De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 5.1, eerste lid, in samenhang met artikel 5.4 van de Wet dieren;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2.2, tweede lid, onderdelen a en b, wordt ‘de bijlage’ vervangen door ‘bijlage 1’.
B
Aan artikel 3.4 wordt het volgende lid toegevoegd:
C
Het opschrift van de bijlage komt te luiden:
Bijlage 1, behorende bij artikel 2.2, tweede lid.
D
De bijlage, behorende bij deze regeling, wordt toegevoegd als bijlage 2.
ARTIKEL II
Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt op 19 juni 2021 om 00:00 uur in werking.1
's-Gravenhage, 18 juni 2021
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
Op 22 oktober 2020 is voor heel Nederland een landelijke ophokplicht voor commercieel
gehouden vogels en een afschermplicht voor hobbymatig gehouden risicovogels en commercieel
gehouden fazanten en loopvogels van kracht geworden om de verspreiding van vogelgriep
te voorkomen (toenmalige Regeling maatregelen preventie vogelgriep 2020). Op 21 april
2021 is deze verplichting opgenomen in artikel 3.4 van de Regeling veterinaire maatregelen
specifieke dierziekten of zoönosen, vanwege de overgang van de diergezondheidsregels
van de toenmalige Gezondheids- en welzijnswet voor dieren naar de Wet dieren.
Mede naar aanleiding van het meest recente advies van de deskundigengroep dierziekten
is er aanleiding om de ophok- en afschermplicht in delen van Nederland op te heffen.
Een opheffing in heel Nederland is nu niet aan de orde, omdat er nog aanwijzingen
zijn dat het virus recent in Nederland en in de buurt van Nederland circuleerde. De
deskundigen achten de kans dat bij opheffing in heel Nederland ten minste één pluimveebedrijf
besmet zou raken met vogelgriep hoog.
De deskundigen hebben ook gekeken naar de risico’s per regio. De regio’s zijn administratieve
regio’s met gemakkelijk handhaafbare grenzen (hoofdwegen, waterwegen), die tijdens
uitbraken van dierziekten gebruikt kunnen worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld om het
vervoer van risicovolle dieren en producten in Nederland binnen regio’s gecontroleerd
te laten plaatsvinden. Dit heeft destijds geleid tot een onderverdeling in regio’s.
In totaal zijn er in Nederland twintig regio’s ('compartimenten'), beschreven in het
beleidsdraaiboek aviaire influenza 2.02.
Bij intrekking van de ophokplicht in bepaalde regio’s die op basis van een risicoanalyse
uit 2018 een lager risico hebben en waar sinds april 2021 geen uitbraken geweest zijn
bij hobbymatig of commercieel gehouden pluimvee, waar sinds april 2021 geen met HPAI
besmette wilde vogels gevonden zijn en waar geen pluimveedichte gebieden aanwezig
zijn, achten de deskundigen de kans voor die regio’s op uitbraak op dit moment matig.
Tegen deze achtergrond is er in de compartimenten 8, 11, 17, 18 en 20, gezien het
risiconiveau op vogelgriep, afgezet tegen andere belangen zoals het welzijn van de
gehouden dieren en de economische belangen van de betreffende pluimveehouders met
vrije uitloop, reden om in die regio’s de ophok- en afschermplicht op te heffen. Voor
de andere regio’s in Nederland is het risico op vogelgriep in vergelijking met de
genoemde compartimenten hoger, en leidt de afweging tot de slotsom dat daar de ophok-
en afschermplicht vooralsnog wel in stand moet blijven. In mijn brief aan de Tweede
Kamer van 18 juni 2021, nr. DGA-DAD / 21154482, ga ik nader in op de achtergronden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten