De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 4.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling aanwijzing getuigschrift voor onderwijsondersteunende werkzaamheden van
instructeurs beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c vervalt 'en'.
2. Aan onderdeel d worden de volgende twee subonderdelen toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021.
TOELICHTING
I. Algemeen
De regeling wijst getuigschriften aan waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de vastgestelde
bekwaamheidseisen, als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel,
voor ondersteunend onderwijspersoneel in het beroepsonderwijs, veelal aangeduid als
instructeurswerkzaamheden.
In artikel 2, onderdeel d, van de regeling zijn de getuigschriften opgenomen van de
associate degree (hierna AD) opleidingen in het hoger onderwijs die gericht zijn op
het beroep van onderwijsondersteuner/instructeur. Lerarenopleidingen hebben in overleg
met mbo-instellingen twee nieuwe AD-trajecten ontwikkeld die gericht zijn op het beroep
van instructeur. Deze nieuwe AD-trajecten vallen met deze wijziging onder de reikwijdte
van deze regeling, zodat afgestudeerden van deze AD-trajecten in het mbo instructeurswerkzaamheden
mogen verrichten. Door toevoeging van de twee nieuwe AD trajecten Didactisch Educatief
Professional en Educatief Professional Beroepsonderwijs sluit de regeling aan bij
het actuele aanbod voor opleidingen die leiden tot de bekwaamheidseisen instructeur.
Voor beide opleidingen geldt dat uit de aanvraag Toets Nieuwe Opleidingen en de bevindingen
van de NVAO bij uitvoeren van deze toets blijkt dat deze opleidingen ook opleiden
tot de bekwaamheidseisen instructeur mbo.
Daarnaast is er ook de specialistenopleiding ‘Instructeur mbo’, waarvan de afgestudeerden
eveneens voldoen aan de bekwaamheidseisen voor de instructeur mbo. Bij het tot stand
komen van de regeling moest de specialistenopleiding ‘instructeur beroepsonderwijs’
nog ontwikkeld worden. Ondertussen heeft de SBB deze opleiding ontwikkeld en is de
opleiding opgenomen in het CREBO-register. Hierbij zijn de bekwaamheidseisen voor
de instructeur in het mbo de basis geweest. Deze opleiding richt zich niet op een
specifiek opleidingsdomein of kwalificatiedossier. Er is kortom geen sprake van een
vakinhoudelijke component, maar wel van pedagogische en didactische bekwaamheden.
Daarom is de grondslag voor dit diploma artikel 3.10 van het Besluit bekwaamheidseisen
onderwijspersoneel. De opleiding voldoet aan die bepaling, maar kan om wetstechnische
redenen niet in de regeling zelf worden opgenomen. Dit omdat laatstgenoemde bepaling
haar grondslag vindt in artikel 4.2.1, eerste lid, onderdeel d, WEB, en daar is geen
doordelegatie naar het niveau van een ministeriele regeling toegestaan. Echter, overeind
staat dat met een diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs
(WEB), van een met goed gevolg afgelegd examen van de beroepsopleiding ‘Instructeur
mbo’ met het crebonummer 25575 wordt voldaan aan de pedagogische en didactische bekwaamheidseisen
voor instructeurswerkzaamheden. Ingevolge artikel 3.10 van het Besluit bekwaamheidseisen
onderwijspersoneel is de afweging of betrokkene vakinhoudelijk voldoende bekwaam is
voor de beoogde instructeurswerkzaamheden in dat geval overgelaten aan het bevoegd
gezag van de mbo-instelling.
Doordat er een limitatieve opsomming van opleidingen in de regeling is opgenomen zijn,
bij het ontwikkelen van nieuwe instructeursopleidingen, steeds opnieuw aanpassingen
nodig in de regeling. Met deze wijziging sluit de regeling weer aan bij het aanbod
van AD-trajecten en mbo-opleidingen die opleiden tot de bekwaamheidseisen instructeur
mbo.
Onderzocht is of een meer generieke formulering van de regeling mogelijk is. Hiermee
zou dan voorkomen worden dat elke keer als er een nieuwe CREBO- of CROHO-opleiding
bijkomt die opleidt tot de bekwaamheidseisen instructeur mbo, wijzigingen in de regeling
nodig zijn. Een dergelijke generieke formulering vraagt waarschijnlijk ook aanpassingen
in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, de WEB en de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dergelijke aanpassingen kosten meer tijd.
Om ondertussen toch te zorgen voor sluitende regelgeving is er nu voor gekozen om
vooralsnog alleen de nieuwe opleidingen toe te voegen.
II. Uitvoering en handhaafbaarheid
In het kader van de totstandkoming van deze regeling is deze ter consultatie voorgelegd
aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, de Inspectie van het Onderwijs, en de Auditdienst
Rijk. Hieruit is gebleken dat deze wijziging geen invloed heeft op de uitvoering en
handhaafbaarheid.
III. Regeldruk
Er komen met deze wijziging geen veranderingen in de regeldruk.
IV. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021. Met dit tijdstip wordt
deels voldaan aan het kabinetsbeleid voor vaste verandermomenten. Het is alleen niet
gelukt de regeling ten minste twee maanden voor inwerkingtreding te publiceren in
de Staatscourant. De onderwijsinstellingen zijn echter wel op de hoogte van deze wijzigingsregeling.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven