Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 juni 2021, nr. WJZ/ 21154233, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling pacht in verband met de vaststelling van de pachtprijzen 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, 20, eerste lid, en 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling pacht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 3.633,–’ vervangen door ‘€ 4.496,–’ en ‘€ 2.646,–’ door ‘€ 3.024,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘in Westelijk Holland 16% en in de Rest van Nederland 9%’ vervangen door ‘in Westelijk Holland 24% en in de Rest van Nederland 14%’.

B

In artikel 3, onderdeel c, wordt ‘5,1%’ vervangen door ‘0%’.

C

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘2,19%’ vervangen door ‘2,44%’.

D

Bijlage 1, onderdelen A en B, komen te luiden:

A. Pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007

Pachtprijsgebied

Hoogst toelaatbare pachtprijs per hectare per jaar

Bouwhoek en Hogeland

692

Veenkoloniën en Oldambt

387

Noordelijk weidegebied

514

Oostelijk veehouderijgebied

573

Centraal veehouderijgebied

442

IJsselmeerpolders

1.318

Westelijk Holland

413

Waterland en Droogmakerijen

230

Hollands/Utrechts weidegebied

639

Rivierengebied

626

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

471

Zuidwest-Brabant

856

Zuidelijk veehouderijgebied

533

Zuid-Limburg

557

B. Percentage waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd

Pachtprijsgebied

Veranderpercentage

Bouwhoek en Hogeland

2

Veenkoloniën en Oldambt

–14

Noordelijk weidegebied

–4

Oostelijk veehouderijgebied

–5

Centraal veehouderijgebied

–1

IJsselmeerpolders

16

Westelijk Holland

–11

Waterland en Droogmakerijen

–10

Hollands/Utrechts weidegebied

–11

Rivierengebied

–5

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

25

Zuidwest-Brabant

12

Zuidelijk veehouderijgebied

10

Zuid-Limburg

2

E

Bijlage 2, onderdeel A, komt te luiden:

A. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische woningen

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

40

186,16

82

382,53

124

598,76

166

814,95

208

1.031,14

41

190,80

83

387,69

125

603,90

167

820,10

209

1.036,30

42

195,47

84

392,83

126

609,03

168

825,24

210

1.041,47

43

200,13

85

397,98

127

614,20

169

830,40

211

1.046,60

44

204,77

86

403,13

128

619,34

170

835,54

212

1.051,73

45

209,42

87

408,27

129

624,51

171

840,71

213

1.056,88

46

214,08

88

413,44

130

629,66

172

845,83

214

1.062,04

47

218,74

89

418,58

131

634,79

173

850,99

215

1.067,18

48

223,39

90

423,75

132

639,93

174

856,10

216

1.072,34

49

228,03

91

428,87

133

645,09

175

861,29

217

1.077,47

50

232,69

92

434,02

134

650,23

176

866,39

218

1.082,63

51

237,32

93

439,17

135

655,40

177

871,58

219

1.087,77

52

242,01

94

444,31

136

660,52

178

876,73

220

1.092,94

53

246,64

95

449,46

137

665,69

179

881,88

221

1.098,07

54

251,32

96

454,63

138

670,81

180

887,01

222

1.103,23

55

255,95

97

459,76

139

675,97

181

892,16

223

1.108,36

56

260,61

98

464,89

140

681,12

182

897,30

224

1.113,50

57

265,26

99

470,05

141

686,26

183

902,46

225

1.118,69

58

269,92

100

475,18

142

691,38

184

907,60

226

1.123,82

59

274,56

101

480,35

143

696,55

185

912,76

227

1.128,96

60

279,24

102

485,50

144

701,70

186

917,90

228

1.134,14

61

283,88

103

490,64

145

706,86

187

923,06

229

1.139,26

62

288,51

104

495,80

146

712,02

188

928,20

230

1.144,39

63

293,15

105

500,93

147

717,13

189

933,36

231

1.149,55

64

297,81

106

506,10

148

722,27

190

938,50

232

1.154,70

65

302,46

107

511,23

149

727,47

191

943,66

233

1.159,84

66

307,13

108

516,39

150

732,59

192

948,78

234

1.164,99

67

311,76

109

521,54

151

737,74

193

953,96

235

1.170,14

68

316,42

110

526,66

152

742,89

194

959,10

236

1.175,30

69

321,10

111

531,84

153

748,02

195

964,25

237

1.180,42

70

325,69

112

536,97

154

753,18

196

969,38

238

1.185,57

71

330,39

113

542,12

155

758,34

197

974,51

239

1.190,74

72

335,02

114

547,28

156

763,47

198

979,68

240

1.195,87

73

339,69

115

552,42

157

768,62

199

984,82

241

1.201,03

74

344,33

116

557,55

158

773,75

200

989,99

242

1.206,16

75

349,00

117

562,74

159

778,92

201

995,13

243

1.211,33

76

353,62

118

567,86

160

784,05

202

1.000,26

244

1.216,47

77

358,28

119

573,00

161

789,22

203

1.005,40

245

1.221,60

78

362,96

120

578,15

162

794,35

204

1.010,57

246

1.226,75

79

367,61

121

583,30

163

799,48

205

1.015,69

247

1.231,91

80

372,25

122

588,45

164

804,66

206

1.020,86

248

1.237,06

81

377,39

123

593,59

165

809,79

207

1.026,02

249

1.242,20

               

250

1.247,37

F

De tabel in bijlage 2a komt te luiden:

Aard van het bedrijf

Doelmatigheid

Nieuw

Zeer goed

Goed

Redelijk

Matig

Slecht

Akkerbouw

513

404

307

227

159

91

Melkvee

1.319

1.038

793

582

405

233

Overig

794

625

477

350

244

139

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 juli 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 juni 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Uitvoeringsregeling pacht. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Ingevolge artikel 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 vindt namelijk jaarlijks per 1 juli herziening plaats van de pachtprijzen voor los land zonder woningen of andere opstallen en tuinland alsmede voor agrarische woningen en bedrijfsgebouwen.

Voorzien is in de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor overeenkomsten die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan en in de vaststelling van de percentages waarmee de tussen partijen op grond van voor 1 september 2007 aangegane overeenkomsten geldende pachtprijzen wijzigen.

De nieuwe prijzen en percentages gelden vanaf 1 juli 2021. Ze zijn bij brief van 31 mei 2021 door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit medegedeeld aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2020/21, 27 924, nr. 78).

De veranderpercentages werken van rechtswege door. De verpachter kan echter, onder schriftelijke mededeling aan de pachter, geheel of ten dele van een verhoging afzien (artikel 333, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek).

2. Hoogst toelaatbare pachtprijzen voor land zonder woningen of andere opstallen en tuinland

De hoogst toelaatbare pachtprijs en het veranderpercentage zijn overeenkomstig de systematiek volgend uit de adviezen van de Commissie Pachtnormen I en II berekend door het Wageningen Economic Research (WUR) op basis van gegevens in het bedrijveninformatienet van akkerbouwbedrijven met een omvang van 130.000 Standaardopbrengst tot 750.000 Standaardopbrengst en van melkvee- en opengrondstuinbouwbedrijven met een omvang van 155.000 Standaardopbrengst tot 885.000 Standaardopbrengst conform artikel 5 van het Pachtprijzenbesluit 2007. Bij de berekening is overeenkomstig de artikelen 6, derde lid, en 8, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 uitgegaan van het vijfjaargemiddelde van de bedrijfsgegevens van het bedrijveninformatienet in de periode 2015 tot en met 2019.

Voor de berekening van het vereiste directe rendement van de verpachter is uitgegaan van het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de reële lange kapitaalmarktrente, zijnde het effectief rendement van de 10-jarige Euro Interest Rate Swap van december 2020 (0,378%) minus het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de inflatie in de Eurozone per december 2020(gebaseerd op de HCIP, de geharmoniseerde Europese consumentenprijsindex) van 0,75%, te vermeerderen met een opslag voor grondlasten, beheerkosten, belastingen en risico van 1,25% overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Hiermee komt het vereiste directe rendement op 0,878% van de verpachte waarde dan wel de helft daarvan (0,439%) voor de onverpachte waarde.

Op basis van de verhouding tussen het vereiste directe rendement en de grondbeloning is op de grondbeloning de correctiefactor, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, toegepast (zie onderstaande tabel). Door de sterke daling van de rendementseis ligt in alle pachtprijsgebieden de grondbeloning ruim boven het vereiste directe rendement. Als gevolg hiervan worden de regionormen naar beneden bijgesteld ten opzichte van de grondbeloning: in alle gebieden met (het maximum van) 10%. Deze gecorrigeerde grondbeloning is de nieuwe regionorm.

Grondbeloning (euro per ha) gecorrigeerd voor vereiste directe rendement verpachters voor land zonder woningen of andere opstallen

Pachtprijsgebied

Grondbeloning 2015–2019 (euro/ha)

Rendementseis/Grondbeloning

Correctie-Percentage

(%)

Regionorm 2021 (euro/ha)

Bouwhoek en Hogeland

769

0,40

–10

692

Veenkoloniën en Oldambt

430

0,61

–10

387

Noordelijk weidegebied

571

0,38

–10

514

Oostelijk veehouderijgebied

637

0,42

–10

573

Centraal veehouderijgebied

491

0,58

–10

442

IJsselmeerpolders

1.464

0,29

–10

1.318

Westelijk Holland

459

0,64

–10

413

Waterland en Droogmakerijen

219

1,12

5

230

Hollands/Utrechts weidegebied

710

0,33

–10

639

Rivierengebied

695

0,43

–10

626

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

523

0,62

–10

471

Zuidwest-Brabant

951

0,34

–10

856

Zuidelijk veehouderijgebied

592

0,51

–10

533

Zuid-Limburg

619

0,50

–10

557

Wageningen Economic Research, rapport 2021-045, blz.13

Uitgaande van de in deze tabel vermelde regionorm is in bijlage I, onderdeel A, van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd met artikel I, onderdeel D, per pachtprijsgebied de nieuwe hoogst toelaatbare pachtprijs vermeld voor land zonder woningen of andere opstallen voor pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007.

Daaruit is een veranderpercentage per pachtprijsgebied berekend (zie de vijfde kolom van de tabel hieronder), waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd (bijlage I, onderdeel B, zoals gewijzigd met artikel I, onderdeel D).

De berekende pachtnormen 2021 van los bouw- en grasland zijn in acht van de veertien pachtprijsgebieden lager dan de pachtnormen 2020. In vier gebieden blijft de afname beperkt tot maximaal 5%, en in vier gebieden is de afname groter dan 10%; met 14% is de daling het grootst voor de Veenkoloniën en Oldambt. In zes pachtprijsgebieden zijn de pachtnormen 2021 hoger dan de pachtnormen 2020. De stijgingen lopen uiteen van 2% in Bouwhoek en Hogeland en Zuid-Limburg, tot 16% in de IJsselmeerpolders en 25% in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied.

In de pachtprijsgebieden met een daling van het veranderpercentage dient in individuele gevallen te worden nagegaan of de daling mag worden geëffectueerd. Alleen als de laatst betaalde pachtprijs in die pachtprijsgebieden al hoger is dan 90% van de nieuwe regionorm, mag de daling worden toegepast tot aan de bodem van 90% van de nieuwe regionorm. Is de laatst betaalde pachtprijs al lager dan 90% van de nieuwe regionorm, dan blijft de pachtprijs gelijk (wordt bevroren).

In de pachtprijsgebieden met een stijging van het veranderpercentage moet in individuele gevallen worden nagegaan of de te betalen pacht niet uitstijgt boven 110% van de regionorm. Is dat het geval dan is de maximale pachtprijs gelijk aan 110% van de regionorm. Als in individuele gevallen de laatst betaalde pacht al hoger is dan de nieuwe regionorm, dan wordt de betaalde pachtprijs bevroren. Daarnaast moet worden nagegaan of in individuele gevallen de pachtprijs van de betreffende percelen niet hoger is dan 2% van de vrije grondprijs van die percelen. Is dat het geval dan is 2% van de vrije grondprijs de maximaal te betalen pachtprijs. De laagste van beide plafonds geldt.

De in bijlage 1, onderdelen A en B, van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel D, vermelde bedragen zijn:

Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage per pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Regionorm 2021

(euro/ha)

Regionorm 2020

(euro/ha)

Verschil

(euro/ha)

Verander-percentage (%)

Bouwhoek en Hogeland

692

677

15

2

Veenkoloniën en Oldambt

387

451

–64

–14

Noordelijk weidegebied

514

535

–21

–4

Oostelijk veehouderijgebied

573

601

–28

–5

Centraal veehouderijgebied

442

448

–6

–1

IJsselmeerpolders

1.318

1.135

183

16

Westelijk Holland

413

464

–51

–11

Waterland en Droogmakerijen

230

255

–25

–10

Hollands/Utrechts weidegebied

639

714

–75

–11

Rivierengebied

626

660

–34

–5

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

471

377

94

25

Zuidwest-Brabant

856

761

95

12

Zuidelijk veehouderijgebied

533

486

47

10

Zuid-Limburg

557

544

13

2

Wageningen Economic Research, rapport 2021-045, blz.14

In onderstaande tabel zijn de grondprijs, het vereiste directe rendement, de grondbeloning en de verhouding tussen de grondbeloning en het vereiste directe rendement en de regionorm voor tuinland zonder woningen of andere opstallen weergegeven.

Berekening regionorm per pachtprijsgebied: grondbeloning gecorrigeerd voor rendementseis

Pachtprijs-gebied

Prijs onverpacht tuinland 2019 (euro/ha)

Vereist direct rendement b)

(euro/ha)

Grond- Beloning

2015–2019 (euro/ha)

Rendementseis/ grondbeloning

(kolom 3/ kolom 4)

Correctie- Percentage

(%)

Regionorm 2021

(euro/ha)

Westelijk Holland a)

128.070

562

4.995

0,11

–10

4.496

Rest van Nederland

86.289

379

3.360

0,11

–10

3.024

a) Exclusief boomkwekerij in het gebied Boskoop en Rijneveld;

b) 0,439%

Wageningen Economic Research, rapport 2021-045, blz.15

Uitgaande van de in deze tabel vermelde regionorm zijn in artikel I, onderdeel A, met betrekking tot de wijziging van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling pacht de nieuwe regionorm en het veranderpercentage vermeld. In tabelvorm zijn de wijzigingen als volgt:

Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage per pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Regionorm 2021

(euro/ha)

Regionorm 2020

(euro/ha)

Veranderpercentage

(%)

Westelijk Holland a)

4.496

3.633

24

Rest van Nederland

3.024

2.646

14

a) Exclusief boomkwekerij in het gebied Boskoop en Rijneveld.

Wageningen Economic Research, rapport 2021-045, blz.16

3. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen in 2021, bedoeld in artikel I, onderdeel F, met betrekking tot bijlage 2a, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht zijn conform artikel 16, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 vastgesteld. Daarin is bepaald dat de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen jaarlijks wordt aangepast aan de hand van de gemiddelde stijging van het prijspeil volgens de bouwkostenindex in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van aanpassing. De bouwkostenindex is opgebouwd uit:

  • het indexcijfer van de materialen voor de woningbouw en

  • het indexcijfer van de CAO lonen in de bouwnijverheid per uur, inclusief bijzondere beloning.

Het gemiddelde indexcijfer van de materialen voor de woningbouw wordt hierbij één keer gewogen en het gemiddelde indexcijfer van de CAO lonen in de bouwnijverheid per uur, inclusief bijzondere beloning, wordt hierbij twee keer gewogen. De gemiddelde bouwkostenindex (2016-20209) voor 2021 bedraagt 2,44%. Dit percentage is in bijlage 2a, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht verwerkt (artikel I, onderdeel F). Er is uitgegaan van drie bedrijfstypen, te weten: akkerbouwbedrijven, melkveebedrijven en overige bedrijven. Deze drie bedrijfstypen verschillen substantieel voor wat betreft de soorten bedrijfsgebouwen, de nieuwwaarde daarvan en het gemiddelde bedrijfsareaal.

Wanneer tussen partijen een andere pachtprijs is overeengekomen dan de hoogst toelaatbare pachtprijs van artikel 16 van het Pachtprijzenbesluit 2007 dient deze pachtprijs overeenkomstig artikel 20 van het Pachtprijzenbesluit 2007 jaarlijks te worden aangepast met de gemiddelde bouwkostenindex voor alle huishoudens over de vijf voorafgaande jaren. De gemiddelde jaarlijkse inflatie volgens de bouwkostenindex bedroeg in de afgelopen vijf jaar (2016-2020) 2,44% (artikel I, onderdeel C, met betrekking tot artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling pacht).

4. Hoogst toelaatbare pachtprijs agrarische woningen

In artikel 14, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 is aangegeven hoe de hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen moet worden bepaald voor pachtovereenkomsten ingegaan op of na 1 september 2007 als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Daarbij wordt aangesloten op het geldende puntenstelsel voor zelfstandige woningen dat is vastgesteld op grond van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, rekening houdend met het agrarisch gebruik van de woningen. Jaarlijks stelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrelaties het maximale huurstijgingspercentage per woning vast.

Per 1 juli 2021 stijgen de huurprijsgrenzen met 1,3% (inflatiepercentage over 2020) (zie tabel bij Bijlage 2 onder A, behorend bij artikel 3 van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd in artikel I, onderdeel E).

Voor pachtovereenkomsten ingegaan voor 1 september 2007 (artikel 15, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007) wordt de pachtprijs van een agrarische woning jaarlijks vastgesteld aan de hand een percentage dat overeenkomst met de indexering die wordt toegepast bij uitvoering van de regels bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Het percentage wordt in 2021 op 0,0% vastgesteld (artikel I, onderdeel B), het basisverhogingspercentage voor huurwoningen. Een extra verhoging met meer dan dit percentage voor inkomens boven de inkomensgrens zoals met het stelsel onder de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte beoogd, ligt niet voor de hand, omdat de met dit stelsel beoogde doorstroming naar andere woningen door huurders met een hoger inkomen niet van overeenkomstige toepassing kan zijn op het agrarisch gebruik van woningen vanwege de gebondenheid van agrariërs aan hun bedrijf.

5. Regeldruk

Uit de onderhavige wijziging van de regeling volgen geen nieuwe verplichtingen en daarmee brengt deze regeling geen regeldrukeffecten met zich mee.

6. Notificatie

Omdat met deze regeling maximumprijzen worden vastgesteld in de zin van artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376) zal deze regeling genotificeerd worden op grond van artikel 15, zevende lid, van de Dienstenrichtlijn. Deze notificatie staat niet in de weg aan de inwerkingtreding van deze regeling op 1 juli 2021.

7. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 en is daarmee in lijn met de vaste verandermomenten voor regelgeving en de verplichting tot inwerkingtreding op 1 juli krachtens artikel 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007.

Zoals aangeven in onderdeel 1 van deze toelichting zijn de wijzigingen al bij brief van 31 mei 2021 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal medegedeeld.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven