Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 21 juni 2021, nr. IENW/BSK-2021/116262, tot wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat vanwege onder meer de gewijzigde organisatiestructuur door de introductie van de plaatsvervangend secretaris-generaal

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, 10:11 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:

plaatsvervangend secretaris-generaal:

plaatsvervangend secretaris-generaal als bedoeld in artikel 3a;.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘secretaris-generaal,’ ingevoegd ‘de plaatsvervangend-secretaris-generaal,’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Diensten van het ministerie zijn:

    • a. het directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken;

    • b. het directoraat-generaal Milieu en Internationaal;

    • c. het directoraat-generaal Mobiliteit;

    • d. het directoraat-generaal Water en Bodem;

    • e. de hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

    • f. de concerndirectie Financieel-Economische Zaken;

    • g. de concerndirectie Mens en Organisatie;

    • h. de concerndirectie Informatievoorziening;

    • i. het bureau Eigenaarsadvisering;

    • j. de directie Bestuursondersteuning;

    • k. de directie Communicatie;

    • l. de directie Kennis, Innovatie en Strategie;

    • m. de directie Participatie;

    • n. de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control;

    • o. het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid;

    • p. het Planbureau voor de Leefomgeving;

    • q. het Stafbureau deltacommissaris;

    • r. het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, bedoeld in het Instellingsbesluit Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut;

    • s. de Inspectie Leefomgeving en Transport, bedoeld in het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport; en

    • t. het directoraat-generaal Rijkswaterstaat, bedoeld in het Instellingsbesluit directoraat-generaal Rijkswaterstaat.

C

Het opschrift van paragraaf 2.2 komt te luiden:

§ 2.2. Secretaris-generaal en plaatsvervangend secretaris-generaal

D

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris-generaal en ten aanzien van specifieke, bij instructie van de secretaris-generaal aangewezen taken is de plaatsvervangend secretaris-generaal bevoegd om als zodanig als plaatsvervanger op te treden.

E

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegde, luidende:

Artikel 3a. Taken plaatsvervangend secretaris-generaal

  • 1. In afwijking van artikel 3, eerste lid, is de plaatsvervangend secretaris-generaal verantwoordelijk voor:

    • a. de integrale ontwikkeling en realisering van de strategische doelstellingen op bedrijfsvoeringgebied voor het ministerie, en

    • b. de afstemming van de bedrijfsvoering op het primaire proces van het ministerie.

  • 2. Ter uitvoering van het eerste lid is de plaatsvervangend secretaris-generaal verantwoordelijk voor de volgende diensten:

    • a. de concerndirectie Mens en Organisatie;

    • b. de concerndirectie Informatievoorziening;

    • c. het bureau Eigenaarsadvisering;

    • d. de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control;

    • e. de directie Participatie.

  • 3. De plaatsvervangend secretaris-generaal is Chief Information Officer en heeft daartoe de taken, genoemd in de artikelen 4 en 7, van het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2021.

F

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12. Concerndirectie Financieel-Economische Zaken

  • 1. De concerndirectie Financieel-Economische Zaken staat onder leiding van de concerndirecteur Financieel-Economische Zaken.

  • 2. De concerndirectie Financieel-Economische Zaken bestaat uit afdelingen die onder leiding staan van de concerndirecteur of een afdelingshoofd.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van de concerndirecteur Financieel-Economische Zaken zijn de afdelingshoofden binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 4. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de concerndirecteur Financieel-Economische Zaken.

  • 5. De concerndirectie Financieel-Economische Zaken heeft de volgende taken: advisering conform de Comptabiliteitswet 2016, de taken, bedoeld in het Besluit FEZ van het Rijk, de zorg voor de begrotingszaken en de daarmee samenhangende administraties, de zorg voor de departementale financiële functie en de departementale beleidstaken op het gebied van inkoop (de rol van Coördinerend Directeur Inkoop, bedoeld in het Taakbesluit CPO (Chief Procurement Officer) Rijk en het Taakbesluit CDI (Coördinerend Directeur Inkoop), zoals vastgesteld in de ICBR van 16 maart 2021).

G

Na artikel 12 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 12a. Concerndirectie Informatievoorziening

  • 1. De concerndirectie Informatievoorziening staat onder leiding van de concerndirecteur Informatievoorziening.

  • 2. De concerndirectie Informatievoorziening bestaat uit afdelingen die onder leiding staan van de concerndirecteur of een afdelingshoofd.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van de concerndirecteur Informatievoorziening zijn de afdelingshoofden binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 4. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de concerndirecteur Informatievoorziening.

  • 5. De concerndirectie Informatievoorziening heeft de volgende taken:

    uitvoering van de aan de Chief Information Officer en de Chief Information Security Officer (CISO) opgedragen taken, bedoeld in artikel 3a, derde lid.

  • 6. De Beveiligingsautoriteit, bedoeld in artikel 3 van het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021 en de Functionaris Gegevensbescherming, bedoeld in artikel 37 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn ondergebracht bij de concerndirectie Informatievoorziening.

Art 12b. Concerndirectie Mens en Organisatie

  • 1. De concerndirectie Mens en Organisatie staat onder leiding van de concerndirecteur Mens en Organisatie.

  • 2. De concerndirectie Mens en Organisatie bestaat uit afdelingen die onder leiding staan van de concerndirecteur of een afdelingshoofd.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van de concerndirecteur Mens en Organisatie zijn de afdelingshoofden binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 4. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de concerndirecteur Mens en Organisatie.

  • 5. De concerndirectie Mens en Organisatie heeft de volgende taken: de departementale kaderstelling en advisering van de secretaris-generaal op het terrein van mens en organisatie, de zorg inzake goed werkgeverschap, rechtspositionele aangelegenheden, overleg met bonden en de medezeggenschap, huisvesting en integriteit.

Artikel 12c. Bureau Eigenaarsadvisering

  • 1. Het bureau Eigenaarsadvisering staat onder leiding van een directeur.

  • 2. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de directeur, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het bureau Eigenaarsadvisering heeft als taak de zorg voor het uitvoeringstoezicht op en advisering over de invulling van de eigenaarsrol ten opzichte van intern en extern verzelfstandigde organisaties, met name agentschappen en zelfstandige bestuursorganen.

Artikel 12d. Directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control

  • 1. De directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control staat onder leiding van de directeur Uitvoering en Decentraal Advies en Control en bestaat uit de volgende directies:

    • a. de directie Financiën en Inkoop;

    • b. de directie Informatie en Exploitatie; en

    • c. de directie Organisatie en Personeel.

  • 2. De directies, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, staan onder leiding van een directeur. De directies bestaan uit afdelingen die onder leiding staan van een afdelingshoofd.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van de directeur Uitvoering en Decentraal Advies en Control, zijn de directeuren van de directies, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 4. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de directeur Uitvoering en Decentraal Advies en Control.

  • 5. De directies, genoemd in het eerste lid, hebben de volgende taken:

    • a. de directie Financiën en Inkoop: het verzorgen van dienstverlening en advies op het gebied van financiën en inkoop, waaronder het betaalproces, control, administratie, Europese aanbestedingen en andere inkooptrajecten;

    • b. de directie Informatie en Exploitatie: het verzorgen van dienstverlening, advies en control op het gebied van informatievoorziening, ICT-toepassingen en documentair informatiemanagement; en

    • c. de directie Organisatie en Personeel: het verzorgen van dienstverlening, advies en control op het gebied van human resource management, waaronder de organisatieontwikkeling en personeels- en salarisadministratie, en facilitair management en huisvesting.

H

Het opschrift van paragraaf 3.1 komt te luiden:

§ 3.1. Mandaat secretaris-generaal en plaatsvervangend secretaris-generaal

I

Na artikel 20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20a. Mandaat aan en ondermandaat door plaatsvervangend secretaris-generaal

  • 1. In afwijking van artikel 20, eerste lid, wordt aan de plaatsvervangend secretaris-generaal mandaat verleend voor alle bevoegdheden van de bewindspersoon ten aanzien van de bedrijfsvoering van het ministerie, die behoren bij de uitoefening van zijn taken genoemd in artikel 3a, een en ander tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald en onverminderd de artikelen 24 en 26, tweede lid.

  • 2. De plaatsvervangend secretaris-generaal kan de aan hem verleende bevoegdheden in ondermandaat verlenen aan functionarissen, niet zijnde diensthoofden en rechtstreeks onder de diensthoofden ressorterende functionarissen.

J

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Aan de directeur Uitvoering en Decentraal Advies en Control en de directeur en afdelingshoofden van de directie Organisatie en Personeel wordt ondertekeningsmandaat verleend ten aanzien van de aan de diensthoofden en de secretarissen van adviesorganen verleende bevoegdheden betreffende de ambtelijke rechtspositie van de onder hen ressorterende functionarissen.

2. Het vierde lid vervalt.

K

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onverminderd artikel 20, eerste lid, wordt aan de plaatsvervangend secretaris-generaal of aan de volgende diensthoofden, bij uitsluiting van de overige diensthoofden, mandaat verleend voor de volgende bevoegdheden:.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘de hoofddirecteuren Bestuurlijke en Juridische Zaken, Financiën en Integrale Bedrijfsvoering en KNMI’ vervangen door ‘de hoofddirecteuren Bestuurlijke en Juridische Zaken en KNMI’.

3. Het eerste lid, onderdeel d, wordt als volgt gewijzigd:

  • a. in de aanhef wordt ‘hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering’ vervangen door ‘directeur Uitvoering en Decentraal Advies en Control’;

  • b. in onderdeel ii vervalt ‘het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut,’.

L

Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na ‘secretaris-generaal,’ ingevoegd ‘plaatsvervangend secretaris-generaal’.

2. In onderdeel e wordt ‘hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering’ vervangen door ‘concerndirecteur Financieel-Economische Zaken’ en vervalt ‘en’.

3. Onder verlettering van onderdeel f tot g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

f. het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2021 en het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021; en.

ARTIKEL II

Het Ondermandaatbesluit hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

1. Inleiding

Met de onderhavige wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat (hierna: OenM-besluit) is de functie van plaatsvervangend secretaris-generaal (hierna: pSG) ingesteld bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Deze wijziging van het OenM-besluit dient mede ter toedeling van de taken en bevoegdheden binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat die voortvloeien uit het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2021 (hierna: Besluit CIO-stelsel) en het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021 (hierna: Besluit BVA-stelsel).

Ten slotte is met de onderhavige wijziging van het OenM-besluit vastgelegd wie binnen het ministerie als de Functionaris voor de gegevensbescherming wordt aangemerkt en wie belast is met de taken van de Coördinerend Directeur Inkoop.

2. Taken en bevoegdheden pSG

De pSG is de vaste vervanger van de secretaris-generaal (SG) bij afwezigheid en verhindering van de SG. De SG kan tevens door een instructie de pSG de bevoegdheid geven om voor bepaalde specifieke taken als zijn plaatsvervanger op te treden.

De pSG is naast de plaatsvervanging van de SG verantwoordelijk voor:

  • de integrale ontwikkeling en realisering van de strategische doelstellingen op bedrijfsvoeringsgebied voor het ministerie, en

  • de afstemming van de bedrijfsvoering op het primaire proces van het ministerie.

De pSG is tevens aangewezen als CIO (paragraaf 4 van deze toelichting).

Samenhangend met de hierboven genoemde verantwoordelijkheden is de plaatsvervangend secretaris-generaal verantwoordelijk voor de volgende diensten van het ministerie:

  • a. de concerndirectie Mens en Organisatie;

  • b. de concerndirectie Informatievoorziening;

  • c. het bureau Eigenaarsadvisering;

  • d. de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control;

  • e. de directie Participatie.

3. Vervallen van de hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering

Door de onderhavige wijziging van het OenM-besluit is de Hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering (hoofddirectie FIB) verdwenen. De volgende dienstonderdelen, die deel uitmaakten van de hoofddirectie FIB, hebben met de onderhavige wijziging een zelfstandige plek binnen het ministerie gekregen:

  • de concerndirectie Financieel-Economische Zaken;

  • de concerndirectie Informatievoorziening;

  • de concerndirectie Mens en Organisatie;

  • de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control (UDAC); en

  • het bureau Eigenaarsadvisering.

De overlegstructuur voor deze dienstonderdelen blijft bestaan in de vorm van het DTFIB onder voorzitterschap van de pSG.

Door het invoegen van artikelen is het nu niet mogelijk deze dienstonderdelen elk een opvolgend nummer toe te kennen. De volgorde van de artikelen 12 en 12a tot 12d duiden niet op een hiërarchische verhouding.

De concerndirectie Financieel-Economische Zaken is dezelfde directie als de concerndirectie Financiën, zoals gehanteerd binnen IenW in de communicatiemiddelen en registratiesystemen.

Met de onderhavige wijziging zijn aan de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control de volgende bevoegdheden verleend:

  • ondertekeningsmandaat ten aanzien van de aan de diensthoofden en de secretarissen van adviesorganen verleende bevoegdheden betreffende de ambtelijke rechtspositie van de onder hen ressorterende functionarissen (artikel 23, derde lid);

  • mandaat voor (artikel 26, eerste lid, onderdeel d):

    • 1. het voeren van de personeels- en salarisadministratie voor alle onderdelen, genoemd in artikel 2;

    • 2. het vaststellen van documentatie conform de Archiefwet 1995 en de daarop berustende en regelgeving ten behoeve van de documentaire informatievoorziening van het ministerie, met uitzondering van het Planbureau voor de Leefomgeving en het directoraat-generaal Rijkswaterstaat;

    • 3. de zorg voor gebouwgebonden veiligheid, met uitzondering van die gebouwen waarvan het gebouwbeheer onder verantwoordelijkheid staat van het Planbureau voor de Leefomgeving, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, de Inspectie Leefomgeving en Transport en het directoraat-generaal Rijkswaterstaat.

4. Besluit CIO-stelsel (Stcrt. 2020, 62488)

Dit besluit geeft nadere invulling aan het CIO-stelsel binnen de Rijkdienst. Doel van dit stelsel is de digitale transitie van de overheid verder te stimuleren en de samenwerking binnen de Rijksdienst op dit vlak te verbeteren. De Chief Information Officers (CIO’s) binnen de Rijksdienst vervullen hier een sleutelrol in. De CIO’s moeten strategische visies omtrent digitalisering voorbereiden en borgen in de uitvoering. Ze dienen ervoor te zorgen dat hun ministeries tijdig op ict-ontwikkelingen kunnen inspelen. Daartoe is nodig dat ze die ontwikkelingen voortdurend volgen. Hierbij moet ook altijd oog zijn voor de risico’s van digitalisering, waarmee een goede verhouding en samenwerking tussen de CIO’s en Chief Information Security Officers (CISO) een randvoorwaarde is voor succes. De beide functies, CIO en CISO, staan centraal in het Besluit CIO-stelsel en hun taken en bevoegdheden zijn in dit besluit benoemd. In het Besluit CIO-stelsel is bepaald dat de minister die belast is met de leiding van een ministerie zorgdraagt voor de aanstelling van een departementale CIO en CISO. Met de onderhavige wijziging van het OenM-besluit is daarin voorzien door aan te geven dat de pSG de taken, genoemd in de artikelen 4 en 7, van het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2021 heeft en door de uitvoering van de taken van de CIO en CISO bij de concerndirectie Informatievoorziening te beleggen.

5. Besluit BVA-stelsel (Stcrt. 2020, 62845)

Het Besluit BVA-stelsel (BVA staat voor ‘beveiligingsautoriteit’) geeft invulling aan het integrale beveiligingsstelsel, het BVA-beraad en de functies en taken van de BVA Rijk, de BVA van departementen en de BVC (beveiligingscoördinator) van dienstonderdelen.

Doel van het Besluit BVA-stelsel is het bevorderen van de integrale beveiliging van de Rijksdienst door te komen tot meer uniformiteit in de organisatie en invulling van integrale beveiliging en duidelijkheid over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de verschillende functies en rollen.

In artikel 4 van het Besluit BVA-stelsel zijn de taken benoemd van de BVA van een ministerie. Met de onderhavige wijziging van het OenM-besluit is de BVA, de interne toezichthouder integrale beveiliging, bij de concerndirectie Informatievoorziening ondergebracht.

6. Functionaris voor de gegevensbescherming

Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese privacywetgeving, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Onderdeel hiervan is dat sommige organisaties een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) moeten aanstellen. Het aanstellen van een FG is verplicht voor alle overheden en publieke organisaties. Met de onderhavige wijziging van het OenM besluit is de FG, de interne toezichthouder privacy, bij de concerndirectie Informatievoorziening ondergebracht.

7. Taakbesluit Coördinerend Directeur Inkoop (CDI)

Het Taakbesluit Coördinerend Directeur Inkoop geeft invulling aan het geldende kader voor de rijksinkoop in ‘Sturing en Organisatie Rijksinkoopstelsel’. In onderdeel 4.2.3. van dit kader zijn de taken van de Coördinerend Directeur Inkoop (CDI) beschreven. De afrondende stap bij de implementatie van genoemd kader ten aanzien van de beschreven taken en verantwoordelijkheden, is het opnemen van deze taken in de organisatie- en mandaatbesluiten van de ministeries. Met deze verwijzing naar het Taakbesluit CDI, vastgesteld in de ICBR op 16 maart 2021, is dit taakbesluit opgenomen in het OenM-besluit.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven