie ook artikel 1.5 van de Belastingwet BES). Daarbij wordt onder meer gekeken naar de plaats van het hoofdkantoor, de plaats waar de leiding is gevestigd en de plaats waar de kern van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt. De regeling is namelijk alleen bedoeld voor ondernemers die daadwerkelijk gevestigd zijn op de BES-eilanden, en dus ook voornamelijk daar deelnemen aan het economisch verkeer. Dit zijn allen mkb-ondernemingen, die over het algemeen geen activiteiten verrichten op de interne markt van de Europese Unie. Gelet op het soort ondernemingen dat in aanmerking komt voor subsidie en de hoogte van de subsidie, leidt de subsidie, voor zover er al sprake zou zijn van enige activiteit op de interne markt, niet tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer en vervalst deze niet de mededinging binnen de interne markt. Derhalve is er geen sprake van staatssteun als bedoeld in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

5. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst (artikel II van deze wijzigingsregeling). Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten. Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat een snelle inwerkingtreding aanmerkelijke nadelen voor de doelgroep voorkomt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven