Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 27 mei 2021, nr. ILT-2021/ 33149, houdende vaststelling van de talen bedoeld in artikel 4, derde lid, onder a, artikel 5, onder a, en artikel 6, vierde lid van de Wet pleziervaartuigen 2016

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Gelet op de artikelen 4, derde lid, onder a, artikel 5, onder a en artikel 6, vierde lid van de Wet pleziervaartuigen 2016,

Besluit:

Artikel 1

Als taal bedoeld in artikel 4, derde lid, onder a en artikel 5, onder a van de Wet pleziervaartuigen 2016 wordt aangewezen de Nederlandse taal.

Artikel 2

Als talen bedoeld in artikel 6, vierde lid van de Wet pleziervaartuigen 2016 worden aangewezen de Nederlandse en de Engelse taal.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J.A. van den Bos

Bezwaar

Tegen dit besluit kunt u binnen een termijn van zes weken na dagtekening, ingaande de dag na verzending van deze brief, bezwaar indienen. Het bezwaar moet minimaal bevatten:

  • naam en adres indiener

  • dagtekening

  • omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht

  • gronden van het bezwaar

  • uw handtekening

Het bezwaar kan onder vermelding van ‘bezwaar’ en het kenmerk van deze brief gestuurd worden naar het volgende adres:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Of per e-mail naar bezwarenILT@ilent.nl

Is er sprake van onverwijlde spoed? Dan kunt u de rechtbank verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.

Meer informatie over de voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl.

TOELICHTING

Het onderhavige besluit strekt ter uitvoering van de artikelen 4, derde lid, onder a, artikel 5, onder a en artikel 6, vierde lid van de Wet pleziervaartuigen 2016, waarin wordt bepaald dat de daarin bedoelde verklaringen en handleiding worden verstrekt in de door de minister vast te stellen talen bij het op de markt aanbieden of in bedrijf stellen van producten vallend onder de reikwijdte van de Wet pleziervaartuigen 2016.

Genoemde artikelen uit de Wet pleziervaartuigen 2016 strekken ter uitvoering van artikel 7, zevende lid, artikel 9, vierde lid en artikel 15, tweede en vijfde lid, van de Richtlijn 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van richtlijn 94/25/EG (PbEU L 354).

Bovenstaand besluit bepaalt dat de in artikel 4, derde lid, onder a, artikel 5, onder a van de Wet pleziervaartuigen 2016 bedoelde conformiteitsverklaring en verklaring van de fabrikant of importeur voor gedeeltelijk afgebouwde vaartuigen wordt verstrekt in het Nederlands.

Ten aanzien van de in artikel 6, vierde lid, bedoelde handleiding bepaalt bovenstaand besluit dat deze wordt verstrekt in het Nederlands en/of het Engels.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J.A. van den Bos

Naar boven