Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging algemene aangelegenheden Kadaster 2021

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    a. de Dienst:

    de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;

    b. het bestuur:

    het bestuur van de Dienst;

    c. directeur:

    de directeur bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Reglement inrichting organisatie Kadaster 2021;

    d. de raad van toezicht:

    de raad van toezicht van de Dienst

    e. stafhoofd:

    hoofd van de stafafdeling Bestuur en Strategie bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Reglement inrichting organisatie Kadaster 2021.

Artikel 2. Verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan directeuren en stafhoofd

Onverminderd het Besluit verlening volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2021, de Regeling archiefbeheer Kadaster en het elders in dit besluit bepaalde, wordt met betrekking tot aan het bestuur bij wettelijk voorschrift toegekende bevoegdheden tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling, mandaat, volmacht en machtiging verleend aan elk van de directeuren en het stafhoofd, ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door het bestuur.

Artikel 3. Van mandaat uitgesloten bevoegdheden

Aan het bestuur blijft exclusief voorbehouden de bevoegdheid tot:

  • a. het nemen van beslissingen die op grond van artikel 13 van de Organisatiewet Kadaster onderworpen zijn aan de goedkeuring dan wel instemming van de raad van toezicht;

  • b. het nemen van besluiten van algemene strekking, waaronder het vaststellen van beleidsregels;

  • c. het op grond van artikel 110 van de Kadasterwet nemen van een besluit op verzoeken tot vrijstelling, vermindering of teruggaaf van kadastraal recht, waarvoor geen beleidsregel of door het bestuur geaccordeerde gedragsregel bestaat;

  • d. het nemen van beslissingen op bezwaarschriften.

Artikel 4. Overige uitgesloten bevoegdheden en begrenzing mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Een directeur of het stafhoofd is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot hemzelf.

  • 2. Een directeur of het stafhoofd is niet bevoegd een besluit met een mogelijke precedentwerking te nemen. Een directeur of het stafhoofd legt een besluit als bedoeld in de eerste zin steeds aan het bestuur ter beslissing voor. De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing op een privaatrechtelijke rechtshandeling en een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling.

  • 3. Een directeur of het stafhoofd oefent zijn mandaat, volmacht en machtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn eenheid vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, de bestendige uitvoeringspraktijk van de Dienst en de bepalingen vermeld in dit besluit.

  • 4. Het nemen van besluiten of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door een directeur of het stafhoofd met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt met inachtneming van de aan hem toegekende budgetten op basis van het geldende jaarplan. Daarbij is een directeur of het stafhoofd bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot een bedrag van maximaal € 500.000, inclusief BTW zo die verschuldigd is, per verplichting, voor zover niet anders is bepaald met betrekking tot specifieke kosten dan wel investeringen.

Artikel 5. Aanwijzingen

  • 1. Met betrekking tot de uitoefening van het mandaat, de volmacht en de machtiging door een directeur of het stafhoofd kan het bestuur algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

  • 2. Een directeur of het stafhoofd is, indien het eerste lid toepassing heeft gevonden, gehouden de algemene en bijzondere aanwijzingen van het bestuur op te volgen.

Artikel 6. Ondervolmacht en ondermachtiging

  • 1. Een directeur of het stafhoofd is bevoegd aan functionarissen die onder hem ressorteren, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden die aan hem zijn toevertrouwd op grond van artikel 2.

  • 2. De uitoefening van de in het eerste lid genoemde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van de door het bestuur gegeven aanwijzingen.

  • 3. Een directeur of het stafhoofd kan aan de in het eerste lid genoemde functionarissen met betrekking tot de uitoefening van de ondervolmacht en ondermachtiging algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

  • 4. De directeur of het stafhoofd is gehouden toe te zien op de naleving van dit besluit en van de algemene en bijzondere aanwijzingen, bedoeld in artikel 5 en het derde lid van dit artikel, door degene aan wie hij ondervolmacht en ondermachtiging heeft verleend.

  • 5. De directeur of het stafhoofd die ondervolmacht en ondermachtiging verleent, doet dit schriftelijk. Hij draagt zorg voor bekendmaking van het verlenen van ondervolmacht en ondermachtiging door publicatie in de Staatscourant.

  • 6. De directeur of het stafhoofd kan een register aanleggen met betrekking tot door hem verleende ondervolmachten en ondermachtigingen.

Artikel 7. Vervangingsregeling

  • 1. Directeuren kunnen bij belet worden vervangen door een mededirecteur, de adjunct-directeur of een rechtstreeks onder de directeur ressorterende functionaris.

  • 2. De mededirecteur, adjunct-directeur of rechtstreeks onder de directeur ressorterende functionaris bedoeld in het eerste lid, kan met goedkeuring van het bestuur de bevoegdheden toekomend aan de te vervangen directeur uitoefenen.

  • 3. Het stafhoofd kan bij belet worden vervangen door een rechtstreeks onder het stafhoofd ressorterende manager. De rechtstreeks onder het stafhoofd ressorterende manager kan met goedkeuring van het bestuur de bevoegdheden toekomend aan het te vervangen stafhoofd uitoefenen.

Artikel 8. Intrekking eerdere regeling

Het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging niet-personele aangelegenheden Kadaster 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2021.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging algemene aangelegenheden Kadaster 2021.

Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Apeldoorn, 28 juni 2021

Raad van Bestuur, F.L.V.P.L. Tierolff

M.H.T. Jansen

TOELICHTING

Het gebruik van data wordt in de huidige informatiesamenleving steeds belangrijker en dit verandert verhoudingen tussen maatschappelijke en zakelijke partijen. Dit heeft invloed op de wijze waarop het Kadaster zijn taken uitvoert. Om als Kadaster maatschappelijke meerwaarde te (blijven) bieden, transformeert het Kadaster steeds meer naar een datagerichte organisatie. Dit vergt aanpassing van de organisatie waaronder een (her)verdeling van het takenpakket van het Kadaster en aanpassing van de topstructuur.

Per 1 juli 2021 kent het Kadaster vijf directies, zoals genoemd in artikel 2 van het Reglement inrichting organisatie Kadaster 2021. Naast de directies kent het Kadaster tevens een stafdeling Bestuur en Strategie. De stafafdeling functioneert primair als een ondersteunende eenheid voor het bestuur en richt zich daarbij op integraliteit en doorontwikkeling van strategie, besturing en positionering en een effectieve advisering en ondersteuning van de besluitvorming door het bestuur.

De stafafdeling staat onder leiding van een stafhoofd. In dit besluit worden de bevoegdheden van de directeuren én het stafhoofd vastgelegd. In beginsel heeft het stafhoofd dezelfde bevoegdheden als een directeur, behoudens de positie van het stafhoofd in de besluitvorming door het bestuur. Dit is vastgelegd in het Reglement van de Raad van Bestuur Kadaster 2021.

Gelet op het moment van wijziging van de inrichting van de organisatie, wordt voor de inwerkingtreding van dit besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 juli 2021.

Raad van Bestuur, F.L.V.P.L. Tierolff

M.H.T. Jansen

Naar boven