Regeling van het College voor Toetsen en Examens van 21 juni 2021, nummer CvTE-21.00866, houdende vaststelling van toetsreglement van de centrale eindtoets primair onderwijs schooljaar 2021–2022 (Regeling toetsreglement van de centrale eindtoets po schooljaar 2021–2022)

Het College voor Toetsen en Examens,

Gelet op artikel 2, zesde lid, aanhef en onderdelen b en f, van de Wet College voor toetsen en examens en artikel 7 van het Toetsbesluit PO;

Besluit:

Artikel 1. Toetsreglement van de centrale eindtoets primair onderwijs

Het toetsreglement van de centrale eindtoets primair onderwijs als bedoeld in artikel 7 van het Toetsbesluit PO wordt vastgesteld voor het schooljaar 2021–2022 als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021, en vervalt op 31 juli 2022.

Artikel 3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toetsreglement van de centrale eindtoets po schooljaar 2021–2022.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het College voor Toetsen en Examens, de voorzitter, P.J.J. Hendrikse

BIJLAGE REGELING TOETSREGLEMENT CENTRALE EINDTOETS PRIMAIR ONDERWIJS 2020–2021 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1

Artikel 1. Reglement

De in dit reglement genoemde verzending van documenten geschiedt op de door het College voor Toetsen en Examens te bepalen wijze.

Artikel 2. Onderdelen centrale eindtoets

De centrale eindtoets meet welk eindniveau de leerling heeft behaald ten opzichte van de referentieniveaus, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Daarbij worden ten minste de domeinen getoetst als bedoeld in Bijlage 1 en Bijlage 2 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, met uitzondering van de domeinen Mondelinge Taalvaardigheid en Schrijven, genoemd in Bijlage 1 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.

De centrale eindtoets omvat de volgende domeinen:

  • 1. Taal

    • a. lezen

    • b. schrijven

    • c. taalverzorging

  • 2. Rekenen

    • a. getallen

    • b. verhoudingen

    • c. meten en meetkunde

    • d. verbanden

  • 3. Wereldoriëntatie (facultatief)

    • a. aardrijkskunde

    • b. geschiedenis

    • c. natuur en techniek

Artikel 3. Afname en vorm

  • 1. De wijze van afname van de centrale eindtoets is voor het reguliere afnamemoment een toets op papier of een digitale adaptieve toets. Voor het inhaalmoment is het een digitale adaptieve toets. Als scholen de digitale adaptieve toets niet kunnen afnemen in de inhaalperiode, dan wordt er een passende oplossing gezocht.

  • 2. De centrale eindtoets op papier is in de vorm van multiplechoicevragen. Bij de digitale adaptieve centrale eindtoets betreft het een mix van multiplechoicevragen en andere digitale itemtypes.

  • 3. Een toetstaak moet worden afgesloten voordat de leerling een vervolgtaak mag maken. De toetstaken dienen in de vooraf gestelde volgorde gemaakt te worden.

Artikel 4. Aanmelden

Het College voor Toetsen en Examens stelt in het voorgaande schooljaar van de centrale eindtoets de aanmeldingsprocedure vast. Het College voor Toetsen en Examens verstrekt informatie over de centrale eindtoets van het aankomende schooljaar. Deze informatie bevat onder andere het tijdstip van afname en de regeling rondom hulpmiddelen.

In november van het schooljaar van de centrale eindtoets ontvangt de school van het College voor Toetsen en Examens informatie over het digitale aanmeldformulier. Op het aanmeldformulier geeft de school aan hoeveel eindtoetsen zij wenst te bestellen voor:

  • a. centrale eindtoets papier

  • b. centrale eindtoets digitaal

  • c. centrale eindtoets wereldoriëntatie

  • d. aangepaste versies voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften

Aanmelding is mogelijk van 1 december tot en met 31 januari van het desbetreffende jaar.

Na de aanmelding zijn de gegevens van de aanmelding zichtbaar in de portal van de centrale eindtoets. Wijzigingen kunnen daarin tot 1 april opgenomen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de directeur de juistheid van de inschrijving te controleren.

Artikel 5. Controle materialen centrale eindtoets

Papieren centrale eindtoets

Voor de papieren versie van de centrale eindtoets geldt dat de toetsmaterialen worden verpakt in een of meer dozen. De toetsmaterialen worden door een distributiebedrijf afgeleverd op het vestigingsadres van de school. Bij de aflevering van de toetsmaterialen vindt verificatie plaats door middel van een legitimatiebewijs.

Na ontvangst van de centrale eindtoets door de school controleert de school:

  • of er voldoende opgavenboekjes en antwoordbladen zijn ontvangen voor het aantal leerlingen dat de centrale eindtoets gaat maken;

  • of er voldoende opgavenboekjes wereldoriëntatie zijn ontvangen (alleen als de school meedoet aan dit onderdeel);

  • of de nummers rechtsboven op de antwoordbladen overeenkomen met de nummers die op de geleidebon staan vermeld. Iedere leerling krijgt één persoonlijk antwoordbladnummer voor de hele afname. Dit nummer is voorgedrukt op alle twee de antwoordbladen;

  • of de juiste aangepaste versies zijn ontvangen, in de bestelde aantallen, en

  • of er voor tenminste 2 leerlingen extra boekjes en antwoordbladen zijn ontvangen. Die zijn bedoeld voor het geval er iets mis is, bijv. als er toch meer deelnemende leerlingen zijn dan ingeschreven.

Er mogen geen antwoordbladen van een andere school overgenomen worden. Alle antwoordbladnummers zijn gekoppeld aan een school.

Digitale adaptieve centrale eindtoets

De digitale adaptieve centrale eindtoets wordt afgenomen in het beveiligde toets- en examensysteem Facet. De school ontvangt hier unieke inloggegevens voor. De school moet voorafgaand aan de afname conform de instructies een systeemcheck uitvoeren. Op deze wijze controleert de school of de ICT-infrastructuur voldoende werkt om de digitale adaptieve centrale eindtoets af te kunnen nemen. Ook dient de school te controleren of de systemen voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoefte werken.

Artikel 6. Geheimhouding

Geheimhouding van de inhoud van de centrale eindtoets is van belang om een betrouwbare uitslag te waarborgen. De gehele toetsketen is verantwoordelijk voor de geheimhouding van de inhoud van de centrale eindtoets. Deze gaat dus verder dan alleen het College voor Toetsen en Examens, Stichting Cito en DUO, ook scholen zijn onderdeel van die keten. De scholen wordt geadviseerd na ontvangst de materialen te controleren op volledigheid. De betrokken personen mogen geen kennis nemen van de inhoud van de centrale eindtoets. De directeur van de school is verantwoordelijk voor de geheimhouding van de materialen en bewaart de materialen zorgvuldig op een veilige plek achter slot en grendel en verstrekt deze aan de leerling(en) op het moment van de toetsafname van het betreffende toetsboekje.

De toetsmaterialen taal en rekenen van de centrale eindtoets blijven eigendom van het College voor Toetsen en Examens tot en met 31 mei van het desbetreffende jaar. Het College voor Toetsen en Examens geeft de centrale eindtoets aan directeuren van scholen in handen, uitsluitend om zorgvuldig te bewaren tot gebruik als toetsmateriaal op de dagen van afname. Ieder openbaar bezit (bijv. media) van de toetsmaterialen vóór het afronden van de toetsafname op kan slechts het gevolg zijn van een onrechtmatigheid. Voor het onderdeel wereldoriëntatie blijft de geheimhouding gehandhaafd totdat het College voor Toetsen en Examens aangeeft dat dit vrijgegeven kan worden.

Na afloop van de papieren centrale eindtoets neemt de school de opgavenboekjes in. De opgavenboekjes zijn niet eerder dan 31 mei eigendom van de school. Het toetsmateriaal taal en rekenen is na deze datum van het desbetreffende afnamejaar vrij te gebruiken voor studie- of privégebruik, en ook voor schoolgebruik op niet-commerciële basis. Voor wereldoriëntatie geeft het College voor Toetsen en Examens aan wanneer het toetsboekje vrij te gebruiken is.

Artikel 7. Hulpmiddelen

Het gebruik van hulpmiddelen tijdens de afname van de centrale eindtoets is niet toegestaan tenzij anders vermeld. Dit betekent dat didactische materialen die normaliter in het lokaal aanwezig zijn (zoals tafelkaarten, wandkaarten, etc.) niet mogen worden getoond of gebruikt tijdens de afname van de centrale eindtoets. Leerlingen met dyscalculie mogen, net zoals de overige leerlingen, geen rekenmachine gebruiken omdat de opgaven hier niet op zijn ontwikkeld.

Bij zowel de papieren centrale eindtoets als de digitale adaptieve centrale eindtoets geldt dat tijdens het maken van de toets kladpapier gebruikt mag worden dat door de school ter beschikking is gesteld. Als een leerling eerder klaar is met een taak of toetsdeel is het toegestaan dat hij een boek leest om de andere leerlingen niet te storen.

Bij de papieren centrale eindtoets geldt dat de volgende materialen ter beschikking gesteld moeten worden:

  • potloden met een hardheidsgraad HB

  • een gum

  • een liniaal

Bij de digitale adaptieve centrale eindtoets geldt dat de volgende materialen nodig zijn tijdens het maken van de toets:

  • een muis

  • een toetsenbord

  • een koptelefoon

Middelen die niet specifiek benoemd worden in dit toetsreglement zijn niet toegestaan tijdens de afname van de centrale eindtoets. Verder informatie is opgenomen in de Regeling hulpmiddelen en aangepaste wijze of vorm van toetsen centrale eindtoets PO.

Artikel 8. Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften

Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften moeten in staat worden gesteld om de eindtoets te maken al dan niet met aanpassingen, tenzij het bevoegd gezag besluit dat geen eindtoets wordt afgelegd. Een leerling met bijvoorbeeld dyslexie of een leerling die blind of kleurenblind is, kan met aanpassingen aan de centrale eindtoets deelnemen. De eisen van de centrale eindtoets zijn hetzelfde als voor andere leerlingen. De vorm waarin de toets wordt aangeboden kan (gedeeltelijk) anders zijn, zoals bij braille. Bij de centrale eindtoets worden de volgende aangepaste versies voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften aangeboden:

  • een braille-versie, voor leerlingen met een visuele beperking;

  • een versie voor slechtziende leerlingen (pdf) waarbij de opgaven duidelijk gemarkeerd zijn;

  • een audio-versie voor leerlingen met een leesbeperking (dyslexie) of een visuele beperking;

  • een spraaksynthese-versie voor leerlingen met dyslexie of een visuele beperking. De spraaksynthese-versie is geschikt voor een aantal spraaksynthesesoftwarepakketten;

  • voor wereldoriëntatie: een zwart-wit boekje op A4 formaat voor kleurenblinde leerlingen.

Voor leerlingen met dyscalculie wordt er geen aangepaste toets geleverd. Ook zijn er geen specifieke hulpmiddelen toegestaan. Compenserende maatregelen tasten de aard van de toets aan. Opgaven, geschikt voor gebruik met de rekenmachine, zien er anders uit dan opgaven zonder rekenmachine zoals die in de centrale eindtoets zijn opgenomen.

De school heeft naast de genoemde aangepaste versies van de centrale eindtoets ook de mogelijkheid om rekening te houden met de ondersteuningsbehoefte van de leerling; zoals een extra rustige werkplek, een korte onderbreking of enige verruiming van de toetstijd. Hulpmiddelen die nodig zijn voor gebruik met de aangepaste versies (zoals een computer met spraaksynthesesoftware of braille-leesregel) zijn toegestaan. De directeur van de school zorgt ervoor dat de leerling via het hulpmiddel geen toegang heeft tot bronnen anders dan die aangereikt bij de toets. Hulpmiddelen zoals spellingkaarten of rekenmachines, of andere hulpmiddelen die de facto informatiedrager zijn, zijn niet toegestaan. Zie hiervoor ook de Regeling hulpmiddelen en aangepaste wijze of vorm van toetsen centrale eindtoets PO.

De beslissing of een leerling een aangepaste versie krijgt, is aan de directeur van de school. Als bij een leerling met speciale ondersteuningsbehoefte met het bovengenoemde aanbod en de ruimte in de afnamecondities niet adequaat de belemmering door de beperking – of de combinatie van beperkingen – kan worden weggenomen, neemt de school contact op met het College voor Toetsen en Examens.

Artikel 9. Toezicht tijdens afname

De directeur neemt de centrale eindtoets af onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en draagt zorg voor voldoende toezicht tijdens de afname van de centrale eindtoets. Hij kan zijn taken aan een of meer afnameleiders overdragen. De belangrijkste functie van de afnameleider is ervoor zorgen dat de leerlingen zelfstandig en ongestoord aan de opgaven kunnen werken. De afnameleider dient zich te conformeren aan de richtlijnen bij afname zoals deze beschreven worden in de ‘Handleiding centrale eindtoets’.

Artikel 10. Rapportage

Enkele weken na de afname van de centrale eindtoets zijn de leerlingrapporten beschikbaar in de portal. De school kan het leerlingrapport bekijken en downloaden voor iedere leerling die de centrale eindtoets heeft gemaakt. In het leerlingrapport staan het resultaat van de leerling op de centrale eindtoets (de zogenoemde standaardscore), het daarbij behorende advies best passend brugklastype, de beheersing van de referentieniveaus en hoe de leerling scoort ten opzichte van de referentieniveaus lezen, taalverzorging en rekenen. Ook worden de percentielscores en de domeinanalyse vermeld op het leerlingrapport.

Naast het leerlingrapport kunnen het bevoegd gezag en de directeur van de school ook het schoolrapport bekijken en downloaden via de portal met daarin de resultaten van de school. Deze rapportages op schoolniveau bevatten een overzicht van de resultaten van alle leerlingen van die school die dat jaar de centrale eindtoets hebben gemaakt. Tevens krijgt de school hiermee inzicht hoe de school presteert in verhouding tot het landelijk gemiddelde.

Naar boven