Call for proposals, ZonMw Open Competitie, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Vrij, nieuwsgierheidsgedreven onderzoek

subsidieronde 2021

Den Haag, 2021 ZonMw

ZONMW OPEN COMPETITIE

Missie van ZonMw

ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie.

Vooruitgang vraagt om onderzoek en ontwikkeling. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren.

ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het Ministerie van VWS en NWO. ZonMw Open Competitie wordt als programma in opdracht van NWO uitgevoerd.

ZonMw Open Competitie

Informatie over het programma vindt u onder andere in deze Call for proposals en op onze website.

Voor deze call geldt dat uw aanvraag moet passen binnen het domein ZonMw Open Competitie. Bedenk daarom tijdig of uw aanvraag inhoudelijk past. Twijfelt u hierover, bijv. omdat uw aanvraag een (deels) domein-overstijgend karakter heeft, neem dan ruim voor de deadline contact op met een van de contactpersonen van het programma. Deze persoon kan u adviseren over de inhoudelijke aansluiting van uw aanvraag bij deze call. U maakt echter zelf de definitieve keuze.

Voor meer informatie en advies over het domein/programma ZonMw Open Competitie kunt u contact opnemen met het secretariaat via e-mail:

opencompetitie@zonmw.nlof telefoon: 070 349 52 88.

ZonMw

Laan van Nieuw Oost-Indië 334 Postbus 93245

2509 AE Den Haag Tel. 070 349 51 11

www.zonmw.nl

info@zonmw.nl

INHOUDSOPGAVE

ZonMw Open Competitie

2

1

Inleiding

2

 

1.1

Achtergrond

2

 

1.2

Beschikbaar budget

2

 

1.3

Geldigheidsduur Call for proposals

2

2

Doel

2

 

2.1

Algemeen

2

 

2.2

Doelgroep

2

 

2.3

Kennisbenutting en participatie

3

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan aanvragen

3

 

3.2

Wat kunt u aanvragen

5

 

3.3

Wanneer kunt u aanvragen?

5

 

3.4

Het opstellen van de aanvraag

5

 

3.5

Subsidievoorwaarden

5

 

3.6

Het indienen van een aanvraag

9

4

Beoordelingsprocedure

9

 

4.1

Procedure Projectidee

9

 

4.2

Procedure uitgewerkte subsidieaanvraag

10

 

4.3

Indicatief tijdpad

11

5

Beoordelingscriteria

11

 

5.1

Relevantie

11

 

5.2

Kwaliteit

12

6

Contact

14

 

6.1

Inhoudelijke vragen

14

 

6.2

Technische vragen over elektronisch aanvraagsysteem

14

APPENDIX 1 Toelichting op de budgetmodules

14

Budgetmodules

14

1 INLEIDING

1.1 ACHTERGROND

Onderzoeksvoorstellen voor vrij, fundamenteel onderzoek kunnen worden ingediend in het instrument ZonMw Open Competitie. Dit financieringsinstrument kent geen thematische beperking en richt zich op onderzoeksvoorstellen in alle wetenschappelijke disciplines met een vraag- of probleemstelling op het (grens)gebied van fundamenteel onderzoek naar gezondheidszorg en innovatie.

In deze Call for proposals vindt u informatie over het indienen van een onderzoeksvoorstel bij de ZonMw Open Competitie voor de ronde 2021.

1.2 BESCHIKBAAR BUDGET

Door de Covid-19 pandemie zijn de planningen van de subsidierondes van 2020 en 2021 zo ver doorgeschoven dat de organisatie van de subsidieronde in 2022 niet mogelijk is. Het budget van de subsidieronde van 2022 is verdeeld over de subsidierondes van 2021 en 2023 zodat er geen nadeel ontstaat voor aanvragers.

Voor de subsidieronde 2021 bedraagt het totale beschikbare budget € 19.000.000.

1.3 GELDIGHEIDSDUUR CALL FOR PROPOSALS

Deze Call for proposals is geldig voor de ZonMw Open Competitie, subsidieronde 2021.

De deadline voor het indienen van een projectidee1 is 12 oktober 2021, voor 14.00.00 uur CE(S)T.

De deadline voor het indienen van een uitgewerkte aanvraag2 is 12 mei 2022, voor 14.00.00 uur CE(S)T.

2 DOEL

2.1 ALGEMEEN

Het potentiële, bij voorkeur breed uitstralende, effect van het gekozen onderzoek op de wetenschap is een belangrijk onderdeel van ZonMw Open Competitie. Het oogmerk is ruimte creëren voor een innovatieve samenwerking die leidt tot creatieve en grensverleggende wetenschap van uitzonderlijke kwaliteit op het terrein van gezondheidsonderzoek. Daarnaast zijn kennisbenutting/participatie belangrijke criteria (zie ook sectie 5.2).

De verwachte uitkomst van een project is primair wetenschappelijke verdieping (kennisvermeerdering, model- en theorievorming) binnen een nieuwe samenwerking tussen onderzoeksgroepen (team science). ZonMw ziet deze open stimulans van de wetenschap als dé innovatiemotor voor vernieuwing in wetenschap en gezondheidszorg voor de langere termijn.

Daarnaast hecht ZonMw aan creatieve kennisbenuttingsstrategieën, om stakeholders te inspireren en mobiliseren, en om gebruikers en effectieve eindgebruikers te laten participeren aan wetenschappelijke en maatschappelijke impact.

2.2 DOELGROEP

ZonMw Open Competitie is bedoeld om onderzoekers uit twee of meerdere vakgebieden samen te brengen om zo excellente team science te bevorderen die leidt tot innovatieve (grensverleggende) wetenschap van uitzonderlijke kwaliteit op het terrein van gezondheidsonderzoek3.

Team science is een criterium voor relevantie en kwaliteit bij de beoordeling (criterium B). In het aanvraagformulier wordt gevraagd de vernieuwende elementen in de samenwerking van de twee of meer onderzoeksgroepen te beschrijven én hoe zich dat verhoudt tot de vernieuwing in het onderzoek.

Met het oog op team science is ZonMw Open Competitie dus specifiek bedoeld voor:

  • Excellente combinaties van twee of meer onderzoeksgroepen, die kunnen laten zien dat ze in samenstelling en aanpak creatief en grensverleggend zijn.;

  • de samenwerking in het onderzoeksteam moet meer zijn dan de som der delen (synergistisch);

  • elk teamlid moet een unieke en significante bijdrage aan het project hebben;

2.3 KENNISBENUTTING EN PARTICIPATIE

Kennisbenutting gaat over het delen of door-ontwikkelen van kennis in samenspraak met onderzoekers uit eigen of andere disciplines, stakeholders en/ of (eind-) gebruikers. ZonMw stimuleert ook het betrekken (participatie) van belanghebbenden, indien mogelijk inclusief de einddoelgroep of eindgebruiker die

beschikt over ‘ervaringsdeskundigheid’, bij een project. Aangezien kennisbenutting en participatie veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke doelen relevant zijn, welke strategie erbij past, en welke aanpak en middelen daarvoor nodig zijn.

Uitgaande van de programma doelen zijn drie focuspunten relevant: 1) kennisbenutting in de wetenschap, breed uitstralend; 2) kennisbenutting t.b.v. innovatie-ontwikkeling en valorisatie; 3) kennisbenutting richting praktijk, onderwijs, beleid, en samenleving in het algemeen.

ZonMw vraagt daarom van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen hoe kennisbenutting en participatie beoogt bevorderd te worden en geïmplementeerd door een motivering te geven op de mogelijkheden van hun project. Deze toelichting wordt meegewogen in de beoordeling.

3 RICHTLIJNEN VOOR AANVRAGERS4

3.1 WIE KAN AANVRAGEN

Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers met een vergelijkbare aanstelling kunnen als hoofd- of medeaanvrager een aanvraag indienen als zij:

  • In dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij een van de onderstaande organisaties:

    • Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;

    • Universitaire medische centra;

    • KNAW- en NWO instituten;

    • het Nederlands Kanker Instituut;

    • het Prinses Máxima Centrum;

    • het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

    • de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

    • NCB Naturalis;

    • Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);

  • én een dienstverband (aanstellingsduur) bij deze organisatie hebben voor tenminste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een emeritaat of enkel een 0-uren aanstelling is uitgesloten van indiening.

Onderzoekers van andere onderzoeksinstituten kunnen alleen als medeaanvrager een aanvraag indienen wanneer tenminste aan de volgende cumulatieve voorwaarden voor de rechtspersoon wordt voldaan:

  • is gevestigd in Nederland5;

  • is onafhankelijk in de uitvoering van onderzoek;

  • heeft een publieke taak;

  • heeft geen winstoogmerk anders dan ten behoeve doen van verder onderzoek6;

  • in het onderzoek waarvoor subsidie wordt gevraagd werkt het instituut samen met een universiteit of UMC, blijkend uit een personele of materiële bijdrage aan het onderzoek vanuit die universiteit;

  • de onderzoekers hebben vrijheid van publicatie in de internationale wetenschappelijke literatuur.

Neemt u zo snel mogelijk contact op met het programmabureau indien u een onderzoeksteam overweegt waar dit het geval zou zijn.

Let op: Deze voorwaarden worden voorafgaand aan het indienen van de aanvraag getoetst door ZonMw. De organisatie van de aanvrager levert daartoe uiterlijk 14 september 2021 per e-mail in ieder geval de volgende documenten aan:

  • een recent uittreksel van de kamer van koophandel;

  • de oprichtingsakte c.q. de statuten c.q. ander formeel document waaruit de publieke taak en het ontbreken van winstoogmerk blijkt;

  • de laatst beschikbare jaarrekening voorzien van controleverklaring.

Indien toetsing door ZonMw van de aanvragers niet op voorhand plaats gevonden heeft, kan ZonMw de aanvraag niet in behandeling nemen.

De 29 Nederlandse publieke kennisorganisaties (zie voor de lijst van deze Rijksinstellingen) hoeven de genoemde documenten niet op voorhand aan te leveren, aangezien ZonMw ervan uit gaat dat deze organisaties in beginsel zullen voldoen aan de in paragraaf 3.1 gestelde voorwaarden. Indien ZonMw nadere toetsing na indiening van het voorstel toch noodzakelijk acht, dient de aanvrager van een dergelijke organisatie op verzoek van NWO deze documenten alsnog aan te leveren.

AANVULLENDE VOORWAARDEN7:

Hoofdaanvrager:

  • De hoofdaanvrager mag slechts indienen als hij/zij volgens de formele ontvankelijkheidsregels niet meer bij de Talentprogramma kan indienen, zoals beschreven in de documenten voor de Vernieuwingsimpuls (ziewww.nwo.nl/vernieuwingsimpuls). U kunt Vici-subsidie aanvragen tot maximaal 15 jaar na promotie. Dit geldt niet voor medeaanvragers.

  • Binnen de Vernieuwingsimpuls wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de Extensie-regeling. Indien de hoofdaanvrager op grond van de extensieregeling een aanvraag in de Vici in zou kunnen dienen, mag de hoofdaanvrager ook een aanvraag bij de ZonMw Open Competitie 2021 in dienen. Echter, door het indienen van een projectidee in de ZonMw Open Competitie, is verklaart de hoofdaanvrager in 2021 uitgesloten van indienen in de Vernieuwingsimpuls.

  • Van de hoofdaanvrager wordt verwacht dat hij/zij het totale project (dat in uitvoering vaak een complexe coördinatie verlangt) zowel inhoudelijk als organisatorisch kan dragen en een bezoldigde aanstelling bij het aanvragende instituut heeft gedurende de looptijd van het project.

Hoofd- en medeaanvragers:

  • Aanvragers die in de Vici-subsidieronde 2021 met deadline vooraanmelding in 2021 een aanvraag hebben ingediend bij ZonMw of één van de NWO domeinen, zijn uitgesloten om als hoofd- of medeaanvrager deel te nemen aan deze ronde;

  • Aanvragers die in de afgelopen jaren (toekenningsdatum in 2018, 2019, 2020 of 2021) een Vici-, Top-, ZonMw Open Competitie of Zwaartekracht subsidie hebben gekregen, zijn uitgesloten van indiening bij ZonMw Open Competitie als hoofd- of medeaanvrager;

  • Het is niet toegestaan om als hoofd- of medeaanvrager dan wel als adviseur bij méér dan één aanvraag betrokken te zijn. Alle op een aanvraag (aanvraagformulier en Mijn ZonMw) opgevoerde personen worden als projectleden beschouwd (met uitzondering van de bestuurlijk verantwoordelijke);

  • Elk onderzoeksteam bestaat uit een kernteam van een hoofd- en medeaanvragers. Elke aanvrager dient een significant deel van het budget, passend bij het beschreven onderzoek, aan te vragen. Overige teamleden worden niet opgevoerd als aanvrager. Ze fungeren als adviseur en komen niet in aanmerking voor het aanvragen van subsidie;

  • Het onderzoeksteam dient te voldoen aan de omschrijving van de doelgroep (sectie 2.2);

  • Met uitzondering van de vervangingssubsidie (module 1g), kan een aanvrager geen financiering voor zijn of haar eigen aanstelling aanvragen.

GEZONDHEIDS(ZORG)WETENSCHAPPERS (G(Z)W) WORDEN EXPLICIET UITGENODIGD AANVRAGEN IN TE DIENEN.

Uit het verleden blijkt dat G(Z)W onderzoek een risico loopt ondervertegenwoordigd te zijn ten opzichte van de overige (bio/para)medische disciplines, zowel bij indiening als toewijzing. Het ZonMw-bestuur streeft naar een evenredig aandeel G(Z)W in de ZonMw Open Competitie. Bij een ex aequo prioritering van twee of meer aanvragen, die aan alle voorwaarden voldoen, wordt de voorkeur gegeven aan het G(Z)W voorstel.

3.2 WAT KUNT U AANVRAGEN

Alle aan te vragen onderdelen van de begroting moeten in verhouding tot het onderzoek staan, te motiveren in het onderzoeksvoorstel. In de fase van de uitgewerkte aanvraag mag het budget niet meer dan 15% verschillen met het projectidee. Daarnaast is het sterk aan te raden om het budget in de eerste fase voor te leggen aan een financial controller van het aanvragend instituut.

De maximaal aan te vragen subsidie per aanvraag zonder investeringsmodule is € 750.000. Daarnaast is het mogelijk om een optionele investeringsmodule van € 100.000 – 250.000 bovenop de maximaal aan te vragen subsidie in te dienen. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag voor aanvragen met een investeringsmodule is dan € 1.000.000,–. De looptijd van een project is minimaal vier tot maximaal vijf jaar.

U bouwt de begroting op aan de hand van NWO-breed gestandaardiseerde financiële bouwstenen, de zogenaamde budgetmodules. In deze call zijn de budgetmodules Personeel (1a, 1b, 1c en/of 1f), Materieel krediet (2) en Kennisbenutting (4) verplicht en kunnen zo vaak worden aangevraagd als nodig is voor het beoogde onderzoek; uiteraard binnen de maximaal aan te vragen subsidie. De modules Investeringen (3) en Internationalisering (5) zijn optioneel. Zie Appendix 1 voor een toelichting op de budgetmodules.

3.3 WANNEER KUNT U AANVRAGEN?

De deadline voor het indienen van een projectidee is 12 oktober 2021, voor 14.00.00 uur CE(S)T.

De deadline voor het indienen van een uitgewerkte aanvraag is 12 mei 2022, voor 14.00.00 uur CE(S)T.

Mijn ZonMw opent op 5 augustus 2021 voor het indienen van een projectidee. Alle benodigde formulieren zijn vanaf 15 juni 2021 beschikbaar via de subsidieoproep op de website van ZonMw.

Bij het indienen van uw aanvraag in Mijn ZonMw dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze Call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

3.4 HET OPSTELLEN VAN DE AANVRAAG

Download het aanvraagformulier vanaf de website van ZonMw (onderaan de pagina van de betreffende financieringsinstrument of vanuit het online aanvraagsysteem Mijn ZonMw (beschikbaar vanaf 5 augustus)). Het online aanvraagformulier en de bijlage dienen in de Engelse taal te worden ingevuld. Sla het aanvraagformulier en de bijlagen op als pdf-bestanden en upload het in Mijn ZonMw.

NB. Het aanvraagformulier voor het opstellen van een uitgewerkte aanvraag zal op de website van het financieringsinstrument verschijnen tegen het einde van de projectideefase.

3.5 SUBSIDIEVOORWAARDEN

Projectideeën en uitgewerkte aanvragen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om in behandeling te worden genomen (ontvankelijkheidscriteria). ZonMw neemt geen projectideeën/uitgewerkte aanvragen in behandeling wanneer zich één of meer van de volgende situaties voordoen:

  • 1. De aanvraag is niet ingediend via Mijn ZonMw.

  • 2. De aanvraag is ingediend na de deadline.

  • 3. De aanvraag voldoet niet aan de in deze Call beschreven voorwaarden (in het bijzonder zoals vermeld onder 3.1 en 3.5).

  • 4. De aanvraag is niet opgesteld in de Engelse taal.

  • 5. De aanvraag is niet opgesteld conform het format voor het opstellen van een projectidee of uitgewerkte aanvraag.

  • 6. De aanvraag is niet volgens de in deze Call beschreven voorwaarden ingevuld, of niet correct of onvolledig, en de aanvrager heeft niet of niet op tijd, voldaan aan het verzoek een gecorrigeerde aanvraag in te dienen.

  • 7. Het project kan niet binnen zes maanden na toewijzing van de aanvraag starten.

Op alle aanvragen zijn de NWO Subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

OPEN ACCESS

Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowlegde in the Sciences and Humanities (2003) zetten ZonMw en NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat voortkomt door financiering van NWO vrij beschikbaar te maken via internet (open access). Daarmee geeft ZonMw invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access beschikbaar te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toewijzingen voortvloeiend uit deze Call for proposals dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn. ZonMw accepteert daarbij verschillende routes:

  • publicatie in een open access tijdschrift,

  • deponeren van een versie van het artikel in een repository of

  • publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daaroverwww.openaccess.nl.

In alle gevallen moet met het oog op een optimale verspreiding en hergebruik een "Creative Commons naamsvermelding CC-BY" licentie of een vergelijkbare open licentie worden toegepast.

Eventuele kosten voor publiceren in open access tijdschriften kunnen worden begroot in de projectbegroting. ZonMw vergoedt geen kosten voor publicaties in hybride tijdschriften. Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze Call for proposals. Onder publicaties worden ook wetenschappelijke monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken verstaan Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience en Beleidsregel Open Access.

DORA

Op 18 april 2019 heeft ZonMw de San Francisco Declaration of Research Assessment (DORA) ondertekend. DORA is een verklaring die oproept tot een verbetering van de manier waarop de producten van wetenschappelijk onderzoek worden geëvalueerd. Hier wordt uitgegaan van een brede definitie van ‘producten’, naast publicaties zijn dit o.a. data, reagentia, software, intellectueel eigendommen of goed opgeleide jonge onderzoekers. Daarnaast stelt DORA de kwaliteit van het wetenschappelijk werk centraal en adviseert om bij de beoordeling van wetenschappers en hun werk geen gebruik meer te maken van bibliometrische indicatoren die niet direct iets zeggen over de kwaliteit van individueel werk (zoals h- index, journal impact factor).

DATAMANAGEMENT – TOEGANG TOT DATA

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. ZonMw verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door ZonMw zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. ZonMw hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan middels de datamanagementparagraaf (in de uitgewerkte aanvraag) in de aanvraag, en het datamanagementplan na toewijzing.

1. Datamanagementparagraaf

De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de aanvraag. Onderzoekers worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moet worden zodat zij vrij beschikbaar kan worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kan worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit te beargumenteren in de datamanagementparagraaf.

2. Datamanagementplan

Na toewijzing van een aanvraag werkt de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit tot een datamanagementplan. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de kennisinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Uiterlijk 4 maanden na toewijzing van de aanvraag moet dat plan zijn ingediend bij ZonMw. ZonMw keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door ZonMw is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld. Meer informatie over het datamanagementplan van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.

NAGOYA PROTOCOL

Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). ZonMw gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

CONSORTIUM- OF SPONSOROVEREENKOMST

Voor een aanvraag in de Open Competitie is het een voorwaarde om een samenwerking met partijen aan te gaan die mogelijk ook financieel aan het project bijdragen. De onderlinge afspraken met deze partners moeten worden vastgelegd in een consortium- of sponsorovereenkomst. Het project kan pas van start gaan nadat deze overeenkomst is goedgekeurd door ZonMw.

Afspraken over cofinanciering moeten definitief juridisch bindend vastgelegd zijn bij het indienen van de uitgewerkte aanvraag. Omdat ZonMw zeker wil weten dat co-financiers van een project zich juridisch hebben verplicht tot de toegezegde bedragen voor de cofinanciering en/of investeringsmodule, is een Letter of Commitment per co-financier bij het indienen van de uitgewerkte aanvraag (dus nog niet bij het projectidee) verplicht.

ZonMw zal een finale conceptversie (goedgekeurd door partijen maar nog niet ondertekend) van een consortium- of sponsorovereenkomst beoordelen op conformiteit met in ieder geval Europese staatssteunrecht, de NWO Subsidieregeling 2017 en voorwaarden in deze Call for proposals.

De financiële verplichting van eventuele co-financiers, middels een getekende overeenkomst, worden ook vastgelegd (de sponsorovereenkomst). Indien ZonMw de consortiumovereenkomst en/of sponsorovereenkomst (bewijs van cofinanciering) niet accepteert, kan geen subsidie worden verleend.

In de aanvraag dient u in het aanvraagformulier te beschrijven:

  • wie de rechthebbende is op de ingebrachte bestaande kennis (background intellectual property). Kennis resulterend uit het gehonoreerde onderzoek dient ten alle tijden onder eigendom van de kennisinstelling te blijven;

  • mogelijke persoonlijke belangen van aanvragers bij bedrijven die opgenomen zijn in het consortium, of partijen die buiten het consortium staan maar ingehuurd worden voor werkzaamheden;

  • materieel binnen het onderzoek dat onderhevig is aan restricties of geheimhouding;

  • of er patenten (of patentaanvragen) zijn die de kennisbenutting kunnen belemmeren.

Voor vragen kunt u terecht bij de IP/contractspecialist die vaak werkzaam is bij de juridische afdeling of de afdeling valorisatie of technology transfer office (TTO) van uw organisatie. Voor advies bij het opstellen van een consortium- en of sponsorovereenkomst kunt u ook daar terecht. Betrek deze adviseurs zo vroeg mogelijk bij uw aanvraag. In de uitgewerkte aanvraag (dus nog niet bij het projectidee) moeten de contactgegevens van de IP/Contractspecialist van de bestuurlijk verantwoordelijke organisatie worden opgenomen.

Op de ZonMw webpagina Subsidies en Samenwerking/bijdragen van derden vindt u meer informatie over de verschillende soorten vormen van samenwerken met voorbeeldovereenkomsten als hulpmiddel bij het opstellen van de betreffende overeenkomst en voorwaarden waaraan de overeenkomst moet voldoen.

(CO)FINANCIERING DOOR HET FONDS NATIONAL DE LA RECHERCHE DE LUXEMBOURG

Uitgangspunt is dat onderzoeksgroep waarmee u samenwerkt wordt gefinancierd door een zustercouncil waarmee ZonMw afspraken heeft over het (co)financieren van bilaterale projecten; op dit moment is dat uitsluitend het Fonds National de la Recherche de Luxembourg (FNR). ZonMw beoordeelt een aanvraag in zijn geheel, zijnde een reguliere ZonMw Competitie subsidie(aanvraag) en in afstemming met de FNR. In het geval van een toewijzing van de aanvraag, draagt het FNR bij door financiering van het deel van de Luxemburgse onderzoeksgroep. Neem contact op met ZonMw (zie Annex 1 – module 5b) als u deze variant overweegt. Zie tevens https://www.fnr.lu/international-cooperation/nwo-zon-mw/.

KENNISBENUTTING EN PARTICIPATIE

Veel wetenschappelijk onderzoek raakt aan belangrijke vraagstukken in samenleving, cultuur en economie. ZonMw vraagt daarom aan aanvragers te beschrijven hoe hun onderzoek daaraan zou kunnen bijdragen. Kennisbenutting kan gaan om resultaten en conclusies, maar ook over andere kennis in zorgonderzoek, bijvoorbeeld kennis over de methoden van onderzoek inclusief apparatuur gebruik, data en data infrastructuren, theoretische verrijking door multidisciplinaire inzichten, of juist kennis op operationeel niveau: vaardigheden van onderzoekers. ZonMw vraagt daarbij om plannen voor het delen van onderzoeksresultaten buiten de wetenschappelijke gemeenschap, ook als een concrete toepassing in de nabije toekomst niet denkbaar of haalbaar zou zijn. ZonMw realiseert zich echter ook dat kennisbenutting niet voor alle onderzoeksresultaten van toepassing is. Als een aanvrager aannemelijk kan maken waarom kennisbenutting geen rol speelt, is dat – mits goed gemotiveerd – ook mogelijk. Op de NWO-website is meer informatie over dit onderwerp te vinden via www.nwo.nl/kennisbenutting.

Overdracht van kennis kan zowel naar andere wetenschappelijke disciplines als naar gebruikers buiten de wetenschap (bedrijfsleven/maatschappij/gezondheidszorg) plaatsvinden. ZonMw stimuleert het betrekken van deze stakeholders bij het vormgeven en de uitvoering van het beschreven onderzoek. Met ‘betrekken’ doelt ZonMw concreet het raadplegen, advies inwinnen, samenwerken en/of laten (mee)beslissen van betrokkenen bij de projecten. Dat kan bijvoorbeeld onderdeel zijn van het vooronderzoek, het ontwikkelen van indicatoren, het benaderen van proefpersonen, het reflecteren op (verrassende) resultaten of conclusies, het vertalen van inzichten naar de praktijk in kennisproducten.

ETHISCHE ASPECTEN

Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies is informatie over DEC te vinden en bij onder andere de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.

Een aanvrager is verantwoordelijk voor het nagaan of zijn/haar onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het tijdig verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie en/of het tijdig verkrijgen van een vergunning op grond van de WBO, indien nodig.

ZonMw onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. De aanvragers dienen de bestaande codes te onderschrijven en na te leven.

Bij honorering wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat de verklaring van de juiste ethische commissie of vergunning op grond van de WBO wordt verkregen. Een onderzoeksproject kan pas starten als ZonMw (indien nodig) een kopie van de goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning WBO ontvangen heeft. ZonMw verwacht dat de kandidaten rekening houden met het tijdpad van de beoordelingsprocedure en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie of de aanvraag voor een WBO vergunning. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt ZonMw zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.

DIEREXPERIMENTEEL ONDERZOEK

Indien de aanvraag dierexperimenteel onderzoek betreft, dan is het gebruik van de ARRIVE guidelines verplicht. Een duidelijke onderbouwing van het gebruik van deze richtlijn behoort in het plan van aanpak te worden opgenomen.

De ARRIVE guideline is bedoeld als richtlijn voor publicaties, maar kan ook worden gebruikt als richtlijn van voorwaarden voor goed dierexperimenteel onderzoek (bijvoorbeeld, randomiseren, blindering, goede statische- en methodologische onderbouwing etc.). Deze richtlijn is te vinden op de website Equator Network. Kijk hierbij ook op de websites van Experimental design assistent (EDA) en PREPARE.

Bij eventuele honorering is registratie van de opzet van uw proefdieronderzoek bij PreclinicalTrials verplicht. Het registratienummer (bewijs van registratie) moet binnen 6 weken na goedkeuring van de CCD aanvraag worden ingediend.

WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT

ZonMw en NWO hebben in de subsidieregeling opgenomen dat al het door ZonMw en NWO gefinancierde onderzoek uitgevoerd moet worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van voornoemde normen bij een door NWO gefinancierd onderzoek, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over het NWO-beleid wetenschappelijke integriteit is te vinden op de website: www.nwo.nl/integriteit.

3.6 HET INDIENEN VAN EEN AANVRAAG

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem Mijn ZonMw. Aanvragen die niet via Mijn ZonMw zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

De hoofdaanvrager is verantwoordelijk en verplicht voor het indienen van de volledige aanvraag via het eigen Mijn ZonMw-account. Indien een aanvrager nog geen Mijn ZonMw-account heeft, dient u deze minimaal enkele dagen voor het indienen een account aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de aanvrager al een account heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Bij het indienen van uw aanvraag in Mijn ZonMw dient u online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline(s) van deze Call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Voor vragen van technische aard kunt u contact opnemen met de servicedesk, zie 6.2.

4 BEOORDELINGSPROCEDURE

Voor de beoordeling van aanvragen heeft het ZonMw-bestuur een breed en divers samengestelde beoordelingscommissie ingesteld afkomstig uit verschillende (bio)medische disciplines. De commissie adviseert het ZonMw-bestuur over toewijzing van aanvragen.

De samenstelling van de beoordelingscommissie is openbaar en te vinden op onze website. Communicatie met de beoordelingscommissie verloopt altijd via de programmamanager. Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken ZonMw-medewerkers is de NWO Code ‘Persoonlijke Belangen’ van toepassing.

4.1 PROCEDURE PROJECTIDEE

ONTVANKELIJKHEID

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Het ZonMw bureau beoordeelt, in opdracht van het ZonMw-bestuur, de volledigheid van de aanvraag. Alleen projectideeën en uitgewerkte aanvragen die aan de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 voldoen, zijn ontvankelijk en worden in behandeling genomen.

PROJECTIDEE

ZonMw Open Competitie werkt met een verplicht projectidee. Dit zijn beperkt uitgewerkte aanvragen. De beoordelingscommissie beoordeelt en rangschikt de projectideeën aan de hand van de relevantie en kwaliteitscriteria voor de ZonMw Open Competitie, uit deze Call for proposals (zie 5.1 en 5.2). In deze fase worden er geen referenten geraadpleegd.

De uitkomst van de projectideeronde is een advies: ZonMw nodigt de meest kansrijke aanvragers uit om een uitgewerkte aanvraag in te dienen of ontraadt de overige aanvragers om dit te doen. Het aantal uit te nodigen aanvragers wordt bepaald door het beschikbare budget. Als richtlijn geldt dat maximaal drie à vier keer zoveel aanvragen worden uitgewerkt als er uiteindelijk kunnen worden toegewezen. De uitgewerkte aanvraag dient een uitwerking te zijn van het beoordeelde projectidee; significante wijzigingen in de onderzoeksopzet zijn daarmee in principe niet toegestaan.

Indien u ondanks een negatief advies toch een uitgewerkte aanvraag wilt indienen, neem dan spoedig contact op met het programmasecretariaat in verband met de technische ondersteuning in Mijn ZonMw.

4.2 PROCEDURE UITGEWERKTE SUBSIDIEAANVRAAG

REFERENTEN EN WEERWOORD

Als de ontvankelijkheidscontrole op administratieve volledigheid van de uitgewerkte aanvraag succesvol doorlopen is, legt ZonMw de aanvraag voor aan externe (internationale) referenten. Dit zijn onafhankelijke adviseurs die deskundig zijn op het vakgebied van de aanvraag en die de relevantie en kwaliteit aan de hand van de criteria zoals beschreven in 5.1 en 5.2 beoordelen.

ZonMw streeft ernaar per aanvraag drie referenten te raadplegen; ten minste twee referenten beoordelen elke aanvraag. De hoofdaanvrager wordt tijdens de projectidee fase gevraagd maximaal drie non-referees op te geven.

De referentenrapporten worden geanonimiseerd verstuurd naar de aanvrager voor schriftelijke wederhoor (het weerwoord). U ontvangt bericht over de exacte deadline en periode van het weerwoord.

EVALUATIE REFERENTENRAPPORTEN, WEDERHOOR EN INTERVIEWSELECTIE

De beoordelingscommissie komt op basis van de aanvraag, referentenrapporten en wederhoor tot een zelfstandig oordeel over de criteria voor relevantie en kwaliteit van de aanvraag zoals beschreven in 5.1 en 5.2. De beoordelingscommissie weegt de argumenten van de referenten (ook onderling) en bekijkt of in het weerwoord een inhoudelijk goede reactie is geformuleerd op de kritische opmerkingen uit de referentenrapporten. Hierbij geldt dat de referentenrapporten in belangrijke mate richtinggevend zijn voor de uiteindelijke beoordeling, maar de commissie vormt zelfstandig een oordeel over de aanvraag. De beoordelingscommissie heeft bovendien, anders dan de referenten, zicht op de kwaliteit van de alle ingediende aanvragen.

Na de interviewselectievergadering wordt een aantal aanvragers uitgenodigd voor een interview met de beoordelingscommissie. De niet voor interview geselecteerde aanvragers worden niet voor toewijzing voorgedragen. Tenslotte, er is een groep aanvragen die tot de categorie ‘hoogst geprioriteerde aanvragen’ behoort en deze aanvragers komen in aanmerking voor directe toekenning zonder aanvullend interview.

Om in aanmerking te komen voor de categorie ‘hoogst geprioriteerde aanvragen’ moeten aanvragen voldoen aan onderstaande criteria:

  • minimale kwalificatie van ‘relevant’ (score 1,49 of lager)

  • minimale gemiddelde kwalificatie van ‘excellent tot zeer goed’ voor kwaliteit (score van 2,00 of lager)

  • minimale gemiddelde kwalificatie van ‘goed’ voor methodologie en investeringsmodule (indien aangevraagd; score van 5,49 of lager)

  • unaniem positief advies door vier voorbewerkers van de beoordelingscommissie

INTERVIEW EN ADVIES AAN ZONMW

Tijdens het interview heeft de beoordelingscommissie de gelegenheid om vragen te stellen, dit kunnen ook nieuwe vragen zijn die (nog) niet door de referenten zijn gesteld. De leden van de projectgroep, bestaande uit de hoofdaanvrager en een aantal leden van het onderzoeksteam, kunnen hier tijdens het interview met de beoordelingscommissie op reageren. Het interview kan een herijking van de aanvraag tot gevolg hebben.

De beoordelingscommissie gebruikt de motivatie van de referenten, het verweer van de aanvrager én het interview om tot een zelfstandig oordeel op kwaliteit en relevantie van de aanvraag te komen. In de vergadering stelt de beoordelingscommissie een toewijzings- en afwijzingsvoordracht op (het advies aan ZonMw).

Het advies voor de kwalificatie wordt gegeven door de beoordelingscommissie. Hierbij maakt de commissie gebruik van alle op dat moment beschikbare informatie en de beoordelingscriteria. De gemiddelde scores van de commissieleden op de criteria worden in gelijke mate gewogen om door middel van hun gemiddelde tot de kwalificatie van de aanvraag te komen. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit van het bestuur van ZonMw over al dan niet toewijzen van financiering.

Om voor financiering in aanmerking te kunnen komen, dient een aanvraag ten minste de kwalificatie “relevant” en gemiddelde kwalificatie “zeer goed” voor kwaliteit te krijgen. Daarnaast dienen de secties methodologie en investeringsmodule (indien aangevraagd) de minimale kwalificatie van “goed” te krijgen.

Het ZonMw bestuur neemt op basis van dit advies en de beschikbare financiële middelen een besluit over toewijzing of afwijzing van de aanvragen.

Elke aanvrager wordt per brief over de uitslag geïnformeerd en ontvangt daarbij een kwalificatie van de beoordeling en een rapport met een motivering per (hoofd)beoordelingscriterium. Een aanvrager kan binnen zes weken na dagtekening van het besluit bij het ZonMw bestuur bezwaar indienen.

PRIORITERING

Bijna altijd zijn er binnen het programma meer aanvragen die toegewezen kunnen worden dan het budget toelaat. Daarom brengt de commissie een prioritering aan in de aanvragen die toegewezen kunnen worden op grond van haar eindoordeel over de relevantie en de kwaliteit. Indien het budget ontoereikend is en er aanvragen met een gelijke score (met twee decimalen) zijn, kan het criterium G(Z)W meewegen voor de prioritering.

PERSOONLIJKE BELANGEN

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken ZonmW en NWO- medewerkers is de NWO code ‘Omgang met persoonlijke belangen’ van toepassing (Code persoonlijke belangen | NWO).

4.3 INDICATIEF TIJDPAD

Mijn ZonMw open voor indiening

5 augustus 2021

Deadline aanlevering stukken toetsing organisatie

14 september 2021

Deadline indienen projectidee

12 oktober 2021, 14.00.00 uur

Ontvangst advies commissie

Eind februari / begin maart 2022

Deadline indienen uitgewerkte subsidieaanvraag

12 mei 2022, 14.00.00 uur

Deadline indienen weerwoord

Medio – eind juli 2022

Interview

2e week oktober 2022

Besluit ZonMw

Medio december 2022

Het kan zijn dat ZonMw het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in het tijdspad ZonMw Open Competitie 2021 aan te brengen. Deze zullen op de website en in de Staatscourant worden gepubliceerd. Kijk daarom met enige regelmaat op de ZonMw website voor de laatste stand van zaken.

5 BEOORDELINGSCRITERIA

5.1 RELEVANTIE

De relevantie van een aanvraag voor de ZonMw Open Competitie wordt beoordeeld door de beoordelingscommissie. Zij toetst in hoeverre de aanvraag past binnen de doelstellingen van de Call for proposals, zoals beschreven in sectie 2:

  • innovatieve (grensverleggende) biomedische of gezondheidswetenschap met een breed uitstralend effect op wetenschap en/of maatschappij;

  • team science: synergistische en creatieve samenwerking tussen onderzoeksgroepen in samenstelling en inhoud (zie ook sectie 2.2);

Het doel van dit criterium is het selecteren van de projectideeën die het beste aansluiten bij de Call for proposals en die het meest kansrijk zijn.

5.2 KWALITEIT

Naast het criterium relevantie, wordt de kwaliteit van een aanvraag zowel tijdens de beoordelingsprocedure van het projectidee als van de uitgewerkte aanvraag aan de hand van de volgende drie criteria (en weging) beoordeeld:

  • A. Wetenschappelijke kwaliteit (50%);

  • B. Kwaliteit van het project team (30%);

  • C. Kennisbenutting en Participatie (20%).

Daarnaast dienen bij de uitgewerkte aanvraag de onderdelen Methodologie en Investeringsmodule een minimale kwalificatie ‘goed’ te krijgen om voor een uitnodiging tot het interview in aanmerking te komen of te behoren bij de categorie ‘hoogst geprioriteerde aanvragen’. De scores hiervan worden niet meegewogen in het gemiddelde van de eindscore voor kwaliteit.

  • A. Wetenschappelijke kwaliteit

    • hoge vernieuwende waarde qua wetenschappelijke inhoud;

    • originele vraagstelling met de potentie tot een baanbrekende bijdrage aan de wetenschap;

    • het onderzoeksproject is gefocust, optimaal samenhangend, met een doeltreffend plan van aanpak;

    • integreert alle voor de centrale vraagstelling relevante invalshoeken. De potentie van het project als geheel overstijgt duidelijk de som der delen;

    • innovatieve en solide methodologie;

    • haalbaarheid, risicoanalyse en back up plan.

  • B. Kwaliteit van het onderzoeksteam

    • Tot het team behoren onderzoekers met een sterke (inter)nationaal wetenschappelijk positie.

      Deze deskundige en vernieuwende onderzoekers zijn in staat om een zeer belangrijke en unieke bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van hun vakgebied(en);

    • De samenstelling van het onderzoeksteam op groeps- en individueel niveau en de aanwezige expertise zijn uitstekend afgestemd op de uitvoering van het voorgestelde onderzoeksproject;

    • De samenstelling van het team is innovatief: de leden van het team hebben niet eerder in deze vorm samengewerkt, projecten uitgevoerd of gezamenlijk gepubliceerd;

    • De samenstelling van het team is synergistisch: de expertise van de verschillende projectleden is complementair en aanvullend;

    • De hoofdaanvrager van het team bezit aantoonbare capaciteiten om teams en samenwerkingsverbanden te leiden en te inspireren en vormt samen met de rest een evenwichtig team;

    • Het team is optimaal samengesteld en toegesneden op de inhoud en de uitvoering van het voorgestelde onderzoeksproject met voldoende aandacht voor de individuele rollen in onderzoek maar ook management, onderwijs/opleiding en kennisbenutting. Specifiek wordt hierbij aandacht gevraagd voor inclusiviteit, bijvoorbeeld waar het gaat om mate van senioriteit, sekse en etnische diversiteit.

  • C. Kennisbenutting en participatie

    Uitgaande van de programmadoelen zijn drie focuspunten relevant:

    • 1) Kennisbenutting en participatie in de wetenschap, breed uitstralend:

      • Betrekken, informeren en integreren van nieuwe kennis, resultaten en inzichten in diverse wetenschappelijke disciplines, zowel nationaal als internationaal;

      • participatie om onderzoekscreativiteit te voeden en om kwaliteit te versterken;

      • mogelijkheden voor disseminatie via Open Science strategieën;

      • delen van opgedane kennis van de investeringsmodule (indien van toepassing).

    • 2) Kennisbenutting en participatie ten behoeve van ontwikkeling van innovatie en valorisatie:

      • een duidelijke visie met concrete en haalbare plannen op de potentiële impact, toepassingen en doorontwikkeling in gebieden binnen en buiten de wetenschap, ook als dit pas op langere termijn is;

      • verkennen van mogelijkheden tot valorisatie;

    • 3) kennisbenutting en participatie richting praktijk, onderwijs, beleid, bedrijfsleven en samenleving in het algemeen:

      • informeren en implementeren van kennis en resultaten bij betrokken en relevante partijen voor het project zoals bijvoorbeeld:

        • a. patiënten en praktijkorganisaties en professionals;

        • b. beleid en onderwijs;

        • c. culturele instellingen;

        • d. bedrijfsleven;

        • e. burgers als grote groep met mogelijke focus op bepaalde focusgroepen;

      • vroegtijdig betrekken van dergelijke stakeholders, gebruikers en eindgebruikers om tot creatieve en inclusieve wetenschap, resultaten en implementatie te komen;

      • onderzoeksactiviteiten die anticiperen op en ingaan op ethische, juridische en sociale implicaties of aspecten van opkomende wetenschappen, idealen en grondslagen en mogelijke maatschappelijke discussies.

METHODOLOGIE

Bij de beoordeling van de methodologie speelt een beschrijving van onderstaande criteria een rol:

  • Het soort onderzoek – bijvoorbeeld kwalitatief en/of kwantitatief onderzoek;

  • De wijze van dataverzameling;

  • De datakenmerken – waaronder de inclusie- en exclusiecriteria, mogelijke bias en confounders, powerberekening en statistische onderbouwing;

  • De wijze van uitvoering van de methoden;

  • Data-analyse en gebruikte tools;

  • De validiteit, betrouwbaarheid (accuraat) en haalbaarheid van het onderzoek.

INVESTERINGSMODULE (OPTIONEEL)

De module Investeringen is een subsidie voor het opzetten van een middelgrote infrastructuur. Het project komt uitsluitend in aanmerking voor subsidie indien sprake is van een evident wetenschappelijk belang en van ten minste lokale en waar mogelijk nationale draagwijdte (bijvoorbeeld via medegebruik door onderzoekers van andere instellingen). Bij de beoordeling spelen onderstaande criteria een belangrijke rol:

Wetenschappelijke kwaliteit

  • belang, urgentie en innovatie van de investering voor de aanvraag en voor het desbetreffende onderzoeksterrein

  • technologische vernieuwing

  • technische haalbaarheid en doeltreffendheid van de investering

  • kwaliteit en competentie projectgroep ten opzichte van de investeringsmodule

Lokaal en nationaal belang

  • potentieel impact voor lokaal en nationaal belang

  • toegankelijkheid (ook op langere termijn) voor onderzoekers anders dan de direct betrokken aanvragers en de betreffende regeling

  • afstemming met andere groepen op het desbetreffende terrein

  • inbedding van de investering in de (langere termijn) onderzoeksstrategie van de instelling

Financiële/technische aspecten

  • mate van medefinanciering en de verhouding tot de omvang en doelstellingen van het project

  • noodzaak van aangevraagde en als eigen bijdrage opgevoerde personeel

  • verzekering van huisvesting van de investering

  • inbedding van de investering in een adequate setting binnen de instelling

  • management- en exploitatieplan van de investering

  • risicoanalyse inclusief voorstel voor mogelijke oplossingen

Effectiviteit van de investering

  • verhouding omvang van de investering en het aantal gebruikers/het gebruik

  • de verwachte bezettingsgraad van de investering

  • continuïteit van de investering na de subsidieperiode

  • toekomstplan voor vervanging/modernisering

Kennisbenutting/participatie: potentie en implementatie

  • de mate waarin realisatie van de investering bijdraagt tot (technologische) innovatie bij bedrijven of in de maatschappij

  • de mate waarin mogelijk verkregen resultaten met de investering bijdragen aan belangrijke wetenschappelijke, technologische of maatschappelijke ontwikkelingen

  • plan van aanpak om opbrengsten die voortvloeien uit het gebruik van de faciliteit ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers

  • betrekken van potentiële kennisgebruikers betrokken bij ontwerp, realisatie en gebruik van de faciliteit en zo ja, hoe gebeurt dit?

  • het verwachte termijn voor mogelijke kennisbenutting en participatie

6 CONTACT

6.1 INHOUDELIJKE VRAGEN

Op de website van ZonMw Open Competitie is de meest recente informatie over de huidige ronde te vinden. Daar staat ook een document met antwoorden op veel gestelde vragen. Aanvragers wordt aangeraden eerst de website te raadplegen voordat zij contact opnemen met ZonMw.

Voor inhoudelijke vragen kunt u mailen naar opencompetitie@zonmw.nlof neemt u contact op met:

Dr. Angela Sarabdjitsingh (programmamanager)

Telefoonnummer: 070 349 52 71

Sanna-Mari Kuisma (programmamedewerker)

Telefoonnummer: +31 070 349 54 40

Roos Harmsen (programmasecretaris)

Telefoonnummer: 070 349 52 27

Jacoline Griep (cluster-assistent)

Telefoonnummer: +31 70 349 52 88

E-mailadres: opencompetitie@zonmw.nl

ZonMw – Cluster Fundamenteel Onderzoek

Postbus 93245

2509 AE Den Haag

6.2 TECHNISCHE VRAGEN OVER ELEKTRONISCH AANVRAAGSYSTEEM

Bij technische vragen over het gebruik van Mijn ZonMw kunt u contact opnemen met de servicedesk. De servicedesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)70 349 51 78. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via servicedesk@zonmw.nl.

APPENDIX 1 TOELICHTING OP DE BUDGETMODULES

Budgetmodules

In deze call zijn de modules Personeel (1), Materieel krediet (2) en Kennisbenutting (4) verplicht en kunnen zo vaak worden aangevraagd als nodig is voor het beoogde onderzoek; uiteraard binnen de maximaal aan te vragen subsidie. De modules Investeringen (3) en Internationalisering (5) zijn optioneel.

1. PERSONEEL

Voor personeel dat een substantiële bijdrage levert aan het onderzoek kan subsidie voor salariskosten worden aangevraagd. Deze kosten zijn afhankelijk van het type aanstelling aan een Nederlands instituut en de organisatie waar het personeel is/wordt aangesteld. Hierbij dient voor de salarisschalen rekening gehouden te worden met het moment van toekenning en start project.

BENCH FEE

Per ZonMw gefinancierde projectmedewerker uit module 1a en/of 1b komt er eenmalig een verplicht op te nemen persoonsgebonden bench fee van € 5.000 bovenop de salaris- en materiele kosten ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de betreffende projectmedewerker.

MODULE 1A PERSONEEL PROMOVENDUS/ PHD

Deze module mag maximaal 3 keer worden ingezet. Er kan in deze call dus financiering voor maximaal 3 promovendi worden aangevraagd. Per positie gelden de volgende voorwaarden:

Een promovendus wordt 48 maanden voor 1.0 fte aangesteld of voor een equivalent zoals 0,8 fte voor 60 maanden. Indien voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek een afwijkende aanstellingsduur noodzakelijk wordt geacht, kan, mits goed gemotiveerd en passend binnen de totale duur van het project, hiervan worden afgeweken. De aanstellingsduur moet wel altijd minimaal 48 maanden 1.0 fte zijn.

Vergoedingen voor promotiestudenten/beursalen aan een Nederlandse Universiteit komen niet in aanmerking voor subsidie van NWO en ZonMw.

MODULE 1B PERSONEEL POSTDOC

Deze module mag maximaal 3 keer worden ingezet. Er kan in deze call dus financiering voor maximaal 3 postdocs worden aangevraagd. Per positie gelden de volgende voorwaarden:

De omvang van de aanstelling van een postdoc is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 48 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te

zijn. Voor een beperktere inzet van een postdoc staat het materieel budget ter beschikking.

MODULE 1C NIET-WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL (NWP)

Deze module mag maximaal 3 keer worden ingezet in deze call. Per aangevraagde promovendus of postdoc kan € 100.000 aan NWP worden aangevraagd, tot een maximum van € 300.000. Per module gelden de volgende voorwaarden:

Financiering voor de aanstelling van niet-wetenschappelijk personeel dat noodzakelijk is voor de uitvoering van het onderzoeksproject kan alleen worden aangevraagd als er ook financiering voor een promovendus of postdoc wordt aangevraagd. Daarmee kan deze module dus alleen aangevraagd worden in combinatie met 1a en/of 1b.

Het kan hier gaan om student-assistenten, programmeurs, technisch assistenten of analisten. Afhankelijk van het functieniveau kan worden gekozen uit de salaristabellen NWP MBO, NWP HBO en NWP Academisch. De omvang van de aanstelling is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 48 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn. Voor een beperktere inzet van NWP staat het materieel budget ter beschikking.

MODULE 1F OVERIG WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL (OWP)

Deze module mag maximaal 3 keer worden ingezet in deze call. Per aangevraagde promovendus of postdoc kan € 100.000 aan OWP worden aangevraagd, tot een maximum van € 300.000. Per module gelden de volgende voorwaarden:

Budget voor overig wetenschappelijk personeel, zoals AIOS (arts in opleiding tot specialist, ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist), of mensen met een universitaire master of titel drs. of ir., (bijv. data scientist, methodoloog) die noodzakelijk zijn voor het aangevraagd onderzoeksproject. Deze module kan alleen aangevraagd worden in combinatie met module 1a en/of 1b. De aanstelling bij 1 fte is maximaal 48 maanden en bij deeltijd maximaal 60 maanden. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte gedurende 12 maanden. Deze inzet kan wel over een langere of kortere periode gespreid worden, bijvoorbeeld over de gehele looptijd van het project. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn.

MODULE 1G VERVANGING VAN AANVRAGERS

In deze call kan per (mede)aanvrager eenmaal de module vervanging worden aangevraagd tot een maximum van 3 vervangingsposten per aanvraag. Per vervangingspost gelden de volgende voorwaarden:

Met deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd voor de kosten van de te vervangen hoofd- en/of mede-aanvrager(s). Hiermee kan de werkgever van de betreffende aanvrager de kosten dekken om hem/haar vrij te stellen van klinische, onderwijs-, begeleidings-, bestuurs- of beheertaken (geen onderzoekstaken). De door de vervanging vrijgekomen tijd mag/mogen de aanvrager(s) alleen inzetten voor werkzaamheden in het kader van het project. In de aanvraag moet beschreven worden welke werkzaamheden in het kader van het project de aanvrager(s) in de vrijgestelde tijd zullen verrichten. Er kan voor maximaal het equivalent van 5 voltijdsmaanden vervanging worden aangevraagd. ZonMw financiert de vervanging op basis van de op het moment van subsidieverlening geldende salaristabellen (www.nwo.nl/salaristabellen) voor een senior wetenschappelijk medewerker (schaal 11.0).

Deze module geldt alleen voor aanvragers gevestigd in Nederland en kan niet gebruikt worden in combinatie met module 5c Money follows Cooperation voor de betreffende medeaanvrager.

2. MATERIEEL KREDIET

Deze module mag maximaal 3 maal worden ingezet. Per fte aangevraagde wetenschappelijke positie (module 1a en/of 1b) kunt u maximaal € 15.000 materieel krediet per jaar van de aanstelling vragen. Voor kleinere aanstellingen wordt er naar rato aangevraagd. Het totale materieel krediet kunt u naar eigen inzicht over de duur van het project spreiden.

Het aan te vragen materiaal krediet is gespecificeerd naar onderstaande drie categorieën met de volgende geldende voorwaarden:

PROJECTGEBONDEN GOEDEREN/DIENSTEN:

  • verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.)

  • meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.)

  • kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. CBS), waarvoor het totaalbedrag niet meer dan € 25.000,– per aanvraag bedraagt

  • toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanrooms, synchrotrons, etc.)

  • werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, etc.)

  • personele kosten voor een kleinere omvang aanstelling dan aangeboden in module 1 b en/of niet- wetenschappelijk personeel

  • kosten voor proefpersonen

  • apparatuur en/of software (bijv. lasers, specialistische computers of computerprogramma's, etc.). Voor deze kleine apparatuur en/of software geldt dat het bedrag per aanvraag niet meer dan € 100.000 mag bedragen.

  • meetkosten

REIS- EN VERBLIJFSKOSTEN (VOOR AANGEVRAAGDE MEDEWERKERS IN MODULE 1A EN 1B):

  • reis- en verblijfskosten (nationaal en internationaal)

  • congresbezoek (maximaal 2 per jaar per gefinancierde medewerker (uit module 1a en/of 1b))

  • veldwerk

  • werkbezoek

UITVOERINGSKOSTEN:

  • kosten datamanagement

  • kosten werving (proefpersonen) (incl. advertentiekosten)

  • kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven)

  • auditkosten (alleen voor instellingen die niet onderworpen zijn aan het onderwijsaccountantsprotocol van OCW), maximaal € 5.000 per aanvraag.

Niet aangevraagd kunnen worden:

  • Basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptops, bureaus etc.)

  • Onderhouds- en verzekeringskosten.

Indien het maximumbedrag van € 15.000 per jaar per fte wetenschappelijke positie niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.

Hiervoor dient voorafgaand aan de indiening goedkeuring door ZonMw te worden verleend. Het maximumbedrag voor kleine apparatuur (€ 100.000) is hierop een uitzondering.

3. INVESTERINGEN

Deze module is optioneel en kan per aanvraag maximaal één keer worden ingezet.

Voor investeringen in wetenschappelijk vernieuwende apparatuur en dataverzameling van ten minste lokaal of (inter-)nationaal belang kunnen in deze module middelen worden aangevraagd. U moet de kosten voor investeringen uitgebreid specificeren en motiveren. Belangrijke aspecten zoals het belang van de investering voor het onderzoek, de kwaliteit en het innovatieve karakter, de toegankelijkheid voor onderzoekers anders dan de direct betrokken aanvragers en continuering van de faciliteit na afloop van de subsidietermijn zijn onder 5. Beoordelingscriteria beschreven.

Subsidiabel zijn:

  • kosten voor investeringen in wetenschappelijke apparatuur;

  • kosten voor investeringen in datasets;

  • personeelskosten voor het opzetten van databases en de initiële digitalisering van het bibliografisch apparaat, indien deze niet gekocht kunnen worden

  • personeelskosten voor medewerkers met essentiële technische expertise noodzakelijk voor de ontwikkeling of bouw van een investering

Bij het aanvragen van financiering voor personeelskosten moet worden onderbouwd waarom deze personeelskosten noodzakelijk zijn. Indien de aanvrager deze expertise niet tot zijn beschikking heeft, moet worden aangegeven dat deze kosten moeten worden ingekocht. De interne inkoopprocedures en/of richtlijnen van de aanvrager zijn van toepassing.

Niet-subsidiabel zijn in deze module:

  • kosten voor infrastructurele voorzieningen die tot de gebruikelijke infrastructuur gerekend kunnen worden;

  • dataverzamelingen, en eventuele bijbehorende software en bibliografieën die reeds op andere wijze beschikbaar zijn (zie hiervoor materiële kosten);

  • overige personeelskosten, waaronder personeelskosten voor de exploitatie en het uitvoeren van onderzoek met bestaande datasets of een reeds ontwikkelde faciliteit;

  • onderhoud en gebruik van de apparatuur. De kosten voor het gebruik van apparatuur door de onderzoekers die op een project aangevraagd worden kunnen via het materieel budget aangevraagd worden.

  • kosten voor een extra garantieperiode.

De kosten voor investeringen dienen in de aanvraag adequaat gespecificeerd en gemotiveerd te worden. De aangevraagde bijdrage is maximaal € 250.000,– met een ondergrens van € 100.000 euro voor apparatuur (voor dataverzamelingen is de ondergrens € 25.000). De instelling waar de investeringsmodule komt te staan moet minimaal 25% in cash aan kosten bijdragen aan de totale kosten van de investering. Een matchingsverklaring van deze instelling is verplicht en is een criterium voor ontvankelijkheid van de aanvraag. Hierbij is van belang dat de instelling in de verklaring de omvang van de bijdrage expliciet aangeeft. De verklaring is onvoorwaardelijk en bevat geen ontbindende bepalingen.

4. KENNISBENUTTING

Deze module is verplicht. Het aangevraagde bijdrage moet gespecificeerd zijn, moet een goede reflectie zijn van het beschreven onderzoek onder het criterium Kennisbenutting en participatie (zie ook sectie 5.3) en mag niet hoger zijn dan € 50.000. Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden. Hiervoor dient voorafgaand aan de indiening goedkeuring door ZonMw te worden verleend.

Aangezien kennisbenutting en participatie in de verschillende wetenschapsgebieden zeer veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke kosten nodig zijn. Dit omvat niet alleen de middelen voor de kennisproductie in nauwe zin maar ook allerhande activiteiten en middelen om kennis op te halen in het veld alsook deze te delen met stakeholders en/of potentiële (eind-) gebruikers. Denk hierbij aan:

  • Kennisdeling en gebruik in het veld, stakeholders en/of potentiële (eind-)gebruikers;

  • Het creëren of onderhouden van samenwerking en/of (samen)- ontwikkelen van diverse kennisproducten;

  • Kosten voor de organisatie van nationale of internationale bijeenkomsten/symposium/workshops met het voornaamste doel kennisbenutting en participatie;

  • Het maken van een lespakket, voor een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden of kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag;.

  • In het veld advies in winnen over kennisbenutting- en verspreiding en/of implementatie (bijvoorbeeld communicatie of implementatie adviseurs);

  • Kosten open access publiceren (uitsluitend in full gold Open Access tijdschriften, geregistreerd in de ‘Directory of Open Access Journals’ https://doaj.org/);

  • Het betrekken van belanghebbenden (participatie), indien mogelijk inclusief de (eind)doelgroep of (eind)gebruiker die beschikt over ‘ervaringsdeskundigheid’. Met ‘betrekken’ bedoelt ZonMw concreet het raadplegen, advies inwinnen, samenwerken en/of laten (mee)beslissen van betrokkenen bij de projecten voor de opzet, uitvoeren of evaluatie. Hierbij is het aan de aanvrager om te specificeren welke belanghebbenden relevant zijn voor de betreffende aanvraag.

  • Het betrekken van burgers, ‘citizen science’ of ‘burgerwetenschap’ genoemd, kan bijdragen aan de kwaliteit van de wetenschap. Met behulp van burgers kunnen data en inzichten verkregen worden die anders niet beschikbaar zouden zijn voor onderzoek. Onderzoekers kunnen zelf besluiten of het zinvol is burgers te betrekken bij het onderzoek en waaraan zij dit budget precies besteden (bijvoorbeeld onkostenvergoeding voor burgers, vaardigheidstrainingen voor burgers of technische hulpmiddelen voor participerende burgers.

5. INTERNATIONALISERING
MODULE 5A INTERNATIONALISERING

Het doel van deze module is het stimuleren van internationale samenwerking. De aangevraagde bijdrage mag niet hoger zijn dan € 50.000. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn. Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden. Hiervoor dient voorafgaand aan de indiening goedkeuring door ZonMw te worden verleend. De volgende voorwaarden gelden:

Subsidiabel zijn:

  • reis- en verblijfskosten voor zover het om directe onderzoekskosten gaat voortvloeiende uit de internationale samenwerking en om additionele kosten die niet op een andere manier bijvoorbeeld uit de bench fee worden gedekt. (Voor een overzicht van de tarieflijst buitenland per land zie deze tabel van de rijksoverheid:Tarieflijst verblijf en andere kosten buitenland)

  • reis- en verblijfskosten voor buitenlandse gastonderzoekers

  • kosten voor de organisatie van internationale workshops/symposia/wetenschappelijke bijeenkomsten

MODULE 5B MONEY FOLLOWS COOPERATION (MFC)

Het doel van deze module is het stimuleren van internationale samenwerking via het principe Money follows Cooperation. Dit geeft de mogelijkheid om een deel van het project aan een kennisinstelling met een publieke taak buiten Nederland uit te voeren. Deze moet onafhankelijk zijn in de uitvoering van het onderzoek. Alleen medeaanvragers komen in aanmerking voor deze module.

De aanvrager moet overtuigend onderbouwen op welke wijze de onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling specifieke expertise aan het onderzoeksproject bijdraagt die in Nederland niet op het voor het project noodzakelijke niveau beschikbaar is.

Deze voorwaarde geldt niet wanneer NWO een bilaterale overeenkomst omtrent Money follows Cooperation heeft gesloten met de nationale onderzoeksfinancier van het land waar de buitenlandse kennisinstelling zich bevindt (zie sectie 3.5 (Co)financiering door het fonds National de la recherche de Luxembourg).

Het aangevraagde budget binnen deze module moet minder dan 50% van het totale aangevraagde budget bedragen zonder het meerekenen van de optionele investeringsmodule.

Een onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling dient aan de in paragraaf 3.1 van deze Call for proposals gestelde vereisten voor medeaanvragers te voldoen, met uitzondering van de voorwaarde dat de medeaanvrager binnen het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd dient te zijn.

De hoofdaanvrager ontvangt de subsidie en is verantwoordelijk voor het overmaken aan de buitenlandse kennisinstelling en het verantwoorden van het MfC-deel van de subsidie.

Het wisselkoersrisico ligt bij de aanvrager. Baten of lasten door wisselkoersen zijn derhalve niet subsidiabel. De aanvrager is verantwoordelijk voor:

  • de financiële verantwoording van alle kosten in zowel Euro’s als de lokale munteenheid, waarbij de gehanteerde wisselkoers zichtbaar moeten zijn.

  • Een redelijke vaststelling van de hoogte van de wisselkoersen. Op aanvraag van ZonMw moet de aanvrager een beschrijving van deze redelijke vaststelling ten allen tijde kunnen geven.

ZonMw verstrekt geen subsidie aan medeaanvragers in het buitenland die vallen onder (inter-)nationale sanctiewet- en regelgeving. De EU sanctions map is hiervoor richtinggevend.


X Noot
1

Met projectidee wordt bedoeld beknopte aanvraag volgens de Subsidieregeling NWO 2017.

X Noot
2

Met uitgewerkte aanvraag wordt bedoeld volledige aanvraag volgens de Subsidieregeling NWO 2017

X Noot
3

Ter oriëntatie: gezondheidsonderzoek omvat het onderzoek naar vóórkomen, ontstaan, herkennen en preventie van ziekten, behandeling van ziekten, verlichting van ziektelast, en functioneren van het systeem van de gezondheidszorg. Het doel ervan is een bijdrage te leveren aan bevordering van de gezondheid of verlichting van ziektelast. Het omvat het hele werkterrein van het medisch-biologisch -, het klinisch wetenschappelijk -, het populatie – en het (zorg)stelselonderzoek. Bij twijfel over de meest geschikte NWO domein om een aanvraag in te dienen kunt u contact opnemen met het programmasecretariaat via opencompetitie@zonmw.nl.

X Noot
4

Met aanvragers worden zowel hoofd- als medeaanvragers aangeduid.

X Noot
5

Buitenlandse onderzoekers zijn toegestaan maar dienen de Money follows Cooperation module te gebruiken (zie module 5b). Een hoofdaanvrager dient ten alle tijden in Nederland gevestigd te zijn.

X Noot
6

NWO verleent geen subsidie als subsidieverstrekking naar het oordeel van NWO leidt tot het verlenen van staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In het verleden is gebleken dat STZ-ziekenhuizen moeilijk voldoen aan dit criterium

X Noot
7

De beperkende maatregelen betreffen uitsluitend aanvragen bij ZonMw Open Competitie

Naar boven