DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
Gelet op de artikelen 4, derde lid, onder a, artikel 5, onder a en artikel 6, vierde
lid van de Wet pleziervaartuigen 2016,
Besluit:
Artikel 1
Als taal bedoeld in artikel 4, derde lid, onder a en artikel 5, onder a van de Wet
pleziervaartuigen 2016 wordt aangewezen de Nederlandse taal.
Artikel 2
Als talen bedoeld in artikel 6, vierde lid van de Wet pleziervaartuigen 2016 worden
aangewezen de Nederlandse en de Engelse taal.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J.A. van den Bos
Bezwaar
Tegen dit besluit kunt u binnen een termijn van zes weken na dagtekening, ingaande
de dag na verzending van deze brief, bezwaar indienen. Het bezwaar moet minimaal bevatten:
Het bezwaar kan onder vermelding van ‘bezwaar’ en het kenmerk van deze brief gestuurd
worden naar het volgende adres:
Inspectie Leefomgeving en Transport
Postbus 16191
2500 BD Den Haag
Of per e-mail naar bezwarenILT@ilent.nl
Is er sprake van onverwijlde spoed? Dan kunt u de rechtbank verzoeken om een voorlopige
voorziening te treffen.
Meer informatie over de voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl.
TOELICHTING
Het onderhavige besluit strekt ter uitvoering van de artikelen 4, derde lid, onder
a, artikel 5, onder a en artikel 6, vierde lid van de Wet pleziervaartuigen 2016,
waarin wordt bepaald dat de daarin bedoelde verklaringen en handleiding worden verstrekt
in de door de minister vast te stellen talen bij het op de markt aanbieden of in bedrijf
stellen van producten vallend onder de reikwijdte van de Wet pleziervaartuigen 2016.
Genoemde artikelen uit de Wet pleziervaartuigen 2016 strekken ter uitvoering van artikel
7, zevende lid, artikel 9, vierde lid en artikel 15, tweede en vijfde lid, van de
Richtlijn 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking
van richtlijn 94/25/EG (PbEU L 354).
Bovenstaand besluit bepaalt dat de in artikel 4, derde lid, onder a, artikel 5, onder
a van de Wet pleziervaartuigen 2016 bedoelde conformiteitsverklaring en verklaring
van de fabrikant of importeur voor gedeeltelijk afgebouwde vaartuigen wordt verstrekt
in het Nederlands.
Ten aanzien van de in artikel 6, vierde lid, bedoelde handleiding bepaalt bovenstaand
besluit dat deze wordt verstrekt in het Nederlands en/of het Engels.
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J.A. van den Bos