Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juni 2021, nr. 2021-0000099229, tot wijziging van Bijlage XIII van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/983

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op Richtlijn (EU) 2019/983 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk, en artikel 4.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage XIII, behorend bij artikel 4.19, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenregeling, Lijst van wettelijke grenswaarden op grond van de artikelen 4.3, eerste lid, en 4.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, wordt als volgt gewijzigd:

A

In Onderdeel A. Lijst met wettelijke grenswaarden, vervalt de rij Formaldehyde.

B

Onderdeel B. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, Paragraaf B1. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, vastgesteld op basis van het drempelwaarde-effect, wordt als volgt gewijzigd:

1. De volgende rijen worden in alfabetische volgorde ingevoegd:

Beryllium en anorganische beryllium-verbindingen

 

0,00063

 

H

Formaldehyde

50-00-0

0,154

0,5

 

2. De rij Cadmium en anorganische cadmiumverbindingen (als Cd) komt te luiden:

Cadmium en anorganische cadmium-verbindingen (als Cd)

 

0,001

   

3. Na voetnoot 2 worden twee voetnoten ingevoegd luidende:

  • 3. Sensibilisatie van de huid en de luchtwegen

  • 4. Sensibilisatie van de huid

C

Onderdeel B. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, Paragraaf B2. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, vastgesteld volgens de risicobenadering, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij 2,2’-Dichloor-4,4’- komt te luiden:

2,2’-Dichloor-4,4’-methyleendianiline

101-14-4

0,01

 

H

2. De rij Methyleendianiline vervalt.

ARTIKEL II

In Bijlage XIII, behorend bij artikel 4.19, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenregeling, Lijst van wettelijke grenswaarden op grond van de artikelen 4.3, eerste lid, en 4.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, Onderdeel B. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, Paragraaf B1. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, vastgesteld op basis van het drempelwaarde-effect, komt de rij Beryllium en anorganische beryllium-verbindingen te luiden:

Beryllium en anorganische beryllium-verbindingen

 

0,0002

 

H3

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I, onderdelen A, B, onder 1 en 3, en C, treedt in werking met ingang van 11 juli 2021.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, onder 2, treedt in werking met ingang van 11 juli 2027.

  • 3. Artikel II treedt in werking met ingang van 11 juli 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 juni 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Deze wijziging van bijlage XIII van de Arbeidsomstandighedenregeling betreft de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/983 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (PbEU 2019, L 164).

EU Richtlijn 2019/983 (hierna de Richtlijn) wijzigt bijlage III van Richtlijn 2004/37/EG. Door middel van deze wijziging zijn voor vijf stoffen en stofgroepen nieuwe grenswaarden opgenomen. Het gaat hierbij om 'cadmium en de anorganische verbindingen daarvan (hierna cadmium)', 'beryllium en de anorganische verbindingen daarvan (hierna beryllium)', 'arseenzuur en zouten daarvan, alsook anorganische arseenverbindingen (hierna arseen)', formaldehyde en 4,4’- Methylene-bis (2-chlooraniline) (synoniem voor 2,2’-Dichloor-4,4’-methyleendianiline. Hierna MOCA). Daarnaast is een huidnotitie vastgesteld voor MOCA, sensibilisatie van de huid en luchtwegen voor beryllium en sensibilisatie van de huid voor formaldehyde. Een huidnotatie geeft aan dat huidblootstelling aanzienlijk kan bijdragen aan de totale belasting van het lichaam. Sensibilisatie wil zeggen dat het lichaam gevoelig kan worden voor het specifieke allergeen.

De grenswaarden zijn zogenoemde Binding Occuptional Exposure Limits (BOELs). Dit betekent dat lidstaten verplicht worden voor deze stoffen een grenswaarde vast te stellen. De grenswaarde mag wel strenger, maar niet soepeler zijn dan de waarde van de BOEL.

Bij de implementatie zijn de grenswaarden gesteld conform het nationale beleid voor het stellen van grenswaarden voor carcinogene stoffen. Dat betekent dat voor alle stoffen naar de wetenschappelijke onderbouwing voor de vaststelling van een grenswaarde is gekeken. Waar een recent Gezondheidsraadadvies voorhanden is, is dat de basis voor de vaststelling van de grenswaarde. Ook recente adviezen van de Europese wetenschappelijke adviescomités SCOEL en RAC zijn als basis gebruikt. Daarnaast is het uitgangspunt gehanteerd dat voor stoffen waarvan aangetoond is dat zij een drempelwaarde hebben, de grenswaarde wordt gesteld op deze waarde.

Wanneer het gaat om een carcinogene stof zonder drempelwaarde, is de risicobenadering toegepast en is de grenswaarde zo mogelijk gebaseerd op het streefrisiconiveau (1 x 10-6 per jaar) dat voor iedere specifieke stof wetenschappelijk is bepaald. Hierbij is, na het wetenschappelijke advies, tevens een advies van de SER (Subcommissie Grenswaarden voor Stoffen op het Werk) over de haalbaarheid het uitgangspunt. Indien een grenswaarde op streefrisiconiveau volgens de SER niet haalbaar is, wordt de grenswaarde hoger vastgesteld, waarbij het uitgangspunt is dat een maximaal risico van 1x10-4 per jaar (het verbodsrisiconiveau) niet wordt overschreden. Tevens wordt in deze gevallen periodiek geëvalueerd of de grenswaarde verder omlaag kan richting het streefrisiconiveau.

In totaal worden er nu nieuwe grenswaarden geïmplementeerd voor beryllium en wordt de grenswaarde voor MOCA verlaagd. Voor arseen en formaldehyde heeft Nederland grenswaarden die strenger zijn, en voor cadmium heeft Nederland een grenswaarde die gelijk is aan de grenswaarde uit de Richtlijn.

Beryllium is toegevoegd aan de B1. Lijst en daarvoor is een nieuwe grenswaarde geïntroduceerd inclusief een notatie voor sensibilisatie van de huid en luchtwegen. Er is voor gekozen om de grenswaarde uit de Richtlijn te implementeren gebaseerd op het onderliggende SCOEL advies (SCOEL/REC/175), uitgaande van een drempelwaarde. Hiermee wordt voldaan aan de verplichting voortkomend uit de Richtlijn. Op korte termijn blijkt het moeilijk om aan een grenswaarde van 0,0.002 mg/m3 te voldoen, daarom is er een overgangsperiode (5 jaren) ingesteld waarin een grenswaarde van 0,0.006 mg/m3 van toepassing is.

Voor MOCA is de grenswaarde uit de Richtlijn overgenomen wat een verlaging betekent van de Nederlandse grenswaarde. De grenswaarde uit de Richtlijn is gebaseerd op het onderliggende RAC advies (ECHA/RAC/A77-O-0000001412-86-147/F). Het bleek voor MOCA niet mogelijk om een drempelwaarde af te leiden. Daarom blijft MOCA staan op de B2. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, vastgesteld volgens de risicobenadering. Een huidnotatie was al toegevoegd dus op dit punt is geen implementatie meer nodig.

Voor arseen, formaldehyde en cadmium geldt dat de vigerende nationale grenswaarde al strenger of even streng is als de in de Richtlijn voorgeschreven grenswaarde, gebaseerd op adviezen van de Gezondheidsraad en de SER Subcommissie GSW. Daarmee is voor deze stoffen op dit punt geen implementatie meer nodig. Wel is formaldehyde verplaatst van A. Lijst met wettelijke grenswaarden naar B1. Lijst met wettelijke grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen, vastgesteld op basis van het drempelwaarde-effect en is een voetnoot toegevoegd conform de Richtlijn op basis van advies van SCOEL (SCOEL/REC/125) om formaldehyde een notatie voor huidsensibilisatie te geven. De grenswaarde voor cadmium zal vanaf 11 juli 2027 worden verlaagd van 0,004 mg/m3 naar 0,001 mg/m3. Hierdoor is er feitelijk sprake van een overgangsperiode (6 jaren) omdat de verwachting is dat het moeilijk zal zijn om op korte termijn aan een grenswaarde van 0,001 mg/m3 te voldoen.

2. Administratieve lasten en nalevingskosten

Bedrijven die de stoffen gebruiken of waar blootstelling aan deze stoffen aan de orde kan zijn, kunnen eenmalig moeten controleren of zij aan de nieuwe wettelijke grenswaarden voldoen. Daar staat tegenover dat bedrijven al verplicht waren om zelf een grenswaarde voor een gevaarlijke stof vast te stellen indien er geen wettelijke grenswaarde voor die stof was vastgesteld. Met het stellen van wettelijke grenswaarden hoeven bedrijven niet zelf een grenswaarde te stellen als zij met deze stoffen gaan werken en worden deze bedrijven derhalve ontlast. Netto wordt dus geen of een gering effect op de administratieve lasten verwacht.

Nalevingskosten kunnen met name aan de orde zijn voor bedrijven waar blootstelling kan plaatsvinden aan die stoffen waarvoor een reeds bestaande wettelijke grenswaarde wordt verlaagd en zo nodig maatregelen dienen te worden geïmplementeerd. Voor de stof waarvoor een nieuwe wettelijke grenswaarde wordt gesteld geldt dat tot dusver de grenswaarde door bedrijven zelf vastgesteld moest worden op een zo laag mogelijk niveau. Aangezien het hier gaat om een drempelwaarde wordt er van uitgegaan dat de bedrijfswaarde van bedrijven die met deze stof werken, al even laag zou moeten zijn als de grenswaarde die nu wettelijk wordt bepaald, zodat in deze gevallen geen of nauwelijks nalevingskosten te verwachten zijn.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A betreft het verwijderen van formaldehyde van A. lijst met wettelijke grenswaarden.

Onderdeel B bevat het invoegen van beryllium en formaldehyde en het aanpassen van cadmium.

Onderdeel C betreft de aanpassing van MOCA ter verlaging van de bestaande grenswaarde en de correctie van een eerdere wijziging. In 2008 is de benaming van deze stof per abuis gesplitst en op twee rijen geplaatst (Stcrt. 2008, 78).

Artikel II

Artikel II betreft de aanpassing van beryllium ter verlaging van de grenswaarde na de overgangsperiode van 5 jaren.

Artikel III

De regeling treedt in werking met ingang van 11 juli 2021, zijnde de datum waarop de hiervoor genoemde Richtlijn uiterlijk geïmplementeerd moet zijn met uitzondering van artikel I, onderdeel B, onder 2, die in werking treedt per 11 juli 2027, en artikel II die in werking treedt per 11 juli 2026. Vastgehouden is aan de uiterste datum van implementatie. De overgangstermijnen zijn daarvan afgeleid. Om die reden is gebruik gemaakt van een uitzondering op de systematiek van vaste verandermomenten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven