De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 5 van de Kaderwet subsidies I en M;
BESLUIT:
ARTIKEL I
Artikel 1.9 van de Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie kan worden ingediend tot uiterlijk 4 maanden,
dan wel, indien de subsidie in 2021 is verleend, tot uiterlijk 7 maanden na de datum
van verlening van de subsidie.
2. In het tweede lid wordt ‘de periode, genoemd in het eerste lid’ vervangen door ‘de
van toepassing zijnde periode in het eerste lid’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
Op 15 maart 2021 is de Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s (hierna: de subsidieregeling)
in werking getreden. Op grond van deze subsidieregeling kunnen subsidies worden verstrekt
aan ondernemingen en non-profitinstellingen voor de aanschaf van één of meerdere emissieloze
bedrijfsauto’s.
Aanleiding
De coronapandemie heeft geleid tot een mondiaal tekort aan microchips. De automotive
industrie, waaronder de productie van emissieloze bedrijfsauto’s, is hierdoor getroffen.
Levering van emissieloze bedrijfsauto’s aan de Nederlandse markt loopt hierdoor forse
vertraging op. Bij de leveranciers van de merken van emissieloze bedrijfsauto’s waarop
de meeste subsidieaanvragen zien, is navraag gedaan naar de actuele verwachte levertijden.
Hieruit is gebleken dat er sprake is van doorgaans 2 maanden vertraging in levertijd.
Een levertijd van 6 maanden is volgens de leveranciers realistisch. Zij gaan ervan
uit dat het chiptekort in het komende halfjaar zal teruglopen en levertijden normaliseren
naar 3 tot 4 maanden.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie kan pas worden ingediend nadat de bedrijfsauto
is geleverd en op naam gesteld. Aanvragers van subsidie kunnen door de huidige vertraging
in de levering van emissieloze bedrijfsauto’s vanwege het tekort aan microchips, mogelijk
niet binnen 4 maanden na verlening van de subsidie een aanvraag tot vaststelling indienen.
Hiertoe zijn zij op grond van artikel 1.9 van de subsidieregeling wel verplicht. Dit
betekent dat de subsidieaanvragers hun recht op subsidie kunnen verliezen door overmacht.
Wijziging
Om te voorkomen dat subsidieaanvragers vanwege de vertraagde levering hun recht op
subsidie verliezen, is besloten de termijn voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling
van de subsidie tijdelijk te verlengen van 4 naar 7 maanden. Hiertoe is het eerste
lid van artikel 1.9 van de subsidieregeling gewijzigd. De verlenging geldt alleen
voor zover in 2021 subsidie is verleend. Met de verlenging naar 7 maanden is een marge
van een maand aangehouden ten opzichte van de door de leveranciers genoemde actuele
leveringstijd. Er wordt van uitgegaan dat een bedrijfsauto binnen deze termijn, ook
met het huidige chiptekort, kan zijn geleverd en op naam gesteld en dat een aanvraag
tot vaststelling van de subsidie kan zijn ingediend. De mogelijkheid tot uitstel van
indiening van de aanvraag met vijf maanden in geval van meerfasentypegoedkeuring,
zoals opgenomen in het tweede lid, blijft overigens ook nog steeds gelden. De verwachting
is dat het chiptekort na 2021 zal zijn opgelost.
Gevolgen
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor bedrijven en
burgers en brengt ook geen hogere nalevingskosten met zich mee. Daarnaast heeft de
wijziging ook geen bestuurlijke lasten tot gevolg. Vanwege het ontbreken van deze
gevolgen is de ontwerpregeling niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk.
Vanwege het feit dat deze wijzigingsregeling geen ingrijpende verandering teweegbrengt
in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en evenmin ingrijpende gevolgen
heeft voor de uitvoeringspraktijk, kon ook worden afgezien van internetconsultatie.
Inwerkingtreding
Deze wijziging van de subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na
de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Bij de vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten (Aanwijzing
voor de regelgeving 4.17, tweede lid) en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden
(Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze afwijking is
dat hiermee, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen worden
voorkomen (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). Een snelle
inwerkingtreding zorgt ervoor dat ook de aanvragers aan wie reeds subsidie is verleend
voldoende tijd hebben voor het indienen van een aanvraag tot vaststelling van de subsidie
en niet hun recht op subsidie verliezen door een vertraagde levering van de bedrijfsauto.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer