ARTIKEL I
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 6.26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.26a Vaccinatie
Een vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 bestaat uit toediening van een vaccin tegen
een infectie veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2, dat is goedgekeurd door het College
ter beoordeling van geneesmiddelen of het Europees Medicijn Agentschap.
B
Voor artikel 6.27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.26b Herstel
Herstel van het virus SARS-CoV-2 bestaat uit het herstel van een infectie veroorzaakt
door het virus SARS-CoV-2, welke infectie is vastgesteld door middel van een positieve
testuitslag.
C
Na artikel 6.27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.27a Verklaring van vaccinatie
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van vaccinatie
tegen het virus SARS-CoV-2:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, een bevestiging van een eerdere positieve testuitslag.
D
Voor artikel 6.28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.27b Verklaring van herstel
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van herstel
van het virus SARS-CoV-2 een testuitslag met:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
E
Artikel 6.29 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1. 'geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
F
Aan artikel 6.29 wordt een lid toegevoegd, luidende:
G
Na artikel 6.31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.31a Persoonsgegevens vaccinatie
-
1. Op verzoek van de gevaccineerde persoon gaat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op
basis van een verklaring van vaccinatie na of het RIVM beschikt over gegevens met
betrekking tot diens vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 en zo nee, wie die persoon
een vaccinatie tegen dat virus heeft toegediend.
-
2. Het RIVM of, indien het RIVM niet beschikt over de gegevens, de toediener van de
vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van de gevaccineerde persoon
ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van
een verklaring van vaccinatie de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, de datum van een positieve testuitslag.
-
3. Ter uitvoering van het verzoek, bedoeld in het eerste of tweede lid, worden de volgende
gegevens van de gevaccineerde persoon verwerkt:
-
4. De gevaccineerde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het tweede lid, door middel
van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gegenereerd coronatoegangsbewijs
verkrijgen.
-
5. Bij de uitvoering van de voorgaande leden en het gebruik van de in het vorige lid
bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de gevaccineerde persoon gebruikt.
-
6. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6.28, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6.28, onder b, onder 1°.
H
Voor artikel 6.32 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.31b Persoonsgegevens herstel
-
1. De verklaarder van het herstel van het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van
de herstelde persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs
op basis van herstel van het virus SARS-CoV-2 de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test;
-
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de
geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruikmaakt van DigiD.
-
2. De herstelde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot
en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onderd
a, onder 1°, van de wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
gegenereerd coronatoegangsbewijs verkrijgen.
-
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het vorige
lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
-
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6.28, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6.28, onder b, onder 1°.
ARTIKEL II
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 6b.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6b.1a Vaccinatie
Een vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 bestaat uit toediening van een vaccin tegen
een infectie veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2, dat is goedgekeurd door het College
ter beoordeling van geneesmiddelen of het Europees Medicijn Agentschap.
B
Voor artikel 6b.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6b.1b Herstel
Herstel van het virus SARS-CoV-2 bestaat uit het herstel van een infectie veroorzaakt
door het virus SARS-CoV-2, welke infectie is vastgesteld door middel van een positieve
testuitslag.
C
Na artikel 6b.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6b.2a Verklaring van vaccinatie
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van vaccinatie
tegen het virus SARS-CoV-2:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, een bevestiging van een eerdere positieve testuitslag.
D
Voor artikel 6b.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6b.2b Verklaring van herstel
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van herstel
van het virus SARS-CoV-2 een testuitslag met:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
E
Artikel 6b.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1. 'geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
F
Aan artikel 6b.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
G
Na artikel 6b.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6b.6a Persoonsgegevens vaccinatie
-
1. Op verzoek van de gevaccineerde persoon gaat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op
basis van een verklaring van vaccinatie na of het RIVM beschikt over gegevens met
betrekking tot diens vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 en zo nee, wie die persoon
een vaccinatie tegen dat virus heeft toegediend.
-
2. Het RIVM of, indien het RIVM niet beschikt over de gegevens, de toediener van de
vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van de gevaccineerde persoon
ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van
een verklaring van vaccinatie de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, de datum van een positieve testuitslag.
-
3. Ter uitvoering van het verzoek, bedoeld in het eerste of tweede lid, worden de naam
en geboortedatum van de gevaccineerde persoon verwerkt.
-
4. De gevaccineerde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het tweede lid, door middel
van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gegenereerd coronatoegangsbewijs
verkrijgen.
-
5. Bij de uitvoering van de voorgaande leden en het gebruik van de in het vorige lid
bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de gevaccineerde persoon gebruikt.
-
6. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6b.3, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6b.3, onder b, onder 1°.
H
Voor artikel 6b.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6b.6b Persoonsgegevens herstel
-
1. De verklaarder van het herstel van het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van
de herstelde persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs
op basis van herstel van het virus SARS-CoV-2 de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test;
-
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de
geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruikmaakt van DigiD.
-
2. De herstelde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot
en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder
a, onder 1°, van de wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
gegenereerd coronatoegangsbewijs verkrijgen.
-
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het vorige
lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
-
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6b.3, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6b.3, onder b, onder 1°.
ARTIKEL III
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 6a.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.1a Vaccinatie
Een vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 bestaat uit toediening van een vaccin tegen
een infectie veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2, dat is goedgekeurd door het College
ter beoordeling van geneesmiddelen of het Europees Medicijn Agentschap.
B
Voor artikel 6a.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.1b Herstel
Herstel van het virus SARS-CoV-2 bestaat uit het herstel van een infectie veroorzaakt
door het virus SARS-CoV-2, welke infectie is vastgesteld door middel van een positieve
testuitslag.
C
Na artikel 6a.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.2a Verklaring van vaccinatie
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van vaccinatie
tegen het virus SARS-CoV-2:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, een bevestiging van een eerdere positieve testuitslag.
D
Voor artikel 6a.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.2b Verklaring van herstel
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van herstel
van het virus SARS-CoV-2 een testuitslag met:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
E
Artikel 6a.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1. 'geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
F
Aan artikel 6a.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
G
Na artikel 6a.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.6a Persoonsgegevens vaccinatie
-
1. Op verzoek van de gevaccineerde persoon gaat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op
basis van een verklaring van vaccinatie na of het RIVM beschikt over gegevens met
betrekking tot diens vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 en zo nee, wie die persoon
een vaccinatie tegen dat virus heeft toegediend.
-
2. Het RIVM of, indien het RIVM niet beschikt over de gegevens, de toediener van de
vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van de gevaccineerde persoon
ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van
een verklaring van vaccinatie de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, de datum van een positieve testuitslag.
-
3. Ter uitvoering van het verzoek, bedoeld in het eerste of tweede lid, worden de naam
en geboortedatum van de gevaccineerde persoon verwerkt.
-
4. De gevaccineerde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het tweede lid, door middel
van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gegenereerd coronatoegangsbewijs
verkrijgen.
-
5. Bij de uitvoering van de voorgaande leden en het gebruik van de in het vorige lid
bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de gevaccineerde persoon gebruikt.
-
6. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6a.3, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.3, onder b, onder 1°.
H
Voor artikel 6a.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.6b Persoonsgegevens herstel
-
1. De verklaarder van het herstel van het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van
de herstelde persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs
op basis van herstel van het virus SARS-CoV-2 de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test;
-
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de
geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruikmaakt van DigiD.
-
2. De herstelde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot
en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder
a, onder 1°, van de wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
gegenereerd coronatoegangsbewijs verkrijgen.
-
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het vorige
lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
-
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6a.3, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.3, onder b, onder 1°.
ARTIKEL IV
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 6a.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.1a Vaccinatie
Een vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 bestaat uit toediening van een vaccin tegen
een infectie veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2, dat is goedgekeurd door het College
ter beoordeling van geneesmiddelen of het Europees Medicijn Agentschap.
B
Voor artikel 6a.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.1b Herstel
Herstel van het virus SARS-CoV-2 bestaat uit het herstel van een infectie veroorzaakt
door het virus SARS-CoV-2, welke infectie is vastgesteld door middel van een positieve
testuitslag.
C
Na artikel 6a.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.2a Verklaring van vaccinatie
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van vaccinatie
tegen het virus SARS-CoV-2:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, een bevestiging van een eerdere positieve testuitslag.
D
Voor artikel 6a.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.2b Verklaring van herstel
Om voor een resultaat te kunnen worden gebruikt, bevat een verklaring van herstel
van het virus SARS-CoV-2 een testuitslag met:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het tijdstip van de afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test.
E
Artikel 6a.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1. 'geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
F
Aan artikel 6a.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
G
Na artikel 6a.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.6a Persoonsgegevens vaccinatie
-
1. Op verzoek van de gevaccineerde persoon gaat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op
basis van een verklaring van vaccinatie na of het RIVM beschikt over gegevens met
betrekking tot diens vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 en zo nee, wie die persoon
een vaccinatie tegen dat virus heeft toegediend.
-
2. Het RIVM of, indien het RIVM niet beschikt over de gegevens, de toediener van de
vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van de gevaccineerde persoon
ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van
een verklaring van vaccinatie de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon;
-
b. de merknaam en de naam van de fabrikant van elk vaccin dat is toegediend;
-
c. de datum van toediening van elk vaccin dat is toegediend;
-
d. indien van toepassing, de datum van een positieve testuitslag.
-
3. Ter uitvoering van het verzoek, bedoeld in het eerste of tweede lid, worden de naam
en geboortedatum van de gevaccineerde persoon verwerkt.
-
4. De gevaccineerde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het tweede lid, door middel
van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gegenereerd coronatoegangsbewijs
verkrijgen.
-
5. Bij de uitvoering van de voorgaande leden en het gebruik van de in het vorige lid
bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de gevaccineerde persoon gebruikt.
-
6. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6a.3, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.3, onder b, onder 1°.
H
Voor artikel 6a.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a.6b Persoonsgegevens herstel
-
1. De verklaarder van het herstel van het virus SARS-CoV-2 verstrekt op verzoek van
de herstelde persoon ten behoeve van een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs
op basis van herstel van het virus SARS-CoV-2 de volgende gegevens:
-
a. de naam en de geboortedatum van de herstelde persoon;
-
b. het type test dat is uitgevoerd;
-
c. de datum en het op hele uren afgeronde tijdstip van afname van de test;
-
d. de uitslag van de uitgevoerde test;
-
e. een code voor het opvragen van de gegevens, bedoeld onder a tot en met d, tenzij de
geteste persoon voor het opvragen van deze gegevens gebruikmaakt van DigiD.
-
2. De herstelde persoon kan met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot
en met d, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder
a, onder 1°, van de wet een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
gegenereerd coronatoegangsbewijs verkrijgen.
-
3. Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid en het gebruik van de in het vorige
lid bedoelde applicatie wordt het IP-adres verwerkt dat de geteste persoon gebruikt.
-
4. De beheerder en de toezichthouder kunnen de gegevens, bedoeld in artikel 6a.3, onder
b, door middel van de applicatie, bedoeld in artikel 58re, derde lid, van de wet verwerken
om te zien of het elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs geldig is en zo
ja, wat de gegevens zijn, bedoeld in artikel 6a.3, onder b, onder 1°.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van de artikelen I,
onderdeel B, D, F en H, II, onderdeel B, D, F en H, III, onderdeel B, D, F en H, en
IV, onderdeel B, D, F en H, die in werking treden met ingang van 1 juli 2021.
TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
De Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen (Stb. 2021, 240) wijzigt de tijdelijke bepalingen in hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid
(Wpg) om het mogelijk te maken bij het treffen van maatregelen ter bestrijding van
de epidemie van covid-19 regels te kunnen stellen over het tonen van een coronatoegangsbewijs
dat gebaseerd is op een test op, vaccinatie tegen of herstel van een infectie met
het virus SARS-CoV-2 (coronavirus). Met de onderhavige wijziging van de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19 (Trm) wordt het mogelijk gemaakt om een coronatoegangsbewijs
te genereren op basis van een verklaring van vaccinatie tegen het coronavirus en op
basis van herstel van een uit een positieve test blijkende infectie met het coronavirus.
Dit, in aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheid coronatoegangsbewijzen te genereren
op basis van een testuitslag waaruit blijkt dat er op het moment van afname van de
test geen besmetting was met het coronavirus. Deze regeling bevat een wijziging van
de algemene, nadere bepalingen in paragraaf 6.11 Trm voor de inzet van coronatoegangsbewijzen
op basis van een vaccinatie tegen het coronavirus. Het betreft:
-
− de kenmerken van een verklaring van vaccinatie en van herstel,
-
− de eisen aan een schriftelijk coronatoegangsbewijs op basis van een verklaring van
vaccinatie en herstel,
-
− de geldigheid van een coronatoegangsbewijs op basis van een verklaring van vaccinatie
of herstel, en
-
− de te verwerken persoonsgegevens voor een elektronisch of schriftelijk coronatoegangsbewijs
op basis van een verklaring van vaccinatie of herstel.
De algemene bepalingen over de verplichtingen omtrent het tonen van een coronatoegangsbewijs
en een identiteitsbewijs alsmede over de duur van de zichtbaarheid van een coronatoegangsbewijs,
zijn voor coronatoegangsbewijzen op basis van een verklaring van vaccinatie of een
verklaring van herstel van een uit een positieve testuitslag blijkende infectie hetzelfde
als voor coronatoegangsbewijzen op basis van een negatieve testuitslag. Deze bepalingen
behoeven derhalve geen wijziging.
Dat geldt ook voor de uitzondering op de wettelijke verplichting voor bepaalde activiteiten
of voorzieningen over een coronatoegangsbewijs te beschikken voor een persoon die
vanwege een beperking of een ziekte geen test kan ondergaan die nodig is om de voorgeschreven
testuitslag te verkrijgen of als gevolg van een dergelijke test ernstig ontregeld
raakt. Van deze persoon mag ook geen coronatoegangsbewijs op basis van een vaccinatie
of herstel worden verlangd. Dit neemt echter niet weg dat een persoon die om genoemde
redenen niet getest kan worden, mogelijk wel gevaccineerd is en het hem in dat geval
vrij staat op basis daarvan een coronatoegangsbewijs te generen.
Net als bij de bepalingen over het coronatoegangsbewijzen op basis van een negatieve
testuitslag, worden er geen regels gesteld aan de aansluiting van de verstrekker van
de verklaring van vaccinatie tegen het coronavirus of van de verklaarder van herstel
op de applicatie voor het tonen van het toegangsbewijs op basis van een vaccinatie
of herstel, het gebruik van de applicaties voor het tonen en lezen van het coronatoegangsbewijs
of de beveiliging tegen verlies en onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens (artikel
58re, achtste lid, Wpg). Het ontwerp van de applicaties en de privaatrechtelijke aansluit-
en gebruiksvoorwaarden bieden de benodigde waarborgen voor een verantwoorde inzet
van coronatoegangsbewijzen, ook vanuit het oogpunt van privacy.
Tot slot van deze inleiding wordt opgemerkt dat naar verwachting per 1 juli 2021 in
werking zal treden de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende
een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele vaccinatie-,
test- en herstelcertificaten teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie
te vergemakkelijken (2021/0068(COD)). De verordening strekt onder meer tot de uitgifte
van test-, vaccinatie- en herstelcertificaten. De uitvoering van de verordening en
de daarvoor benodigde persoonsgegevens is grotendeels gelijk aan de wijze waarop coronatoegangsbewijzen
op basis van negatieve testuitslag, vaccinatie en herstel worden uitgegeven op basis
van de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen. Daar zijn dezelfde personen en organisaties
bij betrokken. Ook de applicaties en systemen zijn hetzelfde, zij het met enige verschillen,
bijvoorbeeld wat betreft de gegevens die zijn opgenomen in het toegangsbewijs onderscheidenlijk
het certificaat.
2. Systematiek inzet coronatoegangsbewijzen
2.1. Algemeen
De inzet van coronatoegangsbewijzen is uitvoerig beschreven in de memorie van toelichting
op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijs (Kamerstukken II 2020/21,
35 807, nr. 3). De systematiek voor de inzet van coronatoegangsbewijzen is kortweg als volgt. In
de Trm kan worden voorgeschreven dat deelname aan of toegang tot daarbij te bepalen
activiteiten of voorzieningen in bepaalde situaties slechts mogelijk is wanneer men
over een "resultaat" beschikt. Een resultaat is een testuitslag, de vaccinatie tegen
het coronavirus of het herstel van een infectie met het coronavirus. Het resultaat
toont men aan door een coronatoegangsbewijs te laten zien aan degene die bevoegd is
tot het toelaten van personen tot de activiteiten of voorzieningen. Dit is de beheerder
(artikel 1.1 Trm). Een coronatoegangsbewijs is een summiere weergave van een resultaat,
namelijk een QR-code. Voor een coronatoegangsbewijs in elektronische vorm stelt de
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een applicatie beschikbaar. Dit
is de applicatie CoronaCheck. Vooralsnog kan alleen daarmee een digitaal coronatoegangsbewijs
gegenereerd worden. Eveneens kan een papieren coronatoegangsbewijs worden gemaakt.
Ook voor het lezen van een coronatoegangsbewijs stelt de Minister van VWS een applicatie
beschikbaar: Coronacheck Scanner. Het gebruik van deze applicatie is verplicht voor
het lezen van zowel digitale, als papieren coronatoegangsbewijzen.
Bij de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis vaccinatie of herstel staan de volgende
actoren centraal:
-
− de gevaccineerde of herstelde persoon,
-
− de toediener van de vaccinatie, zoals een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), huisarts
of ziekenhuis, of verklaarder van het herstel, zoals een GGD of een uitvoerder van
testen,
-
− de beheerder van de activiteiten of voorziening waar die persoon toegang wenst,
-
− het RIVM en
-
− de Minister van VWS.
Laatstgenoemde faciliteert het digitale proces waarin uit het COVID-vaccinatie Informatie-
en Monitoringsysteem (CIMS) van het RIVM of uit een verklaring van de toediener van
de vaccinatie gedestilleerde gegevens worden omgezet in een coronatoegangsbewijs in
de vorm van een QR-code voor de gevaccineerde persoon. Een vergelijkbare rol vervult
de Minister van VWS voor coronatoegangsbewijzen op basis van herstel. Om de betrouwbaarheid
van deze gegevens te garanderen, worden door gespecialiseerde organisaties elektronische
handtekeningen geplaatst van de toediener van de vaccinatie of de verklaarder van
het herstel waarop het coronatoegangsbewijs is gebaseerd en van de Minister van VWS.
Een papieren coronatoegangsbewijs kan de gevaccineerde persoon zelf printen met een
door de Minister van VWS beschikbaar gestelde webapplicatie, eventueel met assistentie
uit zijn sociale omgeving of van organisaties die hem bijstaan. De Minister van VWS
stelt privaatrechtelijke voorwaarden aan uitgevers van de verklaring van vaccinatie
en herstel over de aansluiting op CoronaCheck.
2.2 Randvoorwaarden
Coronatoegangsbewijzen kunnen behalve op een negatieve testuitslag ook worden gebaseerd
op gegevens over een vaccinatie tegen het coronavirus of herstel van het coronavirus.
Alvorens daartoe besloten kan worden, moet voldaan zijn aan de twee eisen die artikel
58ra, tweede lid, Wpg daaraan stelt.
Ten eerste dient vastgesteld te worden dat een gevaccineerde of herstelde persoon
een vergelijkbaar risico oplevert op transmissie van het coronavirus als iemand die
negatief getest is. Hierover is advies gevraagd aan de Gezondheidsraad en het Outbreak
Management Team (OMT).
In het advies 'Transmissie na vaccinatie' van 20 mei 2021 constateert de Gezondheidsraad
dat de op dat moment beschikbare studies beperkt in aantal zijn en veelal indirect
bewijs leveren, maar wel in dezelfde richting wijzen. De Gezondheidsraad acht het
waarschijnlijk dat vaccinatie tot op zekere hoogte transmissie tegengaat. Meer onderzoek
zal uitwijzen in welke mate, hoe lang en in welke omstandigheden vaccinatie transmissie
tegengaat en welke factoren hierop van invloed zijn. De Gezondheidsraad sluit af met
de conclusie dat vaccinatie de gevaccineerde beschermt tegen (ernstige) ziekte en
sterfte en in meer of mindere mate bijdraagt aan het voorkomen van infecties bij anderen.
Het OMT onderschrijft in het advies van 24 mei 2021 (114e OMT, deel 2) het advies
van de Gezondheidsraad. Het OMT verwacht dat het daadwerkelijke effect van vaccinatie
op voorkómen van transmissie zelf onderschat is. Volgens het OMT kennen alle voorgestelde
vormen van een toegangsbewijs – een recent negatief testresultaat, een bewijs van
vaccinatie of een doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie – een gering restrisico op besmetting
met het coronavirus, waardoor de besmettelijkheid van de houder van een toegangsbewijs
en daarmee de transmissie naar anderen nooit volledig is uitgesloten. De grootte van
dit restrisico is afhankelijk van de prevalentie van covid-19, het aantal vatbare
anderen op de locatie waar het toegangsbewijs wordt ingezet en de (basis)maatregelen
die daar worden gehanteerd. Bij de beoogde stap 4 uit het openingsplan op 30 juni
wordt ‘terug naar niveau zorgelijk’ vermeld; vanaf dat moment zijn naar het oordeel
van het OMT de genoemde epidemiologische randvoorwaarden te verwachten die het verantwoord
maken om het volledige vaccinatie- en herstelbewijs als toegangsbewijs te accepteren,
een en ander onder de aanname van doorgaande vaccinatie conform de planning. Inmiddels
volgt uit prognoses van de RIVM van 2 juni dat deze epidemiologische randvoorwaarden
al halverwege de maand juni zullen worden bereikt, zodat het al eerder dan verwacht
epidemiologisch verantwoord is het vaccinatie- en herstelbewijs als toegangsbewijs
in te zetten.
Ten tweede blijft de mogelijkheid bestaan om voor het genereren van een coronatoegangsbewijs
een negatieve testuitslag te gebruiken in plaats van een verklaring van vaccinatie
tegen het coronavirus. De desbetreffende bepalingen in de Trm zijn met de onderhavige
regeling niet gewijzigd.
2.3 Verklaring van vaccinatie (artikel 6.26a)
De mogelijkheid om een coronatoegangsbewijs te baseren op een vaccinatie tegen het
coronavirus, bestaat uiteraard alleen voor personen die zich hebben laten vaccineren.
De Minister van VWS draagt zorg voor de uitvoering van het rijksvaccinatieprogramma,
waarin de vaccinatie tegen het coronavirus is opgenomen (artikel 11, vierde lid, Besluit
publieke gezondheid). In dat kader kan men zich kosteloos laten vaccineren.
Een coronatoegangsbewijs kan uitsluitend gebaseerd worden op vaccinatie tegen het
coronavirus met vaccins die zijn goedgekeurd door het College ter beoordeling van
geneesmiddelen (CBG) of het Europees Medicijn Agentschap (EMA). Om vaccins in Nederland
in het handelsverkeer te brengen, is een vergunning nodig van het CBG of de EMA (artikel
40 Geneesmiddelenwet). Een vergunning van de EMA geldt voor de gehele Europese Unie.
Vaccins die door één van deze instanties zijn goedgekeurd voor gebruik, kunnen worden
aangewend voor een coronatoegangsbewijs.
2.4 Herstel van het coronavirus (artikelen 6.26b)
De Trm bevat reeds de algemene bepalingen voor de inzet van coronatoegangsbewijzen
op basis van een negatieve testuitslag. Behalve coronabewijzen op basis van een verklaring
van vaccinatie wordt hieraan wordt toegevoegd coronabewijzen op basis van herstel
van een infectie met het virus SARS-CoV-2, indien de infectie is vastgesteld met een
positieve testuitslag. Serologie, het testen van antistoffen in het bloed, wordt niet
ingezet voor een verklaring van herstel voor een coronatoegangsbewijs. De reden is
dat deze test onvoldoende betrouwbaar is om immuniteit aan te tonen, als het moment
van besmetting niet bekend is. Is dat wel bekend, dan is er een positieve testuitslag
en dat is voldoende voor een verklaring van herstel.
2.5 Kenmerken verklaring van vaccinatie (artikel 6.27a)
Om als basis voor een coronatoegangsbewijs te kunnen dienen, is van belang te weten
welke vaccins betrokkene heeft gekregen en wanneer deze toegediend zijn. Hiervoor
zijn van de toediener van de vaccinatie tegen covid-19 dezelfde gegevens nodig als
voor een EU Digital COVID Certificate, zoals voorgeschreven in de aanstaande Europese
verordening. Dit zijn de naam en de geboortedatum van de gevaccineerde persoon en
voor elk toegediend vaccin de merknaam (naam van het product en de fabrikant) en de
datum van toediening.
Indien de vaccinatie als voltooid wordt beschouwd omdat betrokkene eerder geïnfecteerd
is geweest met het coronavirus, is aanvullende informatie nodig. Dit is de datum van
de positieve test op infectie met het coronavirus.
Niet in de laatste plaats dient in de verklaring van vaccinatie te zijn opgenomen
wie de gevaccineerde persoon is. Daarvoor zijn nodig de naam en de geboortedatum.
Aangezien de toediener van het vaccin een zorgaanbieder is, wordt in beginsel de identiteit
van de te vaccineren persoon vastgesteld en zijn burgerservicenummer gebruikt. Dit
is geregeld in de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg.
Daarmee is geborgd dat de verklaring van vaccinatie tegen het coronavirus betrekking
heeft op de juiste persoon.
Het coronatoegangsbewijs zelf bevat veel minder dan de hiervoor aangegeven gegevens
die nodig zijn om het te kunnen genereren. Naar de huidige toepassing is een coronatoegangsbewijs
een QR-code die een deel van de gegevens van de verklaring van vaccinatie bevat, voorzien
van een digitale handtekening van de Minister van VWS. Het bevat niet het burgerservicenummer
en ook niet de volledige naam en geboortedatum van de gevaccineerde persoon, maar
alleen de eerste letter van de voornaam en van de achternaam alsmede de geboortemaand
en -dag. Als uit een statistische analyse blijkt dat er een zeldzame combinatie van
deze gegevens is, worden één of meer van deze gegevens weggelaten. Dit verkleint de
herleidbaarheid van het coronatoegangsbewijs tot de gevaccineerde persoon. Ter verificatie
van de betrouwbaarheid is het coronatoegangsbewijs voorzien van een digitale handtekening
van de Minister van VWS.
Functioneel moet het coronatoegangsbewijs op basis van een vaccinatie zodanig in een
QR-code zijn gegoten dat het lezen ervan met CoronaCheck Scanner toont of er een geldig
coronatoegangsbewijs is. Daartoe bevat de QR-code datum en tijdstip vanaf welke het
coronatoegangsbewijs geldig is alsmede de geldigheidsduur van het coronatoegangsbewijs.
Of het coronatoegangsbewijs is gebaseerd op een negatieve testuitslag of op een verklaring
van vaccinatie, is niet relevant en daarom niet in de QR-code opgenomen. CoronaCheck
Scanner hoeft alleen na te gaan of het coronatoegangsbewijs op het moment van het
tonen ervan nog geldig is. Alleen als het coronatoegangsbewijs dan geldig is, wordt
een groen scherm getoond alsmede de initialen en de geboortemaand en -dag van de gevaccineerde
persoon. Deze gegevens behoren overeen te komen met het identiteitsbewijs van de toonder
van het coronatoegangsbewijs. Als het coronatoegangsbewijs niet geldig is, wordt een
rood scherm getoond; de initialen en de geboortemaand en -dag zijn dan niet zichtbaar.
Het digitale, op een vaccinatie gebaseerde coronatoegangsbewijs in CoronaCheck voldoet
aan dezelfde eisen omtrent de verklaring van vaccinatie en de QR-code als voorgeschreven
voor het papieren coronatoegangsbewijs. Een verschil is dat de QR-code op het papieren
coronatoegangsbewijs statisch is en dat in CoronaCheck de QR-code binnen enkele minuten
verandert. Een dynamische QR-code vermindert het risico op fraude en voorkomt dat
de toonder getraceerd kan worden.
2.6 Kenmerken verklaring van herstel (artikel 6.27b)
De positieve testuitslag voor een verklaring van herstel bestaat uit dezelfde elementen
als een testuitslag voor een coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag.
2.7 Geldigheid coronatoegangsbewijs op basis van vaccinatie (artikel 6.29, tweede
lid)
Een coronatoegangsbewijs op basis van een verklaring van vaccinatie dient geschikt
te zijn om toegang te verkrijgen tot de activiteit of voorziening waarvoor dat is
voorgeschreven. Alleen dan is sprake van een geldig coronatoegangsbewijs. Hiervoor
zijn twee eisen van belang.
Ten eerste moet het coronatoegangsbewijs betrekking hebben op de persoon die de toegang
wil verkrijgen.
Ten tweede moet het gaan om een voltooide vaccinatie tegen het coronavirus. Een vaccinatie
kan op verschillende manieren voltooid zijn. Een vaccinatie kan met één toediening
volledig zijn zoals bijvoorbeeld het geval is bij het coronavaccin van Janssen. De
meeste vaccinaties bestaan uit twee toedieningen. In dat laatste geval behoort ten
minste het interval tussen beide toedieningen te worden aangehouden die in de bijsluiter
van het vaccin is vermeld. Er kan ook met één toediening volstaan worden wanneer men
eerder geïnfecteerd was met het coronavirus, blijkend uit een positieve uitslag van
een gevalideerde test. Deze voorwaarde sluit aan op de ‘Uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie;
Professionele standaard voor COVID-19-vaccinatie 2021’, versie 4 juni 2021, van het
RIVM. Dat de vaccinatie is voltooid, dient te kunnen worden afgeleid uit een verklaring
van vaccinatie.
2.8 Geldigheid coronatoegangsbewijs op basis van herstel (artikel 6.29, derde lid)
Het wordt verantwoord geacht om deelname aan activiteiten of toegang tot voorzieningen
ook toe te staan aan personen die geïnfecteerd zijn geweest met het coronavirus. Zij
kunnen daartoe een coronatoegangsbewijs op basis van herstel verkrijgen die zij gedurende
een bepaalde periode na afname van een test met een positieve testuitslag kunnen gebruiken.
Een positieve testuitslag toont aan dat iemand op het moment van afname besmet was.
Vanaf 11 dagen na het moment van besmetting is de kans op herinfectie en transmissie
van het virus naar anderen afgenomen. Dit blijkt uit onder andere uit data van het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De wetenschappelijke data over
de duur van de natuurlijke immuniteit die ontstaat na een doorgemaakte infectie ondersteunt
volgens deskundigen de aanname dat deze immuniteit ten minste 180 dagen aanhoudt.
Op basis van deze overwegingen, wordt het restrisico als aanvaardbaar beoordeeld,
als mensen vanaf 11e dag tot en met 180 dagen na een positieve testuitslag van een NAAT-test of een antigeentest
toegang wordt verleend tot activiteiten of voorzieningen waarvoor een testbewijs wordt
voorgeschreven. Deze termijn is ontleend aan de Europese verordening. Zoals in paragraaf
2.2 toegelicht, adviseert het OMT weliswaar vanaf stap 4 van het openingsplan toegangsbewijzen
tevens te baseren op een herstelbewijs, maar zullen de door het OMT gestelde epidemiologische
randvoorwaarden volgens een prognose van het RIVM al halverwege de maand juni worden
bereikt. Er is dan, zoals artikel 58ra, tweede lid, onderdeel a, Wpg verlangt, een
vergelijkbare kans op overdracht van het coronavirus als bij een negatieve testuitslag.
2.9 Verwerking van persoonsgegevens vaccinatie (artikel 6.31a)
Voorts is voor toegangsbewijzen op basis van vaccinatie tegen het coronavirus expliciet
bepaald welke persoonsgegevens de toediener van het vaccin, de gevaccineerde persoon
en de beheerder verwerken gedurende het proces van het maken, tonen en lezen van een
coronatoegangsbewijs. De toediener van het vaccin beschikt over de gegevens die nodig
zijn voor de verklaring van vaccinatie. Dit zijn gemeentelijke gezondheidsdiensten
(GGD'en), ziekenhuizen en huisartsen. Verreweg de meeste gevaccineerde personen geven
toestemming om de vaccinatiegegevens ook op te nemen in het COVID-vaccinatie Informatie-
en Monitoringsysteem (CIMS) van het RIVM. Ongeveer 80% van de gevaccineerde personen
is vermeld in dit systeem. Doel van de gegevensverwerking in CIMS is het vergroten
van informatie te behoeve van de infectieziektebestrijding; ook kunnen gevaccineerde
personen geïnformeerd worden over bijwerkingen van vaccins.
De verklaring van vaccinatie wordt verstrekt wanneer de gevaccineerde persoon daarom
vraagt. Wanneer dit verzoek wordt gedaan met de applicatie CoronaCheck of de webapplicatie
voor het aanmaken van toegangsbewijzen, gaat de Minister van VWS eerst na waar de
vaccinatiegegevens van betrokkene berusten. Om te waarborgen dat de verklaring van
vaccinatie betrekking heeft op degene die op basis daarvan een coronatoegangsbewijs
wenst te genereren, wordt bij het verwerken van het verzoek aan de Minister van VWS
behalve de naam en geboortedatum van betrokkene ook zijn burgerservicenummer gebruikt.
Dit is gebaseerd op de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. Het verzoek wordt
gedaan door in te loggen met DigiD. Bij het doen van het verzoek om de verklaring
van vaccinatie en het genereren van het daarop te baseren coronatoegangsbewijs is
het IP-adres zichtbaar van het toestel of het systeem dat de gevaccineerde persoon
gebruikt. Het IP-adres is een persoonsgegeven indien het herleidbaar is tot de gevaccineerde
persoon. Daarom is de verwerking van dit gegeven uitdrukkelijk vermeld.
Indien de vaccinatiegegevens reeds zijn opgenomen in CIMS, kunnen de gegevens rechtstreeks
uit dat systeem worden opgehaald. Anders dient de bron van de vaccinatiegegevens te
worden gezocht. Daartoe worden genoemde gegevens van de verzoeker om een verklaring
van vaccinatie op zo'n manier gepseudonimiseerd dat alleen degene die de vaccinatie
heeft toegediend, de sleutel heeft om deze te lezen en aan de Minister van VWS kenbaar
te maken dat de bron van de vaccinatiegegevens gevonden is. De vindplaats van de vaccinatiegegevens
wordt teruggekoppeld naar de gevaccineerde persoon, die vervolgens met de (web)applicatie
de vaccinatiegegevens ophaalt bij het RIVM, bij de toediener van het vaccin of – indien
betrokkene door verschillende zorgaanbieders is gevaccineerd – bij de toedieners van
de vaccins. Daarbij plaatsen zij een digitale handtekening ter beveiliging en waarmerking
van de gegevens.
Vervolgens zet de gevaccineerde persoon de gegevens over zijn vaccinatie met CoronaCheck
om in een digitaal coronatoegangsbewijs. De digitale handtekening onder de verklaring
van vaccinatie van de toediener van de vaccins wordt vervangen door een digitale handtekening
van de minister van VWS op basis van een aan de ICT-dienstverlener beschikbaar gesteld
certificaat. Op dat moment wordt ook de statistische analyse van de initialen en geboortemaand
en -dag uitgevoerd. Ook wanneer het coronatoegangsbewijs wordt gemaakt met gegevens
van het RIVM, wordt het voorzien van een digitale handtekening van de Minister van
VWS. Voor een papieren coronatoegangsbewijs geldt hetzelfde, zij het dat de gevaccineerde
persoon daarvoor de door de Minister van VWS beschikbaar gestelde webapplicatie gebruikt
in plaats van CoronaCheck.
Tot slot leest de beheerder het digitale of papieren coronatoegangsbewijs met CoronaCheck
Scanner. Hierbij vindt geautomatiseerde gegevensverwerking plaats om de beheerder
door middel van een groen scherm of een rood scherm te kunnen laten zien of het wel
of geen geldig coronatoegangsbewijs betreft. Niet zichtbaar wordt gemaakt of een test
dan wel een vaccinatie is uitgevoerd, laat staan nadere informatie over de test of
vaccinatie. Indien een geldig coronatoegangsbewijs wordt getoond, kan aan de hand
van de daarbij getoonde initialen en de geboortemaand en -dag van de toonder in combinatie
met het tegelijkertijd getoond identiteitsbewijs worden nagegaan of het coronatoegangsbewijs
daadwerkelijk betrekking heeft op de toonder. Een en ander geldt ook voor de toezichthouder.
2.10 Verwerking van persoonsgegevens herstel (artikel 6.31b)
De verklaarder van het herstel van het coronavirus verwerkt dezelfde persoonsgegevens
met betrekking tot een herstelde persoon als nodig zijn voor een coronatoegangsbewijs
op basis van een negatieve testuitslag met betrekking tot een geteste persoon. Voor
de verklaring van herstel is immers eveneens een testuitslag nodig, zij het met een
positieve uitslag. Deze testuitslagen worden verkregen van de GGD. Op vergelijkbare
wijze als de bron van de gegevens over vaccinatie wordt gezocht, wordt nagegaan welke
GGD over gegevens beschikt met betrekking tot een positieve testuitslag van betrokkene.
2.11 Software en overeenkomsten in plaats van voorschriften
De Minister van VWS stelt de software beschikbaar voor de inzet van coronatoegangsbewijzen.
Dat zijn CoronaCheck voor het maken van digitale coronatoegangsbewijzen, de webapplicatie
voor het maken van een papieren coronatoegangsbewijzen en CoronaCheck Scanner voor
het lezen van een digitaal of papieren coronatoegangsbewijs. Teneinde de verklaring
van vaccinatie of herstel beschikbaar te kunnen maken, treft de Minister van VWS verder
de benodigde technische voorzieningen om het RIVM, toedieners van vaccinaties en verklaarders
van herstel in staat te stellen hun automatiseringssystemen te koppelen aan CoronaCheck
en de webapplicatie. Bij het aanbieden van deze software worden gebruiksvoorwaarden
(CoronaCheck, Coronacheck Scanner en de webapplicatie) alsmede aansluitvoorwaarden
(de koppelingen voor de uitvoerder van de vaccinatie of de verklaarder van herstel)
gesteld.
Door dit samenstel van software, certificaten en voorwaarden heeft de Minister van
VWS direct controle over de condities voor de mogelijke inzet van coronatoegangsbewijzen
op basis van een verklaring van vaccinatie of herstel. De voorwaarden worden door
de Minister van VWS opgesteld. Wanneer deze niet worden geaccepteerd of nagekomen,
kan de software niet in werking worden gesteld respectievelijk buiten werking worden
gesteld. De software wordt door de Minister van VWS ontwikkeld en onderhouden. Bij
het ontwikkelen van de software zijn privacy en 'security by design' het vertrekpunt
geweest. Dataminimalisatie en beveiliging van persoonsgegevens zijn ingebouwd in de
software. Bescherming van persoonsgegevens wordt ook geborgd in de aansluit- en gebruiksvoorwaarden.
Waar nodig zal ook de omgeving waarin de software functioneert worden getoetst. Een
en ander betekent bijvoorbeeld dat verouderde versies van de applicaties CoronaCheck
en CoronaCheck Scanner niet gebruikt kunnen worden of dat deze applicaties niet gebruikt
kunnen worden op verouderde besturingssystemen.
3. Caribisch Nederland
Met deze regeling worden de algemene, nadere bepalingen over de inzet van coronatoegangsbewijzen
op basis van een verklaring van vaccinatie of herstel ook geïntroduceerd in de tijdelijke
regelingen maatregelen covid-19 die van toepassing zijn in de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba (artikelen II, III en IV). De uitvoering van deze bepalingen
kan daar afwijken van de beschrijving die in deze toelichting is gegeven voor het
Europees deel van Nederland. Zo is in Caribische Nederland geen burgerservicenummer
beschikbaar. Verder geldt daar niet de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG),
maar de Wet bescherming persoonsgegevens BES (Wpb-BES). Herhaald zij, dat hiermee
de concrete inzet van coronatoegangsbewijzen ook voor Caribische Nederland nog niet
is geregeld. Daarover vindt separaat besluitvorming plaats. Hoewel thans het voornemen
bestaat om geen coronatoegangsbewijzen in te zetten in Sint Eustatius of Saba, zijn
de algemene bepalingen vanuit het oogpunt van gelijke systematiek wel in de tijdelijke
regelingen voor die openbare lichamen opgenomen.
4. Uitvoering en (financiële) gevolgen
De effecten van de inzet van coronatoegangsbewijzen zijn in algemene zin reeds beschreven
in de memorie van toelichting op het voorstel van Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen
en in de toelichting op de regeling van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 28 mei 2021 tot wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband
met de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een testuitslag (Stcrt. 2021, 28498).
Bij de totstandkoming van de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen is al rekening
gehouden met de mogelijkheid om toegangsbewijzen te verstrekken aan gevaccineerde
of herstelde personen. Verondersteld werd dat de wijze van uitvoering vergelijkbaar
zou zijn met coronatoegangsbewijzen op basis van een testuitslag. Bij de voorbereidingen
van de uitvoering van de hierboven genoemde Europese verordening is echter gebleken
dat niet dezelfde mate van decentrale uitvoering mogelijk is. Hier zijn twee redenen
voor. Ten eerste omdat er een minder rechtstreeks verband is tussen het ontvangen
van volledige vaccinatie en het verkrijgen van een coronatoegangsbewijs en ten tweede
omdat het palet aan zorgaanbieders bij vaccinatie veel gevarieerder is. Voor een coronatoegangsbewijs
op basis van een testuitslag laat men zich speciaal testen bij een gespecialiseerde
zorgaanbieder en is het hele proces binnen één of twee dagen afgerond. Men laat zich
niet speciaal vaccineren voor een coronatoegangsbewijs; sterker nog, een substantieel
deel van de vaccinaties zijn toegediend toen het nog niet duidelijk was of op basis
daarvan een coronatoegangsbewijs zou kunnen worden verkregen. Vaccinatie neemt weken
in beslag en het is mogelijk dat de vaccins door twee zorgaanbieders zijn toegediend.
Het aantal zorgaanbieders dat vaccins toedient, is een veelvoud van het aantal zorgaanbieders
dat testen uitvoert op infectie met het coronavirus. Dit aantal is te groot om – op
korte termijn – aan te sluiten op de applicatie CoronaCheck. Er bestaat evenwel al
een digitale voorziening voor het uitwisselen van vaccinatiegegevens. In het kader
de infectieziektebestrijding houdt het RIVM een registratie bij van toegediende vaccinaties.
Dit is het hierboven genoemde CIMS. Opname in CIMS geschiedt op vrijwillige basis.
Gelet op deze verschillen in constellatie, zijn er vergeleken met de inrichting van
coronatoegangsbewijzen op basis van een testuitslag twee centrale schakels geplaatst
in het gegevensverkeer tussen de gevaccineerde persoon en de toediener van het vaccin.
Op verzoek van de gevaccineerde gaat de Minister van VWS na wie de vaccin(s) heeft
toegediend. Deze vindplaats wordt teruggekoppeld aan de gevaccineerde, die vervolgens
een verklaring van vaccinatie ophaalt bij de toediener van het vaccin. Indien de gegevens
al in CIMS opgenomen zijn, kan het achterhalen van en de gegevensopvraag bij de toediener
van het vaccin achterwege blijven. De verklaring van vaccinatie wordt dan uit CIMS
gehaald. Op vergelijkbare wijze wordt nagegaan waar gegevens over positieve testuitslagen
beschikbaar zijn voor verklaringen van herstel.
Overigens is een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Wet publieke gezondheid
in verband met enkele verbeteringen en preciseringen van de tijdelijke regels over
de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Kamerstukken
2020/21, 35 853, nr. 1–2) om voor deze andere wijze van uitvoering dan aanvankelijk voor ogen stond de grondslagen
voor de verwerking van de benodigde persoonsgegevens zeker te stellen.
De bronsystemen van de toedieners van vaccinaties en CIMS alsmede van de verklaarders
van herstel zullen gekoppeld worden aan de applicatie CoronaCheck en de webapplicatie
om de gegevens te verstrekken waarmee een coronatoegangsbewijs gegenereerd kan worden.
Deze geautomatiseerde gegevensverstrekking zal daarom niet tot extra taken leiden
bij het RIVM, toedieners van vaccinaties of verklaarders van herstel. Wanneer echter
niet via deze geautomatiseerde route de gegevens verstrekt kunnen worden, zal de toediener
van de vaccinatie rechtstreeks door de gevaccineerde benaderd worden om een coronatoegangsbewijs
te genereren door de gegevens in te voeren in een portal die door de Minister van
VWS wordt ontwikkeld. Deze alternatieve route kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als
de gevaccineerde in het geheel niet beschikt over digitale middelen of als de gevaccineerde
niet in CIMS is opgenomen en het bronsysteem de toediener van de vaccinatie ook niet
aan CoronaCheck of de webapplicatie is gekoppeld.
5. Grondrechten en bescherming persoonsgegevens
De inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een verklaring van vaccinatie of
herstel raakt grondrechten met betrekking tot met name de lichamelijke integriteit
en de privacy. Beperkingen van grondrechten zijn toegestaan, maar er gelden wel voorwaarden
(zie ook artikel 58b Wpg). De beperking moet bij wet zijn voorzien en in een democratische
samenleving noodzakelijk zijn. De Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen voorziet in
de vereiste wettelijke basis voor het gebruik van een verklaring van vaccinatie. Het
noodzakelijkheidsvereiste houdt in dat:
-
− de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een verklaring van vaccinatie of
herstel geschikt moet zijn om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan,
-
− er geen minder vergaande maatregel mogelijk is en
-
− burgers er geen onevenredige nadelige gevolgen van mogen ondervinden.
Deze laatste twee voorwaarden worden ook wel aangeduid als subsidiariteit en proportionaliteit.
Aan het noodzakelijkheidsvereiste wordt voldaan. De volksgezondheid is een gerechtvaardigd
belang voor een inbreuk op grondrechten en coronatoegangsbewijzen op basis van een
verklaring van vaccinatie of herstel gaan transmissie van het coronavirus effectief
tegen. Hierboven in paragraaf 2.2 is uiteengezet dat voldaan is aan de wettelijke
voorwaarde dat het risico op transmissie bij gevaccineerde personen vergelijkbaar
is met het risico op transmissie bij negatief geteste personen. De proportionaliteit
is geborgd, doordat toegangsbewijzen alleen tijdelijk en onder voorwaarden worden
ingezet om meer ingrijpende maatregelen in niet-essentiële sectoren te versoepelen
en sneller los te laten (bij het afschalen) of maatregelen minder ingrijpend te laten
zijn en later in te voeren (bij het opschalen). Tot slot wordt opgemerkt dat de beperking
van de grondrechten relatief gering is. Bij een coronatoegangsbewijs op basis van
een verklaring van herstel in het geheel geen sprake van een testplicht. Anders dan
testen, is vaccinatie wel invasief en grijpt het langdurig in op het menselijke immuunsysteem.
Tevens kunnen er soms ernstige bijwerkingen optreden. Daarnaast zijn er mensen die
gewetensbezwaren hebben tegen vaccineren waardoor dit kan raken aan het recht op vrijheid
van godsdienst. Echter, waar bij een coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve
testuitslag sprake is van een indirecte testplicht, is bij een coronatoegangsbewijs
op basis van een verklaring van vaccinatie geen sprake van een (indirecte) vaccinatieplicht.
In de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen is immers vastgelegd dat men altijd gebruik
zal kunnen maken van een testuitslag. Daarnaast laat men zich zoals gezegd niet speciaal
vaccineren voor een coronatoegangsbewijs en is een substantieel deel van de vaccinaties
zelfs reeds toegediend toen het nog niet eens duidelijk was of op basis daarvan een
coronatoegangsbewijs zou kunnen worden verkregen. Het belangrijkste voordeel van een
coronatoegangsbewijs op basis van een verklaring van vaccinatie is dat betrokkene
zich niet meer hoeft te laten testen voor toegang. Bovendien is de inzet van coronatoegangsbewijzen
een tijdelijke maatregel.
De beperking van de privacy is zo gering mogelijk gehouden. De eisen aan de verklaring
van vaccinatie of herstel omvatten de minimaal benodigde gegevens om een coronatoegangsbewijs
op te baseren. Het toegangsbewijs bestaat uit nog minder gegevens, waarbij zelfs niet
altijd de volledige initialen van de gevaccineerde of geteste persoon worden gebruikt.
Dit beperkt de herleidbaarheid van het coronatoegangsbewijs tot de gevaccineerde of
herstelde persoon. Het coronatoegangsbewijs laat niet zien of het is gebaseerd op
een negatieve testuitslag, een verklaring van vaccinatie of een verklaring van herstel.
Het coronatoegangsbewijs is verder slechts korte tijd leesbaar met CoronaCheck Scanner
en wordt direct daarna verwijderd van het toestel waarop deze applicatie is geïnstalleerd.
Wanneer de geldigheid van het coronatoegangsbewijs is verstreken, wordt het van de
mobiele telefoon verwijderd zodra de applicatie CoronaCheck wordt gestart.
Deze persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt met de applicaties en software
die de Minister van VWS daarvoor beschikbaar stelt. Dat is wettelijk verplicht voor
CoronaCheck en CoronaCheck Scanner. De applicaties en software zijn ontwikkeld met
als uitgangspunt de bescherming van de privacy en volgens het principe 'security by
design'.
Er is een data protection impact assessment (hierna: DPIA) uitgevoerd op de verwerking
van gegevens die nodig is voor de werking van beide CoronaCheck apps. In deze DPIA
zijn geen hoge risico’s naar voren gekomen die niet kunnen worden afgedekt.
Deze DPIA wordt aangevuld met de verwerking van persoonsgegevens om een schriftelijk
coronatoegangsbewijs te genereren en met de verantwoordelijkheidsverdeling van de
nog aan te sluiten toedieners van vaccinaties en de Minister van VWS. Het spreekt
voor zich dat er niet wordt gestart met deze verwerking totdat de DPIA is afgerond
en de daarbij eventueel gebleken risico’s zijn afgedekt.
6. Regeldruk
Het streven is de effecten van deze regeling op de regeldruk minimaal te houden. De
toediener van de vaccinatie is al verplicht de vaccinatie te registreren; ook de uitvoerders
van testen waarop een verklaring van herstel kan worden gestoeld, hebben een medisch
dossier aan te houden. Wanneer de toediener van de vaccinatie rechtstreeks door de
gevaccineerde benaderd wordt om een coronatoegangsbewijs te genereren door de gegevens
in te voeren in een portal die door de Minister van VWS wordt ontwikkeld, ontstaan
wel enige administratieve lasten.
7. Fraude
Diverse maatregelen zijn genomen om fraude tegen te gaan. Allereerst is ervoor gekozen
om een beperkt aantal persoonsgegevens toe te voegen aan het coronatoegangsbewijs.
Dit betreft de initialen, de geboortemaand en -dag. Deze gegevens controleert de persoon
die toegang geeft tot de locatie tezamen met het identiteitsbewijs van de persoon
die het coronatoegangsbewijs toont. Hiermee wordt het risico op fraude, namelijk dat
het coronatoegangsbewijs door een ander persoon kan worden gebruikt dan de persoon
die is gevaccineerd, in zeer grote mate beperkt.
Daarnaast zijn er diverse andere technische maatregelen om fraude tegen te gaan. Voorbeelden
hiervan zijn:
-
• Beperkte geldigheid van het coronatoegangsbewijs. Wanneer de geldigheid van het coronatoegangsbewijs
is verstreken, wordt het van de mobiele telefoon verwijderd zodra de applicatie CoronaCheck
wordt gestart.
-
• Tweetraps authenticatie om te verifiëren dat het de gevaccineerde persoon is die de
verklaring van vaccinatie opvraagt.
-
• Cryptografische ondertekening van de verklaring van vaccinatie en het coronatoegangsbewijs
met digitale handtekeningen.
8. Toezicht en handhaving
Dat coronatoegangsbewijzen behalve op negatieve testuitslagen, ook gebaseerd kunnen
worden op vaccinatie en herstel, maakt voor toezicht en handhaving niet uit. In de
kern gaat het daarbij om het controleren of bij het verlenen van toegang op de juiste
wijze wordt nagegaan of de deelnemer aan de activiteit of de bezoeker van de voorziening
beschikt over een geldig coronatoegangsbewijs. Waar het toegangsbewijs op is gebaseerd,
is niet relevant.
In aanvulling op de toezicht en handhaving zoals beschreven in de memorie van toelichting
op het voorstel van de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen, wordt volledigheidshalve
opgemerkt dat civielrechtelijke handhaving een belangrijke rol vervult. Ten behoeve
van de inzet van coronatoegangsbewijzen worden overeenkomsten gesloten tussen de toedieners
van de vaccinatie en de Minister van VWS. De contractspartijen zullen over en weer
erop moeten toezien dat de afspraken worden nagekomen. Zodra blijkt dat er tekortkomingen
zijn, zal daar direct tegen opgetreden moeten worden om de tekortkoming te herstellen
dan wel de uitvoering van de overeenkomst te staken. De overeenkomsten voorzien in
dergelijke maatregelen.
9. Advisering en consultatie
Deze regeling is op 28 mei 2021 voor advies voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP) en het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Voor deze advisering is een reactietermijn
van één week gehanteerd gezien de wenselijkheid om met spoed de mogelijkheid te creëren
tot de inzet van coronatoegangsbewijzen op basis van een verklaring van vaccinatie.
Met (belangen)organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering van deze regeling
worden doorlopende gesprekken gevoerd over de implementatie.
De AP heeft laten weten geen opmerkingen te hebben over het concept van de regeling.
Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het beperkte
gevolgen voor de regeldruk heeft.
10. Inwerkingtreding en verval
Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie. Het streven is het coronatoegangsbewijzen
in de week van 21 juni ook te kunnen baseren op vaccinaties, zodra de wijziging van
de Wet publieke gezondheid in verband met enkele verbeteringen en preciseringen van
de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van
het virus SARS-CoV-2 (Kamerstukken 2020/21, 35 853, nr. 1–2) in werking is getreden. Vanwege technische ontwikkelingen zullen vanaf 1 juli coronatoegangsbewijzen
ook kunnen worden gebaseerd op herstel.
Nogmaals wordt opgemerkt dat deze regeling slechts de algemene regels bevat coronatoegangsbewijzen
niet alleen te kunnen baseren op een testuitslag, maar ook op een verklaring van vaccinatie
of herstel. De aanwijzing van de activiteiten of voorzieningen waarbij de tijdelijke
inzet van coronatoegangsbewijzen concreet aan de orde is, wordt in een afzonderlijke
wijziging van de Trm vastgelegd.
Artikelsgewijs
Aangezien de artikelen reeds in afzonderlijke paragrafen zijn verduidelijkt in het
algemeen deel van deze toelichting, wordt daar kortheidshalve en ter vermijding van
herhalingen naar verwezen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren