Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 5 juni 2021, nr. WJZ/ 21123731, houdende wijziging van de Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 68b van de Mijnbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J, van de wet van 27 januari 2021 tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) (Stb. 2021, 92) berust deze regeling op artikel 68b van de Mijnbouwwet.

B

Artikel 5, tweede en derde lid, vervallen.

C

Na artikel 5 wordt een artikel 5a ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Deze regeling is van toepassing op een aanvraag tot aanwijzing van een voorkomen van gas als bedoeld in artikel 68a, eerste lid, tweede volzin, van de Mijnbouwwet, zoals deze bepaling luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J, van de wet van 27 januari 2021 tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) (Stb. 2021, 92), voor zover deze aanvraag is ingediend in de jaren 2010 tot en met 2019.

D

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat voor de jaren 2010-2019.

ARTIKEL II

De Tijdelijke regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat voor de jaren 2010-2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag dat artikel I, onderdeel J van de wet tot wijziging van de Mijnbouwwet in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juni 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Bij de wet van 27 januari 2021 tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) (Stb. 2021, 92) zijn de artikelen 68a en 68b van de Mijnbouwwet gewijzigd. De investeringsaftrek van 25% voor de berekening van de afdracht van winstaandeel aan de Staat der Nederlanden is met ingang van 1 januari 2020 vervangen door een generieke investeringsaftrek van 40%. Deze hogere aftrek geldt echter niet voor investeringen die zijn gedaan in de jaren 2010 tot en met 2019. De besluitvorming over een aantal aanvragen als bedoeld in artikel 68a, eerste lid, tweede volzin, van de Mijnbouwwet (oud), die in verband met investeringen in die jaren zijn gedaan, is nog niet geheel gereed.

2. Aanvragen in de jaren 2010 tot en met 2019

De toepassing van de investeringsaftrek Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat (hierna: de regeling) voorziet voor de jaren 2010 tot en met 2019 in een uitvoering van de investeringsaftrek in overeenstemming met de goedkeuring voor staatssteun die door de Europese Commissie is verleend. In verband met deze goedkeuring blijft deze regeling onveranderd van toepassing op aanvragen tot aanwijzing als marginaal gasvoorkomen die vanaf de invoering van de regeling in 2010 tot en met 2019 zijn ingediend. Met de wijziging in artikel I, onderdeel C, (artikel 5a (nieuw)) is geregeld dat de huidige bepalingen van de Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat van toepassing blijven op aanvragen die zijn ingediend in de jaren 2010 tot en met het jaar 2019.

3. Jaren 2020 en later

Vanaf 1 januari 2020 geldt een nieuwe generieke aftrek van 40% voor investeringen in mijnbouwwerken voor opsporing of winning van een voorkomen van koolwaterstoffen voor de berekening van de afdracht van winstaandeel aan de Staat der Nederlanden (artikel 68a (nieuw) van de Mijnbouwwet). Investeringen die na 1 januari 2020 zijn gedaan, vallen zonder meer onder dit gunstiger nieuwe generieke regime. Hiermee zijn artikel 5, tweede en derde lid, van de regeling die voorzien in een mogelijkheid tot het aanvragen van uitstel van de investeringen per 1 januari 2020 zinledig geworden en vervallen (artikel I, onderdeel B). De tijdelijke werking van de Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat is met artikel I, onderdeel D (wijziging van artikel 7) in de citeertitel tot uitdrukking gebracht: Tijdelijke regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat voor de jaren 2010-2019.

4. Regeldruk

Deze regeling heeft geen effect op de regeldruk. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven en veroorzaakt geen administratieve lasten. Ook is er geen sprake van inhoudelijke nalevingskosten en toezichtslasten.

5. Vaste verandermoment

In overeenstemming met aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving treedt deze regeling niet op een vast verandermoment in werking, omdat het voordeel van een spoedige inwerkingtreding van de investeringsaftrek, zoals vastgelegd bij de wet van 27 januari 2021 tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) (Stb. 2021, 92) aanmerkelijke voordelen heeft voor mijnbouwondernemingen en de inkomsten van de Staat der Nederlanden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

Naar boven