Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 juli 2021, nr. WJZ/ 21163090, tot wijziging van de Regeling houders van dieren en de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren in verband met de regels ter identificatie en registratie van paardachtigen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Medische Zorg en Sport;

Gelet op Uitvoeringsverordening (EU) 2021/963 van de Commissie van 10 juni 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429, (EU) 2016/1012 en (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de identificatie en registratie van paardachtigen en tot vaststelling van modelidentificatiedocumenten voor die dieren (PbEU 2021, L 213), de artikelen 6.2, eerste lid, 6.3, tweede lid, 6.4, 7.1, en 7.2, tweede lid, van de Wet dieren en de artikelen 1.51 en 1.58 van het Besluit houders van dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling houders van dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1. wordt na het onderdeel ‘verordening (EU) nr. 2021/520’ het volgende onderdeel ingevoegd, luidende:

verordening (EU) nr. 2021/963:

uitvoeringsverordening (EU) 2021/963 van de Commissie van 10 juni 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429, (EU) 2016/1012 en (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de identificatie en registratie van paardachtigen en tot vaststelling van modelidentificatiedocumenten voor die dieren (PbEU 2021, L 213);.

B

Artikel 5b.39 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 5b.39. Termijn en voorschriften identificatie

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De termijn, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2021/963, bedraagt negen maanden na de geboorte van de paardachtige.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De termijn, bedoeld in artikel 14, derde lid, van verordening (EU) nr. 2021/963, bedraagt zeven dagen vanaf de dag na de dag waarop het verlies of storing van het identificatiemiddel is geconstateerd.

C

Artikel 5b.64, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. De termijn, bedoeld in artikel 9 van verordening (EU) nr. 2021/963, bedraagt zeven dagen vanaf de dag na de eerste dag waarop de paardachtige gewoonlijk in de inrichting wordt gehouden.

2. In het derde lid wordt ‘als bedoeld in artikel 2 van het Besluit mandaat en machtiging inzake de uitgifte van identificatiedocumenten van paardachtigen 2020’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2021/963.’

D

In artikel 5b.72 vervallen het tweede lid en de aanduiding '1.' voor het eerste lid.

ARTIKEL II

De Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1.1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, het volgende onderdeel toegevoegd:

verordening (EU) 2021/963:

uitvoeringsverordening (EU) 2021/963 van de Commissie van 10 juni 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429, (EU) 2016/1012 en (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de identificatie en registratie van paardachtigen en tot vaststelling van modelidentificatiedocumenten voor die dieren (PbEU 2021, L 213).

B

Artikel 1.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel j vervalt ‘artikelen 12, eerste lid;’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ag door een puntkomma, wordt het volgende onderdeel toegevoegd:

  • ah. van verordening (EU) nr. 2021/963:

    • 3, eerste lid;

    • 6, eerste en vierde lid;

    • 9;

    • 10, tweede en derde lid;

    • 11, eerste en tweede lid;

    • 12, eerste lid;

    • 13, eerste, tweede, derde en vierde lid;

    • 14, eerste, tweede, derde en vijfde lid;

    • 16, vierde en zesde lid;

    • 17, eerste en tweede lid;

    • 18, eerste en tweede lid;

    • 20, eerste lid;

    • 21, eerste, vierde en vijfde lid;

    • 22, tweede en derde lid;

    • 23, eerste, tweede en derde lid;

    • 24, derde lid;

    • 27, tweede lid;

    • 29, eerste, tweede, derde en vierde lid;

    • 30, tweede lid;

    • 33, eerste, tweede, derde en vierde lid;

    • 34, eerste en derde lid;

    • 35, eerste en tweede lid;

    • 37, eerste en derde lid;

    • 38, tweede lid, onderdeel a;

    • 39, eerste, tweede en derde lid;

    • 40, eerste en tweede lid;

    • 41, eerste lid;

    • 42, tweede, vierde, en vijfde lid;

    • 43, eerste lid;

    • 44;

    • 45, eerste en tweede lid.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 7 juli 2021.

Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 6 juli 2021, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juli 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met ingang van 21 april 2021 is de nieuwe Europese diergezondheidsverordening (verordening (EU) 2016/429) van toepassing. De verordening en de daarop gebaseerde gedelegeerde- en uitvoeringsverordeningen van de Europese Commissie voorzien in regels voor exploitanten.

Voor de identificatie en registratie van paardachtigen en tot vaststelling van modelidentificatiedocumenten voor paardachtigen is uitvoeringsverordening (EU) 2021/963 van de Commissie van 10 juni 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429, (EU) 2016/1012 en (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de identificatie en registratie van paardachtigen en tot vaststelling van modelidentificatiedocumenten voor die dieren (hierna: ‘verordening (EU) nr. 2021/963’) vastgesteld. Deze verordening is met ingang van 7 juli 2021 van toepassing.

In deze uitvoeringsverordening zijn een aantal bepalingen voor lidstaten opgenomen die uitgewerkt moeten worden in nationale regels. Met deze wijzigingsregeling wordt hier invulling aan gegeven.

Het gaat hierbij met name om het vaststellen van termijnen in het kader van de identificatie en registratie van paardachtigen. Daarnaast is een aantal artikelen uit de nationale regels verwijderd omdat de uitvoeringsverordening over die artikelen regels stelt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 5b.39 en 5b.64

De artikelen 5b.39 en 5b.64, eerste lid, zijn aangepast aan verordening (EU) nr. 2021/963.

In het derde lid van artikel 5b.39 was geregeld waar de injecteerbare transponder geïmplanteerd moest worden. Aangezien dit nu is geregeld in artikel 13, tweede lid, van verordening nr. (EU) 2021/963 is dit derde lid nu vervallen.

Artikel 5b.72

In het tweede lid van artikel 5b.72 was de termijn geregeld waarbinnen de exploitant het identificatiedocument terugzendt aan de bevoegde autoriteit of de instantie van afgifte. Aangezien dit nu is geregeld in artikel 27, tweede lid, van verordening (EU) nr. 2021/963, is dit tweede lid vervallen.

Artikel II

Met artikel II worden rechtstreeks werkende bepalingen van verordening (EU) nr. 2021/963 aangewezen, waarvan overtredingen strafbaar zijn op grond van artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren.

In artikel 46, eerste lid, onderdeel a, van verordening (EU) nr. 2021/963 is geregeld dat artikel 12, eerste en tweede lid, van verordening (EU) nr. 2015/262 van toepassing is tot en met 20 april 2021. In onderdeel j van artikel 1.14 van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren vervalt om die reden het onderdeel dat ziet op dat artikel.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TRANSPONERINGSTABEL

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/963 van de Commissie van 10 juni 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429, (EU) 2016/1012 en (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de identificatie en registratie van paardachtigen en tot vaststelling van modelidentificatiedocumenten voor die dieren (PbEU 2021, L 213)

Bepaling verordening

Bepaling nationale regelgeving

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte

1

Behoeft geen implementatie

   

2

Behoeft geen implementatie

   

3, eerste lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

3, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

4, eerste en tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

4, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

5

Behoeft geen implementatie

   

6, eerste en vierde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

6, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

6, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

7, eerste tot en met vierde lid

Behoeft geen implementatie

   

7, vijfde lid

Behoeft geen implementatie

   

8

Behoeft geen implementatie

   

9

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

10, eerste lid

Behoeft geen implementatie

   

10, tweede en derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

11, eerste en tweede lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

11, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

12, eerste lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

12, tweede en derde lid

Behoeft geen implementatie

   

13

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

14, eerste, tweede, derde, vijfde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

14, vierde lid

Behoeft geen implementatie

   

15

Behoeft geen implementatie

   

16, eerste, tweede, vijfde lid

Behoeft geen implementatie

   

16, vierde, zesde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

16, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

17, eerste en tweede lid;

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

17, derde, vijfde, zesde lid

Behoeft geen implementatie

   

17, vierde lid

Behoeft geen implementatie

   

18

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

19

Behoeft geen implementatie

   

20, eerste lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

20, tweede, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

21, eerste lid, aanhef, vierde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

21, tweede, derde en vijfde lid

Behoeft geen implementatie

   

22, eerste lid, tweede alinea

Behoeft geen implementatie

   

22, tweede, derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

22, eerste lid, eerste alinea, vierde, vijfde lid

Behoeft geen implementatie

   

23, eerste, tweede, derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

24, eerste en tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

24, derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

24, vierde lid

Behoeft geen implementatie

   

25

Behoeft geen implementatie

   

26

Behoeft geen implementatie

   

27, eerste lid

Behoeft geen implementatie

   

27, tweede lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

28

Behoeft geen implementatie

   

29

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

30, eerste lid

Behoeft geen implementatie

   

30, tweede lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

31, eerste lid

Behoeft geen implementatie

   

31, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

32, eerste lid

Behoeft geen implementatie

   

32, tweede, derde en vierde lid

Behoeft geen implementatie

   

33, eerste, tweede, derde, en vierde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

34, eerste lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

34, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

34, derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

35, eerste en tweede lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

36

Behoeft geen implementatie

   

37, eerste en derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

37, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

38, eerste lid, en tweede lid, onder b

Behoeft geen implementatie

   

38, tweede lid, onderdeel a

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

39, eerste, tweede en derde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

40, eerste en tweede lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

40, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

41, eerste lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

41, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

42, eerste en derde lid

Behoeft geen implementatie

   

42, tweede, vierde en vijfde lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

42, zesde lid

Behoeft geen implementatie

   

43, eerste lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

43, tweede lid

Behoeft geen implementatie

   

44

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

45, eerste en tweede lid

6.2 Wet dieren; 1.14 Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

   

45, derde lid

Behoeft geen implementatie

   

46, 47

Behoeft geen implementatie

   
Naar boven