Besluit hogere grenswaarden Zuideindseweg 24: Herbouw bestaande woning en ontwikkeling gebied Hollands Hoftuyn

Logo Pijnacker-Nootdorp

Het college heeft op grond van de Wet geluidhinder hogere grenswaarden voor wegverkeerslawaai vastgesteld. Het besluit houdt verband met de omgevingsvergunningen op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° waarmee herbouw van een bestaande woning en ontwikkeling gebied Hollands Hoftuyn aan de Zuideindseweg 24 wordt mogelijk gemaakt. Uit akoestisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse van een deel van de toekomstige woningen overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder te verwachten zijn vanwege de N470.

 

De maximale toelaatbare grenswaarde wordt niet overschreden.

 

De Wet geluidhinder biedt de mogelijkheid om onder voorwaarden een hogere grenswaarde vast te stellen. Op basis van het akoestisch rapport is het college van mening dat de gecumuleerde geluidsbelasting niet onaanvaardbaar hoog is. Bron- en overdrachtsmaatregelen stuiten op overwegende bezwaren van financiële, stedenbouwkundige en verkeerskundige aard.

 

Het besluit ligt met de bijbehorende stukken vanaf 1 juli 2021 gedurende zes weken voor eenieder ter inzage. Het besluit is digitaal in te zien via internet (www.pijnacker-nootdorp.nl en www.overheid.nl). Binnen zes weken na de begindatum van de ter inzage legging van het besluit kan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep worden ingesteld door: belanghebbenden die bezwaar hebben ingediend tegen het desbetreffende ontwerpbesluit en belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet verweten kan worden geen zienswijzen te hebben ingebracht tegen het desbetreffende ontwerpbesluit.

 

Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Wij wijzen erop dat zowel voor het instellen van beroep als voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening griffierechten verschuldigd zijn.

 

Het besluit wordt van kracht na afloop van de beroepstermijn, tenzij gedurende die termijn naast een beroepschrift een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. Een dergelijk verzoek moet worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een besluit wordt in dit geval niet van kracht voordat op het verzoek is beslist.

 

Naar boven