Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 juli 2021, nr. 28570832, houdende wijziging van de Regeling aanwijzing getuigschrift voor onderwijsondersteunende werkzaamheden van instructeurs beroepsonderwijs in verband met het toevoegen van nieuwe associate degree opleidingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing getuigschrift voor onderwijsondersteunende werkzaamheden van instructeurs beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c vervalt 'en'.

2. Aan onderdeel d worden de volgende twee subonderdelen toegevoegd, luidende:

  • xv. 80166 Ad Didactisch Educatief Professional

  • xvi. 80167 Ad Educatief Professional Beroepsonderwijs

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

I. Algemeen

De regeling wijst getuigschriften aan waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de vastgestelde bekwaamheidseisen, als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, voor ondersteunend onderwijspersoneel in het beroepsonderwijs, veelal aangeduid als instructeurswerkzaamheden.

In artikel 2, onderdeel d, van de regeling zijn de getuigschriften opgenomen van de associate degree (hierna AD) opleidingen in het hoger onderwijs die gericht zijn op het beroep van onderwijsondersteuner/instructeur. Lerarenopleidingen hebben in overleg met mbo-instellingen twee nieuwe AD-trajecten ontwikkeld die gericht zijn op het beroep van instructeur. Deze nieuwe AD-trajecten vallen met deze wijziging onder de reikwijdte van deze regeling, zodat afgestudeerden van deze AD-trajecten in het mbo instructeurswerkzaamheden mogen verrichten. Door toevoeging van de twee nieuwe AD trajecten Didactisch Educatief Professional en Educatief Professional Beroepsonderwijs sluit de regeling aan bij het actuele aanbod voor opleidingen die leiden tot de bekwaamheidseisen instructeur. Voor beide opleidingen geldt dat uit de aanvraag Toets Nieuwe Opleidingen en de bevindingen van de NVAO bij uitvoeren van deze toets blijkt dat deze opleidingen ook opleiden tot de bekwaamheidseisen instructeur mbo.

Daarnaast is er ook de specialistenopleiding ‘Instructeur mbo’, waarvan de afgestudeerden eveneens voldoen aan de bekwaamheidseisen voor de instructeur mbo. Bij het tot stand komen van de regeling moest de specialistenopleiding ‘instructeur beroepsonderwijs’ nog ontwikkeld worden. Ondertussen heeft de SBB deze opleiding ontwikkeld en is de opleiding opgenomen in het CREBO-register. Hierbij zijn de bekwaamheidseisen voor de instructeur in het mbo de basis geweest. Deze opleiding richt zich niet op een specifiek opleidingsdomein of kwalificatiedossier. Er is kortom geen sprake van een vakinhoudelijke component, maar wel van pedagogische en didactische bekwaamheden. Daarom is de grondslag voor dit diploma artikel 3.10 van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. De opleiding voldoet aan die bepaling, maar kan om wetstechnische redenen niet in de regeling zelf worden opgenomen. Dit omdat laatstgenoemde bepaling haar grondslag vindt in artikel 4.2.1, eerste lid, onderdeel d, WEB, en daar is geen doordelegatie naar het niveau van een ministeriele regeling toegestaan. Echter, overeind staat dat met een diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), van een met goed gevolg afgelegd examen van de beroepsopleiding ‘Instructeur mbo’ met het crebonummer 25575 wordt voldaan aan de pedagogische en didactische bekwaamheidseisen voor instructeurswerkzaamheden. Ingevolge artikel 3.10 van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel is de afweging of betrokkene vakinhoudelijk voldoende bekwaam is voor de beoogde instructeurswerkzaamheden in dat geval overgelaten aan het bevoegd gezag van de mbo-instelling.

Doordat er een limitatieve opsomming van opleidingen in de regeling is opgenomen zijn, bij het ontwikkelen van nieuwe instructeursopleidingen, steeds opnieuw aanpassingen nodig in de regeling. Met deze wijziging sluit de regeling weer aan bij het aanbod van AD-trajecten en mbo-opleidingen die opleiden tot de bekwaamheidseisen instructeur mbo.

Onderzocht is of een meer generieke formulering van de regeling mogelijk is. Hiermee zou dan voorkomen worden dat elke keer als er een nieuwe CREBO- of CROHO-opleiding bijkomt die opleidt tot de bekwaamheidseisen instructeur mbo, wijzigingen in de regeling nodig zijn. Een dergelijke generieke formulering vraagt waarschijnlijk ook aanpassingen in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, de WEB en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dergelijke aanpassingen kosten meer tijd. Om ondertussen toch te zorgen voor sluitende regelgeving is er nu voor gekozen om vooralsnog alleen de nieuwe opleidingen toe te voegen.

II. Uitvoering en handhaafbaarheid

In het kader van de totstandkoming van deze regeling is deze ter consultatie voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, de Inspectie van het Onderwijs, en de Auditdienst Rijk. Hieruit is gebleken dat deze wijziging geen invloed heeft op de uitvoering en handhaafbaarheid.

III. Regeldruk

Er komen met deze wijziging geen veranderingen in de regeldruk.

IV. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021. Met dit tijdstip wordt deels voldaan aan het kabinetsbeleid voor vaste verandermomenten. Het is alleen niet gelukt de regeling ten minste twee maanden voor inwerkingtreding te publiceren in de Staatscourant. De onderwijsinstellingen zijn echter wel op de hoogte van deze wijzigingsregeling.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven