Besluit van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland van 25 mei 2021 (kenmerk 2021010824), tot tweede wijziging van de beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2018

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op de artikel 91, eerste lid van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4, derde lid, en artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit Wfsv;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2018 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van het eerste onderdeel m wordt de punt vervangen door een puntkomma.

2. Onder verlettering van het tweede onderdeel m tot onderdeel n wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.

3. Aan artikel 1 worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

o. Tweede nadere aanwijzing:

Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018;.

p. Minister voor MZ:

Minister voor Medische zorg.

B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de eerste zin wordt toegevoegd ‘en de Tweede nadere aanwijzing.’

2. Onder vervanging van de punt van het slot van onderdeel g door een puntkomma worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. een bedrag van € 0,875 miljoen voor werkzaamheden in het kader van Goeder Trouw;

  • i. een bedrag van € 0,136 miljoen voor extra inspanningen in verband met trekkingsrechten en overgangsrecht;

  • j. een bedrag van € 0,573 miljoen voor implementatie van het PGB systeem 2.0.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma

TOELICHTING

Met deze wijziging worden de beleidsregels aangepast aan de Tweede nadere aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg (MZ). De Tweede nadere aanwijzing resulteert in een verhoging van het bedrag van de voor het jaar 2018 beschikbare middelen voor de beheerskosten ter uitvoering van de Wlz. De Tweede nadere aanwijzing werkt terug tot en met 1 januari 2018. Omdat het budget voor de zorgkantoren verhoogd wordt, is er geen bezwaar tegen om ook aan de beleidsregels terugwerkende kracht toe te kennen.

De inhoudelijke wijzigingen worden hieronder kort toegelicht:

In de Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018 zijn de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voor het jaar 2018 met € 0,614 miljoen naar boven bijgesteld tot € 78,691 miljoen.

Daarom zal het Zorginstituut bij de verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018 van de naar boven bijgestelde middelen uitgaan bij de definitieve vaststelling. De Beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018 worden daartoe met het onderhavige wijzigingsbesluit gewijzigd.

Omschrijving

Bedrag (1 = € 1 mln.)

Volgens Nadere aanwijzing 2018

78,077

   

Structurele toevoeging voor uitvoering bewuste-keuze gesprekken

0,170

Structurele toevoeging voor uitvoering huisbezoeken

0,142

Incidentele onttrekking voor PGB met Meerzorg

-0,089

Incidentele toevoeging voor Zorg in Natura (ZIN) met Meerzorg of Volledig Pakket Thuis (VPT) met Meerzorg

0,391

Volgens Tweede nadere aanwijzing 2018

78,691

Structurele toevoeging voor uitvoering bewuste-keuze gesprekken (artikel 11, onderdeel b)

In de Nadere aanwijzing is het aantal gesprekken geschat op 7.500. Het definitieve aantal is uitgekomen op 8.116. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 0,170 miljoen (616 x 275,64 per gesprek).

Structurele toevoeging voor uitvoering huisbezoeken (artikel 11, onderdeel c)

In de Nadere aanwijzing is het aantal huisbezoeken geschat op 13.500. Het definitieve aantal is uitgekomen op 13.768. Dit leidt tot een positieve, structurele bijstelling van € 0,142 miljoen (268 x 530,00 per gesprek).

Incidentele toevoeging voor PGB met Meerzorg (artikel 11, onderdeel d)

In de Nadere aanwijzing is het aantal Meerzorg PGB geschat op 500. Het definitieve aantal is uitgekomen op 356. Dit leidt tot een negatieve, incidentele bijstelling van € 0,089 miljoen (144 x 617,03 per PGB met Meerzorg).

Incidentele toevoeging voor ZIN met Meerzorg of MPT met Meerzorg (artikel 11, onderdeel e)

In de Nadere aanwijzing is het aantal Meerzorg ZIN of MPT geschat op 1.300. Het definitieve aantal is uitgekomen op 2.356. Dit leidt tot een positieve, incidentele bijstelling van € 0,391 miljoen (1.056 x 370,01 per ZIN of MPT met Meerzorg).

De wijziging van artikel 11, tweede lid, onder h, heeft betrekking op de verdeling van de middelen. Door deze wijziging wordt het bedrag verdeeld op basis van de gerealiseerde kosten. In de eerdere versies van de beleidsregels werd dit bedrag op grond van artikel 5 en artikel 9 verdeeld over alle zorgkantoren.

De wijziging van artikel 11, tweede lid, onder i, heeft betrekking op de verdeling van de middelen. Als gevolg van onderbesteding op dit deelbudget wordt € 0,136 van het beschikbare bedrag van € 0,255 miljoen verdeeld op basis van de gerealiseerde kosten. Voor de verdeling van het resterende bedrag van € 0,119 miljoen treedt geen verandering op.

De wijziging van artikel 11, tweede lid, onder j, heeft betrekking op de verdeling van de middelen. Door deze wijziging wordt het bedrag van € 0,573 miljoen overeenkomstig de Nadere aanwijzing 2018 toegewezen aan Zorgkantoor DSW B.V. In de eerdere versies van de beleidsregels werd dit bedrag op grond van artikel 9 verdeeld over alle zorgkantoren.

Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma

Naar boven