Fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis; (Besluit noodmaatregelen coronacrisis Caribisch Nederland)

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 28 juni 2021,

nr. 2021-121257

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 3 maart 2021, nr. 2021-38401 (Stcrt. 2021, 11857).

In dit besluit zijn de goedkeuringen die zien op het tijdelijke uitstelbeleid, het gebruikelijk loon en de tegemoetkoming vaste lasten BES verlengd.

Het besluit van 3 maart 2021, nr. 2021-38401 (Stcrt. 2021, 11857) is ingetrokken.

1. Inleiding

De bijzondere omstandigheden als gevolg van de coronacrisis zijn voor het kabinet aanleiding voor het treffen van economische en fiscale maatregelen.

In dit beleidsbesluit geef ik uitvoering aan fiscale maatregelen in de vorm van concrete goedkeuringen die van toepassing zijn voor Caribisch Nederland (dit betreft Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

De goedkeuringen zien op de volgende onderwerpen:

  • Uitstel van betaling van belastingschulden;

  • Verlaging invorderingsrente (percentage interest);

  • Verklaring betaalgedrag;

  • Melding betalingsonmacht;

  • Betalingsregeling voor opgebouwde belastingschuld;

  • Betalingsverzuimboeten;

  • Gebruikelijk loon;

  • Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren & subsidie financiering vaste lasten MKB.

  • Algemene bestedingsbelasting

De goedkeuringen zijn gebaseerd op een redelijke wetstoepassing gegeven de bijzondere omstandigheden veroorzaakt door de coronacrisis en waar nodig met toepassing van artikel 8.19 van de Belastingwet BES.

2. Uitstel van betaling van belastingschulden

Op Caribisch Nederland is het uitstel van betaling anders vormgegeven dan in Europees Nederland. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de op Caribisch Nederland geldende fiscale wet- en regelgeving.

Het fiscale stelsel van Europees Nederland is aanzienlijk complexer en uitgebreider en kent veel meer belastingen dan het fiscale stelsel van Caribisch Nederland. Het fiscale stelsel van Caribisch Nederland is gebaseerd op het voormalige Nederlands Antilliaanse stelsel en is toegespitst op de lokale omstandigheden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wat betreft uitvoerbaarheid en handhaving. Met name de fiscale behandeling van ondernemers wijkt in belangrijke mate af van die in Europees Nederland. Naast eenvoud is één van de doelstellingen achter het stelsel dat het aantrekkelijk is voor (startende) ondernemers. Zo kent Caribisch Nederland geen winstbelasting zoals de vennootschapsbelasting, maar in plaats daarvan een vastgoedbelasting. Gebruikelijk in Caribisch Nederland is dat ook kleine ondernemers hun onderneming drijven in een naamloze vennootschap of besloten vennootschap. Om bovengenoemde redenen wijkt het tijdelijke uitstelbeleid in verband met de coronacrisis op Caribisch Nederland op enkele onderdelen af van het uitstelbeleid in Europees Nederland.

2.1 Uitstel van betaling van belastingschulden

Ondernemers die door bijzondere omstandigheden waarvan de oorzaak buiten hun invloed ligt tijdelijk in liquiditeitsproblemen zijn gekomen, kunnen op grond van bestaand beleid om uitstel van betaling vragen. De gevolgen van de coronacrisis geven aanleiding voor een tijdelijk soepeler beleid. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring 1 (verlenen uitstel)

Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de ontvanger uitstel van betaling van belastingschuld verleent, indien de ondernemer uiterlijk 30 september 2021 daartoe een verzoek heeft ingediend.

Het verzoek om uitstel kan schriftelijk of digitaal via een daartoe bestemd formulier worden ingediend nadat er een belastingaanslag is opgelegd. Het verzoek om uitstel wordt geacht een verzoek om uitstel van betaling te zijn van alle openstaande en gedurende de uitstelperiode nog op te leggen belastingaanslagen waarop deze goedkeuring betrekking heeft.

Voorwaarden

Voor deze goedkeuring gelden de volgende zes voorwaarden:

  • a. De bestaande betalingsproblemen maken uitstel noodzakelijk.

  • b. Deze betalingsproblemen zijn hoofdzakelijk door de coronacrisis ontstaan.

  • c. Er is voor de belastingschuld waarvoor het uitstel wordt gevraagd voldaan aan de aangifteplicht.

  • d. Het gevraagde uitstel heeft betrekking op een of meer vergelijkbare belastingen genoemd in de goedkeuringen die in het Europees deel Nederland van toepassing zijn (zie hiervoor onderdeel 3.1 van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis). Dit betekent dat uitstel van betaling kan worden aangevraagd voor de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de premies voor de AOV, de AWW en de Zorgverzekering, de door werkgevers / inhoudingsplichtigen af te dragen werknemerspremies en de vastgoedbelasting.

  • e. Als de Belastingdienst Caribisch Nederland daarom verzoekt, dient de ondernemer een verklaring van een derde-deskundige te overleggen waaruit blijkt dat de betalingsproblemen hoofdzakelijk veroorzaakt zijn door de coronacrisis en dat de onderneming, los daarvan, levensvatbaar is. Ook kan daarbij om een liquiditeitsprognose worden verzocht.

  • f. Indien de ondernemer om uitstel langer dan drie maanden verzoekt, dient de ondernemer te verklaren dat geen bonussen worden uitgekeerd aan de Raad van Bestuur en de directie van de onderneming, geen dividend wordt uitgekeerd en geen eigen aandelen worden ingekocht in de periode vanaf het indienen van het uitstelverzoek totdat het uitstel dat ingevolge deze goedkeuring is verleend wordt ingetrokken of vervalt. Onder bonussen worden mede begrepen winstuitdelingen en andere betalingen die kenmerken van bonussen hebben. Deze voorwaarde ziet niet op bonussen, dividenden en aandelen waarvan de uitbetaling en inkoop na het uitstelverzoek plaatsvindt, maar de daaraan ten grondslag liggende beslissing in 2019 is genomen.

Er wordt geen uitstel van betaling verleend en verleend uitstel van betaling wordt ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen uitstel verzetten. Dit is onder meer het geval als de ontvanger vreest voor misbruik van de situatie waardoor verhaalsmogelijkheden in gevaar komen.

Verleend uitstel van betaling op grond van deze goedkeuring wordt ingetrokken per 1 oktober 2021, met dien verstande dat de ontvanger de ondernemer in de gelegenheid stelt om de belastingschuld met een betalingsregeling af te lossen (zie hiervoor onderdeel 2.4). Voor de volledigheid merk ik op dat daarbij de voorwaarden a. tot en met f. onverkort gelden.

Goedkeuring 2 (samenloop uitstelvormen)

Ik keur goed dat noch het feit dat aan de ondernemer eerder uitstel op grond van het bestaande beleid is verleend, noch het feit dat de ondernemer verzoekt om een andere vorm van uitstel, een belemmering vormt voor het toekennen van uitstel van betaling op grond dit onderdeel.

Goedkeuring 3 (geen verrekening)

Ik keur goed dat de ontvanger gedurende de periode van uitstel, bedoeld in goedkeuring 1, alsmede de periode van de betalingsregeling, bedoeld in onderdeel 2.4, geen belastingteruggaven (van enige soort) verrekent met de belastingschuld waarvoor uitstel van betaling is verleend, tenzij de ondernemer hierom verzoekt of de belangen van de Staat worden geschaad.

Voornoemde goedkeuringen 1 tot en met 3 gelden in aanvulling op het reguliere uitstelbeleid.

2.2 Interest

Ik acht het onwenselijk dat belastingschuldigen waaraan uitstel van betaling vanwege betalingsproblemen als gevolg van de coronacrisis is verleend, worden geconfronteerd met het huidige percentage van 6% interest (op grond van artikel 8.44, tweede lid, Belastingwet BES). Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat het percentage van de interest dat momenteel ingevolge artikel 8.44, tweede lid, Belastingwet BES ten minste 6 bedraagt, wordt verlaagd naar de volgende percentages:

  • een percentage van 0,0 voor de periode 23 maart 2020 tot en met 31 december 2021;

  • een percentage van 2,0 voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022; en

  • een percentage van 3,0 voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.

Deze tijdelijke verlagingen gelden voor belastingschulden waarvoor uitstel van betaling is verleend op grond onderdeel 2.1 van dit besluit. De verlaagde percentages gelden uitsluitend voor interest die ingevolge artikel 8.44, tweede lid, Belastingwet BES in rekening wordt gebracht. Voor wat betreft te vergoeden interestvorderingsrente (op grond van artikel 8.44, derde lid, Belastingwet BES) blijft het wettelijke percentage interest onverminderd van kracht.

2.3 Diverse invorderingsonderwerpen

Bij het robuust faciliteren van uitstel van betaling van belasting past een soepelere houding ten aanzien van een aantal aanvullende onderwerpen. Deze soepelere houding komt tot uitdrukking in onderstaande goedkeuringen.

2.3.1 Verklaring betalingsgedrag

Goedkeuring

Ik keur goed dat in afwijking van artikel 8.38.7 van de Leidraad Invordering BES de ontvanger, indien voldaan wordt aan de overige voorwaarden, een schone verklaring betalingsgedrag afgeeft als voor de nageheven loonheffingen ingevolge dit besluit uitstel van betaling wordt genoten dan wel ingevolge dit besluit voor bedoelde naheffingsaanslagen geen invorderingsmaatregelen worden genomen.

2.3.2 Melding betalingsonmacht

Goedkeuring

Ik keur goed dat voor zover het verzoek om uitstel van betaling op grond van dit beleidsbesluit betrekking heeft op de verschuldigde belasting die behoorde te zijn afgedragen of voldaan tussen 12 maart 2020 en 1 oktober 2021, het verzoek in voorkomend geval mede geldt als tijdige melding van betalingsonmacht als bedoeld in artikel 8.65a, tweede lid, Belastingwet BES. De melding wordt bovendien rechtsgeldig geacht, tenzij achteraf blijkt dat de betalingsonmacht niet hoofdzakelijk verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.

2.4 Betalingsregeling voor opgebouwde belastingschuld

Gelet op de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis, vind ik het passend om naast de reguliere betalingsregeling voor ondernemers (in artikel 8.57 Leidraad Invordering BES e.v.), voor de in dit onderdeel bedoelde belastingschulden van ondernemers een meer ruimhartige betalingsregeling toe te staan. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat de ontvanger tot 1 oktober 2027 uitstel van betaling verleent voor belastingschulden waarvoor ingevolge onderdeel 2.1 van dit besluit uitstel van betaling is verleend.

De ondernemer lost de hiervoor bedoelde belastingschulden af voor 1 oktober 2027 met een betalingsregeling. Hierbij geldt de voorwaarde dat ondernemer gedurende het uitstel van betaling nieuw opkomende fiscale en andere financiële verplichtingen – waarvan de invordering aan de ontvanger is opgedragen – bijhoudt.

Uitgangspunten van de betalingsregeling zijn dat de belastingschuld wordt afgelost in 60 maandelijkse termijnen en in oktober 2022 aanvangt. De uiterste betaaldatum van de eerste betalingstermijn is 31 oktober 2022. Elke volgende termijn vervalt telkens een maand later. Hiervan kan worden afgeweken als de ondernemer aannemelijk maakt dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is in oktober 2022 aan te vangen met het aflossen van zijn coronaschuld, bijvoorbeeld als zijn liquiditeitspositie dat vanwege beperkende maatregelen nog niet in redelijkheid toelaat. De ondernemer kan in dat geval op een later moment beginnen met aflossen, met dien verstande dat de belastingschuld ook dan uiterlijk 1 oktober 2027 volledig moet zijn afgelost.

Als blijkt dat de ondernemer gedurende het uitstel van betaling die hem ingevolge dit besluit is toegekend niet (meer) voldoet aan de voorwaarden die gelden voor het op grond van onderdeel 2.1 verleende uitstel van betaling, kan de ontvanger de betalingsregeling als bedoeld in dit onderdeel weigeren of beëindigen. Alvorens de ontvanger de regeling weigert of beëindigt, stelt hij de ondernemer in de gelegenheid om alsnog binnen veertien dagen aan de voorwaarden te voldoen. De betalingsregeling wordt eveneens niet toegekend of ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen de betalingsregeling verzetten.

3. Betalingsverzuimboeten

Ik acht het onwenselijk dat ondernemers waaraan uitstel van betaling vanwege betalingsproblemen als gevolg van de coronacrisis is verleend, worden beboet omdat zij niet (tijdig) aan hun betalingsverplichtingen hebben voldaan. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat verzuimboeten voor betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum waarop het uitstel van betaling van dit besluit eindigt (zie onderdeel 2.1), worden geacht niet te zijn opgelegd. Als een verzuimboete wordt opgelegd, zorgt de ontvanger ervoor dat deze ambtshalve wordt vernietigd. Deze goedkeuring geldt voor alle belastingmiddelen waarvoor de tijdelijke bijzondere uitstelregeling van dit besluit geldt.

4. Gebruikelijk loon 2020 en 2021 AB-houders

Voor de aanmerkelijkbelanghouder die werkzaam is voor het lichaam waarin het belang gehouden wordt, kent Caribisch Nederland net als Europees Nederland een gebruikelijk loonregeling. De gebruikelijk loonregeling in Caribisch Nederland wijkt op een aantal punten af van die in Europees Nederland. Zo is er geen uitzondering opgenomen voor ondernemingen met een zogenaamde S&O verklaring (innovatieve ondernemingen) en hoeft geen rekening te worden gehouden met uitzonderingen op grond van het EU recht. Verder is het minimale gebruikelijk loon in Caribisch Nederland aanzienlijk lager dan in Europees Nederland.

Gezien de bestaande verschillen tussen de fiscale stelsels wordt voor Caribisch Nederland een tijdelijke aanpassing voor de jaren 2020 en 2021 van de gebruikelijk loonregeling voorgesteld die aansluit bij de lokale omstandigheden en de al bestaande wettelijke faciliteit voor nieuw opgerichte lichamen in Caribisch Nederland. Nieuw opgerichte lichamen hebben de mogelijkheid gedurende de eerste drie jaar het gebruikelijk loon te stellen op de commerciële winst van het jaar als deze lager is dan het gebruikelijk loon. Gelet op de huidige omstandigheden acht ik het wenselijk deze regeling voor ieder lichaam open te stellen.

Goedkeuring

Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat alle lichamen in de kalenderjaren 2020 en 2021 gebruik kunnen maken van de regeling die geldt voor nieuw opgerichte lichamen zoals beschreven in artikel 9a, tweede lid van de Wet loonbelasting BES.

Voorwaarden

Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden:

  • a. De rekening-courantschuld neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon en er vindt geen terugbetaling van kapitaal of betaling van dividend plaats.

  • b. Als de aanmerkelijkbelanghouder-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit de berekening met gebruikmaking artikel 9a, tweede lid van de Wet loonbelasting BES, dan geldt dat hogere loon.

  • c. Deze goedkeuring geldt niet voor zover de winst in het jaar 2020 of 2021 beïnvloed is door bijzondere oorzaken, zoals staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

Hierbij wordt wellicht ten overvloede opgemerkt dat voor het vaststellen van het bedrag van de commerciële winst (artikel 9a, tweede lid van de Loonbelasting BES) geen rekening wordt gehouden met de beloning van de aanmerkelijkbelanghouder-werknemer.

5. Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren & subsidie financiering vaste lasten MKB

Tot de winst van een onderneming behoren tegemoetkomingen op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 BES (TOGS) en subsidies op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES. Deze tegemoetkomingen en subsidies stel ik evenwel vrij van de heffing van inkomstenbelasting.

Voor een tegemoetkoming die ziet op de periode van 13 maart tot en met 12 juni 2020 of een subsidie die ziet op de periode 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 geldt een wettelijke vrijstelling van de heffing van inkomstenbelasting (artikel XXXIII van het Belastingplan 2021).

Inmiddels zijn subsidies mogelijk voor andere periodes dan hiervóór vermeld.

Goedkeuring

Vooruitlopend op wetgeving keur ik met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020 goed dat een subsidie niet valt onder de wettelijke vrijstelling en die is verstrekt op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES, is vrijgesteld van de heffing van inkomstenbelasting.

6. Algemene bestedingsbelasting

6a. Mondkapjes

Om het risico op overdracht van het coronavirus waar mogelijk te beperken, geldt op veel plekken een verplichting tot het dragen van een mondkapje. Deze verplichtstelling is aanleiding voor het treffen van een tijdelijke goedkeuring. Deze goedkeuring kan met terugwerkende kracht worden toegepast met ingang van 1 januari 2021 en geldt tot en met 30 september 2021.

Goedkeuring

Ik keur goed dat geen algemene bestedingsbelasting (hierna: abb) wordt geheven over de invoer en levering van mondkapjes.

Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt geldt het volgende. Bij de invoer en levering van (zowel medische als niet medische) mondkapjes geldt voor de abb een tarief van nihil, tenzij voor deze invoer of levering een vrijstelling van toepassing is. Het tarief van nihil heeft voor lokale producenten geen gevolgen voor het recht op aftrek van abb. Het begrip ‘mondkapjes’ moet naar algemeen spraakgebruik worden uitgelegd.

6b. COVID-19-vaccins en COVID-19-testkits

De invoer van vaccins en (niet-commerciële) testkits is vrijgesteld van abb. De invoer en levering van commerciële testkits is echter belast met abb. De dienst bestaande uit het tegen vergoeding vaccineren of testen is belast, tenzij deze is vrijgesteld op grond van 6.11, eerste lid, onderdeel c, Belastingwet BES.

Om te voorkomen dat de abb een belemmering vormt voor de levering en het gebruik van COVID-19 vaccins en testkits, gelden de navolgende tijdelijke goedkeuringen.

De goedkeuringen in de onderdelen 6b.1. en 6b.2. kunnen met terugwerkende kracht worden toegepast met ingang van 21 december 2020. De goedkeuringen in onderdeel 6b.3. en 6b.4. kunnen met terugwerkende kracht worden toegepast met ingang van 17 april 2021. De goedkeuringen gelden tot en met 30 september 2021.

6b.1. COVID-19-vaccins

Goedkeuring

Ik keur goed dat geen abb wordt geheven ter zake de dienst bestaande uit het vaccineren met COVID-19 vaccins. Hieronder vallen alleen de vaccins die door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) zijn goedgekeurd als COVID-19-vaccins.

Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt, geldt het volgende. Voor de dienst van het vaccineren met voornoemde COVID-19 vaccins is geldt een abb-tarief van nihil, tenzij er ter zake een vrijstelling van toepassing is.

6b.2. COVID-19-testkits

Goedkeuring

Ik keur goed dat geen abb wordt geheven ter zake van de invoer van COVID-19-in-vitrodiagnostiek en de dienst bestaande uit het afnemen en/of uitvoeren van de test met deze testkits.

Het begrip COVID-19-in-vitrodiagnostiek moet worden uitgelegd als testkits die geschikt zijn voor en gebruikt worden bij de detectie van het SARS-CoV-2-virus. Daarbij moet het gaan om testkits die op het moment van levering voldoen aan hetgeen is voorgeschreven in de op dat moment actuele versie van de LCI-richtlijn COVID-19 van het RIVM1 en meer in het bijzonder in de bij die richtlijn behorende bijlage ‘Aanvullende informatie diagnostiek COVID-192.

Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt geldt het volgende. Voor de invoer en levering van COVID-19-in-vitrodiagnostiek en de dienst van het testen met deze testkits geldt een abb-tarief van nihil, tenzij er ter zake een vrijstelling van toepassing is.

6b.3. COVID-19-testkits – uitbreiding

Goedkeuring

Ik keur goed dat geen abb wordt geheven ter zake van de invoer van COVID-19-in-vitrodiagnostiek en de dienst bestaande uit het afnemen en/of uitvoeren van de test met deze testkits.

Hierbij moet het gaan om COVID-19-testkits die op het moment van levering zijn opgenomen in de ‘COVID-19 In Vitro Diagnostic Devices and Test Methods Database’ van de Europese Commissie en zijn voorzien van een CE-markering.3

Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt geldt het volgende. Voor de invoer van de COVID-19-in-vitrodiagnostiek en de dienst van het testen met deze testkits geldt een abb-tarief van nihil, tenzij er ter zake een vrijstelling van toepassing is.

6b.4. COVID-19-zelftestkits met ontheffing

Goedkeuring

Ik keur goed dat geen abb wordt geheven ter zake van de invoer van Antigeen-zelftesten waarvoor de Minister voor Medische Zorg en Sport ontheffing heeft verleend deze op de Nederlandse markt te mogen brengen, 4 en deze op Caribisch Nederland mogen worden ingevoerd.

Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt geldt het volgende. Voor de invoer van deze zelftesten geldt een abb-tarief van nihil tenzij er ter zake een vrijstelling van toepassing is.

7. Ingetrokken regeling

Het volgende besluit is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit:

8. Inwerkingtreding en vervaldatum

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 maart 2020, met dien verstande dat

  • onderdeel 2.2 terugwerkt tot en met 23 maart 2020,

  • onderdeel 5 terugwerkt tot en met 1 januari 2020,

  • onderdeel 6a terugwerkt tot en met 1 januari 2021,

  • de onderdelen 6b.1 en 6b.2 terugwerken tot en met 21 december 2020, en

  • de onderdelen 6b.3 en 6b.4 terugwerken tot en met 17 april 2021.

Onderdeel 3 vervalt met ingang van 1 oktober 2021, met dien verstande dat het onderdeel van toepassing blijft ten aanzien van verzuimboeten die uiterlijk op 30 september 2021 zijn opgelegd.

Onderdeel 6 vervalt met ingang van 1 oktober 2021.

Onderdeel 4 vervalt met ingang van 1 januari 2022.

Onderdeel 2.2 vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Onderdeel 2.4 vervalt met ingang van 1 oktober 2027.

9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit noodmaatregelen coronacrisis Caribisch Nederland.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 juni 2021

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

Naar boven