Besluit van de hoofdingenieur-directeur van het regionale organisatieonderdeel Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid van 30 juni 2021 met kenmerk RWS-2021/21022, houdende verlening van mandaat en machtiging voor het Loodsplichtbesluit 2021, de Loodsplichtregeling 2021, het Besluit markttoezicht registerloodsen en het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren (Besluit mandaat en machtiging Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid loodsplichtwetgeving 2021)

Datum 30 juni 2021

Nummer RWS-2021/21022

De hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid,

Gelet op artikel 2, zesde lid, van het Besluit mandaat en machtiging Rijkswaterstaat loodsplichtwetgeving 2021,

Gezien de schriftelijke instemming van de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., van 30 juni 2021 met nummer 2191444,

Besluit:

Artikel 1: Functionarissen Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid

  • 1. De aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, als bevoegde autoriteit voor de loodsplichtige scheepvaartwegen in het zeehavengebied Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland, in de artikelen 3, derde lid, aanhef en onder f, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 8, aanhef en onder d, 11, eerste en tweede lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid en tweede lid, 15, 16, 17, 18, tweede lid, aanhef en onder b, 20, 21, tweede lid, 22, tweede lid, van het Loodsplichtbesluit 2021, de artikelen 3, eerste, tweede, derde en vierde lid, 4, tweede en vierde lid, 34, vierde lid, 37, eerste en derde lid, en 38, aanhef en onder c, van de Loodsplichtregeling 2021, de artikelen 1.1, aanhef en onder rendez-vousreis, en 4.5, aanhef en onder a en c, van het Besluit markttoezicht registerloodsen en de artikelen 2.7, tweede en vijfde lid, en 2.8, vijfde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren toegekende bevoegdheden worden gemandateerd aan de volgende functionarissen werkzaam bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid:

    • a. de directeuren Netwerkontwikkeling, Netwerkmanagement en Bedrijfsvoering;

    • b. de districtshoofden Noord en Zuid.

  • 2. De verlening van mandaat in lid 1 omvat tevens het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het invorderen van een geldsom.

  • 3. De verlening van mandaat in lid 1 omvat niet het beslissen op een bezwaarschrift.

  • 4. Voor het verrichten van de aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, als bevoegde autoriteit voor de loodsplichtige scheepvaartwegen in het zeehavengebied Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland, in de artikelen 7, eerste lid, tweede lid, aanhef en onder a, vijfde lid en zevende lid, 10, eerste, derde, vierde en vijfde lid, en 17 van het Loodsplichtbesluit 2021 en de artikelen 2.5, derde lid, 2.6, aanhef en onder b, 2.7, vierde lid, en 2.8, tweede en vierde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren toebedeelde taken, die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, wordt machtiging verleend aan de volgende functionarissen werkzaam bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid:

    • a. de directeuren Netwerkontwikkeling, Netwerkmanagement en Bedrijfsvoering;

    • b. de districtshoofden Noord en Zuid;

    • c. de adviseurs voor juridische zaken van de afdeling Werkenpakket en de adviseurs voor scheepvaartzaken van de afdeling Netwerkontwikkeling en Visie, voor zover het betreft de vertegenwoordiging bij geschillen.

  • 5. De verlening van machtiging in lid 4 omvat tevens de behandeling van beroep en hoger beroep.

  • 6. Bij de uitoefening van de in de leden 1, 2, 4 en 5 bedoelde bevoegdheden en taken zijn de artikelen 10, eerste lid, 11, tweede lid, en 12 tot en met 14 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 en de daarbij gegeven instructies van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2: Havenmeester van Rotterdam

  • 1. De aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, als bevoegde autoriteit voor de loodsplichtige scheepvaartwegen in het zeehavengebied Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland, in de artikelen 3, derde lid, aanhef en onder f, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 8, aanhef en onder d, 11, eerste en tweede lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid en tweede lid, 15, 16, 17, 18, tweede lid, aanhef en onder b, 20, 21, tweede lid, 22, tweede lid, van het Loodsplichtbesluit 2021, de artikelen 3, eerste, tweede, derde en vierde lid, 4, tweede en vierde lid, 34, vierde lid, 37, eerste en derde lid, en 38, aanhef en onder c, van de Loodsplichtregeling 2021, de artikelen 1.1, aanhef en onder rendez-vousreis, en 4.5, aanhef en onder a en c, van het Besluit markttoezicht registerloodsen en de artikelen 2.7, tweede en vijfde lid, en 2.8, vijfde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren toegekende bevoegdheden worden gemandateerd aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V.

  • 2. De verlening van mandaat in lid 1 omvat tevens het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het invorderen van een geldsom.

  • 3. De verlening van mandaat in lid 1 omvat niet het beslissen op een bezwaarschrift.

  • 4. De havenmeester van Rotterdam ondertekent de door hem op grond van de leden 1 en 2 genomen besluiten namens de directeur-generaal Rijkswaterstaat.

  • 5. De havenmeester van Rotterdam maakt de door hem op grond van de leden 1 en 2 genomen besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht bekend door kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud daarvan in de Staatscourant.

  • 6. Voor het verrichten van de aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, als bevoegde autoriteit voor de loodsplichtige scheepvaartwegen in het zeehavengebied Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland, in de artikelen 10, eerste, derde, vierde en vijfde lid, en 17 van het Loodsplichtbesluit 2021 en de artikelen 2.5, derde lid, 2.6, aanhef en onder b, 2.7, vierde lid, en 2.8, tweede en vierde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren toebedeelde taken, die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, wordt machtiging verleend aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V.

  • 7. De verlening van machtiging in lid 6 geschiedt tevens aan de adviseurs voor juridische zaken en de adviseurs voor scheepvaartzaken, werkzaam bij de Divisie Havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam N.V., voor zover het betreft de vertegenwoordiging bij geschillen.

  • 8. De verlening van machtiging in de leden 6 en 7 omvat tevens de behandeling van beroep en hoger beroep.

  • 9. De verlening van mandaat en machtiging in de leden 1, 2, 6, 7 en 8 heeft alleen betrekking op situaties van samenloop van bevoegdheden en/of taken van de directeur-generaal Rijkswaterstaat en de havenmeester van Rotterdam als bevoegde autoriteiten.

  • 10. De uitoefening van de in de leden 1, 2, 6, 7 en 8 bedoelde bevoegdheden en taken geschiedt met inachtneming van de instructies gegeven door de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid. Afwijken van die instructies kan slechts met schriftelijke instemming van de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid.

  • 11. Bij de uitoefening van de in de leden 1, 2, 6, 7 en 8 bedoelde bevoegdheden en taken zijn de artikelen 11, tweede lid, 12 en 13 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 en de daarbij gegeven instructies van overeenkomstige toepassing.

  • 12. De havenmeester van Rotterdam verschaft de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid op diens verzoek inlichtingen over de toepassing van dit artikel.

  • 13. In geval van belet of ontstentenis van de havenmeester van Rotterdam geldt het ten aanzien van hem in dit artikel bepaalde voor diens plaatsvervanger.

Artikel 3: Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 4: Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid loodsplichtwetgeving 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de in dit besluit genoemde functionarissen.

Rotterdam, 30 juni 2021

de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, A. Driesprong

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan door belanghebbenden tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift worden ingediend bij de directeur-generaal Rijkswaterstaat, t.a.v. Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Bestuurlijk-Juridische Zaken en Vastgoed, Postbus 2232, 3500 GE, Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. datum en nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Op 1 januari 2021 is de nieuwe loodsplichtwetgeving in werking getreden.

Voor de bij het Rijk in beheer zijnde loodsplichtige scheepvaartwegen in het zeehavengebied Rotterdam-Rijnmond – Zuid-Holland-achterland zijn als bevoegde autoriteiten aangewezen:

  • a. de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., voor zover het betreft de scheepvaartwegen benedenstrooms van kilometerraai 998 van de Oude Maas;

  • b. de directeur-generaal Rijkswaterstaat, voor de overige scheepvaartwegen.

Op die laatste scheepvaartwegen heeft dit besluit betrekking.

De uitoefening van de bevoegdheden en taken voor de scheepvaartwegen onder b zal in de praktijk doorgaans samenlopen met die voor de scheepvaartwegen onder a. Dit omdat bijna alle hier van belang zijnde zeevaart op het traject aanloopgebied Rotterdam – havens Moerdijk v.v. reist. Voor dat traject kan bijvoorbeeld één PEC worden aangevraagd.

Gelet op de grotere organisatie voor scheepvaartzaken van de Divisie Havenmeester, alsmede het feit dat de havenmeester als regionale autoriteit is aangewezen en uit dien hoofde een coördinerende rol heeft, wordt ervoor gekozen de havenmeester in situaties van samenloop mede namens de directeur-generaal Rijkswaterstaat te laten optreden.

De hieruit voor de Divisie Havenmeester voortvloeiende hogere kosten zullen, behoudens apparaatskosten, door Rijkswaterstaat vergoed worden.

Rotterdam, 30 juni 2021

de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, A. Driesprong

Naar boven