Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 26 januari 2021, nr. IENW/BSK-2020/225385, tot wijziging van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen in verband met het actualiseren en de wijze van verstrekking van luchtvaartinlichtingen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 26 van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling burgerluchtvaartinlichtingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, en artikel 16, eerste lid, onderdeel e, wordt ‘luchtvaartterreinen’ vervangen door ‘luchthavens’.

B

In artikel 3, tweede, derde en vijfde lid, en artikel 15, tweede lid, wordt ‘het luchtvaartterrein’ telkens vervangen door ‘de luchthaven’.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    • a. Op de volgende luchthavens worden de luchtvaartinlichtingen beschikbaar gesteld via een zelfbedieningsdienst:

      • i. Schiphol;

      • ii. Lelystad;

      • iii. Eelde;

      • iv. Maastricht;

      • v. Rotterdam;

      • vi. Eindhoven.

    • b. De in onderdeel a bedoelde luchtvaartinlichtingen omvatten:

      • 1°. geïntegreerde pakketten luchtvaartinlichtingen met wereldwijde dekking;

      • 2º. luchtvaartkaarten;

      • 3º. inlichtingen voor de vlucht in de vorm van een PIB;

      • 4º. briefing;

      • 5º. selfbriefing;

      • 6º. het in ontvangst nemen van inlichtingen na de vlucht.

2. In het tweede lid vervallen onderdeel b alsmede de aanduiding ‘a’ voor onderdeel a.

3. In het derde lid wordt ‘, worden luchtvaartinlichtingen verstrekt en in ontvangst genomen door de AIS-unit Schiphol’ vervangen door ‘ zijn luchtvaartinlichtingen beschikbaar via een homebriefing account’.

4. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Buiten de perioden genoemd in het tweede lid en indien homebriefing ontoereikend is, worden luchtvaartinlichtingen op aanvraag verstrekt en in ontvangst genomen door de AIS-unit Schiphol.

D

In artikel 16, tweede lid, vervalt onderdeel c, onder verlettering van de onderdelen d en e tot onderdelen c en d.

E

Artikel 17, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de luchthavens, genoemd in artikel 15, eerste lid, onderdeel a.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen in verband met het actualiseren van de te geven luchtvaartinlichtingen en de wijze waarop die worden verstrekt. In artikel 15 van de regeling wordt bepaald op welke luchthavens welke luchtvaartinlichtingen worden gegeven. Daarbij is een onderverdeling gemaakt in categorieën inlichtingen. Artikel 15 van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen is sinds 2009 vrijwel ongewijzigd gebleven. Echter in de praktijk is er geen sprake meer van de verschillende categorieën luchtvaartinlichtingen A, B, C en D met daarbij de verschillende geografische dekkingen. Dit hangt samen met technologische ontwikkelingen waardoor het mogelijk is geworden online luchtvaartinlichtingen met wereldwijde dekking beschikbaar te stellen. Hierop wordt de regeling nu aangepast. Een meer technische toelichting per artikel is te vinden in de artikelsgewijze toelichting.

Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de bepalingen van de ministeriële regelingen die in de onderhavige regeling worden gewijzigd, is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid-toets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT heeft geconcludeerd dat de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.

Effecten op de administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee. De regeling is daarom niet voorgelegd aan ATR. De wijzigingen zijn louter technisch of operationeel van aard.

Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen ingrijpende veranderingen teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.

MKB-toets

Er is geen MKB-toets uitgevoerd voor deze regeling. De reden hiervoor is dat er geen sprake is van wezenlijk nieuwe regelgeving en de onderhavige wijzigingen geen gevolgen hebben voor werkbaarheid en uitvoerbaarheid in de praktijk voor het MKB.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met ingang van 1 april 2021 in werking. Dit is een van de vaste verandermomenten. Omdat deze regeling voor 1 februari 2021 is gepubliceerd, wordt daarmee de minimum invoeringstermijn in acht genomen.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdelen A en B (artikelen 3, 15, tweede lid, onderdeel a, en 16, eerste lid, onderdeel e)

In de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen werden de termen luchtvaartterrein en luchthaven beide gebruikt. De term luchtvaarterrein vindt zijn oorsprong in de Luchtvaartwet en is daar als volgt gedefinieerd:

luchtvaartterreinen:

een aangewezen terrein ingericht voor het opstijgen en landen van luchtvaartuigen

Daarentegen spreekt de Wet luchtvaart over luchthaven. Dit begrip is in de Wet luchtvaart als volgt gedefinieerd:

luchthaven:

een terrein geheel of gedeeltelijk bestemd voor het opstijgen en het landen van luchtvaartuigen met inbegrip van:

  • 1°. de daarmee verband houdende bewegingen van luchtvaartuigen op de grond,

  • 2°. de afwikkeling van het in de aanhef en onder 1° bedoelde luchtverkeer, of

  • 3°. bedrijfsmatige activiteiten die samenhangen met de afwikkeling van het in de aanhef en onder 1° bedoelde luchtverkeer;

Uit het bovenstaande volgt dat er geen betekenisonderscheid is tussen luchthaven en luchtvaartterrein. Omdat de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen als grondslag het Besluit luchtverkeer 2014 heeft, dat op zijn beurt als grondslag de Wet luchtvaart heeft, is er voor gekozen om aan te sluiten bij de terminologie van de Wet luchtvaart en het Besluit luchtverkeer 2014 en in de regeling alleen nog de term luchthaven te gebruiken.

Onderdeel C (artikel 15)

In artikel 15 werd onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën inlichtingen A, B, C en D, met daarbij een bepaalde geografische dekking. Met het online beschikbaar worden van de luchtvaartinlichtingen via het internet is deze opdeling in categorieën met daarbij behorende geografische dekking verouderd. Met de online beschikbaarheid van luchtvaartinlichtingen is geen sprake meer van categorieën luchtvaartinlichtingen: alle luchtvaarinlichtingen zijn daarmee beschikbaar met wereldwijde dekking. Er bestaat tegenwoordig slechts een onderscheid tussen selfbriefing en homebriefing. Bij selfbriefing is er een zelfbedieningsdienst beschikbaar op de luchthaven waarmee gebruikers zich toegang tot de luchtvaartinlichtingen kunnen verschaffen. Homebriefing houdt in dat gebruikers op hun eigen pc, tablet of telefoon met een account toegang hebben tot de luchtvaartinlichtingen. Een zelfbedieningsdienst is vereist op alle luchthavens van nationale betekenis. Deze zelfbedieningsdienst is alleen beschikbaar tijdens de openingstijden van de desbetreffende luchthaven. Buiten deze tijden is er geen luchtverkeer toegestaan en is de beschikbaarheid van een zelfbedieningsdienst niet nodig.

Buiten de openingstijden van de luchthavens dient de AIS (Aeronautical Information Service) ervoor te zorgen dat up-to-date luchtvaartinlichtingen beschikbaar zijn via het homebriefing account, opdat deze te allen tijde te raadplegen zijn. Mocht deze dan alsnog ontoereikend blijken te zijn, kunnen gebruikers contact opnemen met de AIS-unit Schiphol voor ondersteuning.

Onderdeel D (artikel 16)

De commissie luchtverkeersincidenten bestaat niet meer en onderdeel c kan daarom vervallen. Dit is nu gedekt door het verplicht melden van voorvallen aan het Analysebureau luchtvaartvoorvallen (ABL), op grond van verordening (EU) nr. 376/20141 en zoals vastgelegd in de Regeling melden voorvallen in de burgerluchtvaart 2019.

Onderdeel E (artikel 17)

Inhoudelijk blijft het onderdeel hetzelfde: de luchthavens waarnaar verwezen wordt, zijn ongewijzigd; echter met de wijziging van artikel 15, eerste lid, vanwege het vervallen van de categorieën inlichtingen en de dekkingsgraad, moet ook deze verwijzing naar de betreffende luchthavens aangepast worden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PbEU 2014, L 122).

Naar boven