Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 16 juni 2021, nr. WJZ/ 21150821, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 in verband met de openstelling van de subsidiemodule Beleidsexperiment menselijk kapitaal en een technische wijziging

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 4 en 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In bijlage 3.25.1 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt in artikel 4, onderdeel a, onder 10, ‘30 juni 2021’ vervangen door ‘31 december 2021’.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 wordt onder de rij betreffende titel 3.21 een rij ingevoegd, luidende:

       

06-07-2021 t/m 07-09-2021

€ 7.000.000, waarvan ten minste € 1.500.000 voor aanvragen die gedaan zijn door een kleine onderneming of een samenwerkingsverband waarvan minstens een van de deelnemers een kleine onderneming is

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 juni 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding en inhoud

De vervaltermijn en openstellingsperiode van de subsidiemodule Klein Krediet Corona, opgenomen in titel 3.25 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES), is recentelijk verlengd (Stcrt. 2015, 29691). Als onderdeel hiervan is de periode waarbinnen geleden of te verwachten verlies aan inkomsten moet plaatsvinden om in aanmerking te komen voor subsidie, gewijzigd. Deze periode is opgenomen in artikel 3.25.2, derde lid, onderdeel d, van de RNES. Per abuis is deze wijziging niet doorgevoerd in de bijlage die hoort bij deze subsidiemodule. De wijziging in artikel I brengt de periode in de bijlage in lijn met de periode zoals omgeschreven artikel 3.25.2, derde lid, onderdeel d, van de RNES.

De subsidiemodule beleidsexperiment menselijk kapitaal (MKB!dee) in titel 3.21 van de RNES heeft als doel oplossingen te bieden voor belemmeringen die mkb-ondernemers ervan weerhouden (meer) te investeren in menselijk kapitaal. Op deze manier wordt bijgedragen aan de verhoging van de arbeidsproductiviteit en de duurzame inzetbaarheid van werkenden.

Voor de subsidieregeling MKB!dee waren vier tenders voorzien. Met deze regeling wordt de vierde en laatste tender opengesteld. Het budget bedraagt € 7.000.000. Vanwege de goede ervaringen met de derde tender is de regeling inhoudelijk ongewijzigd.

In de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 zijn de openstelling en het subsidieplafond opgenomen. Het aanvragen van een subsidie voor een project is in 2021 mogelijk vanaf 6 juli 2021 tot en met 7 september 2021. Voor deze subsidiemodule geldt een subsidieplafond van € 7.000.000, waarvan ten minste € 1.500.000 voor aanvragen bestemd is die gedaan zijn door een kleine onderneming of een samenwerkingsverband waarvan minstens een van de deelnemers een kleine onderneming is.

2. Staatssteun

De subsidiemodule Klein Krediet Corona bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door staatssteunmaatregelen SA.57397 (2020/N), SA.59925 (2020/N) en SA.62944 (2021/N). De onderhavige wijziging past binnen de eerder genoemde staatssteunmaatregelen.

Op grond van de subsidiemodule beleidsexperiment menselijk kapitaal wordt subsidie verleend voor projecten die tot doel hebben MKB-ondernemers te stimuleren om te investeren in scholing en ontwikkeling van huidig en toekomstig personeel. Voor subsidie komen alle redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van het project. Subsidiëring van deze kosten zal (in ieder geval gedeeltelijk) kwalificeren als staatssteun. Er is sprake van steun die wordt bekostigd met overheidsmiddelen omdat er subsidie wordt verstrekt. De steun komt daarnaast ten goede aan een onderneming. De subsidieontvanger verricht namelijk (deels) economische activiteiten met de subsidie. Hierdoor heeft de subsidieaanvrager een selectief voordeel dat hij niet langs normale commerciële weg zou hebben verkregen. Tot slot kan de verkregen steun ertoe leiden dat de concurrentie vervalst wordt en daarmee mogelijk invloed hebben op de handel tussen landen in de interne markt. Besloten is deze steun te rechtvaardigen door middel van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352) (hierna: de algemene de-minimisverordening). Dit volgt ook uit artikel 3.21.11. Op grond van de algemene de-minimisverordening is het toegestaan om ondernemingen voor een bepaald bedrag te steunen zonder dat dit wordt aangemerkt als staatssteun. Het toegestane bedrag aan steun is zo minimaal (de-minimis) dat het weinig tot geen impact heeft op de interne markt en aldus niet als staatssteun wordt aangemerkt. De algemene de-minimisverordening staat toe dat aan een onderneming over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000 aan de-minimissteun wordt verstrekt. Als dit plafond is bereikt, mag in het desbetreffende jaar geen de-minimissteun meer worden verleend. Hiervoor moet de aanvrager voor alle deelnemers door middel van een de-minimisverklaring laten zien welke de-minimissteun in de twee voorafgaande belastingjaren is ontvangen. Dit volgt uit artikel 3.21.10, onderdeel e. De minister zal de subsidie op grond van artikel 22 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies afwijzen indien hij beoordeelt dat niet aan alle criteria van de algemene de-minimisverordening wordt voldaan. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat in geval van een samenwerkingsverband bij de subsidieaanvraag van alle deelnemers een de minimisverklaring ingediend moet worden teneinde voor alle afzonderlijke deelnemers te kunnen vaststellen of en hoeveel de minimis-steun in de twee voorafgaande belastingjaren is verleend.

3. Regeldruk

De nieuwe openstelling van de subsidiemodule Beleidsexperiment menselijk kapitaal en wijziging van de subsidiemodule Klein Krediet Corona leiden niet tot een toe- of afname van de administratieve lasten bij de gebruikers van deze subsidiemodules.

4. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven